Woensdag 5 Dec. 1906.
No. 6469.31ste Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Een pot nationaal Belang.
BUITENLAND.
De familie Fromentier.
ABONNEMENTSPRIJS
'r
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post.
Afzonderlijke nummers
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEIIALVI^ ZON- EN FEESTDAGEN.
m i.2o
1.65
0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT.
BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, latere. Tel. No. 1426. - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
ill.
Wanneer ons land eenmaal in
het bezit is van een verbeterde wet
op den invoer, en het vol fabrikaat
hier beduidend hooger wordt be
last, dan zullen de onderwijzers het
genoegen smaken, dat hun leerlin
gen als werklieden een betere toe
komst te gemoet gaan dan nu. Het
meerendeel wordt loopjongen en
leert geen vak om later in hun le
vensonderhoud te kunnen voorzien.
De leerlingan der H. B. S. belan
den meest op een kantoor of kie
zen een landsbetrekking in beide
gevallen wordt hun zelfstandigheid
niet verhoogdzij eten uit de
Staatsruif en maken het ambte-
naarscontingent^al grooter en groo-
ter. Het springt duidelijk in het
oog, dat landen, die hun nijverheid
beschermen, ook de belangen van
de zonen dier respectieve landen
bevorderen, want beschermende
wetten op den arbeid bevorderen
de welvaart des lands.
Op de tentoonstelling te Milaan
gaf de Belgische Staat een subsidie
van 800.000 francs en namen niet
minder dan 33 Belgen zitting in de
Jury, terwij 1 Nederland met zijn
f 40.000 subsidie slechts 3 Neder
landers tot Jurylid zag verkozen.
In de hoofd-Jury kwam geen enkel
Nederlander voor. Wanneer wij met
enkele voorbeeldende inconsekwen-
tie aantoonden van onze wet op
den invoer, welke in strijd is met
het ware volksbelang, dan geschied
de dit, omdat wij te duidelijk in
zien. dat er noodzakelijk moet ge
broken worden met het angstval
lig vasthouden aan verouderde toe-
standen.
Onze koloniën geven voor onze
industrie hoegenaamd niets meer,
sedert de differentieele rechten zijn
afgeschaft.
Dit moet anders worden.
Een goed voorbeeld geeft ons
Engeland, dat de belangen van het
moederland in zijne koloniën voor
trekt boven die van vreemden.
Bij goed inzien beschermt de Ne-
derlandsche Staat de buitenlandsche
n jverheid op alle wijzenb.v. drie
onzer kanalen kostten ons in 3
jaren tijd f 63,000,000, die voor 't
meerendeel den transitohandel te
stade komen.
De buitenlandsche producent voert
zijn overpi oductie in ons land in
tegen lage invoerrechten, gewoonlijk
tegen lager prijzen, dan ze in hun
respectieve landen hadden kunnen
bedingen. Bovendien profiteeren ze
van ons Recht en betalen geen cent
belasting.
Wij daarentegen hebben, behalve
onze gewone drukkende belastingen,
nog gekregen de ongevallenwet, die
voor den niet-groot-fabrikant en den
landbouwer een niet geringe schade
post is, daar die bedragen niet te
verhalen zijn op de loonen van
den werkman.
Bovendien hebben we in uitzicht
een pensioenwet, die wederom druk
ken zal op dezelfde categorie van
menschen.
De weg is als het ware aangewezen
om onze indirecte belastingen te
verhoogen door een flinke wet op
den invoer van alle gemaakte goe
deren. Zulk een wet wordt niet zoo
streng gevoeld, evenmin als wij
bij het gebruik van spiritualiën op
liet denkb ^eld komen, dat ze zoo
duur zijn.
Genotmiddelen, vooral tabak, moe
ten in het belang van den finan-
cieelen eisch des Ministers hooger
dan met 10 pCt. worden belast.
Het is een artikel, dat met spiri
tualiën vrijwel op één lijn kan ge
steld worden.
Bijv. waar Nederland tot nu toe
slechts 70 cents per 100 Kilo in
voer heft, eisebt Engeland 663 gni-
den per 100 Kilo. Eveneens is het
gesteld met de ruwe cacao welk
een ongekende welvaart beleeft die
branche door de invoerrechten, wel
ke op bereide chocolade worden
geheven. Het bier als volksdrank
diende bij den invoer laag belast,
maar liet vaatwerk moest aan een
hoog recht onderworpen zijn. Even
eens hoog moesten belast worden
alle luxeartikelenauto's, rijwielen,
goud, zilver, diamant, zijde, fluweel
kant, marmer, bijouterieën, kraine-
rijen, photografieën, salonmeubelen,
lampen, trams, spoorwegmateriaal
en machines niet te vergeten, en
alle grondstoffen vrij of aan een
laag recht onderworpen, dan zou er
welvaart komen, terwijl nu duizen
den nog krasse mannen en vrouwen
gedwongen worden om wegens wer
keloosheid naar het buitenland te
gaan.
