Vrijdag 30 Nov. 1906
No. 6465.31s" Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De familie Fromentier.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Afzonderlijke nummers
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGEI
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post.
iELIJKS, BEHALVE TON- eJ^EESTDAGEN.
1.20
1.65
0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1G regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
BUREAUX: St.JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426. - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Eüangère:-
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Suoc., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
FRANKRIJK.
Er zal over de Marokkaanscbe po
litiek eenig licht ontstoken worden.
Jaurès heeft verlof gekregen minis
ter Pichon daarover te mterpellee-
ren.
Terloops verzekerde reeds giste
ren de Minister
„Frankrijk heeft geen verove
ringsplannen. De uitzending der
oorlogsschepen is slechts een voor
zorgsmaatregel. Deze uitzending in
samenwerking met Spanje zal mor
gen plaats hebbenmocht daar het
leven van Franschen bedreigd wor
den, dan zal hun bescherming ver
leend kunnen worden. Laat ons
trouw blijven aan de internationale
overeenkomst." Toejuichingen
Jaurès verklaarde zich ongerust
te maken, dat de Regeering niet
onmiddellijk kon antwoorden, om
dat de overeenstemming met de
andere mogendheden misschien niet
volkomen is.
Hij verzocht de Regeering drin
gend geen internationale actie op
touw te zetten dan met instemming
der mogendheden.
Na een jarenlang onberispelijk
leven was in Frankrijk pastoor De-
lS.rue gevallen, diep gevallen.
Op eene wijze, die misschien spoe
dig nader verklaard zal worden,
heelt zekere Pers de schande van
den ongelukkige geëxploiteerd.
Thans is hij tot betere gedachten
gekomen en herroept hij openlijk
al zijne afdwalingen. In de Matin"
'deed hij den volgenden brief plaat
sen.
Parijs, 26 November 1906.
Voor God en voor de menschen
hebben wij eene verschrikkelijke
verantwoordelijkheid op ons gela
den. Onze val is diep geweest en
onmetelijk de door ons gegeven er
gernis.
Die ergernis lieeft onze Moeder
de H. Kerk geweldige slagen toe
gebracht, haar de heilige en srnet-
telooze, en dat op het oogenblik
dat zij zulke zware aanvallen te
verduren heeft.
Wij wenschen naar de mate onzer
krachten de afschuwelijke ergernis
door ons gegeven, te herstellen,
daarom besloten wij, bij wederkee-
rige vrije toestemming, na beide
onze plichten volbracht te hebben,
van elkander te scheiden en ieder
voor zich de taak van boete en
eerherstel te volbrengen.
Mogen allen, die wij bedroefd
en geërgerd hebben, de verklaring
vernemen van ons berouw.
Onzen grooten misslag belijdend,
roepen wij de barmhartigheid in
van den goeden God en aan allen
vragen wij uit heeler harte ootmoe
dig om vergiffenis.
J. DELARUE.
Ik teeken van gauscher harte
deze verklaring, tot welke met on
derling goedvinden door ons be
sloten werd. Om Gods barmhartig
heid te verwerven wil ik boete
doen en eerborstel. Ook ik vraag
allen nederig vergiffenis.
MARIE FREMONT.
Zalig zij, die zich bekeeren, mo
gen wij wel zeggen.
ITALIË.
De heer Roberti Mirabelli kan
's nachts niet meer slapen, als hij
bedenkt, welk een hooge glorie en
wereldvermaardheid de Fransche
Kerkstormers Waldeck, Combes,
Clemenceau, Briand enz. verwier
ven. Ook hij wil een grrrroot man
wezen. Daarom heeft hij de regee
ring geïnterpelleerd over hare hou
ding tegenover liet Vaticaan. Vol
gens afgevaardigde Mirabelli is
het Italiaansche gouvernement veel
te lief en te voorkomend jegens Z.
PI. den Paus.
Met groote geestdrift schier stelde
hij de Regeering voor, om het
roemruchte voorbeeld te volgen
der Fransch e godsdiensthater s,„ voor
beeld, door mannen als Combes en
Clemenceau aan de beschaafde we
reld gegeven."
Helaas! Marabelli, ondanks zijn
muzikalen naam err vurig anti-cle-
ricalisme kwam met de kous op
het hoofd thuis.
Was hij reeds herhaalde malen
onder het spreken onthaald op al
lerlei blij ken van afkeuring, door-
de meerderheid der Kamerleden
gegeven, het antwoord dat de mi
nister van Justitie deed hooren, de
heer Gallo, moet voor hem een
ijskoud stortbad geweest zijn.
