Dinsdag 26 Febr. 1907. No. 6533. 31"e Jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. Lectuur. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426. - HAARLEM. De leeswoede is een kwaal van onzen tijd. Lezen wil iedereen, de rain-ontwikkelden evengoed als de ontwikkelden. Wie kan er buiten zijn nieuwsblad of nieuwsblaadje f Wie brengt er nu en dan zijne vrije uren niet over „met een boekske in een boekske" Sommigen zouden niet liever doen dan al hunne vrije uren daaraan besteden. En lezen heeft ontegenzeggelijk groote voordeelen. Wie als de bede laar uit zeker overvroom devotie boekje getuigen zou: „Ikdank God, dat ik nooit lezen geleerd beb en aldus aan liet gevaar ontkom om slechte boeken te lezen," over hem zou men medelijdend de schouders ophalen. En toch is slechte lectuur niet een der groote gevaren van omen tijd Maakt de leeswoede niet tailooze slachtoffers? Ontelbaren hebben het geloof verloren of zijn in allerlei buitensporigheden gevallen, doordat zij zich waagden aan goddelooze_ol onzedelijke lectuur. Speculeerend op het kwade in iederen mensch heeft menig schrij ver zich niet ontzien, om op elke bladzijde van zijn werken aan de onzedelijkheid te offeren, tooneelen te schetsen, die een moordend gif zijn voor onschuldige gemoederen. En tot schande van de mensch- heid moeten wij er bijvoegen, dat juist zulke schrijvers den grootsten aftrek vonden, zich in oplage na oplage van lOOOen en tienduizenden exemplaren verheugen mochten. Zij hadden talent, groot talent, zegt men misschien. Laten we aannemen, dat de zede- looze flschrij ver Zola een groot talent bezat. Niemand zal echter durven tegenspreken, ook onder zijne meest hartstochtelijke bewonderaars, dat or onder zijne tijdgenooten of on middellijke voorgangers mannen gevonden werden, die hem verre overtroffen, zijne meerderen onder alle opzichten. Waarom, indien waar of vermeend talent hier als reden aangegeven wordt, waarom hadden hunne pen- nevruchten dan niet minstens een gelijk succes? Waarom vonden |zij lezers bij dui zenden, waar een Zola er honderd duizenden vinden moclit? Neen, niet de kunst, niet het talent, maar de beruchte zedeloosheid was de hoofdoorzaak van Zola's betreurens waardig succes. Daar zijn er na hem gekomen, die hem nog verre overtreffen in walgelijkheid en voor sommiger smaak is deze pornograaf zelfs niet meer gepeperd genoeg. Men wil lezen, veel lezen, en liet ongeluk is, dat te velen meer kijken naar wat ze voor een appel en een. ei kunnen krijgen, dan van welke hoedanigheid datgene is, wat ze voor een kleinigheid machtig wor den. Tegen een spotprijs wordt in som mige bladen een heele serie uit Zola's litterair vuil voortdurend aan geboden te velen bezwijken voor de verzoeking en strekken de hand uit naar de verboden vrucht, waar aan zoovelen zich dén dood aten hunner ziel. Waakzaamheid is noodig voor de grooten en meer nog voor de klei nen, voor de opgroeiende jeugd. Sommige ouders, die hun kinde ren van de straat houden, die streng toezien, met wie hunne kleinen om gaan, schijnen totaal onkundig Y,an het groote gevaar der slechte le zingen. Een slecht boek is evenwel de slechtste van alle makkers'en tevens de gevaarlijkste. Te velen beschreien het verlies van hun geloof, den ondergang hunner deugd, doordat zij zich aan gevaarlijke, aan ver boden lectuur waagden. Te velen zijn reeds ongelukkig geworden. We mogen hier zeker nogmaals herinneren aan den Vastenbrief vau Z. D. H. Mgr. Gallier, enkele weken geleden afgekondigd. Bekend is de bijzonderheid uit het leven van den grooten Katholie ken denker en staatsman, Joseph de Maistre, die, zelfs toen hij den man lijken leeftijd bereikt had, nooit een boek las, zonder te voren zijne moe der daaromtrent te raadplegen. Toch stond hij in deugd evenhoog als iu ontwikkeling. Onze aankomende jeugd schijnt maar al te veel te meenen, dat zij straffeloos rijp en groen lezen mag Wie lezen wil, heeft gelegenheid genoeg om zich goede lectuur aan te schaffen. Onze Katholieke