Dinsdag 27 Nov. 1906. No. 6462.31s,e Jaargang. Dagbjac^ voor Noord- en Zuid-Holland. Een booze Raadgeefster. BUITENLAND. BINNENLAND. De familie Fromentier. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per<j Afzonderlijke nummers Kf 1.20 1.65 0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meerB 0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426, - HAARLEM. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :- G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Na de vette jaren zijn voor de arbeiders in het bouwvak de magere aangebroken. De tijd van verdienen is voorbij; zelfs delageloonen kun nen niet meer gehandhaafd worden en duizenden loopen leeg,sinds weken en maanden. In September van dit jaar ver- Voegden zich aan de arbeidsbeurs in den Haag reeds een kleine 800 arbeiders meer dan geplaatst kon den worden. Hun getal is thans tot meerdere duizenden aangegroeid. Honderden oppassende huisvaders, bekwame ambachtslui, zien vergeefs uit naar werk. Treurige toestand, als men zielsgaarne werken wil en aldus het onderhoud verdienen voor zich en de zijnen, maar niet kan, omdat het werk ontbreekt. Door den Burgemeester der Hof stad werd verlof gegeven om een openbare inzameling te houden voor de werkloozen en,naar verluidt, zien meer dan 8000 personen, mannen, vrouwen en kinderen verlangend uit naar de opbrengst dezer col lecte. Te moeten leven van wat wij zou den kunnen noemen een vermomde bedeeling valt zeker pijnlijk en de menschlievendheid verlangt naar andere middelen, om den dreigen den nood te bezweren. De Haagsche briefschrijver der ,,N. R. Ct." deed er een aan de hand, dat, ontdaan van de onmis bare journalistieke inleiding hierop neerkomt Vader zorge voor de kinderen en voor den pot, moeder ga dienen als weleer, zoo aan het huishouden een mond ont nemend en nog loon aanbrengend voor de anderen. Ook zijn er dochters, die op deze wijze braaf kunnen meewerken. Zelfs is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat vader of zoon als noodhulp-huis knecht welkom is, waar geen meid als noodhulp beschikbaar is." Over die oplossing is „Het Volk" heelemaal niet te spreken. Als die moeders gaan dienen, zullen de me - vrouwen in Den Haag nog„wat meer ouderwetsche praats hebben," zegt het socialistische hoofdorgaan en het voegt er bij En wat zal men dan die dienende vrouw geven O, wel twee, misschien drie gulden per week. Daarmee kan de vader thuis met de kinderen goede sier maken en dan kan hij meteen geen deel nemen aan werkloozenvergaderingen. En laat onze timmerlui en metselaars huisknecht worden, huisknecht bij de fijne Haagsche bourgeoisie. Je weet eigenlijk niet wat je met zulke uitingen doen moet, lachen om de onge looflijke nonsens of opstuiven om de ploertigheid. Wel ja, goede werkmansvrouwen, laat je man in zijn werkloozenwanhoop thuis en je kinderen en je heele gezin in den steek en ga dienen. Allicht biedt mevrouw je een paar kwartjes per week minder omdat je toch maar tijdelijk komt, maar allicht ook mag je 't oudbakken brood en de kliekjes meenemen voor je gezin. En gij, wakkere, flinke timmerman, ge wend aan je mooie en nuttige werk waar aan je je krachten en je vernuft gebrui ken kan, word huisknecht, noodhulp huisknecht. Poets laarzen voor meneer, leid het hondje van mevrouw naar buiten voor 'n groote of 'n kleine boodschap, doe al het nuttige en mooie werk dat 'n huisknecht bij 'n Haagschen of 'n an deren bourgeois te doen heeft. Wat eene booze raadgeefster toont zich „Het Volk" ook hier weder 1 Voor wie zonder werk zit, is er geen sprake van „goede sier" ma ken, is en moet de hoofdzaak wezen Hoe zullen wij de moeilijke dagen doorworstelen, tot betere tijden aan breken Is er niet menig meisje van goeden huize, die, door een plotse- lingen ommekeer der Fortuin, ge dwongen wordt om de livrei der dienstbaarheid te dragen om hare talenten, hare verworvm kundig heden aan te wenden, ten einde