Openbare Godsdienstoefeningen in de R,K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen.
No. 12 - le Jaargang,
Zondag 23 December
Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad."
Gratis voor de Abonné's van „Nieuwe Haarl, Courant" en „Stad en Land".
DER
ABONNEMENTSPRIJS:
Per week 5 Ct.
Per Kwartaal40 Ct.
Franco per post per kwartaal50 Ct.
UITGAVE VAN DE
JANSSTRAAT 1, hoek Nieuwe Gracht. HAARLEM.
Directeur: H. G. VAN ALFEN.
ADVERTENTI E(N
Van 1 tot 6 regelsf 1.20.
Elke regel meer0.20.
Ingezonden mededeelingen tussehen den tekst ten
minste 5 regels f 1.50; elke regel meer 0.30.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1SS1 (Staatsblad Xo. 124,)
VIERDE ZONDAG VAN DEN
ADVENT.
Les uit den eersten brief van den
H. apostel Pauius aan de Korin-
thiërs IV, 15.
Broeders Aldus beschouwe men
onsals dienaren van Christus en
uitdeelers van Gods geheimen. Hier
nu wordt in de uitdeelers vereischt,
dat men getrouw bevonde worde.
Mij echter is er het minste aan
gelegen, dat ik door u beoordeeld
worde of door eenen menschelijken
rechtdag, en niet eens beoordeel
ik mij zeiven, want ik ben mij wel
niets, bewust, maar daardoor ben ik
niet gerechtvaardigd doch die mij
beoordeelt is deHeer.Wilt dus niet
vóór den tijd oordeelen, totdat de
Heer komt, die ook de verborgen
heden der duisternis in het licht
stellen en de beraadslagingen der
harten openbaren (zalen dan zal
aan een ieder de lol' geworden van
God.
Evangelie volgens den H. Lucas;
III. 1—6.
In het vijftiende jaar de regee
ring van keizer Tiberius, toen Pon
tius Pilatus stadhouder van Judea,
Herodes viervorst van Galilea, Phi-
lippus, zijn broeder, viervorst van
I turen en het gewest Trachonitis,
en Lysarias viervorst van Abilene
was, onder de hoogepriesters Annas
en Kaïphas, geschiedde het woord
«les Hoeren tot Joannes, den zoon
van Zacharias, in de woenstijn.
En hij kwam in de geheele Jor-
daanstreek, een doopsel van boet
vaardigheid tot vergiffenis van zon
den predikend, gelijk er geschreven
staat in het boek der godspraken
van den profeet Isaias. De stem
eens roependen in de woestijn
bereidt den weg des Heeren, maakt
zijne voetpaden rechtAlle dal zal
gevuld en alle 'berg en heuvel zal
geslecht worden en het kromme
zal recht en het hobbelige tot eene
effen baan worden en alle vleesch
zal de zaligheid Gods zien.
KERSTMIS.
Les uit den brief van den H. apostel
Pauius aan Titus; II, 1115.
WelbemindeDe genade van God
onzen Zaligmaker is voor alle men-
tschen verschenen en leert ons, dat
wij, met verzaking van de godde
loosheid en de wereldsche begeer
lijkheden, matig, rechtvaardig en
godsdienstig leven in deze wereld,
verwachtend de zalige hoop en de
komst der heerlijkheid van onzen
grooten God en Zaligmaker Jesus
Christus, die Zich zeiven. voor ons
gegeven heeft om ons vrij te koo-
pen van alle ongerechtigheid en voor
Zicli een welbe-hagelijk volk te rei
nigen, ijverig in goede werken.
Spreek dit en vermaan, in Christus
Jesus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Lucas; II, 114.
In dien tijd ging er een gebod
wit van keizer Augustus, dat de ge
heele wereld moest worden opge
schreven. Deze eerste .opschrijving
is geschied door (Jyrinus, landvoogd
van Syrië. En allen gingen om zich
aan te geven, ieder naar zijne eigene
stad. En ook Jozef trok op van
Galilea uit de stad Nazareth naar
Judea, naar David's stad, die Beth
lehem genoemd wordt, dewijl hij
uit het huis en geslacht van David
was, om zich aan te geven met
Maria, zijne verloofde vrouw, die
zwanger was. En het geschiedde,
toen zij daar waren, dat de dagen ver
vuld werden dat zij baren zou. En
zij baarde haren eerstgeborenen
Zoon, en wikkelde Hem in doeken,
en legde Hem neder in eene kribbe
want ér was voor hen geen plaats
m de herberg.
