Donderdag 13 Dec. 1906. No. 6476.31ste Jaargang. Dagbl^jJe \r$or Noord- en Zuid-Holland. BUITENLAND. BINNENLAND. De familie Fromentier. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor HaarlemVr gtfA 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post. 1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meero 10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426, - HAARLEM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère :- G. L. DATJBE <fc Co., JOHN F. JONES, Succ., Pari», 31 bis Faubourg Montmartre. Is 't duidelijk? De Rege ring in Frankrijk Leeft bepaald, dat de Kerken niet geslo ten zullen worden voor den Eere- dienst. Door dezelfde Regeering wordt bepaald, dat proces-verbaal opge maakt zal worden tegen iederen priester, die het H. Offer opdragen zal of eenige godsdienstige plechtig heid zal* vieren in eene Kerk, in dien deze geestelijke niet de ver klaring afgelegd heeft, voorgeschre ven door art. 2 der wet van 30 Juni 1881 op de openbare verga deringen. Hoe rijmt zich dat te zaam zou den we kunnen vragen, Laten we duidelijker spreken. De kerken blijven open voor den Ka tholieken eeredienst, maar de pries ter, die er komt verrichten, wat de godsdienst voorschrijftdie de Kerk laat beantwoorden aan haar doel, wordt geverbaliseerd. 't Is zooveel als: iemand geeft u permissie om vrij in zijn tuin om te wandelen, maar zoodra gij er een voet zet, schiet de politie toe. grijpt u bij den kraag en maakt proces verbaal op. Zijn dat geen fraaie toestanden Ieder redelijk mensch moet begrij pen, dat het openstellen der kerken voor den eeredienst noodzakelijk in zich sluit de vrije uitoefening van den eeredienst binnen hare muren. Priesters, die hunne bediening aldaar waarnemen, geloovigen, die er bij tegenwoordig zijn of er komen bidden, deswege vervolgen, is een beletsel stellen aan de uitvoering der wet, is wetschennis. Inderdaad heerlij ke toestanden en ieder onbevooroordeelde zal 't nu duidelijk wezen, wat er te denken va't van den „eerbied voor de wet', waarvan de sectarissen in J rankrijk den mond vol hebben en die organen als de „Nieuwe Rotterd. Courant" doet zuchtea met huichelachtige bezorgdheid, dat Z. H. de Paus ver zet predikt tegen de wet en Frankrijk ten verder ve voert. L. ITALIË. De correspondent van een der groote Parijsche bladen seinde uil- Rome near aanleiding van het ge beurde. te Parijs, dat men op alle gewelddaden van Clemenceau voor bereid was. In tegenspraak met hetgeen som mige liberale bladen ten onzent dezen morgen te lezen bieden, ver zekert deze correspondent, dat de huiszoeking en het over de grenzen brengen van Mgr. Montagnini in de Vaticaansche kringen geringe verwondering wekte. Z. Heiligheid ontving het bericht daaromtrent met de grootste kalmte. Niet onwaarschijnlijk is 't, dat het beslag leggen op de papieren van Mgr. Montagnini tot een protest in den gewonen vorm zal leiden, protest, 't welk de pauselijke regee ring bij debij jhaarvertegenwoordigde Hoven zal indienen. Dezelfde correspondent zegt, dat in Italiaansche, ook niet-clericale kringen, de behandeling, Mgr. Mon tagnini aangedaan, een pijnlijken indruk heeft gemaakt. Mgr. Montagnini was ook Itali- aansch burger, en daarom zegt de „Giornale d' Italia" een onver dacht orgaan dat zij zich ver wondert, dat Mgr. Montagnini niet de bescherming ingeroepen heeft van den heer Tornielli, Italiaansch gezant te Parijs. De laatst genomen beslissing des Pausen is wel degelijk te voren in den raad van Kardinalen overwo gen en was geheel overeenkomstig metde meening van dien raad. Ook was die beslissing niet het antwoord op Briand's circulaire. Immers zij was reeds te Parijs be kend in de hoogst geestelijke kringen acht dagen vóór Briand zijnen om zendbrief de wereld inzond. Het hoofdbestuur der Loge heeft