het dagelijksch brood te verdienen? Dergelijke voorbeelden zijn bij tien tallen te noemen. Werken voor het dagelijksch brood kan niemand verlagen. „II n'y a pas de sot mé tier", zeggen de Franschen laten wij hier liever zeggen „Arbeid adelt". En is 't geen „ploertigheid" van „Het Volk", als het schrijft, dat „me vrouw allicht een paar kwartjes minder zal geven enz". Alsof er niet honderden en honderden da mes zijn, die in zulke gevallen juist het tegenovergestelde doen en meer geven dan zij anders doen zouden Alsof het „oudbakken brood en de kliekjes" ook nog een verwijt kon den zijn. Moesten het soms versche kadet jes wezen en had „Het Volk" soms verwacht, dat „mevrouw" zelf een apart potje zou gaan koken voor het gezin der hulpmeid? Wie even nadenken wil, voelt direct waar 'm bij het socialistische orgaan de schoen wringt. Er was eene mooie gelegenheid, om tegen de bezittende klasse uit te varen, naar de beproefde metho de het vuur der ontevredenheid aan te blazen, de feiten en de moge lijkheden zelfs te plaatsen in een scheef daglicht. Bij eene vreedzame, kalme oplos sing van de eene of andere crisis spint het socialisme geen zijde. Gestookt moet er worden, ontevre denheid en verbittering gezaaid. Dat brengt wel geen verbetering in den treurigen toestand, dat helpt de werkloozen in Den Haag en elders wel niet aan arbeid en brood, maar dat voert misschien honderden mis leiden meer in de netten van de socialistische vogelaars. Daarom be sluit „Het Volk" haar artikel met: Nu durven wij ieder vragen of de strijd der sociaaldemokratie, die tegen heel dat stelsel ingaat, niet een nood zakelijke en heilige strijd is, dien mede te strijden de plicht is van el- ken arbeider die zich verantwoordelijk voelt tegenover de gemeenschap? Welk een afschuwelijke raadgeef ster, herhalen wij. Wel mag zij haar eigen woorden op zich toe passen„Je weet eigenlijk niet wat je met zulke uitingen doen moet, lachen om de ongelooflijke nonsens of opstuiven om de ploertigheid." L. ITALIË. Den 25en dezer was er te Colog- no verkiezing voor een Kameraf gevaardigde. Alle politieke partijen kwamen uit met een eigen candi- daat. Ook de Katholieken hadden voor do eerste maal een eigen man netje en wel den bekenden Angelo Mauri. Hij behaalde 200 stemmen meer dan de candidaten der con- stitutioneele groepen te zamen ver wierven. Daar de socialisten zich bij de herstemming zullen onthouden, schijnt do verkiezing van den eer sten Katholieken Kamerafgevaar digde verzekerd. Moeten wij in deze verkiezing de bevestiging zien van het vroeger door ons onder alle voortschorend meegedeelde bericht, als zou het „non expedit" weldra niet moer van kracht wezen? Voorshands moe ten wij op die vraag liet antwoord schuldig blijven. T Over het bezoek van den Kon ng van Griekenland, thans te Rome, aau Z. H. den Paus wordt gemeld, dat Z, Majesteit gaarne met groote plechtigheid naar liet Vaticaanzou gaan, maar dat „zijn volk" alleen van een gewoon particu'ier bezoek wil hooren, door den Koning ge bracht aan zijn vriend, den vroe gere patriarch van Venetië." Laten we afwachten, tot dit vrij duister bericht nader opgehelderd wordt. Een ander bericht zegt, dat de Koning van Griekenland heden om drie uur met de gebruikelijke eerbewijzen voor vorstelijke perso nen officieel door Jden II. Vader ontvangen zal worden. Het laatste klinkt het meest aan- neemlijk. DUITSCHLAND. Men verwacht heden, Dinsdag, de interpellatie in den Rijksdag over het gebruik van de Poolsche taal bij het onderwijs in Posen en Oppor-Silezië. De brief van Sienkiewicz aan Kei zer Wilhelm heeft in Russisch-Polen diepten indruk gemaakt. Wij deelden eenige dagen gele den mede, dat het orgaan der Duitsche agrariërs, de „Deutsche Tageszeitung,,, een niet onverdeeld vertrouwen had uitgesproken in den nieuwen Minister van Land bouw, Von Arnim Criewenhet blad vertrouwde er niet vast op, dat hij de protectionistische politiek van