No. 6474.31'"Jaargang. Zuid-Holland. Dagblad voor Noord- en Beruchtheid, De familie Fromentier. BUITENLAND. BINNENLAND. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. ABONNEMENTSPRIJSC Per 3 maanden voor HaarlemV' f 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post. "tÉtfa'65 Afzonderlijke nummers®-Q5 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- e^Teestdagen. BUREAUX: St.JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426. - HAARLEM. Maar al te zeer zijn wij, Neder landers, geneigd, om ons over onze nationale deugden en goede hoeda nigheden een pluimpje op den hoed te steken, al gaan we daarbij ook maar zelden zoover, dat we met den Pharizeeër herhalen„Heere, ik dank u, dat ik niet ben als dezen enz." Ook op zedelijk gebied meenen te velen onzer, dat Nederland mijlen boven andere naties staat. Als ware er bij ons te lande geen sprake van „vuilhandel"; als ontzagen sommige groote liberale bladen zich niet., om onder hunne advertenties allerlei ontuig op te nemen en aldus som migen den weg te leeren tot zedelooze practijken. De ervaring leert intusschen, dat Nederland hard op weg is, zijne goe de reputatie in gevaar te brengen, waar het de zedelijkheid betreft, ja, ze misschien reeds hier en daar jam merlijk verspeeld heeft. Bewijzen daarvoor? Wij behoeven slechts even in her innering te brengen, wat onze Ka tholieke afgevaardigde, Mr. Regout, hieromtrent de vorige week in 's Lands vergaderzaal te hooren gal, toen hij den handel in pornografi sche voortbrengselen bij de Justitie- begrooting ter sprake bracht. Met een beroep op het getuige nis van Dr. Blooker zeide spreker, dat Nederland wordt aangeduid als de oorsprong van schandschriften en zedenkwetsende afbeeldingen. Uit eigen ervaring zouden wij hieraan kunnen toevoegen, indien liet woord van Mr. Regout nader aangedrongen behoefde te woiden, dat wij meer dan eens in Frankrijk en België de schampere opmerking vernamen: „Mooie jongens, jullie HollandersGij scheldt op andere naties, terwijl gij zelf de leveran ciers zijt van platen en boeken, die in andere landen uwe ergernis gaande maken." Is 't niet treurig, zoo iets te moe ten hooren? Luisteren we nog even naar Mr. Regout. Wij staan zoo bekend, (verzachte vorm voor„we zijn berucht. "L.) zeide hij, dat iemand teKonstantinopel bij zijn advocaat kwam om te vragen, of men daar „evenals in Nederland pornografische litteratuur en pren ten kan invoeren zonder preven tieve hechtenis. „Evenals in Neder land!" Dat teekent, en het is dan ook een feit, dat van hieruit de pornografie over de geheele wereld wordt verspreid en deze pornografie is in dien regel van tegennatuurlijk karakter en spr. vraagt verlof eeni- ge titels van boeken in de „Han delingen" te mogen doen opnemen, die hij hier thans niet wil noemen. Het zedenbederf is bij ons zoo groot, dat wij zelfs de titels van FEUILLETON. 82. Over Aliette heengebogen zocht hij met bevende vingers naar de wonde, waaruit het bloed stroomde, en hij ontdekte op haar kleinen arm eene breede snede die diep in 't fijne vleescb gedrongen was. Dat was het merktee- ken van zijn mes; hij had haar zoo gewond, zeker ernstig, want zij was bewusteloos neergezonken, als ten minste de schok en de schrik, dien zij gevoeld had, hiervan de oorzaak niet was. Maar ook hiervoor was hij ■verantwoordelijk en als zij stierf, zou hij een moordenaar zijn. Dan greep hem een andere angst aan. Aliette had zich bewogen. Zij richtte zich op en keek Florine met verwit- irnmoreele boeken ten onzent niet in onze „Handelingen" durven op nemen." Zijn die woorden geen vonnis? een geweldig vonnis? Maar wie zal durven beweren, dat Mr. Regout zich aan overdrijving schuldig maakte; dat hij de kleuren al te zeer aangezet heeft? Onder hen, die weten, wat er onder dat opzicht in ons goede Nederland omgaat, zal ongetwij feld geen woord van protest klin