een gelukwensch gezonden aan Cle menceau. Daarin luidt het: Vandaag heeft Frankrijk een glo rierijken stap gedaan op den zwaren weg der menschelijke vrijmaking en een heuglijken datum ingeschreven in het gulden boek der burgerlijke veroveringen. Een broederlijken groet aan u, die gestreden hebt en overwonnen voor ons gemeenschappelijk ideaal. Niet te gauw victorie kraaien,Loge- Kemphaantjes. De strijd is pas voor goed begon nen en we zullen zien, of uw Cle menceau en uw Briand het harden zullen tegen de Kerk. Zij en uwe magonnieke rhetorica zijn elkaar waardig, maar de Kerk heeft de belofte der onverwinlijkheid, eene belofte, die door alle eeuwen heen vervuld is geworden. Daarom: kraait niet te gauw vic torie, Loge-Kemphaantjes FRANKRIJK. In den jongsten ministerraad kwa men, gelijk te verwachten viel voor al de vervolgingsmaatregelen tegen de Kerk ter sprake. De volgende vier voorstellen werden aangenomen Io. de inhouding van pensioenen en toelagen aan priesters onder be paalde omstandigheden; 2o. de onverwijlde liquidatie der goederen van de publieke instellin gen voor den katholieken eeredienst; 3o. de beschikking over pasto rieën, bisschoppelijke paleizen en seminariegebouwen 4o. de te nemen besluiten in het belang der openbare veiligheid. Vrijdag vergaderen de heeren opnieuw denzelfden dag zullen zij waarschijnlijk bedoelde voorstellen reeds bij rle Kamer indienen, die ze gaarne aannemen zal. Dat er onder de papieren, bij Mgr. Montagnini in beslag geno men, „heel belangrijke" zouden we zen, en dat er weldra sprake zou zijn van een „Koraplot", niemand onzer heeft er aan getwijfeld. Dat is zoo de oude methode, reeds door Waldeck-Rousseau en onlangs nog door Clemenceau toe gepast. Wij kunnen niet aannemen, dat Mgr. Montagnini in de gegeven omstandigheden onnoozel genoeg zou wezen, om gewichtige stukken te laten zwerven of anderszins in gevaar te bréngen. De Parijsche „Journal" noemt eenige stukken op, en vreeselijke ontdekkingook het gemeenschap pelijk schrijven van ons Doorluchtig Episcopaat wordt daaronder ver meld Den heelen nacht is men in die papieren aan 't snuffelen geweest, zegt de „Humanité" van Jaurès Bard werk en nog wel nachtwerk Misschien onder een sigaar en een cognacje IJselijke dingen Van het Vaticaan klinkt het ondertusschen geruststellend, dat er onder de papieren van Mgr. Montagnini niets eompromitteerends te vinden kon zijn. ENGELAND. Uit Londen wordt de goede tij ding geseind, dat het koninklijk besluit, waarbij aan de Transvaal een grondwet wordt toegezegd, is gepubliceerd; het bepaalt, dat er een wetgevende raad van 15 leden zal wordon ingesteld, benoemd door den gouverneur. Zoolang de wet op de verkiezing van leden nog niet is afgekondigd,- zal er elke 5 jaar een nieuwe raad worden be noemd. Tevens wordt bepaald, dat het Huis van Afgevaardigden zal bestaan uit 69 gekozen ledenzoowel de Engelsche als de Nederlandsché talen zullen bij de debatten mogen worden gebruikt. Hetbesluitbepaalt, dat de gouverneur aan de goed keuring van de Engelsche regeering zal moeten onderwerpen wetsont werpen, waarbij personen vanniet- Europeesche afkomst onderworpen worden aan bijzondere beperkingen, of waarbij werkkrachten van buiten worden ingevoerd onder contract. BELGIE. In de Kamer is nog altoos de Congo-quaestie in behandeling. De heer Helleputte (Katli.) ried groote voorzichtigheid aan bij de opstel ling der Koloniale wet en zeide, dat men eerst volkomen op de hoog te wezen moest van de toestanden in den Congostaat. De Congo heeft ons gelegenheid gegeven een geestkracht en uitbrei dingsvermogen te toonen, zei de spreker, die ons aan het hoofd der handeldrijvende natiën van de we reld plaatsen. Maar wij moeten er ons niet toe bepalen de negers te beschouwen als werktuigen, wij moeten hen