zijn voorganger eveneens zou volgen. Thans schijnt het echter gerust gesteld want het wenscht hem nu toe, dat hij „het vertrouwen dat men in landbouwkringen in hem stelt niet zal teleurstellen;" noemt hem een degelijk landbouwkundige, een bedachtzaam, voorzichtig man. Het vertrouwt daarom, dat hij zal inzien, dat de voortzetting der poli tiek van zijn voorganger niet alleen voor den landbouw, doch voor het geheele land volstrekt noodzakelijk is. Het kleine vleugje hoop bij de tegenstanders der agrarische partij, dat Podbielski's richting verlaten zou worden, zal hierdoor wel geheel vervliegen. Mgr. von Stablewski. f Omtrent den plotselingen dood van Z. D. H. Mgr. von Stablewski (reedsgisteren onder onzeLaatste Be richten" vermeld) vernemen we thans nader Z D. H. gevoelde zich den avond van zijn dood nog goed gezond. Na het avondeten werd hij moede en liet zich in een rolstoel heen en weer rijden. Kort daarna hoor den zijn geheim-secretaris en een Ordebroeder, die zich in het neven- vertrek bevonden, hem roepen. De Aartsbisschop bleek reeds over leden. Men noemt eene hartverlam ming als doodsoorzaak. Florian von Stablewski was vijf- en-zestig jaar oud. Van 18761891 was hij lid van het Pruisische Huis van Afgevaardigden en een van de beste redenaars van de Poolsche fractie. Hij was een krachtig strijder voor het behoud van de Poolsche taal bij het onderricht, vooral bij dat in de religie. Volgens hemjzou het godsdienst onderricht bij gebruik maken van de Duitsche taal schade ondervin den. In huis en op de lagere school behoorde men er voor te zorgen, dat het aanleeren en het bekwamen in de Duitsche taal voldoende werd behartigd. Dat de vele zorgen, uit dien strijd geboren, het einde van Von Stablewski hebben verhaast, is wel waarschijnlijk. Z. II. de Paus heeft het volgende telegram laten zenden: „De Heilige Vader is door het bericht van den dood van Aarts bisschop Florianus door de diepste, oprechtste smart getroffen hij bidt voor zijne ziel. Kardinaal Merry del Val." Do „Germania". schrijft: „Mgr. Stablewski was de vertrouwde van wijlen Windthorst en een waar patriot en een trouw dienaar van zijn vorst, met wien hij tot op het laatst in briefwisseling stond. Ook heeft hij het volle vertrouwen van den Keizer in zijn persoonlijke trouw genoten. RUSLAND. Uit St. Petersburg wordt aan de „Köln. Ztg." bericht, dat er een officieuze nota is verschenen, waarin gezegd wordt: „De Regeering zal zich door het pogen van enkele groepen om in vloed ten nadeele van de Joden "op haar uit te oefenen, niet laten weerhouden de noodzakelijk gewor den maatregelen ten bate der Joden te treffen. De definitieve oplossing dezer quaestie behoort door de Doema te geschieden, maar de Regeering zal zich niet laten afbrengen van haar voornemen de beperkende bepalin gen in nering en bedrijf op te hef fen. Zij is overtuigd, dat het tot ar moede gedoemde deel der Joden, zoodra het gelegenheid heeft zijn energie en zijn werkkracht nuttig aan te wenden, geen bommenwerpers en roovers meer zal voortbrengen, en dit reeds alleen zou dan ten bate van het geheele Russische volk komen. In den nacht van 24 op 22 Nov. werden te Twer verschillende leden van de revolutionnaire partij ge vangen genomen en werd beslag gelegd op een groote hoeveelheid patronen en revolvers en op een plan voor diefstallen, die te Moskou zouden worden gepleegd. ENGELAND. De Londensche „Times" verde digt eene eventueele landing van Fransche en Spaansche troepen in Marokko tegenover de beweringen der Duitsche pers, dat de noodzake lij klieid van troepenlandingen niet is gebleken. Volgens het Londensche orgaan zouden Spanje en Frankrijk alsdan slechts het mandaat van Europa uitvoeren, te Algeciras verstrekt ten behoeve van het herstel der orde in Marokko, tot welke opdracht Duitschland heeft medegewerkt. Verder verneemt de „Times" uit Shanghai, dat de openbare meening, ook die van de vreemdelingen, in