Dan zou in overvloed werk kun
nen gegeven worden aan onze eigen
arbeidende klasse, zooals -weleer het
geval was en het inkomen van
den Staat zou aanzienlijk hooger zijn.
Een geringe belasting op meel zou
direct invloed ten goede hebben,
daar wij nu de beste kwaliteit koren
niet krijgen evenzoo met aardappe
len: de slechte soorten komen bin
nen ons land en drukken de prijzen
van onze beste soorten naar omlaag.
Alle producten, die aan geen recht
onderworpen zijn, blijken van infe
rieure kwaliteit, tot zelfs het cement.
Toen dit artikel belast was, kwam
uitsluitend de beste tot ons; sedert
het vrij is van invoer, treft men
niet een mud beste cement in heel
Amsterdam aan, zoo vertelde een
importeur van dit artikel.
Is in den igelijken zin van het
woord het algeheele vrijhandelstelsel
te verdedigen, wanneer al de volke
ren der aarde dit zouden toepassen,
nu moet men de voorbeelden, ons
door andere volkeren gegeven, voor
oogen houden, omdat het isolement
een onhoudbare positie is voor een
groot deel der bevolking.
Het pad van den vrijhandel nog
langer te betreden is een onvergeef-
lijk kwaad, dat moet leiden tot vol
slagen vernieling der zich zoo moei
lijk staande houdende nijvere be
volking.
Rrgeeringslichamen dienen te let
ten op de belangen van het volk
in den uitgebreid-ten zin van het
woord, en die zijn het volk aan
loonenden arbeid te helpen door een
vernieuwd tarief van invoer in het
leven te roepen.
Dan wordt de bestaande nijver
heidsman bewaard voor ondergang,
en de bedreven werkman wordt weer
patroon als voorheen.
Zoo worde het.
SPANJE.
Het Spaansche ministerie-Moret
is heengegaan.
Vrijdag gevormd, als gevolg van
de zonderlinge houding van den
kabinetsformeerder, is het Maandag
bezweken, zonder zich voor de Ka
mer te hebben vertoond.
Er bestond weinig twijfel aan,
zeiden wij gisteren, dat Moret het
niet lang zou maken. De ontvangst
in den Senaat was niet bemoedigend
Conservatieven en liberalen waren
in de oppositie. En nu moge de
„Correspondencia de Espana" een
verdediging van Moret's houding
beproeven, het volk en de verte
genwoordiging toonden zich even
sterk tegen dit nieuwe ministerie
gekant.
Welk votum de Senaat gisteren
velde is nog niet bekend, maar het
ministerie is afgetreden, na den
toestand op hopeiooze wijze verward
te hebben.
Wat nu? Koning Alfonso droeg
de vorming van een kabinet op aan
Montero Rios; maar wat zal deze
kunnen doen V Elke regeering is in
Spanje op het oogenblik onmoge
lijk. Het eenige wat een nieuw pre
mier kan doen als hij slaagtin
de vorming van een kabinet is
de Kamer te ontbinden en door-
nieuwe verkiezingen eone meerder,
beid voor zijn program te zoeken
Maar alles wat in de laatste weken
is gebeurd, doet voorzien dat de in
vloed van de conservatieven was
sende is.
Montero Rios heeft de opdrachi
niet aanvaard; thans is die aan
Vega de Armijo gegeven. Zal deze
slagen
Moret heeft door zijn houding
dezen toestand veroorzaakten hel
zal moeilijk zijn daaruit te ko
men.
Nagekomen telegrammen.
MADRID, 4 December.Om 11 uur
is admiraal Touchard door den Fran-
sclien gezant te Madrid aan den
Koning voorgesteld. Het onderhoud
duurde P/2 uur. Wat er verhandeld
werd, blijft strikt geheim.
Het nieuwe Kabinet is aldus sa
mengesteld presidentVega de
Armijo buitenlandsche zaken Pe
rez Caballero; binnenlandsche zaken
Romanones financiën Reverter
openbare werken: Defrederice oor
log Weyler; marine: Cabran on
derwijs Jimeno justitie: Barosso.
ITALIË.
ZEm. Kard. Kopp heeft een week
te Rome doorgebracht. lederen dag
heeft hij verschillende malen op het
Vaticaan besprekingen gevoerd; gis
teren is hij weder naar Duitschland
vertrokken, recht naar Berlijn, niet
naar Breslau.
