Vrijdag 2 Nov. 1906,
No. 6441.31ste Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Na een jaar.
BINNENLAND
De familie Fromentier.
•&o°
BUITENLAND.
.->
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
1
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426, - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :-
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
In October van het vorig jaar
bracht de „N. Haarl. Courant"
het bericht, dat een nieuwe vereeni-
ging was opgericht, die zich ten
doel zou stellen het beoefenen van
een liefdewerk, door ons, Haarlem-
sche Katholieken, nog niet ter hand
genomen De bescherming van al
leenstaande meisjes.
Dat was de aankondiging der St.
Martb a-vereeniging. Eenige dames
waren tot de overtuiging gekomen,
dat men de vele Katholieke dienst
boden in onze stad, wier ouders el
ders gevestigd zijn, niet langer aan
haar lot mocht overlaten, zoodat zij
of wel gedwongen waren bescher
ming, onderkomen en verkeer te
genieten, die haar van protestant-
sche zijde geboden werden, of we!
ontspanning te zoeken langs de
straat en dan zeker vroeg of laat
den slechten weg op te gaan.
Die opzet was natuurlijk niet zon
dermoeilijkheden, want voor de ver
wezenlijking dier plannen was geld
noodig, en dat geld moest gevraagd
worden aan degenen, bij wie de
dienstboden in betrekking zijn. Zou
er nu wel een huisvrouw bestaan,
die nog nimmer over de dienstbode
geklaagd heeft of te klagen had
Bovendien er wordt zooveel ge
vraagd. Er is zooveel, dat gesteund
moet worden, zou er voor eene St.
Martha-vereeniging nog wel wat
overschieten
De uitkomst heeft geleerd, dat
de Haariemscho Katholieken zich
volstrekt niet onbetuigd laten, als
het de bescherming geldt van alleen
staande meisjes. Integendeel, bij dia
gen kwamen in van alle kanten, in
geld en in natura. Daar werd ge
offerd in den vorm van koffie, thee
suiker, cacao, steenko en schilde
rijen, beelden door geldelijke bij
dragen gesteund, waaronder zeer
milde, kon de vereeniging een be
nedenhuis huren (Raamvest 61) om
den gewonen leden der St. Martha-
Vereeniging tweemaal per week een
gezellig tehuis te verschaffen en
hen daar aangenaam en nuttig be
zig te houden.
De hoop op steun is dus niet
ijdel gebleken, en door de hulp, van
zoo verschillende kanten ondervon
den heeft de nieuwe vereeniging
haar eerste levensjaar doorgemaakt
zonder al te zware geldelijke moei
lijkheden.
Die veelzijdige steun is, dunkt
ons, voor de dames-werkende leden
der vereeniging een troostende aan
moediging. Daaruit immers blijkt,
dat haar werk door den gegoeden
stand wordt gewaardeerd. En dat
werk, het worde dan gewaardeerd
of niet, wordt in onzen tijd hoe
langer zoo meer noodzakelijk. De
toestand is nu eenmaal zoo, dat al
les naar de steden trekt. Wat daar
van nu de oorzaken mogen zijn,
kunnen wij hier veilig onbesproken
laten. De cijfers wijzen het uit, dat
elk jaar honderden meisjes zich te
Haarlem komen vestigen.
Als nu voor dezulken, die zoo
gemakkelijk in zulke groote geva
ren kunnen geraken, iets kan wor
den gedaan om haar onschuld te
beschermen, om haar te houden
buiten de aanraking met het vuil
van de straat, dan past het ons,
Katholieken, toch zeker het minst
met de handen werkeloos in den
schoot neer te ziften, 't Is dan ook
wel gemakkelijk, om vol gerechte
verontwaardiging af te geven op
die onervaren kinderen, die na zulk
een kort verblijf in eene stad over
al reeds den weg weten, en liefst
daarheen, waar zij het minste pas
sen. Maar als er onder ons men-
schen zijn, die zich barer aan
trekken en er moeite en tijd voor
over hebben, om die onervaren
meisjes nuttig en aangenaam bezig
te houden, dan blijven zij van zelf
buiten de verleiding en bewaren de
dienstboden haar onschuld en haar
deugd, die zij meebrachten van het
ouderlijk huis en zullen zeker de
redenen tot klagen, hetzij dan ge
rechtigd of niet, aanmerkelijk ver
minderen.
Dat streven der St. Martha-ver
eeniging is in dit eerste jaar blijk
baar niet zonder succes geweest.