lees bibliotheken staan hem open. Daar is men zeker, dat men ontspannings lectuur vindt, die geen schade doet aan de ziel, dat men de klip ver mijdt, waarop zoovelen reeds schip breuk leden. Dat vooral de ouders zich dat herinnerendat zij voortdurend wa ken over de lectuur hunner kinde ren. Te groote angstvalligheid is in dezen beter dan te ruime opvatting. L. Schipbreuk HarwichbootU De groote Pers wijdt zeer uit voerige beschouwingen aan de ont zettende ramp. Oorzaak en gevolgen worden in den breede opgespoord, en vooral de verschrikkelijke om vang wordt uit de onsamenhangende berichten van de laatste dagen nog eens met juistheid gememoreerd. Men wil, men mag nog niet zwij gen over dit huiveringwekkende drama. Wij ontleenen aan de talrijke nalezingen, die wij in de bladen aantreffen, het volgende ter verdui delijking en aanvulling van hetgeen we in de laatste dagen gemeld hebben. Bezoek aan liet wrak. Van Rotterdam vertrokken Zon dag lange, stampvolle extratreinen naar den Hoek van Holland, 500 menschen nam elke trein zeker mee. De stationschef verzekerde, dat wel 25.000 menschen met de trei nen van Rotterdam en de stoom tram van Den Haag waren aange voerd. Dan nog de voetgangers, fietsers, rijtuigen en auto's. Velen zullen gekomen zijn om een indruk te krijgen van de plaats der gebeurtenis, het brokstuk van de „Berlin" hebben willen zien lig gen, waarop zoo'n aangrijpende tragedie is afgespeeld. Een bewijs hiervoor vond men in den dichten stroom menschen, die langs de pier het wrak zoo dicht mogelijk tracht ten te naderen, maar dat er helaas ook velen belust waren op het zien der lijken, bewees weer de massa, die poogde om tot de doodenloods door te dringen. Ongelukkig schij nen de ongevoeligen het met te kunnen stellen met de getrouwe relazen, die Neerland's journalisten onophoudelijk naar liun bladen sei nen. De Dooden. Het publiek werd uiet toegelaten tot de Morgue. De ramen bleven bedekt, de electrische bollen wier pen tusschen dat duister en dwars dooi' ramen en wanden een mystiek licht op de witte baren. De vader en zij tl 7-jarig dochtertje Wennberg waren nu naast elkaar gelegd ónder takken van seringen en leliën, die de heeren Hudig en Pieters op de lijken hadden neergelegd. Naast elkaar lagen verder de le en 2e machinist van de „Berlin", William Dumets en Charles Mills, en zoo verder j de stoffelijke overschotten van de Zaterdag van het wrak ge haalde ongelukkigen. Daar lagen ook nog lijken in dit doodenhuis, die niet herkend waren, van vrouwen drie, en drie van man nen, Het doet zoo droevig, zoo in- droevig aan, hier de stakkerds te zien liggen, zonder dat een familie- of vriendenhand hen de oogen komt toedrukken. Van alle aangebrachten liggen de gebroken oogea open. De handen, als ze gevonden worden zijn niet week, niet krampachtig samenge trokken, dat zagen we nog, toen 's middags het lijk van den passa gier Batson werd binnengebracht. Ook dit lijk droeg maar één schoen en het is van belang te raemoree- ren, hoe vele lijken van passagiers öf van schoenen ontbloot waren, of er éen dragend, óf beide soms met geheel of gedeeltelijk losse schoen veters; een bewijs, zou men zeggen, dat de ramp de passagiers heeft overvallen en deze ook mogelijk voor een deel als gevolg van zee ziekte niet tijdig gekleed konden zijn. Ook zijn er lijken haast onge kleed gevonden en bijna geen enkel met jas of mantel aangetroffen. Uit alles, ook uit den toestand, waarin de lijken op het wrak zijn gevon den en de onvoldoende kleeding, die ook de geredden bij zich had den, blijkt, hoe weinig tijd de pas sagiers hadden om zelfs met achter lating van alles uit hun hutten te komen. Geen van hen, die op liet achterdek zijn gevlucht, had leef tocht bij zich. In het doodenhuis was nog 's nachts het lijk gedragen van den passagier Reeves uit Epeom (Engeland); daarentegen waren 13 verongelukten van de equipage der „Berlin" Zondagmorgen met een der schepen van de „Great Eastern Railway Company" naar Engeland teruggevoerd. Voor