Vrijdag 16 Nov. 1906. No. 6453.31s,c Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Misleiding. BUITENLAND. BINNENLAND. De familie Fromentier. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE 4 CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, ïnterc. Tel. No. 1426. - HAARLEM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère:- G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Mochten onze theorieën ooit al gemeen in toepassing gebracht wor den, dan zal het met menschheid en maatschappij geheel anders gaan dan tegenwoordig. Zoo zweert het socialisme. Evenmin als „Het Volk" e. d. zullen wij ontkennen, dat er nog heel wat hervormd, herzien en ver beterd zal moeten worden, alvo rens het „ieder het zijne „tot een gulden regel zal strekken alvorens de sociale rechtvaardigheid door het grootste gedeelte der menschheid be oefend en geëerbiedigd zal worden. Streven naar verbetering, naar het wegnemen van velerlei kwaad; medewerken, om aan alle rangen en standen der samenleving een zooveel mogelijk menschwaardig bestaan te verzekerenzorgen, dat het weinigje geluk, den mensch hier weggelegd, niet moedwillig, harte loos en gewetenloos verstoord wordt kunnen wij allen meer of beter Verder strekt zich onze macht niet uit. De heilstaat, waarvan het socia lisme zijne volgelingen wil laten droomen,- zal blijven een droom beeld, niets meer. Er moet een algemeene gelijkheid komen van klassenafscheiding geen sprake meerin gemeen overleg zullen voortbrenging en verdeeling geregeld worden. Deze en dergelijke beloften heeft het socialisme in overvloed gedaan «P blijft liet doen. Dat slachtoffers der menschelijke onrechtvaardigheid, verbitterd door het geleden onrecht, bezield met wrok tegen eene maatschappij, die hem slechts getrapt en gesmaad heeft en een eerlijk stuk brood uit de hand geslagen, dat dergelijke slachtoffers in dwaze verblinding vergeten den mond te sluiten, als het socialisme in het verre ver schiet zijn too verpaleis der toekomst doet stralen in het blijde licht van een nieuwen dag betreuren mogen wij het, maar verwonderen kan het ons geenszins. Hoeveel welvarende, tevreden arbeiders echter, die als rustige burgers het onderhoud voor zich en de hunnen verdienen kunnen, worden niet aangeworven voor het nog kleine, maar steeds groeiende socialistische legertje, het legertje der onteviedenen! Waardoor? Door misleiding meestal Hun eerlijk gemoed komt in op stand tegen iedere onrechtvaardig heid, of wat listig en sluw als on rechtvaardigheid wordt voorgesteld. En daarvan hebben de socialisti sche bladen en blaadjes het mono polie. Een schandaal in hoogere kringen wordt voorgesteld, alsof al de vertegenwoordigers der betere standen van hetzelfde kaliber waren; alsof de tollenaars slechts daar, de rechtvaardigen onder de mindere klassen te vinden zouden zijn. Een recht farizeërs-werkje Of komen bij den werkmansstand, onder de min- of onvermogende klassen nooit veroordeelenswaardige daden voor? Leeft men daar altoos het „Gij zult niet stelen „of eenig ander gebod trouw na? Zouden ook daar niet de schapen aan den eenen, de bokken aan den anderen kant gesteld kunnen worden? Lees „Het Volk", wanneer een Pruisische prins met een tooneel- speelster wil gaan trouwen. Dan schreit zij krokodillentranen bij tuiten over het verval der zeden in de hoogste gezagskringen, en over de manier, waarop daar met de allerheiligste instelling van het huwelijk geknoeid wordt. Maar als de katholieken van Amsterdam op kloeke wijze den strijd aanbinden tegen de zedeloos heid, die schaamteloos hare pro ducten uitstalt in winkel bij win kel en het opgroeiend geslacht de ziel vergiftigt, dan komt het zelfde socialistische hoofdorgaan en biedt zijnen lezers onder meer in zijn geïllustreerd Zondagsblad een katholiek geestelijke, die met ver draaide oogen heimelijk naar nu- diteiten ziet, voor een winkelraam hangend, en legt hem