Zij heeft zich geregeld op de hoogte
gehouden van al de ongehuwde
Roomsch-Katholieke vrouwelijke
personen, die zich te Haarlem kwa
men vestigen. Van 1 Januari tot 1
October kwamen 132 dienstboden
naar onze stad. Deze allen werden
verwittigd van het bestaan der ver
eeniging door toezending van een
reglement. Verschillende harer
maakten van de aangebodene gele
genheid aanstonds gebruik. De ge-
heele ledenlijst bevat tot 58 namen,
waarvan er natuurlijk vele weder
vertrokken zijn, zoodat feitelijk op
dit oogenblik 28 meisjes lid der
vereeniging zijn. Het verblijf in het
„Te Huis" schijnt ook nog al te
bevallen, tenminste, dat er 15 leden
tegelijk den avond doorbrengen,
geldt volstrekt niet meer als eene
bijzonderheid,
Al zeer spoedig deed zich de be
hoefte gevoelen aan gelegenheid
voor nachtverblijf. Daarin is voor
zien. Reeds vijf meisjes hebben er
eenigen tijd des nachts een onder
komen gevonden, die gelegenheid
is voor haar werkelijk een uitkomst
geweest.
Wij zien hieruit, dat de dames-
werkende leden der St. Martha-ver
eeniging hare taak niet alleen durfden
aanvatten, maar doorzetten ook, dat
zij daarbij werkelijk niet hebben stil
gezeten. 'sZondags, Woensdags en op
Christelijke feestdagen, als het noo
dig blijkt, offeren zij hare avonduren
op, om onze dienstboden aangenaam
en nuttig bezig te houden (want
wie daar iets leeren wil, vindt er
de gelegenheid); en bovendien gaan
zij er op uit, om het geld bijeen te
garen, waarmede de onkosten wor
den bestreden. Wie dan ook de meer
intieme bijzonderheden van haar
arbeid en de gevolgen er van ver
neemt, zal aanstonds bekennen, dat
de zegen Gods zichtbaar rustte op
haar werk, en dat dit nieuwe liefde
werk voor talloos velen een hulp
en een uitkomst kan worden in de
toekomst.
Wij wensclien de jeugdige ver
eeniging dan ook van harte toe,
dat zij in groei en bloei steeds moge
vooruitgaan, dat de steun van alle
Katholieke stadgenooten haar voort
durend verzekerd moge zijn, opdat
haar werkkring zich eens zoover
moge uitbreiden, dat in ons Haar
lem elke alleenstaande Katholieke
vrouw van onbesproken gedrag,
daar een veilig onderkomen, be
scherming en steun kan vinden in
meer of minder moeilijke omstan
digheden.
Aan den ijverigen geestelijken
Leidsman, den Weleerw. Heer L.
H. J. Beysens, en aan al de Dames,
die zich met hem zooveel moeite
geven voor dit liefdewerk, zal dit
het beste bewijs van waardeering
wezen en de zoetste aardsche be
looning voor hun werken en streven.
Onder Gods zegen en den steun
van Haarlem's Katholieken groeie
en bloeie de Sint-Martha Voreeni-
ging!
FRANKRIJK.
Weer twee staaltjes van de vol
strekte on vertrouwbaarheid der Pa-
rijsche „Matin", dierbaarste bron van
sommige liberale couranten.
Met veel ophef maakte het blad
een brief openbaar van twee kape
laans J Larivière en G. Bonliaire,
verbonden aan de. Sint-Andreas-
kerk te Chartres. Zij schreven aan
den fameuzen Henry des Houx, ge
weldig 'di)-cultuel, (oprichter van
de door den Paus veroordeelde gods
dienst'ge vereenigingen). Geholpen
door hem wilden zij te Chartres zulk
eene vereeniging vormen. Als hun
adres gaven ze No. 32 rue St. André,
te Chartres.
Wat blijkt nu
Er bestaat te Chartres geen Sint-
Andreaskerker bestaan geen ka
pelaans, die heeten als boven ver
meld de Sint-Andreas-straat te
Chartres heeft maar 17 num
mer en dus geen huis met no. 32
geteekend, Overal maakt men zich
vroolijk over dezen flater der Matin.
Ernstiger is haar lasterpraat over
Toulon. Daar zou, volgens haar, bij
den plechtigen dienst voor de matro
zen, die met de onderzeesclie boot
„Lutin" omgekomen zijn, Mgr. Guil-
libert, Bisschop van Préjus,zich on
betamelijk over de regeering uitgela
ten hebben en dat nog wel in tegen
woordigheid der militaire autori
teiten, onder welke Admiraal Mar
quis.
Direct telegrafeerde Mgr Guilli-
bert: „Ik teeken nadrukkelijk ver
zet aan en protesteer met veront-
woording tegen dit verhaal. Bis
schop van Fréjus."
