Donderdag 7 Maart 1907.
No. 6540 31s,e Jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Samenwerking.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Editie 4 uur,
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT
BUREAUX: St.JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426, - HAARLEM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31 bis Faubourg Montmartre.
Wie had enkele jaren geleden
durven voorspellen, dat Boer en
Drit in Zuid-Afrika zouden samen
gaan begin .1907? Bespot en uitge
lachen zou men hem hebben als
den onnopzelsten der broodprofeten.
Er gaapte immers zulk eene diepe
'klove tusschen Brit en Boer; over
duizenden lijken heen moesten de
Boeren de hand reiken aan de fel
gehate „Rooineks". En het mee-
t'endeel van deze lijken waren die
van vrouwen en kinderen, op bar-
baarsche wijze door het „mensch-
lieveud" Alhion in de Concentratie
kampen tot een jammerlijken dood
gedoemd.
Het bloed der gesneuvelden, de
moord op weerlooze vrouwen en
kinderen schreiden nog altoos om
wraak ten hemel; in ieder geval
kon de bloedige heugenis aan den
Boeren-oorlog met al zijn gruwelen
nog niet in die mate vergeten zijn,
dat, hoe snel we ook leven, nu reeds
aan verbroedering, aan toenadering
te denken viel tusschen Boer en
Brit.
En toch, reeds enkele dagen heb
ben de telegrammen het ons geleerd,
die verbroedering, die toenadering,
welke eene onmogelijkheid schenen,
zijn thans een voldongen feit.
Samenwerking zal er wezen tus
schen die beide zoo lang vijandige
elementen.
Eenigszins vreemd hoort men wel
op bij het vernemen, dat de won
den, door Engeland op zoo wreede
manier geslagen, nu reeds geheeld
schijnen te zijn; dat verbroedeiing
tot op zekere hoogte in de plaats
gekomen is der vroegere vijand
schap, der vroegere veeten.
Sommigen schudden misschien be
denkelijk het hoofd en redeneeren
in hunne wijsheidAls dat maar
niet spaak looptAls de Boer zich
maar niet door den sluwen Engelsch-
man laat bedotten en andermaal
bet kind der rekening wordt."
Zelfs enkele Zuid-Afrikaansche
nieuwsbladen kunnen hunne be
zorgdheid niet verbergen en spreken
de vrees uit, dat er uit zoodanige
samenwerking niets goeds voort
komen kan Zij voorspellen allerlei
treurige dingen.
Een der Kaapsclie bladen schreef
letterlijk, dat „ten spijte van de
verschrikkelijke opofferingen, sedert
1889 gedaan, de toekomst van IYans-
vaal duister is en dat de leiders
van „Het Volk" veel sympathie
verliezen zullen en hun standpunt
verzwakken".
Dat is een alarmkreet, die bij
meerderen weerklank zal vinden
en die ook onze sympathie voor
de Boeren zou doen vragen: „Is
hier waarlijk met het noodige be
leid gehandeld?
De „Volkstem" brengt het vol
gende geruststellende antwoord:
«Goed bekend als we zijn met de lians-
vaalsehe omstandigheden, gelooven we
dat de ongerustheid onzer Kaaplandsche
tijdgenooten ongegrond is. Hetgeen na
181)9 gebeurd isf heeft zoowel bij Engel-
sehe als bij Afrikaner Transvalers de
'oogen geopend voor de mogelijkheid tot
nuttige en vruchtdragende samenwerking.
Bovendien is onze binnenlandsche ont-
wikkeling nog zoo achterlijk en is de
behoefte om al de beschikbare energie te
besteden aan opbeuring van de bevolking
zoo dringend, dat de beste elementen
vast besloten zijn om de handen ineen
te slaan en mekaars hulp te aanvaarden,
zonder wrok cn achterdocht. En zoo is
Sekornen, dat op één en dezelfde poli-
e Platform zich personen bevinden,
wier staatkundig verleden scherpe kon-
(asten. aanwijst. Gewezen Reformers zul-
n bij de stembus den steun genieten
vran. meest oprechte Krugerianenen
geni. Jan Smuts oogst daverende toejui
chingen, wanneer hij voor een Engelsch-
draa t i .Publiek zijn candidatuur voor
een eh; i wil daarom niet zeggen, dat
deze T>-s?nUe iVan karakterloosheid onder
dat een influenza van^Tf A?