„Men kan op twee manieren te
werk gaan bij de godsdienstige
staatkunde. Er moet tusschen die
twee gekozen. Zonder hare afkeu
ring uit te spreken over hetgeen
elders geschiedt, verklaart de Ita
liaansche regeerirrg openlijk en
rondborstig, dat zij alle gedachte
aan vervolgingspolitiek verwerpt.
Het Italiaansche burgerlijk gezag
staat sterk genoeg, om, geleid door
een geest van burgerlijke onafhan
kelijkheid eerbied te toonen voor
den godsdienst in al zijne uitingen.
Door niets zullen wij ons laten
vervoeren, om de waarborgen van
vrijheid te schenden, die men aan
den Godsdienst en zijne wettige be
dienaren verschuldigd is."
Die woorden van minister Gallo
werden door nagenoeg de gansche
Kamer met luiden bij val begroet.
Mirabelli, die aan één pak slaag
niet genoeg heeft, komt nogmaals
op het spreekgestoelte met Combes
en consorten voor den dag. Ander
maal wordt hij uitgejouwd, telkens
onderbroken, de volksafgevaardig
den willen van geen Combisme of
kerkstormerij hooren.
De heer Fano, ook een linkerzijde
manenlje keurtopenlijk 'sministers
woorden goed, terwijl de heer San-
tini, afgevaardigde van rechts open
lijk de Vrijmetselarij aanklaagt als
de bewerkster van alle vervolgingen.
Zoo eindigde dit debat. Arme Mira
belli zal nog menigen slapeloozen
nacht hebben!
DUITSCHLAND.
Agrarische afgevaardigden van
alle schakeeringen hebben gisteren
den Oostenrijkschen minister van
Landbouw, graaf Auersberg, in een
vergadering dankgezegd voor liet
afwijzen der slagers, verder om op
heffing van het verlof tot vee-invoer
van Italië en Holland en om het
verbod van de voor a. s. Zondag
aangekondigde betooging der Wce-
ner sociaal-democraten verzocht.
Graaf Auersberg daukte voor de
appreciatie van wat hij deed en zeide
toe, de veterinaire bescherming te
zullen handhaven.
Wat de manifestie betreft, moes
ten de heeren maar naar den
minister van Binnenlandsche Zaken
gaan.
ZWITSERLAND.
De groote raad van het kanton
Waadlandt heeft ter bestrijding van
drankmisbruik eene wettelijke be
paling vastgesteld, welke opneming
van drankzuchtigen in een gesticht
onder bepaalde voorwaarde voor
schrijft.
De last daartoe gaat uit van den
Staatsraad, bij een met redenen om
kleed besluit, na een geneeskun
dige te hebben gehoord, waartegen
over de persoon wien het aangaat
het gevoelen van een deskundige
zijnerzijds gekozen, kan stellen.
De maatregel kan worden toege
past op bekende dronkaards die tot
een gevangenisstraf of hechtenis
beneden één'jaar zijn verwezen! of
voorwaardelijk zijn veroordeeld;
voorts tegen overtreders der drank
wet en de drankzuchtigen die voor
zich zelf of bun omgeving gevaar
opleveren.
De opsluiting eindigt, zoodra de
genezing vaststaat.
SPANJE
Het bericht van de ontslag-aan
vrage van bet Spaauscbe Kabinet
veroorzaakte verrassing, zelfs onder
de ministers.
Het schijnt, dat de president van
den ministerraad dit besluit geno
men heeft, op bet oogenblik dat hij
den raad had gevraagd aan verschil
lende voorname personen uit de li
berale partij.
De oud-minister Moret is belast
met de vorming van een nieuw Ka
binet.
Koning Alfonso beeft de benoe
ming van bet volgende Kabinet
bekrachtigd: president, Moretbui-
tenlandsehe zaken, Caballero; bin
nenlandsche zaken, Baroso; finan
ciën, Delgrado openbare werken,
Gasset; oorlog, Luquemarine,
Alba justitie, Romanones voor on
derwijs is nog niemand aangewe
zen.
RUSLAND.
Er is in bet Czarenrijk een con
gres van den adel bijeen.
Die heeren meenen, dat het hui
dige kiesrecht hunne klasse niet
genoeg tot haar recht doet komen
in de vertegenwoordiging. Aan de
Regeering zal dus^worden gevraagd
het kiesrecht te wijzigen.
Men vreest, dat de nieuwe Doe-
rna veel meer radicale elementen
zal bevatten dan de eerste.