Op zijn beurt verklaarde admi
raal Marquis, dat Mgr. geen woord
gesproken had, van hetgeen de
„Matin beliefde te melden. Wel een
eerlijk en edel nieuwsblad
Over de plannen der regeering
omtrent de sclieidingswet en hare
uitvoering valt met zekerheid niets
te zeggen.
Men verwacht vijandige maatre
gelen, doch op geniepige wijze.
Ten einde tooneelen te vermijden,
nu in het groot, gelijk bij de inven
tarisatie der kerkelijke goederen
vroeger in het klein voortkwamen,
zal men op sluwe, heimelijke wijze
te werk gaan.
Dat de regeering weinig goeds in
haar schild voert, blijkt weipfferuit,
dat zij de artikels der wet, die eer
lijk verklaard dienden te worden,
wijl zij voor dubbele uitlegging
vatbaar zijn, liever niet nader ver
klaart, teneinde altoos naar wille
keur tegen Kerk en Geestelijk
heid te kunnen optreden. Overigens
heeft dit Ministerie zooveel op zijn
program, dat het schijnt te worden:
van alles wat en alles te zamen
niets.
SPANJE.
Heden zijn de Koning en de Ko
ningin naar Malaga vertrokken,
waar zij aan boord der „Pelaya" ver
toeven zullen.
De prins van Battenberg zal met
het Engelsche eskader der Middel-
landsche Zee het koninklijk paar
komen begroeten.
Tot heden is het nog niet zeker, of
Alfonso met zijne gemalin Gibraltar
bezoeken zullen.
Aan deze reis wordt door sommigen
eene politieke beteekenis gehecht.
OOSTENRIJK.
Het Keizerlijk Huis van Oosten-
rij k-Hongarije is in rouw gedom
peld door het overlijden van aarts
hertog Otto Frans Joseph Charles
Marie.
Gisterenavond, 1 November, is
hij te 6 ure overleden op 41-jarigen
leeftijd. Hij was een zoon van aarts
hertog Karei Lodewijk, broeder des
Keizers, en Annunciata, prinses
van Bourbon-Sicilië.
RUSLAND.
Kalmpjes en tegen veler verwach
ting in, is de dag van 30 October
voor het Tsarenrijk voorbijgegaan.
Men vreesde demonstraties, oproe
rige bijeenkomsten, zoo niet erger.
Zelfs is er weinig gesproken en
niet veel meer geschreven over het
gesmade manifest vm den zwakken
Tsaar, die een jaar geleden zooveel
beloofde, maar zoo treurig zijne
beloften is nagekomen.
Een der Russische bladen de
„Towaritsj", geeft, naar aanleiding
van den jaardag dezer keizerlijke
Oekase, een statistiekje, waaraan
we het navolgende ontleenen
In-het jaar van 30 October 1905
tot 30 October 1906 werden ge
dood
bij pogroms, botsingen met de
politie of de troepen, 22,721 perso
nen
het aantal gewonden is niet op
te geven ter dood veroordeeld en
terecht gesteld werden 1531 perso
nen
veroordeeld werden 851 personen
tot 7138 jaar dwangarbeid;
531 bladen en tijdschriften wei
den opgeheven en 647 redacteuren
voor de rechtbanken ter verant
woording geroepen.
En ten slotte werden 35,000 Rus
sische onderdanen, bij wijze van
administratieven maatregel verban
nen.
Wel eene fraaie bladzijde uit de
historie van het eerste jaar der
Russische vrijheid.
Niet lang zijn de poorten van de
St. Petersburgsche hoogeschool ge
opend gebleven. Toen Woensdag
de professoren hunne colleges wil
den openen, begonnen eenige stu
denten de orde in de college-kamers
te verstoren, zoodat de professsoren
Filippof enSamokkoalof hunne voor
drachten moesten staken. Vervol
gens begonnen een aantal studenten
in de gangen revolutionaire liede
ren te zingen, wat anderen
onder gro©t geraas trachten te be
letten. Op het oogenblik, dat het
lawaai het hevigst was, kwam
juist de rector het gebouw binnen
en bepaalde, dat voor 12 November
geen lessen meer zouden worden
gegeven. De studenten trachten
daarop nog voor het gebouw te
bétoogen, maar werdeiff door de
politie uiteen gedreven.
Gisteren, 1 November, is de Tsaar
met [de Keizerlijke Familie van
Petersburg naar Zarskoie-Selo ver
huisd.
BELGIE.
