Maandag 22 April 1907 No. 6567 32s,e jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. buitenland. Gespierdheid en Klaarheid? Uit de Pers. BINNENLAND. Editie 4 uur, ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maandeu voor Haarlem 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post.1.6o Afzonderlijke nummers0.05 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve zon- en feestdagen. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar paatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT. &UREAUX: St. JANSSTRAAT 1, latere. Tel. No. 1426. - HAARLEM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère:- G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, Slbis Faubourg Montmartre. Wij kunnen niet nalaten de aan dacht van onze lezers nog eens te Ragen voor een gedeelte van de Rdp, die Dinsdag 1.1. in de Tweede Warner van het papier werd voor gelezen door den minister-president 'il tète reposée gemaakt) waarin ?eze trachtte klaarheid te brengen L den duisteren loop en de beëin diging der Kabinetscrisis. De Ministers, zoo zeide zijn Ex cellentie, hadden op 16 Maart aan de Koningin hun zienswijze doen kennen, omtrent de gedragslijn welke ?<ou zijn te volgen, wanneer Hare Majesteit hen mocht uitnoodigen Van de ontslag aanvrage terug te komen. Nu volgt de uiteenzetting Van die te volgen gedragslijn woor delijk uit de Handelingen. Die gedragslijn beoogde de benoeming, 'er vervanging van den beer Staal, Van een Minister van Oorlog, die mede voir 'let overige instemmende met het pro gramma van bet Kabinet, bereid zou zijn, 2(>o spoedig doenlijk, indien eenigszins 'Hogelijk tegelijk met bet op de leest der Onlangs tot stand gekomen credietwet te Schoeien wetsontwerp tot definitieve vast stelling der oorlogsbegrooting voor 1907, bij Je Staten-Generaal, voor zoover van kem afhangt, voor te brengen en aldaar te verdedigen een afzonderlijk wetsont werp, waarbij de quaestie van het blij vend gedeelte der militie opnieuw aan het oordeel van de Staten-L eneraal wordt Onderworpen en daaromtrent, met volle dige toelichting, van de zaak, zoowel met betrekking tot het beginsel als tot de Wijze van uitvoering, eene beslissing wordt Voorgesteld in den geest van het Kabinet. Moet het hoofd der luisterende kamerleden (die zijn er toch nog!) niet hebben zeer gedaan, als zij dezen draaiënden en slingerenden, bijna niet leesbaren volzin, met nauwlettende aandacht hebben ge tracht bij te houden"? De kennisneming van den brief van het Kabinet aan de Koningin dd. 16 Maart heeft, volgens den Heer Savornin Lohman, aan de zes van rechts geraadpleegde kamer leden eenigc moeielijke oogenblik- ken bezorgd. En dit zeggen, doelt vooral op de slotwoorden van den brief, die door den minister bij zijne mededeeling aan de kamer leukweg maar werden weggelaten, en waarop de heer Lohman het volle licht wilde laten vallen, 't geen door den Voorzitter der Kamer hém werd verboden. De aandachtige kennisneming van dezen volzin zal den aandacn- tigen lezer altijd moeilijke oogen- blikken blijven bezorgen uit taal- kundig oogpunt. Jammer dat deze volzin niet eenige weken vroeger is uitgesprokendan had deze dienst kunnen doen in het examen voor onderwijzers als „Nederlandsche taal". Wie dit staaltje van taa' behoorlijk ontward had en in eigen woorden goed verstaanbaar had weei gegeven, verdiende voor du gedeelte van liet examen zeker een 10. SPANJE. Eerst zou er zelfs van het bezoek van Koning Eduard aan Koning Victor Emmanuel niets komen. Niet alleen het bezoek had plaats, maar het doel, daarmee beoogd, schijnt volkomen door Engelands monarch bereikt. Na zijn bezoek werd de moge lijkheid besproken, dat Victor Em manuel Koning Alfonso zou gaan bezoeken. Ook hier herhaalde tegen spraak. Victor Emmanuel zou nooit daartoe besluiten; 't strookte niet met zijne waardigheid, dat een mo narch als de Spaansche een bezoek op het Quirinaal schuwde en dat hij, Victor Emmanuel, desondanks naar Spanje gaan zou. Strooken of niet, volgens e n particulier telegram aan de N. R. Ct. is Koning Victor Emmanuel Zaterdag te Carthagena aangeko men en