de woorden in den mond: „Laat ik ze koopen, dan geven ze geen ergernis meer. Wie er zulke practijken op na houden, toonen daardoor alleen al, hoe hunne theorieën in werkelijk heid moeten zijn en hoedanig hunne houding zal wezen in iederen eer lijken strijd om beginselen. Neen, een eerlijken strijd durven zij piet aan, en daarom worden on eerlijke middelen beproefd. Daarom wordt alles scheef voor gesteld, in het licht geplaatst van partijhaat en partijbelang. Wij haalden er straks een staal tje van aan. Iederen dag liggen ze in „Het Volk" en dergelijke orga nen voor het grijpen; een bepaald systeem ligt er aan ten grondslag stelselmatig worden haat en af gunst gekweekt tegen de bezitten de klasse, tegen het gezag, tegen den godsdienst. Daartegen te protesteeren kan soms zijn nut hebben, al heeft men daarbij ook de overtuiging, dat het aan het systeem-zelf niets veran deren zal. Alleen dit mogen wij ten slotte wel wenschendat er nooit van Katholieke zijde stof tot dergelijke aantijgingen gegeven worde. Dat alle katholieke werkge vers modellen mogen genoemd van christelijke rechtvaardigheid Zóóveel verbittering heerscht er, zóóveel ontevredenheid, dat er waar lijk geen olie op het vuur gestort mag worden en men aan de volks misleiding geen nadere gelegenheid tot propaganda behoeft te bieden. Die een sportje hooger op de maatschappelijke ladder staan of meenen te staan, zetten soms zóó'n liooge borst, of de groot-Mogol hun papa geweest was.Zij willen zich iets aristocratisch geven door op ruwen, aanmatigenden toon tot hun ne minderen te spreken. Daarbij vallen zij op twee manie ren leelijk uit hun rol. Immers de echte man van beschaving, van goeden komaf is altoos vriendelijk en voorkomend; alleen de parvenu verraadt in zijn aanmatigend optre den, zijne opgeblazenheid, zijn on beschaafd spreken en handelen, dat zijn zoogenaamde aristocratie er met een heel, heel dun laagje op en de plebejer er bij hem met een kruis inzit. Wat erger is: Zonder het te willen of te be doelen zijn zulke lieden bevorde raars van het socialisme. Zich zelf maken zij belachelijk en anderen ongelukkig. L. RUSLAND. "Witte we hebben het reeds gemeld zal in het politieke leven terugkeeren. Lang heeft hij zich daaraan niet kunnen onttrekken. Vriend en vijand zijn het in zoo verre met elkander eens, dat een man van zooveel energie, onbuigzaamheid, doorzicht en kennis van zaken, vooral in tijden als deze, niet ge mist kan worden. Aan deze vereende pogingen, om Witte op het Staatstooneel te doen terugkeeren, doen de Russische Polen krachtig mêe. Doch meer uit eigenbelang dan ter wille van het algemeen. De Polen willen Witte als gouverneur-generaal van War schau zien optreden en zijn hunne beweringen waar dan zou Witte deze benoeming van harte wenschen. Meer in het belang van het Tsa renrijk zou, dunkt ons, een terug keer tot het volle Staatkundige leven zijn. De -politie heeft te Bjoerneborg in Finland in beslag genomen 810,000 patronen. DUITSCHLAND. Von Bülow's rede, na opening van den Rijksdag, wordt natuurlijk druk besproken. Over het algemeen oordeelt de pers, dat hij niet als een Staatsman maar als een „beminnelijk prater" gesproken heeft. Zijne rede was volgens de „Ger- mania" eene causerie, niets meer. Verder concludeert men uit het feit, dat von Billow twee volle uren achtereen op zijn praatstoel heeft gezeten, dat niet eene ongesteldheid maar een „moe zijn van de Hof lucht" aan eene eventueele ontslag aanvrage debet is. Niet het vriendelijkst oordeelt de „Deutsche Zeitung." Haar spot over zijne „rooskleu rige welsprekendheid" is sarcastisch, ja bijwijlen bijtend en vlijmscherp, teiwijl de radicale „Morgenpost" zijne uiteenzetting betitelt als "een slaatje van alle mogelijke restjes uit een dagboek van den goeden ouden tijd." Dat de socialistische „Vorwarts" in hare critiek het verst gaat, be hoeft bijkans niet gezegd. Het blad spreekt van „eene jammerlijke mis lukking." Verwacht men ook in deze een oordeel onzerzijds, dan schromen we niet ons te scharen aan de zijde der „Germania," die, zonder den persoon te ontzien, nog het vrien delijkst oordeelt. De domme strijd tegen het Po lenvolk duurt in Pruisen voort. Men wil de Polen met geweld ver- duitschen, en, ofschoon men duide lijk inziet, dat men niet slaagt, gaat men met deze averechtsche politiek onvermoeid en onvervaard verder. De gevolgen van deze politiek zijn, dat de Polen meer en meer verbitterd worden en van het „Deutschtum" hoe langer hoe min der willen weten. Laten wij eenige cijfers en fei ten tot meerdere verduidelij king opsommen Pruisen telt ruim 3,000,000 Polen, die voor het grootste gedeelte in het aardsbisdom Gnesen-Posen hun ne woonplaats hebben. Sedert 14 December 1891 wordt dit moeilijke aartsbisdom door Mgr. Florianus Stablewski, door twee coadjutoien bijgestaan, bestuurd. Terwijl andere prelaten van Prui sen, niet het minst de Kardinalen Kopp en Fischer, met de Regeering zoo gemakkelijk goede relatiën kon den onderhouden, omdat over het algemeen zich in hunne bisdommen geen stekelige kwesties voordoen, moet Mgr. Stablewski, hoe ongaarne ook, immer voor de goede rechten van zijn volk, de Polen, opkomen. Ook nu, bij de kwestie over het godsdienstonderricht, heeft Mgr. Stablewski de zijde van zijn volk gekozen. En heel natuurlijk is dit. Immers om het „Deutschtum" te bevorderen, ordonneeren de hee- ren in Berlijn het godsdienst-on derricht niet in de moedertaal, in het Poolsch, doch in het Duitsch te geven. Of het godsdienst-onder richt daaronder al lijdt, of zoo doende de Christelijke leering al niet tot haar recht komt, kan den heeren ministers in de Pruisische hoofdstad al heel weinig schelen eerst moeten de Polen verduitscht en dan pas zalig worden. Von Bü- low zeide eenmaalvan moreel standpunt kan ik geen politiek voeren." Welnu, die woorden van zijne Doorluchtige Hoogheid zijn hier tot nadeel der Polen in daden omgezet. Zulke politiek echter houdt geen stand ZUID AFRIKA. Is er wel ooit een inval deerlijker mislukt dan die van Ferreira en zijn „kuddeke"? Men steekt den draak met deze lieden. Een Britsch blad zegt in zijn spot: ,,'tls nog verre vandaar, hem een veldheers talent toe te dichten." Ex-generaal Botha heeft dezen inval sterk afgekeurd. Ferreira is gelijk hij, een Boer, en nochtans heeft Botha niet geaar zeld zijne diensten aan de Engel- sche regeering aan te bieden. Deze zijn gelukkig niet noodig geweest. In antwoord op het aanbod heeft Lord Selborne Botha dank betuigd en daarbij de nadrukkelijke verze kering gegeven, dat hij er altijd zeker van is geweest, dat Botha den inval afkeurde. Drie van F?rreira's volgelingen, onder wie zijn broeder en een spion, bevinden zich in hechtenis. De spijker op den kop, De heer Jhr. Bosch van Drakestein heeft aan de Katholieke pers de vol gende circulaire gezonden. In de Bulletin Salésien van Nov. 11. valt mij 't volgende onder de oogen, dat mij nuttig voorkomt voor velen uwer lezers en voor de Ned. Kath. in het algemeen. De godsdienst verflauwt des te sneller naarmate het Katholieken zijn die hem verliezem De vrijmetselaars hebben de pro cessies verboden, doch lang voor zulks geschiedde, hadden de ouders in den familiekring zulks gedaan en wel door ze niet te volgen. In vele scholen zijn de kruisbeelden verwijderd, in de pronk- en zitkamers zijn ze reeds lang verdwenen. De heiligenbeelden worden stuk geslagen, sinds lang waren de „levens der heiligen" uit de bibliotheken ge weerd, en in hun plaats zette men den duivel op het podium. De afbre ker kwam in plaats van de opbou wers, de op de zinnen werkende romans kregen goeden aftrek. Op de scholen wil men geen godsdienstleer meer, sinds lang be- studeeren de ouders hun catechismus niet meer om dezen hun kinderen in te prenten. Wij krijgen slecht: wetten, aan wie de schuld? Kiez de Katholieken niet die slechte ■tgevers FEUILLETON. 