Gelijk we reeds meldden, z'jn
verschillende arbeiders-syndicaten
niet bijzonder tevreden over de ver-
oening tusschen patroons en werk-
eden te Verviers.
Meerdere Vereenigingen weige
ren de wettigheid van de gesloten
overeenkomst te erkennen.
Er wordt geëischt, dat aan ieder
syndicaat de vrijheid gelaten wor
de, om al dan niet te onderschrij
ven, wat de overeenkomst behelst.
Vooral de werklieden-„wasschers"
willen van geen verzoening hooren.
Den laatsten October heeft hun
syndicaat eene bijeenkomst gehou
den, waar allen zich uitspraken voor
verzet. De sprekers voeren heftig
uit tegen de afgevaardigden en vor
derden voortzetting der staking.
Met 431 tegen 22 stemmen be
sloot deze groep de staking ondanks
alles voort te zetten.
Hierbij dient opgemerkt, dat
slechts nagenoeg de helft van het
getal werklieden-„wasschers" ter
vergadering was verschenen.
Hof berichten.
H. M. heeft de ordeteekenen van
den Gouden Leeuw van Nassau
uitgereikt aan Zijne Koninklijke
Hoogheid den Groothertog van Sak
sen-Wei mar-Eisenach
Aan de jachtpartijen, welke H.
M. de Koningin- Moeder Dinsdag
en Woensdag gaf op Haar jacht
terrein onder de gemeente Eemnes,
namen deel eenige heeren van het
Huis van H. M. de Koningin en
H. M. de Koningin-Moeder, bene
vens de burgemeesters van Baarn,
Soest, Eemnes en enkele and 6F6
genoodigden. Op den eersten dag
werd een honderd stuks wild ge
schoten, waaronder 70 hazen.
Na de jacht dineerden de heeren
bij H. M. de Koningin-Moeder ten
Paleize Soestdijk.
Eerste Kamer.
De Afdeelingen der Eerste Ka
mer hebben benoemd tot rappor
teurs over de wetsontwerpen
tot goedkeuring van eene over
eenkomst tot regeling van het ver
keer met gedistilleerd aan de Duitsch-
Nederlansche grens;
tot verhooging van het Vide
hoofdstuk der Staatsbegrooting voor
1906 (aanschaffing onderzeesche
boot)
tot beschikbaarstelling van gel
den wegens door het Departement
van Marine gedane versterkingen,
dienst 1906;
tot wijziging en aanvulling der
wet van den loden April 1891 (Stbl.
87) tot regeling der brievenpos-
terij
tot toekenning van een renteloos
voorschot uit 's Rijks schatkist ten
behoeve van den aanleg en het in
exploitatie brengen van spoorweg-
FEUILLETON.
54.
Nooit had hij zijne onmacht en
nutteloosheid zoo duidelijk gevoeld.
Zijne lichamelijke vermoeienis droeg
er toe bij, hem geheel ter neer te
slaan en hij zonk op den armstoel
neer, waar zijn vader zoo even gezeten
had en vroeg zich af, of deze per slot
van rekening geen gelijk had, en dat
hij een leeglooper, een domoor was,
die met jaloerschen blik neerzag op
allen, die meer waren dan hij.
O, als ik wist, dat zij gelukkig
zou zijn! herhaalde hij tevergeefs eene
gedachte zoekend, waardoor zijn on
stuimig hart tot rust gebracht kon
worden. j
Maar bet gelukte hem met, aan dit
geluk te gelooven; zijn achterdocht,
die door mijnheer Fromentier verdre
ven was, kwam met vernieuwde kracht
terug.
Daar treedt.iemand binnen. Hij ont
roerde er van, meenende,dat het Aliette
was. Hij gevoelde zich nog niet in
staat haar op bedaarden kalmen toon
te ondervragen.
Het was echter Florine slechts, die
zeide
Hier is warme soep.
Zij had eensklaps hare gewone terug
houding laten varen. Op haar onaan
genaam gerimpeld gelaat kwam zelis
iets als een glimlach, waardoor het,
zoo mogelijk, nog leelijker werd en
in plaats van terstond naar hare keu
ken terug te lceeren, bleef zij bij Luc
staan en trachtte een gesprek met
hem aan te knoopen.
Ziende, dat hij hare poging niet be
merkte, besloot zij maar met de deur
in huis te vallen.
Men verwachtte u niet zoo vroeg
terug, mijnheer Luc.
Hare neusstem verleende aan hare
minste woorden een indrukwekkende
plechtigheid en de korte lach, waar
van zij dezen volzin vergezelde, deed
Luc sidderen.
Wat wilt gij daarmee zeggen
vroeg hij haar scherp aanziende.