ken. Integendeel, allen zullen het met den Katholieken afgevaardigde eens zijn, dat de toestand hoogst treurig is, dringend en luide om verbetering vraagt. Allen, die het oprecht meenen met eer en deugd; die een kuisch geslacht een kloek geslacht noemen, en de Nederlanders dien eerenaam willen verzekeren, zij allen zullen met ons Mr. Regout dankbaar zijn, dat hij in de Tweede Kamer dit teedere onderwerp ter sprake bracht. En als om de maat vol te meten, voegde Mr. Regout er bij: In onze drie grootste steden neemt de tegen natuurlijke ontucht hoe langorhoe meer toe onder de mannelijke be volking." Waar een klaarblijkelijk wèl in gelicht man als deze afgevaardigde in de Tweede Kamer zulk een alarmkreet doet hooren, zou 't erger dan struisvogelpolitiek wezen, indien tegen dit euvel niet onver wijld maatregelen getroffen werden. Wat baat liet echter, of mannen als Mr. Regout den vinger op de wondeplek leggen, aandringen op krachtige beteugeling, indien er van de zijde der Regeering niets gedaan wordt, om het wassende kwaad te stuiten in zijn voortgang? En van dit Ministerie is blijkbaar niets te verwachten in dien geest. Voortwoekeren zal daarom het kwaal, tot onze goede naam naar buiten geheel teloor gegaan is, tot, wat ontegenzeggelijk veel erger is, Nederland nog wel zijn da Costa den vloekpsalm tegen „het Sodom onzer dagen" kanna declameeren, doch zelf de beruchtheid van de door het hemelvuur verwoeste ste den ten volle verkregen heeft en verdient. Hulde aan Mr. Regout voor zijn kloek woord, dat, te gepaster tijd gesproken, de lofspraak verdient, welke de Schrift aai: zulk een woord toekent. Hoe treurig tevens te moeten constateeren, dat eene Regeering als de Nederlandsche zich onver schillig toonde voor een zaak, zoo nauw verwant aan volkswelvaart en 's lands hoogste belangen. Hoe dit zij, wij allen kunnen ten minste een weinig medewerken aan de betooming van deze schaamte- looze ondeugd. Eerst en vooral door zelf onberispelijk te zijn in handel en wandel en tweedens, door alle winkels te schuwen, waar zedelooze boeken en afbeeldingen tentoongesteld zijn. Ook te Haarlem ontbreken die nietL. ENGELAND. De strijd over de onderwijswet duurt voort. Over het gisteren in het Lagerhuis gebeurde geeft „Reuter" een draadbericht, dat op het vol gende neerkomt. Eer het Lagerhuis overging tot het bespreken der wijzigingen iu de Wet, gelijk het Iloogerhuis die aanbracht, deelde minister Bir- rell, onder luid gejuich der minis- terieele partij mede dat de regee ring besloten had te verzoeken de amendementen en bloc naar het Hoogerhuis terug te zenden, wijl door deze het geheele stelsel en de hoofdbedoeling van de wet vernie tigd worden „Wij wenschen", zeide de minister, „de wet niet te aan vaarden in haa tegenwoordig :n vorm. „Wanneer liet Hoogerhuis de thans ingediende amendementen of wijzigingen in denzelfden geest blijft handhaven, moet de wet worden opgegeven neemt het Hoogerhuis echter de amendementen terug en wil het de strekking der nieuwe amendementen, die het daarvoor in de plaats zal stellen, beperken, dan is er nog hoop." Minister Birrell deed toen mededeeling van ver schillende concessies, die de regee ring geneigd was onder deze om standigheden in overweging te ne men. Toen het wetsontwerp op het meervoudig Kiesrecht in stemming kwam in het Hoogerhuis, Kiesrecht, waai bij bepaald wordt, dat iemand die het stemrecht voor het parle ment in meer dan één district be zit, slechts in een enkel district mag stemmen, viel het met 143 tegen 43 stemmen. Het wetsontwerp dat van de regeering is ui (gegaan,-was in het Lagerhuis aangenomen met 333 stemmen tegen 104. OOSTENRIJK-HONGARfJE. De laatste berichten uit Buda- pesth maken melding van eeno redevoering, door Minister Aerenthal uitgesproken. Hij gaf een overzicht van de buitenlandsche politiek van Oosten- rijk-Iiongarije in de speciale com missie der