beschaven, beminnen en rechten geven. Afgevaardigde de Lantsheere was van meening, dat de annexatie van den Congo-Staat niet het onder werp kan zijn van een tractaat en dat geen voorwaarden kunnen wor den toegevoegd aan die van de wet van 1890. Nader besloot de Kamer om Vrijdag a.s. het Congo-debat te sluiten. De regeering verklaarde zich te ver eenigen met de door den heer Huysmans ingediende motie, waar in de wensch wordt uitgesproken, dat de Kamer de onmiddellijke overname zal voorbereiden. In den Senaat zal de volgende week eene interpellatie gehouden worden over den Congo. Korte Berichten. De Pruisische regeering heeft een verordening uitgevaardigd, volgens welke aan inrichtingen van voortgezet en hooger onderwijs geen leerlingen worden aangenomen uit gezinnen, die aan de Poolsche schoolstaking mee doen en geen beurzen aan zulke leer lingen worden verleend. Op alle dorpsmarkten op 50 K.M. afstands rondo.n Tandsjer is door om roepers den volke bekend gemaakt, dat binnenkort de Christenen een inval zullen doen en is het volk op geroepen tot den heiligen oorlog. De omroepers deelden mede, dat Raisoeli geld, geweren en minutie zou verschaffen aan degenen, die dit alles zelf niet bezitten. Deze oproep heeft te Tandsjer heel wat ongerustheid ver oorzaakt. Rogeis, de vice-president van de „Standard Oil", moet gezegd hebben dat hij zeker wist, dat J. D. Rocke feller dit jaar een inkomen van 144 millioen gulden had. Wie doet het voor 't halfie" Professor Marchia Sava is tot lijf arts van Z. H. den Paus benoemd. Op de spoorwegen in de Paltz zal met 1 Mei de vierde klas worden in gevoerd. Er is een som van 2 millioen mk. voor de aanschaffing van nieuw rollend materieel uitgetrokken. Do koerier met de briefwisseling van Z. H. den Paus is aan de Fransche grens aangehouden. Men heeft de pa pieren in beslag genomen en hem over de grens teruggezonden. De afgevaardigde Grousseau heeft Clemenceau aanstonds verwittigd, dat li ij hem over'de zaak zal interpelleeren. KAMER-OVERZICHT. Even vóór half elf hervatte de Kamer gistermorgen hare bespre kingen. Om eerst even af te rekenen met Dr. Blooker en den Centralen ge zondheidsraad, het bleek, dat alle heeren zich een weinig vergist had den de heer Blooker het ergste intusschen, want er mocht in de af- deelingen, waarin Lohman en Bor- gesius zitting hadden, al eens even afkeurend overden Gezondheidsraad gesproken zijn door een enkel lid, er was geen sprake gweest van al ge meene ontevredenheid" enz. De zitting begon over het krank zinnigengesticht van Medemblik, waarmee minister Rink zoo'ii spoed gemaakt wilde zien. Eilacie 1 de Kamer wilde niet van spoed hooren en wat de heer Rink zeggen mocht; lït>e somber tafereel hij ook ophing van den toestand der verpleegden, van den staat der gebouwen enz., de heeren bleven doof aan dat oor. Eerst sprak de heer van Ascb van Wijck uitvoerig tegen de groot- sche plannen, er aan herinnerend dat er 2 millioen gevraagd werd onder belofte van zuinigheid, maar dat er zeker nog wel een hxlf mil- lioentje bij zou komen. Het aankoopen van grond is iets onzekers en men heeft al meer rijksgebouwen zien verrijzen tusschen fraaie villa's, in een schoone om geving, op een' uitgelezen plekje. Wat het goedkoope niet in de hand werkt. Er zouden andere maatregelen te nemen zijn. Gedeeltelijke ont lasting der inrichting, door patiënten naar elders over te brengen bij voorbeeld. Afgevaardigde Tydeman ontken de de behoefte aan een goed ge bouw geenszins. Er was z.i. even wel eenig onderscheid tusschen eene inrichting in het algemeen en de nieuwe inrichting, waarvoor op de begrooting de eerste termijn stond uitgetrokken. Had de vorige spreker gevraagd Waar moet het nieuwe gesticht komen? welke streek heeft de mi nister op het oog?de heer Tydeman stelde deze