De basis voor liet kiesrecht moest,
meende dit congres, door klassen
en standen gevormd worden, en dat
de boeren in elk gouvernement een
afgevaardigde hebben, achtte men
in hooge mate overbodig.
Prins Dolgoroekof heeft in een
telegram aan den Tsaar geprotes
teerd tegen liet principiëele ver
bieden van vergaderingen der ca
de ttenpar tij.
De partij der vreedzame hervor
ming en de Octobristen sluiten zich
aan bij het protest der Russische
patriottenpartij en richten een ver
zoekschrift aan Stolypin, waarin zij
Witte's uitzetting uit Rusland ver
langen.
liet document bestempelt Witte
als een gevaarlijken demagoog, die
de voornaamste schuld draagt aan
den tegen woordigen toestand des
lands.
Korte Berichten.
Een twaalftal leden van de beide
Fransche Kamers, tot verschillende
richtingen belioorende, hebben zich
vereenigd om een parlementaire
groep te vormen tot bestrijding van
drankmisbruik. Vele andere leden
hebben zicli reeds bij hen aangeslo
ten.
De beterschap in den toestand
van den groothertog van Luxemburg
duurt voort. Hij heeft al een uurtje
opgezeten.
Het Duitsclie keizerrijk telt, vol
gens de „Staatscourant", 60,600,000
inwoners.
De Eugelsclie admiraliteit beeft,
ingevolge een verzoek van de
scheepsbouwwerven, aan groot aan
tal hunner loonsverhooging toege
staan.
Dr. Ferguson, de oudste dokter
van het gasthuis te Cheltenham, is;
terwijl hij bezig was iemand te
opereeren, aan hartverlamming dood
gebleven.
In een rede, die Balfour te Lon
den gehouden beeft, beeft bij ge
zegd, dat Campbell-Bannerman aan
bot Hoogerhuis den oorlog had
verklaard. Als het tot een strijd
tusschen beide Huizen kwam, was
Balfour er voor gereed en zou bij
tot liet laatst toe strijden. Allen,
die voor eerlijke politiek waren,
zouden de zijde van de unionisten
kiezen.
Hofberichten.
Het bezoek van den groothertog
van Saksen Weimar aan de Konink
lijke Familie op het Loo wordt in de
eerste dagen van December ver
wacht.
TWEEDE KAMER.
Staatsbcgrooting.
Uit de zitting van gisteren
De VOORZITTER: Het woord
is aan den heer Goeman Borgesius
Luid geroep en beweging.)
Een verweer.
De heer GOEMAN BORGESIUS
betuigt zijn dank aan de sprekers
die hem hebben bestreden en die
hem zoo in 't zonnetje hebben ge
zet. Spreker heeft geen oogenblik
kunnen denken, dat zijn openings
woord zooveel belangstelling zou
vinden. Hij schrijft het feit, dat die
rede een hoofdpunt geworden is
in dit debat, dan ook alleen toe
aan het feit, dat de heeren niets
lot de regeering hadden te zeggen
en zich daarom op zijn rede heb
ben geworpen. Spreker gelooft ech
ter, dat de heeren zich op een ver
keerden weg hebben begeven. Het
persoonlijk element is te veel op
den voorgrond gebracht en het
peil van het debat verlaagd. Ge-
roep zeer luid.)
Spreker gelooft, dat de heeren zeer
teleurgesteld waren over de rede.
(Gelach). Zij toch hadden verwacht,
dat spreker aan zou toonen, dat er
voor een democratische politiek een
niet te dempen klove bestaat tus
schen rechts en links en hij heeft
juist het tegendeel gedaan. Luid
gelach links). Bovendien beginnen de
heeren zenuwachtig te worden, om
dat de antithese-politiek zw.'k gaat
staan. Spreker betoogt, dat de grie
ven tegen het Kabinet kunnen ver
geleken worden met zeepbellen.
De verzekeringswetten.
Inzake de verzekeringswetten zegt
spreker, dat de verklaring der Re
geering om de ouderdoms-verzeke
ring van de in validiteits-verzekering
te scheiden, hem teleurgesteld heeft,
maar zijn eind-oordeel wil bij aan
houden tot minister Yoegens die
daad heeft gemotiveerd.
Intusschen vat spreker de verkla
ring alleen zoo op, dat de beide
verzekeringen niet in één ontwerp
zullen worden ingediend, anders
niets.
Met genoegen neemt bij echter
acte van de verklaring, dat de
ouderdoms-verzekering milder zal
zijn dan van dr. Kuyper.