welgezinde publ£kh; moed®loo8helud d('t
Maar als een Refon ^^V86111'6)'6'1-1^f
of een magnaat mot ?t m °e" kaPltal.lst)
Volk sympathiseert, waS^^alS
weerd; en waar het V.flk'Ven ei|n
candidaten heeft gesteld, krijgt een na
tionaal candidaat de stemmen onzer or
ganisatie. En omgekeerd worden de can
didaten van het Volk gesteund door de
talrijke klasse van onze bevolking, die
moe is van het progressieve gehaspel en
volle vertrouwen koestert in de verstan
dige bedoelingen der oude ingezetenen.
Of het aangehaalde voor allen
onder ieder opzicht eene gerust
stel'ing mag heeten? De klokhen
bezorgdheid van sommigen zal be
zorgdheid blijven, maar wat nood?
Botha en Smuts, om slechts deze
twee te noemen, zijn geen lieden,
die voor een Engelschen schotel
linzen hun Boeren-eerst-geboorte-
recht verkoopen.
Gestreden en geleden hebben zij
voor hun vaderland, dat hun daar
door dubbel heilig, dubbel dierbaar
moet geworden zijn. Ook hun is
ongetwijfeld de diep-smartelijke
herinnering bijgebleven van den
onzaligen jongsten oorlog; ook zij
hebben het trouwelooze Albion in
zijn ware gedaante meermalen ge
zien.
Dat mannen als zij, ondanks dat
alles, niet alleen samen willen wer
ken met den Brit, maar als de
hoofd- en voormannen daarbij wil
len optreden, moet ons vertrouwen
geven in de nieuwe orde van zaken.
Het hooger welzijn van Trans
vaal, van het Boeren-element, niets
anders kunnen een Botha en een
Smuts zoeken.
E11 hoe verachtelijk, hoe karak
terloos en huichelachtig de mensch
zich menigmaal toone, voor de eer
der mensch beid hopen wij, dat wij
deze twee in eene zaak als de hier
besprokene nog wel ons vertrouwen
mogen schenken en ons gerust
mogen stellen met de verzekering:
\Vie de Judasrol begeerlijk schijne,
niet een Botha, niet een Smuts.
Zij hebben die samenwerking
goedgekeurd, mede tot stand ge
bracht; zij zal dus den Boeren ten
goede komen.
Als hunne vrienden en stamver
wanten wenschen wij niet beter.
L
RUSLAND,
Zooals wij reeds gisteren mede
deelden, is de heer G oio wine, voor
zitter der Doema, door den Tsaar
in audiëntie ontvangen. Het on
derhoud duurde een kwartier on
geveer en kenmerkte zich door
groote hartelijkheid.
Na zijne tevredenheid betuigd te
hebben over de opening der tweede
Doema, wees de Tsaar op de groote
moeilijkheden, die het werken met
eene vergadering, uit zooveel ver
schillende elementen bestaande, uit
den aard der zaak meebrengt.
De heer Golowine antwoordde,
dat hij in de Doema eenstemmig
heid hoopte te krijgen over de be
langrijkste quaesties, en dat de leden
der vergadering er naai- zouden
trachten, het in hen door den Tsaar
gestelde vertrouwen niet te bescha
men.
Nog even op de nieuwe Doema
terugkomend, herhalen wij thans
wat we vroeger schreven over de
ontbinding der eerste Doema.
Deze bestond uit menschen, die
te harder schreeuwden naarmate zij
tot minder in staat waren. Tol
stoi zelf, die de revolutie zoo n goed
hart toedraagt, schold ze schreeu
werig® leeghoofden Zij toonden
géén kijk te hebben op den toe
stand en meenden niet ellelange
redevoeringen Rusland te redden.