65. En hij zeide tegen Montaurel: Waartoe dient de beschikking over zoo'n vermogen, als men niets verlangt? Montaurel liet zijne oogen nog eens rondgaan door de armoedige kamer, waar de millionair geleefd had en in eenzaamheid en armoede gestorven was. Hij voelde zich gedrongen om zijn vriend aan dezen treurigen toe stand te onttrekken en zeide daarom Gij zult hier niet blijven. Dat geloof ik ook niet. Ik zou te treurig worden zoo alleen De klank van dit laatste woord deed den commandant verrast opzien en hij sprak: De smart maakt iemand zelf zuchtig. Ik geloof, dat gij -wat al te veel de lieve, kleine gezellin vergeet, Kranten en tijdschriften van alle kleur en strekking bederven de we reld, doen de goede trouw en het geloof verdwijnen. Zij zijn betaald dikwijls ook uitgegeven door die Roomschen die voor de goede pers hun neus optrekken. Dit is op zijn zachtst gezegd een kwaad en wel hierom, daar in die bladen God en Kerk eiken dag worden aangevallen. De heiliging van den Zondag, waar bestaat die nog Sinds lang betaalt de Katholiek de door ongeloovigen op den Zondag gestelde feesten. Afbreuk aan den godsdienst wordt ook nog door de Katholieken gedaan, doordien ze hun krachten verspillen aan wel is waar goede zaken, doch van meer stoffelijke strekking, verge tende hierdoor die zaken welke van meer belang, meer fondamenteel zijn. Ja, vele Katholieken welke men voor ernstig houdt, zullen bedrogen uitkomen, wanneer zij het tijdelijke met het eeuwige zullen verwisseld hebben. Middenstandsbond. Naar aanlieding van het inder tijd op het Leeuwarder midden standscongres genomen besluit aan gaande de misbruiken bij de afbe talingsmagazijnen, is door het be stuur van den Middenstandsbond een uitnoodiging gericht aan alle aangesloten vereenigingen, om uit iedere vereeniging een commissie van minstens 3 personen te benoe men, tot taak hebbende ter plaatse waar de vereeniging haar 'M heeft, onderzoeken welke misb: ken zich bij den verkoop of afbe taling voordoen. Het voornemen bestaat om de rapporten, die naar aanleiding Van dit uitgebreide onderzoek bij het Bondsbestuur zullen inkomen, te ver zamelen en na te gaan in hoever het g'ewenscht is, dat vanwege den ge heelen middenstand een agitatie tegen de misbruiken zal worden op touw gezet en in hoever het noodzakelijk is, onder verwijzing naar de gegevens, uit de rapporten overgenomen, der Hooge Regee ring te verzoeken, te overwegen, in hoeverre wettelijke regeling van het afbetalingscontract gewenscht is. Door het Bondsbestuur is even eens aan- alle aangesloten vereeni gingen een rondschrijven gericht waarin medegedeeld wordt, dat het voor den Middenstand van het hoogste belang is, dat de tentoon stelling van gereedschappen en ambachtswerktuigen, welke van 15 Augustus tot- 15 -September 1907 vanwege de Maatschappij van Nij verheid te Amsterdam gehouden zal worden, zooveel mogelijk door het doen van inzendingen enz, door de aangesloten vereenigingen, bij den Middenstandsbond, worde ge steund. Door het bestuur van den Bond is reeds in beginsel besloten eèn aantal medailles voor deze tentoon stelling beschikbaar te stéllen. In aansluiting daarmede wordi die met u gebleven is, en (jje ,j00r deze Jramp tot zekere hoogte even diep getroffen wordt, want als een meisje op haar leeftijd haar eenigen beschermer verliest Het zal haar aan geen bescher mer ontbreken, viel Luc hem in (j0 rede. Ja, gij moogt den besten wil van de wereld hebben, maar gij zijt niet in staat Er is geen sprake van mij, viel hij hem met toenemend ongeduld m de rede. Zij zal een man krijgen- Dat is best mogelijk. Maar voor deze man gevonden is Hij is reeds gevonden. Luc hield thans de oogen strak op den grond gericht en een diepe blos kleurde zijn gelaat. Dan voegde hij er op doffen toon bij, of dit woord hem niet over de lippen wilde Francois Livron. Gekheid. Luc