Er waren nu in dezelfde streek
herder.^, die waakten en de nacht
wachten hielden over hunne kudde-
En zie, een engel des Heeren stond
naast hen, en Gods heerlijkheid om
straalde hem; en zij vreesden met
groote vreeze. En de engel zeide
hun Vreest nietwant zie, ik ver
kondig u eene groote blijdschap,
die voor al het volk wezen zaldat
u heden geboren is de Zaligmaker,
die Christus de Heer is, in de stad
van David. En dit zij u ten fceken
gij zult vinden een Kind, in doeken
gewonden en nedergclegd in eene
kribbe. En eensklaps vereenigde
zich met den engel eene menigte
van het hemelsche heirleger, God
lovend en zeggend: Glorie aan God
in den allerhoogsteen op aarde
vrede aan de menschen van goe
den wil!
Les uit den brief van den H. apostel
Pauius aan Titus; III, 47.
WelbemindeDe goedertieren
heid en de menschlievendheid van
God onzen Zaligmaker is versche
nen niet om reden van werken
der gerechtigheid, die wij gedaan
hadden, maai' volgens Zijne barm-
hariighcïff Tïéeft Hij ons zalig ge
maakt door het bad der wederge
boorte en der vernieuwing des
Heiligen Geestes, dien Hij over-
vloediglijk over ons heeft uitgestort
door Jesus Christus onzen Zalig
maker, opdat wij, gerechtvaardigd
door zijne genade, in hoop, erfge
namen zouden zijn des eeuwigen
levens, in Christus Jesus onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Lucas, II, 1520
In dien tijd spraken de herders
tot elkander: Laat ons heengaan
naar Bethlehem en zien hetgeen
geschied is, hetgeen de Heer ons
verkondigd heeft. En zij kwamen,
zich spoedend, en vonden Maria en
Jozef en het Kind, dat in de kribbe
lag. Toen zij het nu zagen, erken
den zij liet woord, dat hun over
dit Kind gezegd was. En allen, die
het hoorden, waren verwonderd,
ook over hetgeen hun was gezegd
door de herders. Maria echter be
waarde al deze woorden en over
woog ze in haar hart. En de herdérs
keerden terug. God verheerlijkend
en lovend over al wat zij gehoord
en gezien hadden, zooals tot hen
gesproken was.
Les uit den brief van den H. apostel
Pauius aan de Hebreeën; 1,1—12.
God, voorheen menigvuldige ma
len en op vele wijzen gesproken
hebbende tot de vaderen door de
Profeten, heeft ten laatste in deze
dagen tot ons gesproken door den
Zoon, Dien Hij gesteld heeft tot erf
genaam van alles, door wien Hij
ook de wereld gemaakt heeftdie,
terwijl Hij de afglans zijner glorie
en het evenbeeld zijns Wezens is en
alles draagt door het woord Zijner
macht, na reiniging der zonden be
werkt te hebben, gezeten is aan de
rechterhand der Majesteit in den
hooge, zóó ver verheven geworden
boven de engelen als Hij uitsteken
der naam boven hen geërfd heeft.
Tot wien immers der engelen heeft
Hij ooit gezegd: Gij zijt mijn Zoon,
Ik heb U heden geteeld? en we
derom Ik zal Hem tot Vader zijn,
en Hij zal Mij tot Zoon zijn En
als hij andermaal den Eerstgeborene
in de wereld invoert, zegt Hij
En dat Hem aanbidden
alle engelen Gods! Aangaande de
engelen nu zegt Hij welDie zijne
engelen tot winden maakt en zijne
dienaars tot eene vuurvlammaar
aangaande den ZoonUw troon, o
God! is in eeuwigheid der eeuwig
heid! Een schepter van gerechtig
heid is de schepter uws konink-
rijks. Gij hebt rechtvaardigheid be
mind en onrecht gehaat daarom,
o God! heeft uw God U gezalfd
met olie van vreugde boven uwe
genooten. En: G. o Heer! hebt in
den beginne de aarde gegrondvest,
en de hemelen zijn werken uwer
handen. Deze zullen vergaan, maar
Gij zult blijvenen zij allen zullen
als een kleed verouderen, en als een
mantel zult Gij ze verande
ren, en zij zullen veranderd worden;
doch gij zijt dezelfde, en uwe jaren
zullen niet eindigen.
Evangelie volgens den H. Joannes
I, 114
In de beginne was het AV'oord,
en het Woord was bij God, en liet
Woord was God.
Dit was in den beginne bij God.
Alles is door hetzelve gemaakt ge
worden, en zonder hetzelve is niets
gemaakt van wat gemaakt is. In het
zelve was het leven, en het laven
was het licht der menschen; en het
licht schijnt in iie duisternis, en de
duisternis heeft het niet aangeno
men.