Middelerwijl gi"g revolutie voort
haar heilloozen invloed te doen ge
voelen. De eerste Doema moest
weg en haar naai huis zendend
pleegde de Tsaar geen onrecht,
maar volbracht hij wel een goede
daad. De tweede Doema zou erger
wezen dan de eerste, werd gezegd.
Onwaar is dat gebleken. Er hebben
veel meer leden der gematigde
groepen zitting. Hun getal zou n g
grooter geweest zijn, indien de ra
dicalen in menig kiescollege minder
macht bezeten hadden.
Na afloop der zitting, zoo wordt
uit St. Petersburg gemeld, werden
de Doema-leaen der linkerzijde
door de menigte op straat toege
juicht, die der rechterzijde daar
entegen gescholden en uitgejouwd.
Door revolutionaire toespraken
werden de menschen warm gemaakt
en opgezweept. Toen de oploop een
ernstig karakter begon aan te nemen,
dreef de politie hen met de blan
ke sabel uiteen.
Golowine, de voorzitter der oe-
ma is thans 40 jaar. (Geb. te Moskou
1867). Men noemt hem een zeer
bekwaam man. Tot zijne daden
spreken, zullen wij daaromtrent
ons oordeel opschorten.
DU1TSCHLAND.
De feiten zelf komen nu liet
„Centrum" in 't gelijk stellen. Wat
toch verklaarde Dernburg, directeur
van Koloniën, gisteren in den Rijks
dag
Dat de troepen in Zuid-West-
Afrika met 600 man verminderd
konden wordendat dus de schreeu
wend. hooge uitgaven voor Kolo
niën minstens niet-verstandig be
steed geld was. En dat beweerde
liet. „Centrum" ook.
Dat twee zijner leden op eigen
gelegenheid en buiten de partij 0111
voor een paar ambtenaren geijverd
hebben en dezer belangen, was
waarlijk evenmin de moeite waard,
0111 die hartstochtelijke campagne
tegen het Katholieke „Centrum"
uit te lokken.
Von Hertling heeft het duidelijk
genoeg gezegd de ware bedoeling
dorst men niet te openbaren. Hij
heeft ze aan 't licht gebracht en
de Rijkskanselier heeft zich niet
eens durven vertoonen in den
Rijksdag.
Het „Centrum" de huid vol
scheldenmet allerlei valsche, on
houdbare beschuldigingen de katho
lieke partij verdacht maken en als
zondebok in de woestijn drijven
scheen de beste methode. Doch als
immer straft zij de menschen, die
er zich de handen aan vuil maak
ten.
Om op Dernburg terug te ko
men, volgens hem gaat Duitscb
Zuid-West-Afrika eene mooie toe
komst tegemoet. Wanneer die
toekomst herten geworden is,
mogen de Duitschers de voorspelling
en beloften van Dernburg nog eens
gedenken.
lieken te Parijs en te Madrid wat
zouden bedaren en tot kalmer oor-
deelen brengen. Wat dus tegen den
Paus bedoeld was, spreekt juist in
zijn voordeel. Met andere woorden,
de bom springt naar den verkeerden
kant.
Do H. Vader heeft ook hier ge
toond een wijs en voorzichtig man
te wezen, wiens handelingen er
slechts bij winnen, als zij in het
volle daglicht worden geplaatst.
Verschillende prelaten, behooren-
de tot de kerkelijke provinciën
Bourges, Tours en Sens, vergaderden
gisteren te Parijs. Voorzitter was
Mgr. Ardin, aartsbisschop van Sons.
Aanleiding tot het houden dezer
bijeenkomst was, dat er aan den
H. Vader drie candidaten zullen
voorgesteld worden voor den bis
schopszetel, die openkomt, als de
huidige titularis tot aartsbisschop
van Chambéry verheven wordt.
Binnenkort zal op het aartsbis
schoppelijk paleis te Toulouse eene
soortgelijke vergadering gehouden
worden. Onder voorzitterschap van
Mgr. Germain zal dan een lijstje
van drie candidaten opgemaakt
worden voor den bisschopszetel van
Pamiers.
n.