had het hoofd opgeheven en als hij op Montaurels gelaat een onge loovigen trek zag, kon hij zijn toorn niet langer bedwingen. Ja, Frangois Livron! Hebt gij dan niets gemerkt. Zeker, ik heb heel veel opge merkt, Waarom kijkt gij dan zoo ver wonderd Zonder een antwoord op deze vraag te geven, hernam Montaurel Heeft hij haar dan reeds ten huwelijk gevraagd? Nog niet. Onder de tegenwoor dige omstandigheden zou zoo'n stap eene onbeschaamdheid zijn. En dit huwelijk, als er ten minste Van een huwelijk sprake is, zou haar niet verontrusten? Lues verlegenheid vermeerderde nog. toen hij Montaurels twijfel zag, vwam zijn eigen ongeloof weer boven en vaagde de zekerheid, die hij meende gekregen te hebben na al zijn inge spannen denken, weg. Met geweld zich bedwingende, vroeg hij dan: En wat zou er op aan te mer ken zijn? Montaurel verklaarde nu op beslis ten toon Ik ken de wereld beter dan gij, en b rangois Livron schijnt mij de man met, om een goed echtgenoot te zijn. - Maar welken grond hebt gij dan voor deze meening? Ik weet, wat ik zeg. Zij, die waar lijk beminnen, laten zich door hun hart leiden en anders nergens door. Maar bij Frangois Livron speelt het hoofd de voornaamste rol. Ja, zijn hoofd is bewonderenswaardig, een echt genie... en juist in dit genie ligt de hinderpaal, het voortdurend gevaar. Zoo'n man behoort zich zeiven niet; bij behoort aan zijne verbeel ding, zijne roeping. Hij kan zich nooit geheel en al geven, en dat is in de liefde noodzakelijk. Zijn ideaal voert hem mee, verre van de natuurlijke dingen; het geluk zelfs is geen vaste band voor hem. Als hij bemint, dan is dat oen droom, die door andere droomen verdrongen wordt. Aliette eischt meer en verdient iets beters Montaurel aarzelde een oogenblik en vervolgde dan met nog meer over tuiging Zij heeft een nieuw hart noodig, een hart, dat haar geheel en al toe behoort, zooals het uwe Een luide, snijdende lach van Luc' die als een wanklank in deze stille, eenzame kamer ki nk, deed hem eens klaps zwijgen. Ik I Haha! ik! Drijft gij nu den spot met mij Op Montaurels gelaat was niet de minste spot te lezen. En plotseling, op luiden toon en met driftige gebaren begon Luc: Ik heb Goddank nooit aan een dergelijke dwaasheid gedacht. Als ik dit kind heb liefgehad, dan was dit als een oude vader, als een grootvader, als gij deze uitdrukking beter vindt. Ik heb nooit anders verlangd, dan haar gelukkig te zien, en alles wel be schouwd, is dit huwelijk niet gevaar lijker dan een ander. Zij zal ten minste een kortere of langere illusie van het geluk hebben, want zij heeft dezen jongen man lief, en wat gij er ook van zeggen moogt, hij bemint haar ook. Hoe zou het mogelijk zijn, haar niet lief te hebben en met welk doel zou hij handelen, zooals hij gedaan heeft! Hij kan bovendien niet lang meer met zijne verklaring wachten, Morgen, overmorgen misschien. Als het noodig is, zal ik er hem toe dwin gen, want de tegenwoordige toestand is moeilijk voor Aliette en ook voor mij. Ieder is min 'of meer egoïstisch, en ik móet u eerlijk bekennen, dat ik er naar verlang, mijne vrijheid terug te krijgen Onder den zachten blik van Mon taurel wond Luc zich nog meer op, en alsof hij de sympathie, het medelijden van zijn vriend wilde afwijzen, ver volgde hij Zooals ik u reeds gezegd heb, ik zal de boerderij Ronceray verlaten. Niets hecht er mij meer aan en nu ik rijk ben, kan ik van het leven ge nieten, zooals mij goeddunkt. Ik zal op reis gaan. Door nieuwe landen en en andere menschen te zien, zal ik misschien een ander mensch worden, als ik er niet in slaag, welnu, dan zal ik terugkomen, in een rustig hoekje gaan leven, niet al te ver van u af. Gij zijt mijn beste vriend en bovendien ik houd van kinderen. Ik zal een oude erfoom worden voor uwe kleine Jeannettel Wordt vervolgd). NIEDWE HAARLBHSCDE CODKAHT MATOTITCTWrrf AGITE MA NON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1