Er was een mensch, van God
gezonden, wiens naam Joannes was;
deze kwam tot getuigenis, om ge
tuigenis te geven van het licht,
opdat allen door hem gelooven zou
den. Deze was niet het licht, maar
om getuigenis te geven van het licht.
Het ware licht was dat, hetwelk
iederen mer-sch, die in de wereld
komt, verlicht. Hij was in de wereld,
en de wereld is door Hem gemaakt,
en de wereld heeft Hem niet- ge
kend. Hij kwam in zijn eigendom,
en de zijnen namen Hem niet aan.
Doch zoovelen als Hem hebben aan
genomen, aan hen heeft Hij macht
gegeven om kinderen Gods to wor
den; aan hen, die in zijnen naam
gelooven, die niet uit bloed, noch
uit den wil des vleesches, noch uit
den wil eens mans, maar uit God
geboren zijn. En het Woord is vleesch
geworden en heeft onder ons ge
woond (en wij hebben zijne glorie
gezien, eene glorie ais des Eenig-
geborenen van den Vader), vol van
genade en waarheid.
staande aan Gods rechterhand.
En hij zeideZie, ik zie de
hemelen geopend en den Zoon
des menschen staande- aan de rech
terhand Gods Maar zij, met luide
stem schreeuwend, stopten hunne
ooren en vielen eenparig op hem
aan. En zij wierpen hem buiten
de stad en steenigden hem. En de
getuigen legden hunne kleederen
neder aan de voeten van een .jon
gen man, die Saulus heette. Zij nu
steenigden Stephanus, terwijl hij
bad en zeide Heer Jesus, ontvang
mijnen geestEn op zijne knieën
vallend, riep hij met luide stem
Heer, reken hun deze zonde niet
toeEn na dit gezegd te hebben,
ontsliep hij in den Heer.
FEESTDAG VAN DEN H.
STEPHANUS.
Les uit d( Handelingen der Apostelen;
VI. 8—10; VII, 54—59.
In die dagen deed Stephanus,
vol van genade en kracht, wonde
ren en groote teekenen onder h et-
volk. Eenigen nu uit de Synagoge
welke genoemd wordt die der vrij
gelatenen en derCyreneëers en der
Alexandrijnen en dergenen die van
Cilicië en Azië waren stonden op
en hielden twistredenen met Step
hanus doch zij konden aan de
wijsheid en den Geest, die sprak,
niet wederstaan.
Zij nu, dit hoorende, werden
verscheurende in hunne harten en
knarsten met de tanden tegen hem.
Daar hij echter vol was van den
H. Geest, zag hij, ten hemel sta
rend, de heerlijkheid Gods en Jesus,
Evangelie volgens den H. Mattheüs
XXIII, 34—39.
In dien tijd sprak Jesus tot de
schriftgeleerden en PharizeëenZie,
Ik zend tot u profeten en wijzen
en schriftgeleerdenen van hen
zult gij er dooden en kruisigen, en
van hen zult gij er- geeselen in
uwe Synagogen en vervolgen van
stad tot stadopdat op u kome al
het rechtvaardig bloed, dat op de
aarde vergoten werd, van het bloed
van Abel, den rechtvaardige af,
tot het bloed van Zacharias, Bara-
chias' zoon, dien gij gedood hebt
tussehen den tempel en het altaar.
Voorwaar, ik zeg udit alles
zal komen op dit geslacht. Jeru
zalem, Jeruzalem, dat de profeten
doodt en hen steenigt, die tot- u
gezonden zijn Hoe dikwijls heb ik
uwe kinderen willen vergaderen,
gelijk eene hen hare kiekens ver
gadert onder hare vleugelenEn
gij hebt niet gewild Zie, uw huis
zal u woest gelaten worden Want
Ik zeg u: gij zult Mij van nu ai'
niet meer zien. totdat gij zeggen
zult Gezegend Hij, die komt in
den naam des Heeren
Evangelie-verklaring.
4e ZONDAG VAN DEN ADVENT.