Hongaarsche delegatie en zeide: „De positie der Oosten- rij ksch-Hongaarsche monarchie in het Europeesch statenconcert is een uitvloeisel van onze macht en van de jaersooniijkheid van onzen souve- rein, die de achting van allen ge niet en ook de continuïteit van onze politiek, die overal vertrouwen in boezemt. De minister verklaarde daarop, dat er volkomen overeen stemming heerscht tusschen hem en de delegatie, wat de voornaamste doeleinden betreft, naar welke de buitenlandsche politiek van Oosten rijk-Hongarije moet streven. In den Baikan legt zij geen egoïstische eer zucht aan den dag. De minister deelde verder mede, dat de diplomatie be studeert de invoering van het Hon gaarsche publieke recht in de ge meenschappelijke takken van dienst voor Oostenrijk en Hongarije, RUSLAND. Volgens den Petersburgschen cor respondent van de „Times" is bet bericht onjuist, dat graaf Witte om gezondheidsredenen zoo laat dooi den Tsaar ontvangen werd. Ruim 14 dagen geleden reeds had de graaf een audiëntie aangevraagd en Donderdag j.l. eerst gewerd hem een antwoord. Daaruit zou afgeleid kunnen worden, dat het de hofkliek gelukt is, den Tsaar tegen graaf Witte in te nemen, maar volgens den bovengenoemden correspondent is dit niet het geval geweest en viel den oud-minister een hartelijke ontvangst te beurt. Over het onderwerp van het ge sprek loopen de verhalen zeer uiteen. De correspondent van de „Times" verklaart, dat het onderhoud over algemeene zaken liep en dat de Tsaar er prijs op had gesteld graaf Witte persoonlijk mede te deelen, dat hij zeer weinig ingenomen was met de pers-campagne die in den laatsten tijd tegen dezen op touw is gezet. Volgens een andere lezing was de Joden-quaestie het onderwerp van het ges rek. Financiers echter weten te ver tellen, dat de Tsaar en graaf Witte het plan voor een leening hebben besproken en brengen daarmede in verband de conferentie, die de graaf de vorige week met den Berlijn- schen bankier Mendelssohn heeft gehad. Ten einde alle gevolgtrekkingen uit liet afgelegde bezoek te voor komen, moet graaf Witte, volgens den correspondent van de „Times" beslist hebben verklaard, geen ofiiciëel ambt te zullen aanvaarden, FRANKRIJK. Heden begint in Frankrijk de nieuwe vehouding tusschen Kerk en Staat. Alles doet voorzien, d it de vervolging aanstaande is. Geen nood voor Haar, die de belofte heeft van haar goddelijken Stichter! De lieer de Folleville ia afgevaar- digde voor Dieppe. Toen minister Viviani verklaar de, dat hij en zijne kornuiten de hemellichten gedoofd hadden, stem de de heer de Folleville voor het aanplakken der godlasterende rede Maar op meneer begon de vreesvoor de Kiezers te werken en toen enkele dagen geleden te Dieppe eene zoo genaamde officieële begrafenis plaats vond, sprak de Folleville aan de groeve De overledene behoorde niet tot degenen, die gelooven, dat de hemel lichten uitgedoofd zijn en hij had wel gelijk. Ik roep hem geen vaarwel toe, maar, een tot weerzien hier namaals." Wat een bewijs zou kunnen zijn voor de stellinger zijn afgevaar digden, die te Parijs de hemellich ten uitdooven en ze buiten Parijs weer doen branden. Dek uw.aangezicht van schaamte, arme Consequentie. Korte Berichten. Over den toestand in Venezuela wordt gemeldt, dat de regeering- troepen Caracas verlaten en naai het Westen getrokken, zijn waard, ops' andelingen onder Martillo Bar quisimeto hebben ingenomen. Naar bericht wordt, is Paredis ti Coro geland en heeft hij" de regee ringstroepen verslagen. Tot dusverre heeft de Regeering 250 burgemeesters, wethouders en leder van schooltoezicht, naar aanleiding van den schoolstrijd in de provincie Posen ontslagen. Naar „Reuter" uit Madrid seint antwoordde de minister van Binnenl. Zaken op eene vraag in den Senaat dat het gemeenschappelijk optredenvan Spanje en Frankrijk in Marokko niet een uitvloeisel is van een gesloten overeenkomst, maar