nieuwe vragenWat moet er gebeuren met de inrichting te Medemblik hoe luiden eigenlijk de regeeringsplannen Niets weten wij daarvan. Wij mogen er naar raden. Daardoor ontbreken natuurlijk de gegevens, om de zaak behoorlijk te overleggen en we kunnen dus geen oordeel uitspreken, over hetgeen de minister voorheeft. Daarop stelde spreker bij amen dement voor, om den post in een „tot voorbereiding" te veranderen. Bij de toelichting van dit amen dement verklaarde hij nog eens nadrukkelijk daartoe door 's ministers woorden gedwongen dat zelfs de vraag, of er al dan niet een nieuw gesticht gebouwd zal worden, door zijn amendement in het midden wordt gelaten. De Commissie van rapporteurs, in wier naam Dr. Blooker het woord nam, sprak met algemeene stemmen den wensch uit, dat het amendement Tyéem :n in dien geest zou aangenomen worden, wat met 52 tegen 26 stemmen geschiedde. I nde namiddagzitting k wamde quaes- tie ter sprake der vergoeding, uit te keeren aan de bezoldigde leden der nu opgeheven schutterijen. En wie zal, ingeval die bezoldiging dient door te gaan, haar aan de recht hebbenden moeten uitkeeren? De Staat de gemeenten Sommige rechtsgeleerden, onder wie ook wijlen professor Buijs, pleit ten ah het Kamerlid Thomson voor „rijksdienst"; andere spraken van „gemeentedienst". Het overige begrijpt menwie men dient, betaalt, of zooals hier: wie men gediend heeft, keert in het onderhavige geval wachtgeld uit. De heer van Idsinga was het nagenoeg eens in gevoelen over deze quaestie met den heer Thomson. Naar bleek, is minister Rink eene andere meening toegedaan. Volgens hem was de schutterij in dienst der gemeenten en hebben deze dus het wachtgeld uit te keeren, indien het desbetreffend adres, bij de Kamer ingekomen, een gunstig onthaal vindt. De Minister vereenigde zich ten slotte met de conclusie, die de Regeering uituoodigt, om de ge meenten te noodzaken de uitkeering der besproken bezoldiging te ver zekeren. Deze conclusie, gewijzigd, naar 's ministers inzicht, werd ten slottq. aangenomen. Vervolgens kwam de afdeeling- Onderwijs ter sprake, en werd de veelvuldige aanstelling van „buiten gewone hoogleeraren" door Dr. Bloo ker veroordeeld. Zulk een aanstel ling moet een buitengewone onder scheiding blijven. De heer Janssen (Maastricht) sprak ongeveer in denzelfden geest. De heeren Lieftinck, ter Laan en Talma hadden andere bezwaren, die de minister zoo goed mogelijk uit den weg beloofde te ruimen. Hiermee was minister Rink er door gerold. In de avondvergadering, om 8 uur geopend, werd een begin - - maakt met de begrooting va F - nanciën. Hierover morgen. FEUILLETON. 84. Hare ademhaling werd sneller, haar pols ongeregeld. Luc keek op zijn horloge. Deze nacht, die hem een eeuw toegeschenen had, was nog niet ten einde. Het was nu vier uur in den morgen en het licht kon de nevelen van den nacht nog niet wegvagen. [)e dokter zou eerst in den loop van den morgen komen. Luc had om nie mand anders willen sturen, uit vrees te veel de ft&ndaclit te trekken. Tot het aanbieken van den dag zouden hij en Florine ook wel vol doende zijn. Gij moet slapen, zeide hij zachtjes. Aliette sloot gehoorzaam de oogen, maar na verloop van een minuut zich oprichtend, vroeg zij: Wat gebeurt er toch? Niets, volstrekt niets Dat zijn de karren, verklaarde Florine. Luc zag haar met een dreigend ge laat aan. Zij zweeg. Welke karren? hernam Aliette. De karren van de boerderij Kom, wees nu stil, ik zeg u immers, dat het niets is, antwoordde Luc. Zij luisterde nog naar het geratel, dat men in de ver„e hoorde, naderbij kwam en weldra over de binnenplaats heenging. Luc wist zeer goed, wat dit belee- kenen moest. Dienstmannen, door Francois Livron gezonden, kwamen zijne bagage halen. Maar dat kon hem weinig schelen. Al was de kunstenaar zelf onder