FRANKRIJK.
Mr. Montagnini's papiere
Wat hadden de anti-clericalen
zich al verblijd over de onthul
lingen, die de brieven en stukken
brengen zouden, op de voormalige
nuntiatuur te Parijs in beslag ge
nomen
En zie, de eerste bom van dien
aard springt aan de verkeerde zijde.
Z. Heiligheid heeft zich niet enkel
buiten de heele reis gehouden van
Koning Alfonso van Spanje naar
Parijs, maar volgens den Romein-
schen Correspondent, van het dag
blad de „Temps" (Parijs), dat altoos
aan de zijde der regeering stond,
heeft het Vaticaan bovendien het
volgende gedaan. Er waren vele
Spaansche edellieden te Parijs en
te Madrid, „heftige clericalen", die
bij Z.H. stappen deden, om door
hem den koning te bewegen van
de voorgenomen reis naar het god-
delooze Frankrijk af te zien.
En wat heeft de Paus gedaan
volgens den „Temps"-correspon-
dent
Hij deed aan Mgr. Rinaldini te
Madrid en Mgr. Montaguini schrij-
veib dat Zij die warmbloedige,
warnihoofdige Spaansche Katho-
Korte Berichten.
Het heet thans, dat er voor de
troonopvolging of het regentschap in
Brunswijk geen Pruisische prins in
aanmerking zal komen. En wel op
Keizer Wilhelm's uitdrukkelijk ver
langen.
Volgens een Duitscli blad zijn de
professoren der Petersburgsche uni
versiteit overtuigd, dat het vinden van
bommen, snelvuurgeweren enz. enz.
in de studentenwouingen enkel eene
provocatie is geweest. Een stout be
weren, zelfs voor hooggeleerden.
Te Toulon (Frankrijk) beginnen de
soldaten hunnen meerderen al een pak
slaag te geven, wanneer die chefs'" te
veel praats" maken. Vrucht van liet
nieuwe politieke militaire stelsel. De
krijgstucht moet daardoor wel bloeien.
Uit het gesprokene in het Engelsche
Lagerhuis blijkt duidelijk, dat Enge
land wèl bezuinigt, maar zijne vloot
niettemin even sterk blijft als welke
twee vereenigde andere vloten ook.
Dat is tenminste nog practische be
zuiniging.
De Beiersche "Cent rum „-partij heeft
te München een congres gehouden,
dat door ruim 600 personen werd bij -
gewoond. Alle leden van den Landdag
waren aanwezig; ook 34 leden van
den Rijksdag. De liberale Pers klaagt
steen en been, dat alles met „geslo
ten deuren" ging en zij niets ver
neemt, clan wat „de Ultramontaansche
pers" belieft te verklappen.
In hooger beroep.
Het Gerechtshof te A'dam be
vestigde gister het vonnis der Haar-
lerasche Rechtbank, waarbij een
26-jarige vletterman uit IJmuiden
werd veroordeeld tot 4 maanden
gevangenisstraf wegens het, veroor
zaken van een anders dood door
schuld (het bij ongeluk doodschie
ten van een ouden dooven man,
die dikwerf in de maling genomen
werd).
Borgesius c. s.
Na afloop van de vergadering
der Tweede Kamer heeft gisteren
de partijgroep der liberalen, staande
onder leiding- van mr. Goeman
Borgesius, een clubbijeenkoinst ge
houden.
Z. K. H. Prins Hendrik
heeft het beschermheerschap aan
vaard van de Zuid-Hol landsche
Redd ing maatschappij
Burgemeester v. Leeuwen.
De Ned. R. K. Volksb. (afd. Am-
sterd.) heeft een schrijven verzon
den aan den burgemeester der Hoofd
stad waarin instemming wordt be
tuigd met het adres, waarbij mr.
Van Leeuwen verzocht wordt geen
gevolg te geven aan zijn voorne
men een herbenoeming als burge
meester niet te aanvaarden.
De Prins en de Journalisten.
De Haagsche-briefschrijver van het
„N. v. d. D." vertelt deze week o. m.