Welk het doel der komst van
den prelaat was
Er wordt naar gegist, maar die
g 's dn gen hebben zeer veel van waar-
schijnlijkheden.
Het eigenlijke doel van zijne komst
moet geweest zijn een modus vivendi
te zoeken, dat het conflict tusschen
de Pruisische regeering en de Polen
doet ophouden.
Naar men verwacht zal ZEm.
Kard. Kopp heden door den keizer
ontvangen worden.
En, voegt men er bij, deKeizer-
zelf heeft den prelaat rechtstreeks
belast met deze zending naar Rome.
Hoe 't zij, geheel bevredigend
schijnt, voor de Polen-jagende Prui
sen althans, het bezoek op het Va
ticaan niet afgeloopen te zijn.
Men verzekert, dat Z. H.
de Paus beslist geweigerd heeft, om
de Poolsch geestelijkheid te veroor-
deelen in haar strijd voor de rech
ten dei Polen dat de H. Stoel bij
'eze quaestie de grootst mogelijke
onzijdigheid betrachten zal.
Den 3en dezer gaf de Duitsche
gezant een groot diner ter eere van
ZEm. Mgr. Kopp. Vele Duitsche en
Italiaansche prelater zaten daarbij
aan en ook Mgr. Delia Chiesa, sub
stituut van Z. H.'s secretaris, ZEm.
Kard. Merry del val.
DUITSCHLAND.
Een woelige zitting in den Duit-
schen Rijkdag gisteren; zoo woelig
dat de president, graaf Ballestrem,
herhaaldelijk om kalmte moest
vragen, en eindelijk wanhopig uit
riep
„Ik smeek u toch kalm te zijn
en niet voortdurend den spreker
in de rede te vallen. Dat gaat niet
aan. De een windt den ander op
en zoo worden de heeren steeds
meer persoonlijk."
Nu, aan persoonlijkheden ont
brak het niet. De centrum-leider,
Roeren, voegde den directeur van
koloniën, Dernburg. toe: „Ik be
treur het, dat de heer Dernburg
zulke plompe en ruwe beleedigin-
gen tegen mij geeft geuit. Wan
neer die heer meent, dit beursspe
culanten-jargon in den Rijksdag
te kunnen invoeren, vergist hij
zich zeer, te meer daar zijn grove
beleedigingen op onwaarheid en
volkomen verdraaiing gegrond zijn."
Dit en nog veel meer werd ge
zegd bij de bespreking der kolo
niale aangelegenheden, die nu een
maal in den Rijksdag een zeer op
windende uitwerking schijnen te
hebben. De afgevaardigde Roeren
had zich, op grond van getuige
nissen van zendelingen, zeer kras
uitgelaten over de behandeling van
inlanders door de ambtenaren; hij
had een knuppel meegebracht, als
overtuigingsstuk, en gezegd dat in
de koloniale wereld de Duitsche
kolonie bekend staat als de „25-of
ranselkolonie", en had zich zeer
ernstig beklaagd over het gebrek
aan i\ chtszekerheid in de kolonie,
zoowel voor negers als voor blan
ken. Met verschillende staaltjes over
de wijèe, waarop zendelingen en
priesters door de ambtenaren war
ren behandeld, poogde de hee
Roeren zijn stellingen te bewijzen
De verjaardag van den Duitschen
keizer wordt in Duitschland vrij
algemeen beschouwd als een va-
cantiedag voor ieder. Er is echter
in de wijze, waarop deze verjaar
dag tot volksfeestdag is geworden
iets gedwongen, iets van bovenaf
bevolens, vandaar dat lang niet
iedereen er vrede mee heeft. De
Duitsche „Handelstag" gaf aan die
stemming uiting door een officieel
verzoek aan de regeering, waarin
gevraagd werd de postkantoren open
te houden dan thans op dezen dag
het geval is. 't Mocht niet baten.
De staatssecretaris voor den post
dienst berichtte dat de toestand
zou blijven, zooals die thans was
en de verj .ardag des keizers zou
worden beschouwd als een gewone
Zondag.
CHINA-
Volgens de „Peking en Tien-
Tsin" heeft de Chineesche over
heid het volgende bevelschrift tot
de Chineesche pers gericht.
Het is aan de bladen verboden
le. In ongunstigen zin te schrijveu
over het Keizerlijke Huis
2e. Vrijelijk zich uit te laten
over de handelingen der Regeering
3e. De openbare orde te
verstoren
4e. Iets openbaar te maken,
wat betrekking heeft op de bin
nen- en buitenlandsche aangelegen
heden, indien er door het IJamen
of de betrokken overheid last is
gegeven om deze aangelegenheden
geheim te houden.