zijn bereik geweest, dan zou hij er nog niet aan gedacht hebben, hem te achtervolgen. Zijn eenige zorg was, om alles, wat gevaar kon opleveren van Aliette af te weren. Hebt gij nog dorst? vroeg hy, naast het bed plaats nemend. Neen. Zij luisterde nog altijd en hernam Waarom blijven deze karren voor het huis staan in plaats van naar de schuur te gaan? Ik weet het niet, maar het boe zemt ons ook geen belang in. Wij hebben geen van beiden veel verstand van den landbouw. Ha, de landbouw! Aliette begon te geeuwen. Gij hebt slaap, hield Luc aan. Neen, ik verveel mij alleen. Dat was nog een refrein uit vroeger dagen, dat Luc als een gevaarlijk tee- ken beschouwde. telkens als zij als kind ziek geweest was, had Aliette behoefte aan aflei ding gevoeld, zonder dat geraakte zij steeds m een overspannen toestand en Luc herinnerde zich, hoe hij zijne ver neem ing had moeten inspannen, om telkens weer eene nieuwe afleiding voor haar te vinden, toen zij de ma zelen had. Dezen rol moest hij thans hernemen en ln zyn arm, vermoeid hoofd eene gedachte vinden, die haar afleiding kon geven, wat in de tegenwoordige omstandigheden eene wreede marteling voor hem was, en, als toppunt van ongeluk leden zijne pogingen ook ellen dig schipbreuk. Aliette, die bleef luisteren'naar het geloop van de mannen en het getrap pel der paarden, had nog twee of drie maal gevraagd, wat men toch wel deed. Langzaam begon het licht te wor den en naarmate het later werd, scheen ook de zenuwachtige spanning van Aliette toe te nemen. Zij verbeeldde zich, dat zij in het veld liep, dan weer, dat zij thuis was en zich angstig maakte voor het onweder. Dan weder sprak zij woorden, die Luc deden beven. Telkens als zij Florine aanzag be trok haar gelaat en rimpelde haar voorhoofd, of zij zich inspande, zich iets te herinneren. Aliette stamelde, alsof zij in zich zelve sprak: Hoe leelijkhoe ondeugend hoe gemeen waarom zeide zij, dat mama Zij zweeg weer. Luc begreep, dat men tot eiken prijs aan hare gedach ten eene andere richting moest geven. Eensklaps had hij eene ingeving. Luister, zeide hij, ik zal u wat vertellen. Zij had altijd dol veel van vertel lingen gehouden. Zij zag hem reeds begeerig aan en vol belangstelling. Niets wile hem echter op het oogen- blik invallen. Om tijd te winnen vroeg hij Wat wilt gij dat ik u zal ver tellen? De geschiedenis van moeder Bou- lingrin. Zij lachte reeds bij voorbaat als een krankzinnige en Luc voelde hoe het klamme zweet hem op het voorhoofd parelde. Dan zich nog meer opwin dend, herhaalde zij Van moeder Boulingrinl hauw gauwl Zij legde hare gloeiende hand op die van Luc terwijl zij rilde van de koorts. Hij moest tot eiken prijs aan haar verlangen voldoen. Luc begon een onsamenhangend ver haal, maar Aliette kende de oude anek dotes al te goed om dit niet te mer ken en zij hielp zelf den armen ver teller, en als hij zweeg, hernam zij: Nu de andere geschiedenis nog, gij weet weltoen moeder Boulin- grin den Beierschen kapitein olie te drinken gafen toen zij als een dokter gekleed zich door de vlucht reddeen toen zij later den keizer heeft gezien Luc vertelde, vertelde altijd door, omdat Aliette door zijne woorden lang zaam in slaap gewiegd werd. Hare luidruchtige vroolijkheid had thans plaats gemaakt voor eene kalme belangstelling. Moeder Boulingrin was nu reeds te Sedan gekomen en de een tonige opsomming van de regimenten, die gecapituleerd hadden, van de vaan dels, kanonnen, en amunitiewagens, die veroverd werden, duurde zoo lang', dat zij eindelijk zachtjes ingeslapen was. Weldra sliep zij gerust. Luc trok voorzichtig zijne hand terug, die Aliette nog steeds vast hield en stond op. Weldra sliep zij gerust. (Wordt vervolgd SDKS AQITE m NON AQITflTE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1906 | | pagina 1