vergezeld door de infanten Carlos en Ferdinand naar Madrid doorgereisd. Dat is een feit vau groote be- teekenis, en 't is geen wonder, dat Düitschland zich hoe langer hoe meer bezorgd maakt over de En- gelsche politiek, die blijkbaar niet anders beoogt dan Düitschland af te zonderen, eene dreigende coali tie te vormen tegen dat Rijk. Alle vreedzame verzekeringen van En geland baten hiertegen niets. En wie als Engeland hoven zijne po litieke deur schrijven kan: „Hier heeft men altoos gelogen en bedro gen" hoeft waarlijk niet verwon derd te zijn, als men glimlacht over betuigingen van eerlijkheid en goe de trouw. ITALIË. In het kort deelden wij direct den hoofdinhoud mee van de toe spraak, door Z.Heiligheid in het openbaar Consistorie gehouden. I e volledige tekst is te belangwekkend, dan dat we hem onzen lezers ont houden mogen. Hij luidt „De pausen „hebben aan de hulp van het eilig College altijd behoefte gehadthans meer dan ooit, want de kerk wordt meer aan gevallen en meer te kwader trouw aangevallen. Als wij dit zeggen, denk dan niet, dat wij op Frankrijk doelen, want Frankrijk moge voor ons een bron van smart zijn, uit Frankrijk komt ook troost, troost door de eendracht der bisschoppen, de belangeloosheid der geestelijk heid, de grootmoedigheid der ge- loovigeu, tot alles bereid om het geloof te verdedigen, en de banier van den waren roem hoog te hou den. De vervolging toch stelt de deugden der vervolgden in het licht: en zoo verliezen de golven, die tegen de klippen breken het slijk dat zij bevatten, „Maar wij spreken van andere angsten, die ons meer schrik aan jagen. Eertijds stierven de marte laren in goddelijke zelfverloochening om trouw te blijven aan het ge loof, en zoo werd hun bloed het zaad voor nieuwe Christenen, maar thans is het geloof zelf in gevaar. „Bij de Katholieken neemt men verduistering des geestes waar, kunstmatige verspreiding van ze kere dwalingen, oproerigheid van een al te groot aantal die, naar zij zeggen, aan hernieuwing van de leer denken, nieuwe leerstellingen pre diken en terugkeer tot het zuivere Evangelie, waaronder zij verstaan dat het onderwijs in de evangeliën moet losgemaakt worden van het gezag der Kerk, van de kerkelijke leerstellingen, en van de godsdien stige voorschriften; zoodat zij onge boorzaam worden aan de iverk, die geen recht zou hebben, zich te laten gelden. Ten slotte de dwaling der dwa lingen, die, het geloof ter zijde latende, louter een beroep doet op de barmhartigheid; niet de barm hartigheid, die Onze Heer predikte, maar de barmhartigheid, die zon der onderscheid te maken tusschen rechtzinnige en andersdenkenden, voorgeeft de poorten der zaligheid wijd°te openen. Het gevolg is niet, dat de verdwaalden worden bekeerd, maar dat de kleingeloovigen naar den ondergang worden gesleept. „Onze angst is dus gewettigd, want het geldt hier niet meer de dwaling van enkelen, maar de sa menvatting van alle dwalingen op den grond lag zelf van den gods dienst. De uitkomst zou zijn de vernietiging van het schristerdom, want in hun oogen L de Heilige Schrift een gewoon boek, dat ver klaard mag worden uitsluitend naar de regelen der critiekde Kerk moet zich aanpassen aan de eischen van den nieuwen tijd en zich los maken van de godgeleerdheid. „Zulke leerstellingen worden ver spreid in vlugschriften, in tijdschrif ten, in romans. De nieuwe kardi nalen zullen wakeu tegen de ver spreiding van dergelijke dwalingen en zij zullen de opmerkzaamheid van den Heiligen Stoel er op ves tigen. Maar dat is moeilijk werk, want de kwade trouw hij het ver spreiden van de dwalingen, daarbij werkende tegen mogelijke veroor deeling, is groot. Uw ijver zal ons een kostbare hulp zijn. Hebt ver trouwen in den Heer, dit u helpen zal op zijn tijd." FRANKRIJK. De Loge heeft stellig niet op het oog de verheerlijking van de groote Roomsclie heldin Jeanne d' Are, waar zij een plaatsje opvordert in den stoet, die te Orleans weldra de Maagd van Orleans eeren zal. Wat zij dan eigenlijk zoekt? Wij meenen niet ver van de waarheid te blijven, als we zeggen: Zij heeft door haar lakei Clemenceau de kerk niet kunnen