5e. Zijne meening uit te spreke
over een aanhangig geding, voor
dat de rechterlijke uitspraak ge
vallen is en iets te schrijven wa
in het voordeel zou kunnen zijn
van den beschuldigde.
6e. Iemands bijzondere aangel
genheden openbaar te maken e
aan iemands goeden naam afbreu
te doen.
7e. Stukken, ter verbetering va
gepubliceerde berichten, te weige
ren
8e. De reeds bestaande bladen nie
medegerekend, moet elke nieuw
courant, aleer te mogen verschijne
daartoe machtiging ontvangen va
de politie.
De „Croix", waaraan we het bo
venstaande ontleenen, teekent daar
bij aan De alinea's 6 en 7 zoude
zelfs een in beschaving zeer gea
vanceerd rijk wel eens ter har
mogen nemen.
BELGIË.
Den 3en dezer is prinses Maria-.José
gedoopt, dochter van prins Albert
troonopvolger van België. De plech
tigheid had plaats in het paleis zeil.
Waren tegenwoordigKoning Leopold,
prinses Clementine, 's Konings dochter
de hertog en de hertogin van Ven
dome, de ministers en de voorzitte
van Kamer en Senaat.
Korte Berichten.
Als een teeken, dat op Cuba d
rust weer langzamerhand herstel
is, kan het feit dienen, dat Presiden
Roosevelt een besluit zal af kondige
waarbij nieuwe verkiezingen 1
1907 zullen worden bevolen. De
zoogenaamd „gematigden" (de oud
Regeeringspartij) zijn over dit be
sluit zeer ontevreden.
De voorloopige agenda van he
van 18 tot 24 Augustus te Stuft
gart te houden Internationaal Sa
cialisti: ch Congres luidt als volgt
1. De bekrachtiging der resoluti
van het internationaal soeialistisc
bureau.
2. De regeling der Congressen
de statuten van het bureau en d
interparlementaire commissie.
3. Het militairisme en de inter
nationale conflikten.
4- De verhoudingen tusschen de
socialistische arbeiderspartijen en
de vakorganisaties.
5. De koloniale kwestie.
6. De immigratie en de emi
gratie.
De doctoren te Athene hebben
besloten te staken, als de Regeering
niet de oprichting verbiedt van elke
nieuwe kliniek en hun 1 eroorlooft
voor een visite drie drachma's
(f ÏBT1^) te rekenen, in plaats van
twee.
FEUILLETON.
78.
Hij bleef echter op de been en hoorde
aan den anderen kant der deur den
slaperigen uitroep niet van Aflette,
die door dit leven ontwaakt was. Fran
cois Livron nam geheel en al zijne
gedachten in beslag.
O, ik zal hem wel krijgen! sprak
hij bij zich zelf. Men komt hier niet
zoo gemakkelijk weg.
Hij dacht aan den waakhond en de
afsluiting, (Re (]e 0ude Fromentier om
zijne woning had laten aanbrengen.
En nu hij buiten gekomen was, on
derzocht hij den ganschen omtrek,
om den lioek van den muur
of achter een boom of struik eeno
mcnschelijke gedaa,nte te zullen aan
treffen of eeltig geritsel te hooren.
Maar hij ontdekte niets en begon
te gelooven, dat hij de dupe van zijne
verbeelding was, toen hij het ijzeren
tuinhek zag open staan.
Men heeft hem laten ontsnap
pen riep hij ontsteld uit.
Eensklaps greep hem een ziedende
toorn aanJfZooalSjihijj nogjjjnooit ge
voeld had. Eerst gaf hij den hondjeen
trap, die jankend naar zijn nest
kroop.
Hij was immers even~goedjeen ver
rader, daar hij den vijand stilletjes
voorbij had laten gaan, zonder te blaf
fen en hem, Luc, te waarschuwen,
Allen waren verradersjen wat nu dezen
ellendeling betrof
Eerst had Luc hem als een razende
willen achtervolgen. Maar hij bedwong
zich. Langs het smalle pad kon de
vluchteling Doublons immers reeds
bereikt hebben. Als hij hem trachtte
in te halen, zou hij noodeloos schan
daal maken. En deze schaduw, die hij
in de duisternis niet goed had kun
nen onderscheiden, was dit werkelijk
Francois Livron geweest,fdie als een
dief wegvluchtte, 0111 aan zijne we—
verdiende straf te ontkomen Luc be
gon aan de juistheid van zijne ver
onderstelling te twijfelen. Hoe ver
achtelijk een man ook is, mocht men
hem wel van eene dergelijke lafheid
verdenken, kon hij zoo laag gezonken
zijn? Maar toch, niet door zijne prin
cipes werd hij weerhouden, in dit ge
val het eenig geldig excuus. Neen,
zeker niet, want hij geloofde nergens
aan. De kunst was voor hem alles
Maar wat dan?