O, niets, ik bemoei mij niet met
zaken van anderen.
Luc verkeerde in zoo'n toestand van
angst en lijden, dat hij niet langer
naar de middelen vroeg om verlich
ting te krijgen. Florine alleen zou hem
misschien de waarheid zeggen en allen
afstand vergetend, zeide hij
Gij zijt al zoo lang in onze wo
ning, dat het u wel veroorloofd is,
alles te weten.
Ook zelfs, als men het niet
wilde
Met een veelzeggend hoofdschudden
zweeg zij en hare kleine oogen, die
onder de rimpels der oogleden en het
borstelige^ haar der wenkbrauwen weg
scholen, flikkerden spottend.Maar Luc's
geduld was uit. Hij kon zich niet
langer bedwingen en toornig riep hij
uit
Zeg op, wat gij weet, en haast
u wat.
Zij liet het zich niet voor de tweede
maal vragen.
Wel van mejuffrouw Aliette en
mijnheer Livron
Dat is niet waar!
Luc was opgesprongen, of men hem
in het aangezicht geslagen had.
Om Florine's gebaarde lippen kwam
een nog spottender glimlach en op
minachtenden toon vervolgde zij:
Mejuffrouw Aliette is verliefd op
mijnheer Livron; men behoeft ze maar
vijf minuten bij elkaar te zien, om
het te weten en iedereen merkt het
dan ook. Men spreekt slechts over dit
huwelijk, en het was ook gemakkelijk
te zien, dat de zaak zoo loopen zou.
Ik heb het bemerkt van den eersten
dag af, dat deze heer in huis geko
men is.
Om van hare voorspelling te ge
nieten, had zij zich opgewonden en
was verder gegaan, dan de voorzich
tigheid voorschreef. Luc stond op met
den uitroep:
Gij hadt het voorzien, ongeluks
vogel, en gij hebt niets gedaan, om
het te verhinderenGij hebt mij niet
gewaarschuwd
Zij bromde een onverstaanbaar ant
woord en zich dan voorzichtigheids
halve terugtrekkend, haastte zij zich
weer in hare keuken te komen. Door
haar ware gevoelens bloot te geven,
wilde zij het vertrouwen van Luc niet
verbeuren, dat zij nog niet missen kon.
Voor het oogenblik had zij er genoeg
van gezegd. Een duidelijk bewijs hier
voor was, dat hij er niet aan dacht
haar te volgen of verder te onder
vragen.
Hij moest zelfs bang zijn er meer
van te hooren. Het geluid van schre
den op de binnenplaats trok zijne
aandacht. Hij verliet haastig de zaal
en ging naar zijn eigen kamer, toen
hij door het raam mevrouw Maloutre
zag aankomen.
Zij liep met vluggen tred, alsof haar
een interessant schouwspel wachtte.
Die was zeker ook in het geheim en
in het complot. Daar, waar zijn vader
zijn eigenbelang zocht, waar Florine
de zaak liet loopen uit domheid, zocht
deze oude dame uit verveling eenige
afleiding. Alleen voor haar genoegen
was zij in staat geweest dit kind aan
gevaar bloot te stellen, zooals men
vroeger voor zijn pleizier de Christe
nen met de leeuwen liet vechten.
Arme Aliette, zuchtte Luc, wiens
toorn plaats gemaakt had voor een
onuitsprekelijk medelijden.
Toen er nu zacht aan de deur ge
klopt werd en eene fijne stem vroeg:
Luc, mag ik binnenkomen? was er
geen gevoel van strengheid of afkeu
ring meer in zijn hart.
Luc, mijn oude Lucl
In deze weinige woorden lag een
beroep op zijne vroegere liefde, op
zijne broederlijke bescherming, op de
goedheid van een vader, die hij altijd
voor haar geweest was en nog moest
zijn.
Aliette ging dapper op haar doel
af en voorkwam daardoor zijne vragen.
Ik heb u zoo_ luid met uw vader
en Florine hooren spreken. Het was
over mij. Zijt gij boos
Waarom zou ik boos zijn?
Omdat gij wilt, dat men nooit
trouwt, zeide zij met een spottenden
glimlach.
Gij wilt dus gaan trouwen
Aliette.
Naar adem hijgend wachtte Luc op
het antwoord, dat eenvoudig en open
hartig over hare lippen kwam.
Als hij mij vraag,t zal ik ja
zeggen
Hij heeft u dus nog niet gevraagd
Nog niet, waarschijnlijk, omdat
gij niet thuis waart:
(Wordt vsrvolgd).
NIEUWE
HAARLIHSCHE COURANT
flGITE MA HON AGITATE.
sic