weren, nu zoekl zij dat langs een omweg te doen. Men begrijpt immers, dat de kerkelijke banieren niet in denzelfden stoet kunnen omgedragen worden als die der Vrijmetselarij. Tot zulk een walgelijk comedie-spe!,'zoogenaamd ter eere van Jeanne d' Are, leent zich de priesterschap niet en kan zij zich niet leenen. Rest dus niets anders dan zich te onthouden. Maar wat dan Eene nationale heldin is Jeanne d' Are, maar loochent men hare bovenna tuurlijke zeudiug, dan dooft men den stralenkrans om haar hoofd. Jeanne d' Are een gewone heldin, een Fransch j Kenau Hasselaar b.v. klinkt het ons niet als een heilig schennis bijna? Wij mogen wel nieuwsgierig ziju naar de beslissing, door den Aartsbisschop vau Orleans liier te nemen. ENGELAND. De Koloniale Conferentie een wassen neus? Daar zijn er, die dit vrij luide beginnen te fluisteren. Eene reeks van feestmaaltijden is zij wel en Botha en de overige leden mogen wel een struisvogel maag hebben, om niet o der zulk een taak te bezwijken. Er was geklaagd over druk tafe len, maar niets tot stand brengen. Volgens een der jongste telegram men is thans dit verwijt onrechtvaar dig te noemen. Wij vernemen uit Londen, dat de Conferentie heden met algemeene stemmen besloten heeft te Londen, onder toezicht van 't departement van koloniën, een af zonderlijk lichaam te vestigen om de onderwerpen te behandelen, die voor de rijksconferentie moeten worden gebrach", welke laatste om de vier jaar zal bijeenkomen Feitelijk is men het ook eens ge worden over liet. instellen vau een centralen staf om de qüaestics be treffende de verdediging van het rijk te behandelen. Korte Berichten. Volgens de „N. R. Ct." zal eene hoogere heffing voor den Sim-Pie terspenning in Oostenrijk en Düitsch land het gevolg zijn eenerzijds .-an den financieelen nood ten Vaticane anderzijds van het weigeren door den Paus van gelden voor dat doel uit Frankrijk. Hoogere heffling! 't Is toch een liefdegift en geen be lasting, is wel „N. R. Ct."? Oostenrijk en Turkije zullen waar schijnlijk samen middelen beramen om den steun te doen ophouden, aan Grieksche benden in Macedo nië verstrekt. De Duitsche gezant is den 20en dezer te Berlijn aangekomen. Houdt da' verband met „de rondreis" van ko ning Eduard Uit Brunswijk wordt bericht, dat de benoeming van een regent over het hertogdom weldra plaats hebben zal. Friedrich Heinrich van Prui sen zou de uitverkorenen zijn. Dus opnieuw macht boven recht. In eene toespraak tot zijn ver tegenwoordiger op de aanstaande Vredes-Conferentie te Den Haag heeft de Keizer van Japan gezegd, dat hij streeft naar den vrede in de werel 1. Braaf van den man, doch de weg naar den vrede loopt al te dikwijls over het oorlogsveld. Men weet, hoe onze gezant te Parijs, Ridder de Stuers, bij de Moutagnini geschiedenis betrokken werd. Uit het hoofdartikel, door ons Katholiek hoofdorgaan „De Tijd", over dit geval geschreven, nemen wij liet vilgende over Onder de diplomaten, in het publiek geworden gedeelte der papieren van mgr. Moutagnini sprekende opgevoerd, betiooren de ambassadeur van Groot- Brittanje en de gezant van Nederland, Ridder de Stuers. Beiden hebben verklaard, dat de hun toegedichte uitlatingen bezijden dewaarheid waren, waarop de Fransche pers wel zoo be leefd is geweest harerzijds te verklaren, dat door deze tegenspraak het incident gesloten was. Zoo schreef b.v. „Le Matin" enkele dagen geleden „M. de Stuers, qui a bien voulu nous recevoir dans la soirée d'hier, nous a simple- ment confinné son démenti et s'est refuse pour le surplus faire aucune declaration. L'incident est done clos en ce qui concerne le ministre des Pavs-Bas Paris." Opmerkelijk was het intusschen, dat diezelfde Fransche pers den am bassadeur der groote Mogendheid niets onaangenaams heeft durven zeggen, terwijl „Le Matin" Ridder de Stuers eerst allervenijnigst had aangevallen, om wij erkennen het gaarne na diens tegenspraak rondborstig de zaak voor geëindigd te verklaren. De Nederlandsche pers met één enkele uitzondering heeft in deze zaak haar gewone kalmte en bezadigdheid bewaard, geen oordeel uitgesproken, vóór zij den heer