Luc herinnerde het zich thans.
Men doodt geen man van genie,
had Francois Livron gezegd.
Luc kende hem voor het vervolg
en kon hem begrijpen. Als een fana
tiek ontleder der kunst, gereed om
alles op te offeren in het belang van
zijn afgod, als bij ter voortzetting van
zijn werk een menschel ijk hart noodig
had, nam hij het zonder aarzelen,
evenals de toovenaars uit de middel
eeuwen het bloed van een kind namen,
dat zij voor hunne bezweringen noo-
di.J? hadden. Met dezelfde woeste toe
wijding offerde hij zijn eigen eer op.
Om den afgod te dienen, moest de
dienaar blijven leven; om het werk
te redden, moest de kunstenaar gered
worden, en hij bracht zijn kostbaar
leven door de vlucht in veiligheid,
om het te kunnen wijden aan eene
verheven taak. Het anders te gebrui
ken zou hem als heiligschennis voor
gekomen zijn.
Luc kwam naar het paviljoen te
rug. De grendel was van binnen niet
voorgeschoven en hij had vrijen toe
gang. De draperieën bewogen zich
met een eigenaardig geritsel door den
wind, die naar binnen woei, en bij
het licht van een bliksemstraal, die
het wolkenfloers vaneen scheurde,
kon hij met haastigen blik het in
wendige opnemen, dat een eigenaardig
somberen aanblik bood.
De donkere wolken waren weer
snel bijeengekomen. Bij den ingang
van het atelier stond Luc weer ge
heel in het duister, niet wetende of
hij alleen was en als hij voortging
gevaar loopende te struikelen en te
vallen.
Zooals elke rooker had hij lucifers
in den zak. Hij streek er een aan.
Bij het kleine, blauwe vlammetje
dat aan het einde van zijne vingers
brandde, onderscheidde hij eerst niets.
Als deze vlam grooter werd, teekende
een vreemd visioen zich af in de
duisternis, Eenige centimeters van zijn
gelaat bevond zich een mons erachtig
hoofd, waarvan de onbeweeglijke oogen
strak op hem gevestigd waren, terwijl
een fantastisch lichaam met uitge
stoken armen hem den doortocfit
scheen te beletten.
Zijn zinnen waren zoo verward, dat
het eenige seconden duurde voor hij
den Indischen afgod herkende, en zells
toen nog bleef hem een gevoel bij,
dat hij anders nooit gehad had.
De godin van de Liefde en den Dood?
Was de samenvoeging dezer twee
woorden niet iets zonderlings, en
waarom vervolgden hem die juist op
dit oogenblik met hunne sombere
bedreiging Hij bleef dit afschuwe
lijk, dubbele gelaat aanstaren. Lang
zaam naderde de kleine blauwe vlam
van de lucifer zijn duim en wijsvinger
Eerst toen ze hem brandde, kwam hij
weer tot zich zelf. Dan streek hij eene
andere lucifer aan en liep het ledige
vertrek door recht nair het ledikant
dat achter een zwaar gordijn in de
alkoof verborgen was.
Het bed was ledigen niet gebruikt.
Van den bewoner van het paviljoen
geen spoor te vinden.
Luc had eene flambouw aangesto
ken. Hardnekkig zocht hij overal. Hij
wilde nog niet gelooven, dat zijn laatste
hoop vervlogen was.
Hoe meer hij zocht, hoe meer zijne
zekerheid toenam.
Francois Livron was vertrokken
met het doel, om niet meer terug te
komen 1
Zijne zorgvuldige toebereidselen voor
zijn vertrek waren er het duidelijkste
bewijs van. Hij moest eene bijzondere
tegenwoordigheid van geest bezitten,
zoowel als eene groote handigheid or
te pakken, dat hij de weinige uren
na het laatste tooneel zoo goed ge
bruikt had. Geaarzeld had hij zeker
geen oogenblik evenmin zich aan spijt
of vergeefsche klachten overgegeven.
Alle snuisterijen en voorwerpen van
kleine afmeting waren verdwenen,
zeker geborgen in de kisten, die daar
stonden, alle met een adres er op.
(Wordt vervolgd.)
i«e>
AGUE MA NON AGITATE.
O