de teruggevon den lijken der equipage wordt na tuurlijk door deze maatschappij de meest mogelijke zorg gedragen. De cliiel-steward Moore die nu dood is, was een rijk man, die lou ter uit lust nog bleef varen. Op het station vernam men van een zonnestraaltje bij al het droe vige. De familie van de jonge dame Buttel was overgekomen om het lijk te herkennen, toen de moeder en de zuster hoorden, dat ze gered was en leefde. Men kan zich voor stellen, wat zich na zoo'n ommekeer afspeelde. Gillend van vreugde en geluk vlogen ze naai' het Hotel Amerika, waar ze de geredde terug vonden. Daar zijn moedei' en doch ter toen aan liet bed van miss Buttel neergeknield, om den Almachtige te danken voor dit weerzien. Ter aarde bestelling. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik hadden den ordon- nance-officier len luit. Jhr. Van der opgedragen een grafkrans van H. M. en een dito van Z. K. II. neer te leggen op de rustplaats der omgekomenen die te 's Graven- sande zijn ter aarde besteld. Onder groote belangstelling is op Oud-Eik-en-Duin bij Den Haag lei- aarde besteld het stoffelijk overschot van den directeur der Haagsclie manege, den Heer A. Kruger. Een aantal bloemstukken dekten de lijk baar. De lieer Hovy, burgemeester van Loosduinen, richtte een troostwoord tot de familie. Door den Schout-bij-Nacht te Ilellevoetsluis zijn de volgende tele grammen verzonden: „Schipper Berkhout en be manning stoomloodsvaartuig Hellevoetsluis", te Hoek-van Holland. „Onder den indruk van het dappere, beleidvolle en mensch- lievende werk door u verricht, breng ik u ook namens de hier aanwezige officieren en mindere schepelingen der Marine, bene vens ambtenaren, geëmployeer den en werklieden van's Rijks werf, onze warme hulde. Rö.uer. En eenzelfde telegram aan schip per Jansen en bemanning der red dingboot te Hoek-van-Holland. Aan onzen Prins. E. Laürillard zendt aan liet „N v. d. D.", de volgende diclitregeltjes: De Deugd vraagt niet om loon Bijeenbrengen van gelden. Naar „liet Handelsblad verneemt heeft zich te Amsterdam een commis sie geconstitueerd uit de lieeren S. P. van Eeghen, voorzitter van de Kamer van Koophandel, H. C. Veltman, voorzitter van de Ver. voor den Effectenhandel en S. Hepner, voorzitter van de Commissie voor den graanhandel, en C. F. Over- lioff Jr., lid der firma Kerkhoven Co., laatstgenoemde als secretaris- penningmeester. Het doel der com missie is de gelden bijeengebracht en nog bijeen te brengen op de Zaterdag en gister ter beurze ter teekening gelegde lijsten op de beste wijze eu liet meest iu overeenstem ming met de bedoeling der gevers te verdeelen. De secretaris-penningmeester der Commissie is alsnog gaarne bereid verdere giften in ontvangst te nemen. Op de Beurs te 's-Gravenliage lieeft ook een lijst ter teekening gelegen, waarop in enkele oogen- blikken voor f 1300 geteekend was. De netto-opbrengst ,ran liet Zater dag verschenen nummer van „De Prins" is, naar medegedeeld wordt, geheel ten bate van de redders. Op de gezamenlijke lijsten aan de Beurs is tot dusverre geteekend ongeveer f20,000. Een onware beschuldiging. De N. R. Crt. schrijft: Zoo spoedig mogelijk na liet ont vangen en publiceeren van de ambtelijke logenstraffing door den burgemeester van 's-Gravensande, betreffende de berooving van aan gespoelde lijken van schipbreuke lingen der Berlin, hebben wij alle stappen gedaan om opheldering te brengen in deze zoo droeve zaak. Bij een onderhoud van een der leden van onze redactie met den inzender, kwam uit, dat de neer geschreven beschuldigingen, even- zoovele onwaarheden zijn geweest. Het is niet waar, en de inzender had niet gezien, dat „zoodra een lijk was aangespoeld, eenige kerels, strandjutters genaamd, zich als gie ren op hun prooi wierpen, de rin gen van ('e vingers afrukten en met hun buit aftrokken". De inzender had dat niet gezien; toch sclireef liet ons Wij hebben den bewusten inzen der ernstig en dringend aangeraden, door een voluit onderteekende verklaring in ons