„Men weet, dat een der heeren van
de „N. Crt." op den loodsstoomer was,
waarop Prins Hendrik de redding
bijwoonde en de geredden hielp ver
zorgen. Het was de heer Van Dam,
die in een vroeger tijdperk van zijn
leven „zeebeenen" kreeg en daardoor
iets kon doen, waarbij een gewone
landreporter het aldra, afhangende
over de verschansing, zou hebben af
gelegd. Maar interessanter is het vol
gende In den morgen van dien vreese-
lijken dag telefoneerde de Prins, die
aan boord met den heer v. D. had
kennis gemaakt, aan deze, of hij met
zijn automobiel weer naar den Hoek
wilde meerijden.
„Wel een typisch staaltje, nietwaar,
van de eenvoudige wijze, waarop de
Prins denkt en doet. Echt in den Hol-
landschen geest."
Onderscheidingen aan de Redders.
Bij Kon. Besl. is benoemd tot
ridder in de orde van Oranje-Nas-
sau, de matroos bij het loodswezen
K. Ree, en is de gouden eere-medaille
dier 01de verleend aan den loods-
schipper der le klasse J. Berkhout,
den zeeloods J. W. M. Liebregs,
de loodskweekelingen der 2e kl.
H. van der Meulen en C. de Gor
ter, de matrozen bij liet loodswezen
T. van Duvn, P. Jansen, J. B.
Schoonbeek, P. Ruig, E. P. Braam,
H. J. Sauders, J. J. de Geus, J.
Steehouwer Azn. en M. A. Reg >ort
en den matroos-kok bij het loods
wezen K. O. de Brauwer.
Bij Kon. Besl. is benoemd tot
ridder in de orde van Oranje-Nas
sau, M. Sperling, schipper in dienst
van de Bergingsmaatschappijis
toegekend de eere-medaille, verbon
den aan de orde van Oranje-Nassau
in goud, aan C. Sperlingin zilver,
aan L. Sperling (en G. Moerkerk,
matrozen, mede in dienst van voor
noemde maatschappij, en aan C.
Koffeman, J. Woudenstein en J.
Waardenberg, matrozen van de
sleepboot „Wodan"; in goud aan
den zeeman PI. van Mastrigt; is
benoemd tot ridder in de orde vau
Oranje Nassau (bij bevordering), G.
Jansen, schipper van de stoomred-
dingsboot „President van Heel"; en
is toegekend de eere-madaille, ver
bonden aan de orde van Oranje-
Nassau, in zilver, aan F. Seekles,
A. Boon, de Zeeuw en P. Hoogen-
raad, matrozen, J. van Mastrigt,
eerste-machinist, C. van der Haven,
tweede-machinist, J. Boel, stoker,
en B. E Blokland, hulpstoker van
voormelde reddingboot. („St.-Ct.")
Eere aan onze priesters.
De (Protestantsche) „Heraut,, is
niet gesticht over de afwezigheid
predikanten] bij het reddingswerk
aan den Hoek vindt het „bevreem
dend, dat met de reddingsboot alleen
een pastoor der „Roomsche Kerk"
uittoog om geestelijke hulp en bij
stand te bieden. Voor den moed
van dien pastoor hebben wij allen
lof.
Bij hem althans leefde het besef,
dat in zoo hangen nood niet alleen
voor het lichaam maar ook voor de
ziel hulp noodig was.
Maar voor ons, Protestanten, ligt
hierin iets beschamends. Niet ééu
predikant ging mee aan boord.
Zelfs hoorde men niet van eenige
geestelijke vertroosting, die aan de
geredden of aan de diepbedroefde
familieleden der gestorvenen ge
bracht werd. Rome trad terstond
handelend op, maar de Protestant
sche kerken lieten alleen bij de
begrafenis van zich hooren.