De Stuers gehoord had en na diens tegenspraak er niet aan gedacht, dezen verdienstelijken diplomaat eenig verwijt te doen hoo- ren, hetzij wegens uitlatingen, hetzij wegens een publiciteit, voor welke niet hij, maar de Fransche Regeering aan sprakelijk moet- worden gesteld en voor welke hij juist door deze had moeten gevrijwaard worden. Een uitzondering maken de vroegere en de tegenwoordige Parijsche corres pondent van het „Handelsblad". De laatste ging, zonder diens verklaringen of tegenspraak af te wachten, onzen gezant te Parijs dadelijk te lijf en verkondigde daarbij de nieuwe en minstens genomen zonderlinge stelling, dat een Regeering heeft te zorgen, dat haar gezant iemand zij met sympa thieën voor de politieke sfeer, waarin zich het gouvernement beweegt, waarbij hij geaccrediteerd is. Een Nederland sche gezant te Parijs zou, volgens deze nieuwe opvatting van diplomatieke betamelijkheid, sympathieën moeten hebben voor kerkvervolging, een Ne derlandsche gezant te Constantinopel Mahomedaansche sympathieën, en te Petersburg autocratische, enz. De hartstochtelijke aanval, tegen Ridder De Stuers gericht in den Ne- derlandschen Spectator" door den vroegeren correspondent van het "Han delsblad" mr. Israels, is kennelijk geïnspireerd door persoonlijke bitter heid, een bitterheid, welke in dit ge val 's mans scherpte van blik blijkbaar benevelt. Na erkend te hebben, dat de waarheid van den inhoud der stuk ken van Mgr. Montagnini, zooals die door de Fransche bladen werden me degedeeld, geenszins vaststaatna ver meld te hebben tevens, dat Ridder De Stuers aan den Frar. s i hen Minister van Buitenlandsche Zaken verklaard heeft, dat gezegden, hem in de bladen toegeschreven, „in elk opzicht onjuist zijn en dat hij formeele en uitdrukke- 1 ij ke ontkenning daartegenover plaatste vervolgt mr. Israëls met een bewon derenswaardig sans-gêne, dat „ht" on dergeschikt is, wie waarheid sprak." Onmiddellijk daarop echter veroorlooft hij zich de insinuatie, dat onze gezant een onware verklaring zou hebben afgelegd Wat des heeren Israëls eigenlijke grief is, wordt aldus door hem mede gedeeld „het feit, waarover het gaat, is zijn (des heeren De Stuers) onder houden van blijkbaar vertrouwelijke betrekkingen met mgr. Montagnini, een feit, dat door onzen gezant niet is tegengesproken en ook niet kon worden tegengesproken." Op dit feit grondt mr. Israëls niet minder dan den eiscb, dat onze verdienstelijke gezant te Parijs hoe eer hoe beter af trede Indien mr. Israëls zich verbeeldt, dat zijn aanval op ernstige lieden in druk maakt, vergist hij zich, voor zoo ver wij konden nagaan, deerlijk. Welk bewijs levert hij voor hetgeen hij een feit noemt, dat Ridder De Stuers vertrouwelijke betrekkingen onderhield met mgr. Montagnini Geen enkel! Want het door onzen gezant tegengesproken gesprek kan stellig niet als bewijs dienen. De op merking verder, dat die zoogenaamde intimiteit door den gezant niet is te gengesproken, noch tegengesproken kon worden, is naief. Wij herinneren ons niet, dat die beschuldiging door iemand tegen den heer De Stuers werd ingebracht, noch dat hij door iemand werd uitgenoodigd, zich omtrent dat punt te'verklaren. Wat het mooiste is, toevallig zijn wij in staat met zekerheid mede te deelen, dat van vertrouwelijke betrek kingen tusschen Ridder De Stuers en mgr. Montagnini nooit quaestie is ge weest; dat de relaties tusschen beide heeren uiterst gering waren en dat zelfs mgr. Montagnini bij Ridder De Stuers nooit een voet in huis gezet heeft. Inderdaad, mr. Israëls schijnt op zich-zelven zijn eigen gezegde toe te passen: „Wie waarheid spreekt, is on dergeschikt." Zulke manieren zouden wij intus schen niet gaarne in onze pers alge meen zien aangenomen. Vandaar dat wij een enkel woord van tegenspraak in ons blad op zijn plaats achtten. Kon. Bezo.k aan de Hoofdstad. Het gevolg van het Koninklijk Echtpaar bij het bezoek aan de hoofdstad zal bestaan Van H. M. de Koningin-Moeder uit mevrouw de Beaufort geb. Ba ronesse van Dedem, Grootmeeste- resse; Jonkvrouw van de Poll, Hofdame; Jbr. de Ranitz, Groot meester en