blad zijn grievende beweringen terug te nemen. Aan dat verzoek is niet voldaan. Wel zond hij ons een uitvoerig schrijven in dezen geest, echter met de blijkbare bedoeling liet als ongeteekend ingezonden stuk te laten opnemen. Wij hebben gemeend dezen brief, als in de gegeven omstandigheden beslist onvoldoende, te moeten ter zijde liggen. W aar onze courant, hoezeer ook volkomen te goeder trouw, er toe beeft meegewerkt, een gerucht te verbreiden, dat een ongunstig en geheel onverdiend licht werpt op den goeden naam onzer brave kustbewoners, hebben wij liet noo dig geacht om, door ook in liet buitenland groote bekendheid te geven aan dé officiëele tegenspraak van de bevoegde autoriteiten, on gedaan te maken, wat nog onge daan te maken viel. De Commissaris der Koningin in de Provincie Zuid-Holland lieeft den burgemeesters van de strand- gemeenten in dit gewest uitgënoo- digd, in den eerstvolgeuden tijd onverwijld van de Great Eastern Railway Company (telegram-adres Eastern) te Hoek van Holland bij zonderheden op te geven van in hunne gemeente aanspoelende lij ken van onbekenden, ter vaststel ling van identiteit. De directeur der „Great Eastern Spoorwegmaatschappijlieeft tele grammen en brieven met dankbe tuiging gezonden voor de ondevon den belangstelling aan H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden, om dezen dank te zeggen voor alles wat hij gedaan beeft tot redding en hulp bij de ramp vau de „Berlin." Omtrent de begrafenis van vijf slachtoffers gisterenmiddag te 1 uur op 't kerkhof vau 's-Gravensande vernemen we, dat onder deze lijken bebooren ïiiet-herkende en niet voor vervoer naar Engeland opgevraagde Reeds Donderdagav. is in de R. K. kerk van 's-Gravensande een Pro- fundis ter eere van de nagedach tenis der slachtoffers gezongen. In de Pastorie te 's-Gravensande. Een verslaggever van „De Echo" is bij den Franschinan toegelaten geworden, die in de R. K. Pastorie verpleegd wordt. Hij verhaalt: „Daar lag hij in de stille, be hagelijk verwarmde ziekekamer. 't Was nu alles stil geluk, en stille vrede om hem heen, na al dat on gekende lijden. Aan het ziekbed zat zorgzaam en vol dankbare liefde een bloedverwante, om zijn ge ringste wenschen te voorkomen. Toen wij (de kapelaan eu de verslaggever) binnenkwamen, wilde hij spreken. „St-, stil!" fluisterde vriendelijk comr landeerend de jonge kapelaan „tais-tois done. Le docteur Ja maar, hij moest ons toch ver tellen, lioe grenzeloos gelukkig hij was. Ah, je suis heureux!" Met tranen in de oogen grepen zijn bleeke, slappe handen de onze. Hij hoorde, dat ik journalist was. „Ah, racontez le done au peuple hollandais, vertel het toch aan uw landgenooten, hoe dankbaar ik bun ben, is 't niet zoo, „monsieur l'abbé?" „Vous êtes de braves gens tous!" Ge zijt allen edele, brave menschen Ik zal mijn redders niet vergeten."... En ik stamelde, dat ik ook zoo verheugd was met zijn redding ik had hem om den hals kunnen vallenEn ik was geheel vergeten dat ik journalist was, en dat ik daar was gekomen met de leelijke bedoe ling om hem van zijn afschuwelijk lijden en dat zijner lotgenooten te hooren verbalen, 'n Misdaad zou 't geweest zijn. Want 't zalig geluk van zijn redding, en zijn dankbaar heid, en van de teedere zorgen die hem nu omgaven, bad men, nu althans, bevrijd van de afzichtelijke nachtmerrie van al dat doorgestane leed. Hij was nu alleen gelukkig. Ik drukte hem zwijgend de hand, ik ging verslagen heenen ik kan u niets weervertellen van wat daar op dat lieen en weer geslin gerd wrak is gebeurd. De geestelijke, een lobuste jonge man, pas verslagen been... en ik kan u niets meer vertellen, hoe hij den armen, steunenden schipbreu keling -zelf de trap op had gedra gen, en hem als een kind had ver troeteld en verzorgd. Hoe hij met een ambtgenoot de redding had meegemaakteu vol gelukkige geestdrift vertelde hij mij, hoe zij iu dien stormnacht op het dek van de loodsboot, met uitgestrekte ar men den zegen van den Hemel over 't reddingswerk hadden afge