De ouderdomsverzekering zal nu
beter kunnen geschieden, omdat
men er meer geld voor beeft. (Ge
lach rechts; geroep: juist),
De Sociale Week 1907.
Zooals wij reeds mededeelden,
wordt de volgende Sociale Week
te Breda gehouden.
Namens Z. D. H. Mgr. P. Ley-
ten, Bisschop van Breda, ontving
de Algemeene Secretaris onderstaand
schrijven
Breda, den 9en November 1906.
Hoogedelgestrenge Heer,
Monseigneur Leeft mij opgedra
gen U. H. E. G. te berichten, dat
Z. D. H. zijne volle goedkeuring
hecht aan het plan, om in 1907
de Sociale Week te houden te Breda.
Monseigneur zegent Uwen arbeid
en wenscht het beste succes.
Met de meeste hoogachting,
Uw dw. dienaar,
P. HOPMANS, Secretaris.
Politie-regiment.
Onder dit opschrift geeft „De
Standaard" het volgende:
Het denkbeeld kwam weer ter
sprake, om huurtroepen in dienst
te nemen. Reeds vroeger dook dit
op. En ook nu weer werd bet aan
bevolen.
De redeneering is dan deze:
Orde en recht bewaren is politie
zaak. Daar is niet het leger voor.
Brengt nu uw militaire organisatie
te weeg, dat ge enkele maauden
van het jaar zonder gewapende
macht zoudt zijn, neem dan een
regiment beroepssoldaten in dienst
die een gemengd karakter vertoo-
nen, en deels politie-dienst doen,
maar deels ook in tijd van oorlog,
of bij mobilisatie, militairen dienst
verrichten.
Nieuw is dit soort van troepen
niet. In meer dan één land doen
in tijd van oorlog ook de maré
chaussees als militie-macht dienst.
Ook onze Indien kennen dit ge
bruik. En vrijwilligerskorpsen bui
ten het eigenlijke leger vindt men
nog altoos in Frankrijk. Engeland
en Amerika vinden in huurtroepen
zelfs hun kracht.
Bleek alzoo ook hier te lande,
dat de organisatie der eerste oefe
ning niet toeliet deze over heel
het jaar zoo te verdeelen, dat er
steeds een genoegzamen en ge
noegzaam geoefende troep onder
de -wapenen was, dan zou ter op-
FEUÏLLETON.
75.
Een woedende toorn steeg hem naar
het hoofd, terwijl Luc tegelijkertijd
zijn hdrt aanmerkelijk verlicht ge
voelde.
Getrouwd! herhaalde hij nog
maals.
En als Luc met fonkelende oogen
en opgeheven hand op hem afkwam,
zeide hij, een weinig ter zijde gaande:
Voor gij aan uw toorn den vrijen
loop laat, moet gij eerst uw gevoel
bestudeeren. Gelool mij, zijt gij er
wel zeker van, dat gij spijt hebt van
den uitslag der zaak, wenscht gij u
zeiven in stilte geen geluk met mijne
onwaardigheid en met den toorn, die
op mijn arm hoofd zal nederkomen?
Luc sidderde. Het was of er eene
stem in het diepst van zijn binnenste
sprak, of men zijne ziel wilde door-
gronden,geheimen, die hem zeiven nog
onbekend waren, aan het daglicht
brengen, en Frangois Livron in de
oogen ziende, kwam eensklaps eene
herinnering in hem op, die uit zijn
geheugen verdwenen was.
Dezen doordringenden blik die geen
enkele beweging, geen enkelen indruk
verloor, had hij ook op zijn sterven
den vader gevestigd gezien, alsof hij
de laatste stuiptrekkingen van het
lichaam wilde verrassen, de doods
angst van de ziel, die op het punt
staat naar den hemel te vluchten, en
deze schrikwekkende nieuwsgierigheid
kreeg voor een oogenblik de overhand
op al zijne andere grieven.
Waarom staart gij mij zuoaan?
riep hij uit. Wat verwacht gij nog
van mij te hooren?
Een flauwe glimlach speelde om de
fijne lippen van den kunstenaar.
Gij, zeide hij gij zijt een mijner
belangwekkende menschelijke docu
menten, de zonderliugste mengeling
va.n kracht en zwakheid, van naïvi
teit en scepticisme, gij wilt anderen
veroordeelon, en gij kent u zeiven
met, gij drijft uw trots zoo ver, om de
liefde te ontkennen, en de waanzin
tot stervens toe.