noodzakelijk was geworden ter bescherming van hel leven en de eigendommen der land- genooten. De tekst van de door Frankrijk en Spanje op 5 Dec., aan het ministerie van buitenlandsche zaken toegezonden identieke nota, is door den Rijkskan selier aan den Rijksdag overgelegd. Gisteren heeft de Duitsche Rijks dag na eene bespreking, die niet veel beteekende in derde lezing het wets ontwerp betreffende de uitvoering der acte van Algerisas aangenomen. Minister Picquart's verklaring, dat hij de verantwoordelijkheid voor net naar huls zenden der lichting 1903 niet wenschte te dragen, deed de Kamer op een vroeger besluit terugkomen, en een motie aannemen, die alleen hen, die voor het onderhoud van hun fa milie onontbeerlijk zijn, naar huis zendt. KAMER-OVERZICHT. Het Ministerie valt niet mee Zelfs die leden, welke het dor hout moesten^oen vergeten, dat aan iederen ministeriëelen boom te vin den is, zijn beneden de verwach- Tngen gebleven. Tets moge te Berlijn als gezant een goede figuur gem akt hebben, in de Kamer bleek hij eene poo- vere ministeriëele figuur. Van een blaadje las hij voor, en als hij niets op zijn blaadje had kunnen schrijven vooruit, den kon hij geen eigen antwoord geven en zat ver legen met alle gestelde vragen. Zoodat deze diplomaat-minister den indruk gaf, of hij enkel huurpaar den rijdt, hem door zijn ambtenaars- personeel verstrekt. Minister van Raalte, die 't depar tement van Justitie beheert, en zijn politieke brieven, met „vrijzinnig democraat" gemerkt, voortaan lie ver van een „eigenzinnig demo craat" moet voorzien, sprak wel uit •len hooge, maar zijn optreden, zijne daden wettigden het „ik van Raalte, zeg en wil het zóo, en zijn al te hoogen toon geenszins 't Leek soms een Bismarckje spelen luor een plattelands-burgervadertje. Straks komen Cohen Stuart en Staal aan de beurt, die, vooral de eerste, nog zeer benauwde oogen- blikken doorleven zullen, zoowel als hunne politieke vrienden. Wel een Ministerie Doch geven we zonder meer een kort verslag der vrij belangrijke zitting van gisteren. Binuenlandsche zaken kwam ver der in behandeling en de heer Rink bood zich der critiek als nieuw mi- nisteriëel slachtoffer aan. Ook deze man doet zijn vrienden vreezen met groote vreeze, vooral om zijne bekrompenheid voor 't onderwijs. rij vlot heeft de minister de sprekers van Zaterdag 1.1. van ant woord gediend. Den heer Ruijs de Beerenbr<x>r k, die de rechtspositie -an g m< ut- - ambtenaren ter spr Kebr ebt, wen geantwoord, dat de gemeenten best zouden bandelen, indien zij, gelijk te Maastricht geschied wi.s, zei ven die zaak ter hand namen. Het kabaal door burger Tak ge maakt over de tooneel-censuur, die veel te draconisch door Burgemees ters werd toegepast, volgens spreker, bracht de minister tot de verklaring, dat de vrijheid van handelen der burgemeesters in dezen niet aan banden mag gelegd worden, wat klinkklare wijsheid is, al zullen Tak en consorten het dwaze domperig- heid noemen. Over de vereenvoudigde spelling bracht mr. Rink de mededeeling, „dat die spelling hem zoo vreemd was". Eene waarheid als een koetje want wie een vriend of goeden ken nis gewoon is te zien uitgaan met een hoogen hoed op, moet wel schier omvallen van verbazing, als hij den onder het laken uithalende, stak zij hem die toe en wenkte hem met ge biedend gebaar als vroeger, en als Luc werktuigelijk naderbij kwam, her haalde zij Kom toch wat dichter bij mij. Nooit had zij op zoo'n dringend smeekenden toon tot hem gesproken. Richtte zij zich werkelijk tot hem? Luc zou weg hebben willen gaan, maar Aliette had zich half opgericht. Blijf toch bij mij, herhaalde zij opnieuw. Zeker was het de koorts^die Aliette zoo deed handelen. Id haar ijlen hield zij hem voor een ander persoon, voor hare moeder misschien, van wie zij straks had hooren spreken of, God weet voor wien wel Voor iemand, dien zij bemind had