smeekt. Hoe zij de verkleumde ongelukkigen, zoodra die door de bemanning aanboord warengebracht hadden gewreven en verwarmd, totdat er door de doode ledematen nieuw leven stroomde. Zoo zou ik kunnen doorvertel len van al liet verkwikkend mooie, bij zooveel jammerlijken rampspoed, waarvan die twee jonge mannen (met trots kan ik mededeelen, dat het 'Amsterdammers zijn), mij on vermoeid verhaalden. Maar 't meeste wat ik van hen hoorde uit dien spooknacht is al door anderen verteld voor mij was nu alleen 't aantrekkelijke het van ooggetuigen te hooren. DU1TSCHLAND. Centrum en Rijkskanselier. Uit een uitvoerig Reuter-telegram blijkt, dat Rijkskanselier en Cen trum gisteren tegeu elkaar positie genomen hebben. liet kan nog wel tot verbroedering komen langzamer hand, maar uit 's Kanseliers woor den valt op te maken, dat de ver kiezingen wrok en afkeer hebben achtergelaten. Wij laten het telegram hieronder volgen Bij de eerste leziug der begroo ting antwoordde de rijkskanselier, op liet betoog van den Centrum- leider Spahn: „Ik lieb geruimen tijd mijn best gedaan de medewer king van het Centrum te winnen voor de grootsche eischen van de nationale politiek. Ik ga mee mei iedere partij, die de hoofdlijnen eerbiedigt, zonder ivelke bet Duit- sclie volk zich in de wereld niet kan handhaven. Maar liet Centrum heeft zijn toonaangevende positie niet gebruikt met die mate van kalmte en zelfbeheersching, welke voor zijne partij de noodzakelijke voorwaarde is van een blij venden invloed. Roeren trad tegen den ko lonialen dir op en wel op eens dooi de zaak niet gerechtvaardigde wijze en in zeer onbelioorlijken vorm. „Als het Centrum overeenstem ming had gewild en onder hand having van het wederkeerig stand punt omtrent de eer en het beginsel, de ontbinding van den Rijksdag had willen vermijden, dan bad liet slechts voor het voorstel Ablass behoeven te stemmen, dat liet be- grootingsrecht geheel en al onaan getast iiet Het Centrum deed dit echter niet, omdat het samen met de sociaal-democratie de regeering moeilijkheden wilde bereiden en dat kan deze zich nooit laten welge vallen". Biilow verklaarde verder, dat tijdens den verkiezingsstrijd werd beweerd, dat bet te doen was om grondwettige instellingen en vrij heden tegen de persoonlijke regee ring te verdedigen. Nooit is er iets merkbaar geweest van eene per soonlijke regeering. Alle beweringen aangaande onwettige handelingen van de Kroon bij de ontbinding van den Rijksdag zijn lichtzinnige praat jes. De bewering dat de katholieke kerk in gevaar zou zijn en een nieuwe Kulturkampf" wordt voor bereid is een grove verkrachting van de waarheid. Het samengaan van de Centrums- partij met de sociaal-democratie was niet slechts een grove staat kundige fout, maar ook een moreel onrecht. Afgevaardigden van het. Centrum hebben een verkiezings leuze voor sociaal-democraten uit gegeven. Zoolang de sociaal-demo cratie op haar standpunt blijft staan, behoorden bondgenootschap pen voor verkiezingen slechts mo gelijk te zijn onder burgerlijke partijen. De tegenwoordige meer derheid moet liare aaneensluiting daarin zoeken, dat ze positieven arbeid wil verriehlen. In de be scherming vanden nationalen arbeid, in een gelijkmatige behartiging van de belangen van alle takken van bedrijf, in de bevordering van landbouw en nijverheid, in maat regelen in het belang van de ar beiders zal ik trouw blijven aan bet eens ingenomen standpunt. fiQITE MA NON AGITATE. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicity Etrangère :- G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Snee., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Doch d;è haar op zien treden Iu nederige majesteit, En dan haar werkzaam zien in 't helpen, troosten, zeeg'nen, Bewonderen haar heerlijkheid, Maar worden krachtig ook door geestdrift aangedreven, Om dank en liefde haar te bi én: Prins! hoor met liefde en dank alom uw' lof verheven 't Volk heeft Uw hart gezien!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1