- Ik riep Luc uit. IkGij liegt.
Hij sprong vooruit.
Ëéne enkele gedachte beheerschte
hemde woorden van dezen man tegen
houden, hem verhinderen, nog meer
te spreken, hem alles duidelijk te
maken,
Als Frangois Livron eene beweging
gemaakt had, om zioh te verdedigen,
dan zou hij hein naar de keel gevlo
gen zijn, maar toen hij hem daar on
beweeglijk zag staan, met gekruiste
armen, behield hij nog bezinning ge
noeg, om te begrijpen, dat Lij zich
zoo niet kon wreken.
Geen woord meerGij zijt een
ellendeling! Gij zult mij rekenschap
geven van uwe woorden. Waar? Wan
neer?
Mooi zoo. Nu wilt gij gaan vech
ten
Frangois Livron scheen een oogen
blik na te denken en verklaarde dan
op denzelfden, kalmcn spottenden
toon
Neen, dat doe ik niet.
Wat, gij weigert, gij durft wei
geren! Dan zal ik u dooden.
Luc sprak met eene woeste vast
beradenheid. De gewezen soldaat vrees
de niet zijn schot te missen.
Frangois Livron mat hem met de
oogen en antwoordde nog altijd glim
lachend
Juist, gij zoudt mij dooden, en
dat zou jammer zijn. Een man van
genie, zooals ik ben, doodt men niet.
Ha ha, een man van genie! brulde
Luc, wiens verstand opnieuw de lieer-
schappij over zijne daden verloor.
Jawel, het genie verontschuldigt alles,
tot lafhartigheid toe.
Thans kwam er een andere uitdruk-
ding op het gelaat van den kunste
naar. Menschelijke ontroering scheen
hem te treffen. Wat Luc betreft, deze
hield nergens meer rekenschap mee.
- Lafaard! herhaalde hij, lafaard!
Hij hief de hand op om zijn tegen
partij te treffen, toen naast hem een
uitroep van ontzetting weerklonk,
waardoor beiden omkeken.
Aiiette was binnengekomen en wierp
zioh tussohen beiden in, doodsbleek,
bevende, hijgende, zoodat zij nauwe
lijks kon vragen:
Wat is er gebeurd? Mijn God,
wat doet gij
Zij scheen zich tot Frangois Livron
te richten. Zij was bang, bang voor
hem, dien zij waarschijnlijk liefhad,
en Luc, buiten zich zeiven van ver
ontwaardiging, dacht er niet meer aan
haar te misleiden. Er moest een einde
komen aan deze gemeene bedriegerij,
Spreek niet tegen dezen man,
riep hij uit, het jonge meisje driftig
terugtrekkend. Gun hem de eer niet
van een enkel woord. Gij zult hem
nooit weer terugzien
Aiiette slaakte ten tweeden male een
kreet van ontzetting. Zonder er iets
van te begrijpen, voelde zij, dat haar
geluk verloren was en de tranen rol
den haar langs de bleeke wangen.
Ween niet, hernam Luc toornig.
Ik verbied u om hem te weenen.
Veracht hem, dat is alles wat hij
verdientHij is uwer onwaardig Hij
is uwer onwaardig! Hij heeft u niet
lief!
Dat is gelogen, riep Aiiette op
springend uit. Ik geloof u niet.
Met. een laatste wanhopige poging
klemde zij zich aan de hoop vast om
aan Luc's beschuldiging te twijfelen
en hare liefde te redden.
Met een enkel woord werd ook aan
deze laatste hoop de bodem inge
slagen.
Hij is getrouwd
Zij kon niet antwoorden. Zij keek
om zieli heen, en zag, dat zij met Luc
alleen was.
Frangois Livron had stil de kamer
'verlaten.
Toen geloofde zij en zij bleef onbe
weeglijk staan met verwilderde oogen
als iemand, die getuige is geweest van
een groote ramp en wiens vermogens
door den schrik verlamd zijn.
Zonder eenige nadere verklaring te
vragen, of aan Luc den tijd te laten
die te geven, vluchtte zij en snelde
naar hare kamer waar zij zich opsloot.
Luc bleef nog een oogenblik op
dezelfde plaats staan en trachtte weder
tot bedaren te komen, maar het ge
lukte hem niet. Hoe meer hij dacht,
hoe zwaarder zijn hoofd werd. En
het denkbeeld hield de overhand, zich
wreken, Livron te tuchtigen, waardoor
zijn lijden gestild zou worden.
(Wordt vervolgd.)
AGITE mfl NON AGITATE.
«jj