Chinadeanti-opium)bewegingkrach- tig goedkeurt, maar de Ohineesche pers zwijgt over het openbaar ge maakte besluit. De redacteuren verklaren eerst te willen afwachten, hoever dit be sluit uitvoerbaar zal blijken. Zij achten de voorschriften tegen het opiumgebruik slechts uitvoerbaar, wanneer de provinciale overheden eerlijk medewerken, waarbij zij vaak belangrijke inkomsten uit de opium moeten offeren. Vele beambten in de provincie moeten aftreden. Korte Berichten. Treloar, de nieuwe Lord Mayor van Londen, is een kindervriend. Nu heeft hij weer de inschrij ving geopend voor een fonds van 60.000 pd. st., waarmede hij een inrichting voor gebrekkige en ziekelijke kinderen van de Londensche armen wil ope nen, liefst aan zee, want er zijn veel tuberculosen bij. In die inrichting zullen zij niet alleen naar 't lichaam verzorgd worden, maar ook onderwijs ontvangen. Koning Leopold schijnt een poging gedaante hebben om zich met >ijn dochter Louise te verzoenen. Hij beloofde haar een villa en zou voor haar verder levensonderhoud zorgen en de schulden betalen, mits zij de de tot nu toe gevolgde levenswijze wilde laten varen. De prinses heeft echter voor dit aanbod bedankt. De Pruisische overheid heeft een Poolsch geschrift, getiteld„De sla pende witte adelaar," in beslag laten nemen. De Standard verneemt uit Moskou dat de hongersnood in het stroomge bied van de Wolga zoo groot is ge worden, dat de boeren hun dochters voor 100 tot 150 roebels verkoopen. In een dorp zijn zoodoende 8 meisjes van 14 tot 17 jaar verkocht. Te Toulon is het opleidingsschip voor torpedisten „Algeciras", een prooi der vlammen geworden. Drie man schappen worden vermist. In een te Milaan gehouden verga dering van vertegenwoordigers der kooplieden en arbeiders in de Itali- aansche havensteden is besloten he den, den dag van de opening der Kamer, in alle havens het werk te laten rusten, als protest tegen den ongeregelden toestand bij de spoor wegen. Te Parijs heeft gistermiddag een dame op den hoek van de Rue Han- novre en den Boulevard des Italieqs, vier maal geschoten op Merlou, den voormaligen minister van financiën, die door twee kogels licht aan een der beenen gewond werd. EERSTE KAMER. De leden der Eerste Kamer zijn tegen Maandag 3 December des avonds te halfnegen ter vergade ring bijeengeroepen. FEUILLETON. 72. De gedachte aan Aliette deed hem zich bedwingen. Maar, sprak hij met moeite, gij bemint haar? Frangois Livron aarzelde een oogen- blik en antwoordde dan: Dat hangt van de beteekenis af, die gij aan het woord „beminnen" hecht. Als gij meent, dat ik hare be koorlijkheid, hare bevalligheid, hare jeugd bewonderd heb, zooala mén alles bewondert wat schoon, rein, ideaal, een meesterstuk der schepping is, eene friscia ontloken bloem, eene heldere bron, een opkomende zonneschijn,ja; zoo alleen heb ik haar bemind, bemin ik haar nog en zal ik haar blijven be minnen. Ieder heeft het recht op deze manier lief te hebben, en dit recht ben ik in geen enkel opzicht te buiten gegaan. In deze laatste bewering klonk een spotternij en de zekerheid, dat de kun stenaar de waarheid sprak, deed Luc niet bedaren, maar verbitterde hem nog meer, gaf eensklaps zekerheid aan zijn onrust, die hij door geene rede neeringen van zich had kunnen zetten. Neen, ware genegenheid heeft niet zooveel berekening en voorzichtigheid. Deze man had wel opgepast, zich door een enkel woord te binden of eenig verwijt op den hals te halen, hij kon alle verantwoordelijkheid van zich schuiven. En zoo zich zeiven beveili gend, had hij niettemin het hart van Aliette gestolen, misschien wel haar leven als een stuk speelgoed, dat men wegwerpt, wanneer men er geen plei- zier meer in heeft. Deze snoodheid kwam Luc zoo on waarschijnlijk voor, dat hij nog aar zelde er geloof aan te hechten, en naar Frangois toegaande, vroeg hij met eene van verontwaardiging trillende stem: Waarom hebt gij dat gedaan, waarom? En daar