Jhr. mr. Schimmelpen- ninck, Kamerheer. Van Z. K. H. den Prins uit diens beide adjudanten luit. t. z. 1 kl. Baron van Asbeck en le luit Baron van Heemstr. Audiëntie bij den Min. v. Landbouw. De minister van landbouw brengt iu de Stct. (uo. 93) ter kennis van belanghebbenden, dat van heden af tot hoofdgebouw van zijn depar tement is ingericht bet perceel Prinsessegracht no. 8. te 's Graven- hage, alwaar hij in bet vervolg voor degenen die hem in zijne be trekking wenscben te spreken, audiëntie zal geven eiken Woens dag, des namiddags te twee uren. Vredesconferentie. Men meldt uit Den Haag: Van de navolgende Staten kun nen vertegenwoordigers ter Tweede Vredesconferentie verwacht worden: Vereenigde Staten van Amerika, Argentinië, België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, Chili, China, Columbia, Costa-Rica, Cuba, Denemarken, Dominikaansche Republiek, Duitsch land, Ecuador, Frankrijk, Groot- ritannie, Griekenland, Guatemala, Haïti, Honduras, Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Montenegro, Nederland, Nicaragua, Noorwegen, Oostenrijk-Hongarije, Panama, Pa raguay, Peru, Perzië, Portugal, Roemenië,- Rusland, Salvador, Ser vië, Siam, Spanje, Turkije, Uru guay, Venezuela, Zweden en Zwit serland. Middenstandstentoonstelling 1908. Uit Amsterdam meldt men: Naar men weet, hebben B. en W., behoudens nadere goedkeuring van den gemeenteraad, toezegging gedaan betreffende de gemeente terreinen achter bet Rijksmuseum, waar de tentoonstelling gehouden zal worden. Het terrein is volgens het oordeel van allen bet meest gunstige, dat Amsterdam kan bie- voor een dergelijke onderneming, en met reden kan dan ook verwacht worden een aanzienlijk bezoek, zoo wel van stadgenoot als vreemde ling. Verzoek der Amslerd. stalhouders. De stalhouders te Amsterdam klaagden reeds vele jaren over het samenvallen van de Katholieke aan nemingsdagen met den drukken trouwdag, den Donderdag. Met het oog op de veiligheid is nu door de vereeniging van werkgevers in het stalhoudersbedrijf gepoogd, aan dien ongewenschten toestand een einde te maken en is thans getracht bij de hooge geestelijke autoriteiten een opschuiving van den aannemings dag te verkrijgen. Bij een gehouden conferentie heeft de deken het ongewenschte van den toestand toegegeven, doch van den anderen kant verklaard, dat hij geen termen vond, in deze in te grijpen, daar het vaststellen van den aan nemingsdag aan de pastoors der verschillende parochies is overge laten. Wel heeft Z.H.Eerw. beloofd in een conferentie met de pastoors te zullen aandringen op wijzigen van den toestand. Oranjeklanten. Het volgende ingezonden stuk in de „Limb. Koerier" Mijnheer de Redacteur, Ter gelegenheid van den verjaar dag van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, Hertog van Mecklen burg, was heden van het gemeen tehuis GEEN vlag, en van het postkantoor een uitgehangen, half stok en 't onderste boven. Dat zijn nog eens Oranjeklanten! TREURIG!! Valkenburg19 April. Mille Colonnes in brand! De „Courant" van hedenochtend schrijft: Even half één bereikte ons het be richt: Mille Colonnes, het bekende hotel en café-restaurant aan het Rembrandt- plein te Amsterdam staat in brand. De brandweer, die onder leiding van den hoofdbrandmeester R. Boele Jr. onmiddellijk met een koolzuurspuit en een slangenwagen ter plaatse was, blusohte met twee slangen op de Vechtwaterleiding het brandje, dat door kortsluiting van het eiectrisch licht onder den vloer was ontstaan. Bij het opbreken van de planken kwam er herhaaldelijk vuur voor den dag. Gevaar voor uitbreiding bestond er evenwel niet. Politie te voet en te paard zorgde, onder leiding van den brigadier A. B. Biekman, voor de afzetting van het terrein. Boerinnen. Een vriend uit West-Vlaanderen schrijft ons, en 't mag hier meêge- deeld worden: Wij zijn hier ook aan 't inrich ten van eenen boerinnenkring. De zaak is veel eenvoudiger dan men denken zou. Ziehier hoe wij die verstaan Heel het huisgezin is lid van de Boerengildewat is er eenvoudiger dan somwijlen eene vergadering 3LLEND AGITE MA NON AOITATc.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1