Het Evangelieverhaal van dezen
Zondag begint met- een nauwkeurige
en tot in bijzonderheden afdalende
opsomming van degenen, die in Pa-
laest-ina, zoowel op staatkundig als
op godsdienstig terrein, aan het
hoofd stonden. Deze zoo nauwkeu
rige opgave werd door den H. Lucas
en door alle schrijvers die zijne
woorden hebben verklaard, als van
hoog gewicht geacht. Hooren wij
b. v. den H. Paus GregorinsOm
dat Joannes Hem kwam aankondi
gen, die joden en heidenen zou
zalig maken, daarom werd de tijd
van Joannes' prediking niet minder
door liet noemen van den koning
der heidenen, dan door den naam
van de oversten der joden aange
duid. Verderdat de heidenen moes
ten verzameld, de joden echter tot
straf van hunne trouweloosheid zou
den verstrooid worden, toont de be
schrijving zelve van het aardsche
rijk aan. In de Romeinsche repu
bliek was, zoo lezen wij, slechts één
heerscher, maar in het rijk van
Judea heerschten meerderen, elk
over een gedeelte. Gok zeer te pas
wordt gezegd, niet alleen onder
welke koningen, maar eveneens on
der welke hoogepriesters het ver
melde gebeurd is. Omdat Joannes
Hem aankondigde, die tegelijk ko
ning en priester zoude wezen, wordt
de tijd van Joannes' optreden aan
geduid door het rijk en door het
priesterschap." In dien zoo nauw
keurig beschreven tijd dan „ge
schiedde het woord des Heeren tot
Joannes, den zoon van Zacharias.
in de woestijn. En hij kwam in de
gansche omstreek van den-Jordaan,
„een boetedoop predikende tot ver-
I geving der zonden." Tot nu toe had
i de II. Joannes zich opgehouden in
de woestijn. Op het bevel van God
verliet Hij nu zijne geliefkoosde
eenzaamheid om zijne zending te
I vervullen. Hij had zich door afzon
dering van de wereld niet alleen tot
zijne hooge roeping voorbereid, maar
zich ook het recht verworven tot
boetvaardigheid aan te manen door
zelf eerst, ofschoon heilig van het
oogenblik zijner geboorte af, die
deugd in den hoogsten graad te
beoefenen.
Hij predikte vooral de noodzake
lijkheid der boetvaardigheid, en zij
die door zijne woorden getroffen,
die boetvaardigheid wilden beoefe
nen, ontvingen tot teeken daarvan
het doopsel van boetvaardigheid,
een boetedoop, in de wateren van
den Jordaan, zooals wij dat in het
Evangelie van den vorigen Zondag
verklaard hebben.
Gok eenige werkingen der ware
boetvaardigheid worden ons in het
Evangelie van dezen Zondag voor
oogen gesteld, in bewoordingen het
eerst door den profeet Isaïas. de
stem eens- roependen in de woestijn,
gesproken, en door den H. Geest
den grooten boetprediker in den
mond gelegd.
„Bereidt den weg des Heeren,
maakt zijne paden recht." Deze
woorden werden door de herauten
der Oostersche vorsten aan het- volk
toegeroepen, als de vorst zijn intocht
in de een of andere stad wilde doen.
Dan moest elke hindernis opgeruimd,
elke moeielijkheid weggenomen
worden. Niets mocht den weg ver
onaangenamen, niets den tocht kun
nen verdagen. Effen en recht moes
ten de wegen zijn, waarover de
stoet heentrok. De reis moest ge
makkelijk wezen en den koning elke
onaangenaamheid bespaard blijven.
Wij hebben slechts in plaats van
den aardschen koning den Hoer
•Jesus Ghristus te stellen, en een
lange reeks van verplichtingen staat
als voor onzen geest geschreven.
Nog eenige dagen, en wij vieren de
geboorte des Zaligmakers, die Zijn
intocht in het binnenste van ons
hart houden wil. Wij moeten dus
zorgen, dat alles wat Hem onaan
genaam wezen kan uit onze harten
is weggenomen.
„Alle dalzal aangevuld en alle
berg en heuvel zal geslecht worden."
Er is zooveel ledigs en nietsbe-
duidends in ons leven dat veranderd,
zooveel verkeerds dat verbeterd
moet worden, in één woord, zoovele
dalen die aangevuld moeten worden.
Ook alle heuvel en berg moet ge
slecht worden. Die heuvelen en ber
gen zijn 's menschen hoogmoed,
1 eigenwaan, zelfgenoegzaamheiddie
j bergen en heuvelen moeten ver-
j dwijnen omdat zij een scheidsmuur
vormen tussehen God en Zijn schep
sel. Eindelijk „de kromme wegen
zullen tot rechte worden en de ou-
effene tot- effen e." In het leven van
iederen mensch zijn zoovele afdwa-
- lingen, hij beweegt zich zoo dikwijls
I op zijpaden, doolt zoo dikwijls rond
op wegen, aan welker uiteinde geen
geluk te vinden is. Zoo dikwijls is
niet Gods eer, niet het welzijn des
evenaasten, niet de zaligheid zijner
DE OFFICIEELE KERKLIJST
IX DE EERSTE MIS.
IX DE TWEEDE MIS.
IX DE DERDE MIS.