de jonge man nog met zijn antwoord aarzelde, vervolgde hij Lij moogt u nu terugtrekken en onschuldig houden, maar gij weet lYri het met de zaak staat. Wat zult gij doen? Niet zonder reden speelt men e.en spel, dat zoo gevaar lijk is voor zich zelf en voor een ander. Deze woorden klonken als een be dreiging en deze was nog duidelijker te lezen in de fonkelende oogen en op het bleek e gelaat van Luc. Frangois Livron deed een stap ach teruit on antwoordde dan schouder ophalend Gij hebt daar geen verstand van, en met eenige aarzeling voegde hij er bij Mijn toestand heeft zekere ei&chen. waarvan gij u geen denkbeeld kunt vormen. Ha, is het dat! Luc begon zenuwachtig te lachen. Een onverwacht licht ging over dit geheim voor hem op, hij had den knoop ontdekt, meende hij. Waarom had hij deze ontdekking niet aanstonds gedaan, bij de woorden van mevrouw Maloutre en door zijn eigen ingeving? Zeer dikwijls had hij hij zich zelf gezegd: de menschheid bezit slechts twee drijfveeren, liefde en eigenbelang Hij had hem nog te veel eer aan gedaan door dezen mooien Frangois Livron voor een groot kunstenaar te houden, voor een man van genie. Neen, Montaurel had waarheid gesproken; in dit wondervol georganiseerd hoofd was voor alles eene plaats, voor be rekening zoo wel als voor poëzie. Als dichter had hij de bekoring ge voeld, die van Aliette uitging. Uit berekening had hij eerst nagedacht, voor hij zijn leven aan het toeval van Fortuna waagde; hij had bemerkt, dat Aliette geen bruidschat bezat, dat mijnheer Fromentier er niet aan ge dacht had, haar iets te vermaken Ja, ik begrijp u,ik begrijp u maar al te goed, herhaalde Luc. Hij bedreigde Frangois Livron niet meer, hij keerde zich met minachting om, hij gevoelde zelfs geen lust meer hem een verwijt te maken van zijne lage handelwijze en hem met een be schaamd gezicht voor zich te laten staan. Hij gevoelde voor dezen man eene onuitsprekelijke verachting. Buiten zich zeiven kende hij bijna niemand, die niet in staat was te den ken als Livron. Hij, die met Aliette zou trouwen was dus niet meer waard dan een ander, maar in de oogen van het jonge meisje moest hij hare eerste liefde blijven. Luc wist nu, dat Aliette geschapen was om lief te hebben. Waarom zou hij haar droom verstoren, die hare eenige vreugde was? En aangemoedigd door de grootheid der toewijding, die hij zich ging op leggen, wendde hij zich weer met op geheven hoofd tot Frangois Livron. Mijnheer, zeide hij, voor gij u nader uitspreekt, moet ik eerst iets zeggen, dat gij nog niet weet. Wees zoo goed, mij te volgen. Hij legde zijne zware soldatenhand op Livron's schouder, maar de jonge man verroerde zich niet. Toen voegde hij er op spottenden toon bij Vrees niet, ik wil geen beroep doen op uw gevoel. Ik zeg u nog maals, dat het eene openbaring geldt, waarover gij verbaasd zult staan. In de toenemende duisternis waren beide mannen nog slechts vage scha duwen; zij hoorden elkander om zoo te zeggen, zonder dat zij elkander zagen en Luc kon dus niet zien, of de grijze oogen van zijn toehoorder van hebzucht fonkelden. Maar hij voelde den tegenstand van den jongen man eensklaps bezwijken en Frangois Livron volgde hem gewillig, terwijl hij zeide: Ik wil naar alles luisteren, wat gij mij te zeggen hebt, naar alles Zij gingen samen het paviljoen uit en traden het huis binnen. Luc trok den jongen man mee voort door de eetzaal tot in de kleine kamer van mijnheer Fromentier, en, hem een stoel aanwijzend, nam hij zelf voor het bureau plaats, waar mijn heer .Caillet gezeten had, toen hij de mededeeling deed van dit onverwachte fortuin, dit vermogen, dat zooveel andere menschen gelukkig gemaakt zou hebben, maar dat hem bijna vol komen onverschillig gelaten en dat hij reeds bijna vergeten had door de verschillende ontroeringen van dezen dag. (Wordt vertoljd.) NIEUWE riENDRrr flGITE MA NON AGITATE. t* T

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1