en dien zij nu in haar lijden onbewust te hulp riep... Wordt vervolgd.) opende, viel haar blik weer op dit verschrikkelijk tooneel. Hare ooren hadden de onvoorzichtig gesproken woorden opgevangen. Mijne moeder heeft zich zelve gedood Zij stamelde deze woorden nog half bewusteloos; en de oogen weer slui tend zonk zij opnieuw achterover op den grond. Luc had haar opgevangen. Zij liet hem begaan, omdat zij hem niet meer kende. Van dit oogenblik maakte hij gebruik, om haar buiten deze ver- wenschte kamer te brengen. Met een gebaar had hij Florine be volen hem voor te gaan, en door den huilenden wind en den neervallenden regen snelde hij voort het gewicht van den lichten last nauwelijks voelende, hoewel hij sidderde en beefde van vrees en smart. Eenmaal reeds had hij een ander vrouwenlichaam, even licht als dit in de armen gedragen, het lijk van Aliette's moeder, toen hij haar in de kist neerlegde. De visioenen van dien ongelukkigen dag lieten hem geen rust Nu lag Aliette in haar klein, wit bed, waar zij een uur geleden nog vreedzaam sliep. Haar bleek gelaat teekende zich nauwelijks af tegen de witte lakens, met gesloten oogen bleef ZÜ ^bewusteloos liggen. En Luc herinnerde zich die andere nachtwaken bij een doodbed, waar op eene vrouw rustte, even schoon en bijna even jong als Aliette, in de volle haars levens getroffen. Een verschrikkelijke smart pijnigde net hart van Luc en voor het eerst steeg eeen gevoel van schaamte hem naar het hoofd. Hij was niet langer verblind. Met eene verstomming, die hem ontzet, deed staan, begon hij te begrijpen, wat hij eigenlijk gedaan had. Deze waanzin, die hem tot daden van stoweld en onvoorzichtigheid ge voerd had, was dezelfde, die zijn neef ontoegankelijk gemaakt had voor elk gevoel van rechtvaardigheid, doof voor elke redeneering. De principes van zijn heele leven waren in een enkele minuut verdwe nen, en door een macht gedreven.be- liefde hem bijna tot een misdadiger gemaakt had. XV. En alsof hij zich wreken wilde over zijn lange minachting, zoo greep deze nieuwe hartstocht hem geheel en al aan, verscheurde hem, kwelde hem en liet hem geen hoop meer. Als Aliette hem nie.t door den dood ontrukt werd, zou hij toch voor altijd van haar gescheiden, hare vriendschap en achting voor hein verloren zijn, omdat hij zich aangesteld had als een wild dier. Op hare vergiffenis behoefde hij niet meer te rekenen, hoogstens op een spottend medelijden met den armen waanzinnige. O, deze vergiffenis en dit spottend medelijden vreesde hij meer dan iets ter wereld. Het was beter, om aan stonds maar te verdwijnen, dan Aliette iets te laten raden van hetgeen er ge beurd was. Zoodra zij weder geheel bij keanis was, zou hij heengaan. Nu reeds was hij bang. Hij had haar door Florins laten van dienstboden vaak gewoon is, als zij hulp verleenen. Het heeft niet veel te beteekenen, bevestigde zij. De angst is vooral oor zaak. Zulke kuikens kunnen ook niets verdragen I Florine had er nog zoo gaarne meer van gehoord, maar Luc haastte zich niet bijzonder met zijne verklaring, en Aliette was er niet toe in staat. Het jonge meisje begon zich weer te bewegen. Eene hevige koorts open baarde zich; maar zij had slechts eene vage voorstelling van hetgeen er ge beurd was, en bij het zien van Flo rine kroop zij onder het laken weg. Wat Luc betreft, dien scheen zij niet te herkennen, want zij keek hem ter sluiks aan met eene peinzende uit drukking op het gelaat. Hij mocht al van plaats veranderen, naar het andere einde van het vertrek gaan, altijd bleef haar blik op hem gevestigd; en toen Florine even de kamer uitging, hoorde hij Aliette, die tot nu toe slechts on verstaanbare woorden gepreveld had, eensklaps de duidelijke vraag doen: Waarom verlaat gij mij? Kom Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. AQITE MA HOM AGITATE. 1 t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1