Nu kan dat aan toevallige om
standigheden liggen, omdat aan den
Hoek van Holland juist een pas
toor woont. Maar dit feit staat toch
niet op zich zelf. Onze soldaten in
Atjeh spreken met de grootste be
wondering en liefde over een pas
toor, die hun gevaren deelt, voor
hun geestelijke behoeften zorgt,
hun zieken verpleegt. Telkens leest
men in de dagbladen dat gekwets
ten of verongelukten op straat in
een Roomsch gesticht worden bin
nen gebracht en daar met de groot
ste zorgvuldigheid verpleegd wor
den. Een ijver, waartegenover Pro
testanten onverschillig vaak maar
al te droef afsteken.
Met zekere laatdunkendheid op
dezen „ijver in goede werken" van
de Roomsche Kerk neer te zien,
baat u niet. Rome wint daardoor
in de publieke opinie aan invloed
en kracht. Veeleer hebben onze
Protestantsche kerken tot zich zelf
in te keeren en te vragen of het
woord van Christus ook niet tot
ons gesproken is„Laat uw licht
schijnen voor de menschen, opdat
zij uwe goede werken mogen zien
en uw Vader, die in de hemelen
is, verheerlijken."
De (antirevolutionaire) „Zeeuw"
schrijft
Een geacht h atholiek te Goes
merkte ons dezer dagen met eenigen
trots op, dat bij 't graf der schip
breukelingen drie (of vijf?) predi
kanten waren en geen enkele pre
dikant den tijd scheen te hebSen,
mee te gaan naar het wrak of al
thans bij aankomst der geredden
klaar te staan, om geestelijken bij
stand te bieden aan de diep ver
slagenen. En dat, terwijl de pas
toor van den Hoek in de pijjekker
van een matroos medeging om
troost en stervensmoed te brengen
en te helpen met lichamelijke en
geestelijke verpleging. Ook de ka
pitein van het Heilsleger deed iets.
Doch alleen de R. K. geestelijke
deed zijn plicht. Wij deden het
zwijgen tot deze vriendelijke aan
klacht, wijl wij 't er mee eens
waren.
Een ander Katholiek vriend, de
opmerkingen beamende, voegde er
versclioonend aan toe, dat mis
schien de echtgenooten der predi
kanten hen van 't gaan naar de
plaats der ramp hebben afgehou
den een verleiding, waarvan de
pastoor van den Hoek is vrijge-
bl«ven. In dat geval zou 't „Cher-
chez la femme" hier weer van toe
passing zijn. Het neemt echter
niets weg van het beschamende
voor ons.
Melkhygiëne.
Het „Weekblad voor Melkhygiëne"
merkt o.m. het volgende op:
Zoowel binnen als buiten onze gren
zen is het denkbeeld van gemeente
lij ke me kinrichtingen meermalen over
wogen.
Het vindt in bevoegde kringen zoo
goed voor- als tegenstanders.
Of we echter ooit zoover zullen ko
men, dat elke stad zoo goed hare eigen
melkinrichting zal hebben als b. v.
hare gasfabriek, valt te betwijfelen.
De bezwaren, verbonden aan eene
stedelijke melkinrichting, zijn zoo-
velen, dat vermoedelijk voorloopig de
meeste gemeentebesturen daarvan zul
len terugschrikken.
Want of de gemeente heeft geen
reden om deze zaak tot zich te trekken,
öf ze moet het goed doen, d. w. z.
zóó, dat men gerust zijn halfvolwassen
jongen een glas melk durft laten drin
ken en niet behoeft terug te schrikken
voor de verantwoording, die men daar
door op zich laadt.
Aangenomen, dat het nooit de be
doeling kan zijn stedelij ke melkinrich
tingen te bouwen ten behoeve van de
„uper tens", dan moet zoo'n lichaam
In steden als b.v. Amsterdam, Rotter
dam en Den Haag van zeer grooten
omvang zijn. Er kan dan geen sprake
zijn van stallen onder eigen beheer,
die eene genoegzame hoeveelheid melk
zouden opleveren, b.v.. alleen voor de
benoodigde gepasteuriseerde melk. Zou
men genoeg boerderijen kunnen be-
heeren om daaruit te voorzien in de
behoefte aan kindermelk alleen, dan
lNIIENDRiT
AGITE MA HON AGITATE.