Zaterdag 11 Mei 1907 No. 6582 32"e jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. es- HaarJemsche Krabbeltjes. BUITENLAND. BINNENLAND. ling ot en In, aats. Editie 4 uur, Be- ABONNEMENTSPRIJS Pér 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post. Afzonderlijke nummers DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. 1.20 1.65 0.05 BUREAUX: St. JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426, - HAARLEM. PRIJS DER AD VERTE NTIPN Van 16 regels0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar paatsruimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE a CONTANT Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :- G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, uc., Paris, Slbie Faubourg Montmartre. NNIV. Opslag of heffing? Toeristen-klacht. Hebben de slagers, de „gezamen lijke vleeschhouwers" te dezer stede een loopje met ons willen nemen °f meenen zij te goeder trouw, dat ei' verschil bestaat tussahen één cent per pond meer c>m de eene °f om de andere reden? „Bij de opening van het open haar slachthuis zal het vleesch niet ypslaan", kondigden zij aan. Braaf van die slagers, zal menige huisvrouw toen gezegd hebben, Vooral als zij behoort tot die klasse Van personen, voor wie vleesch schier een weeldeartikel is. Alleen maar: in de advertentie Volgt een andere zin met de mede- deeling, „dat één cent per 5 ons Zal geheven worden ter gemoet- koming in de groote onkosten, Welke verbonden zijn aan het slach- ten op de openbare slachtplaats enz." 't Is juist uitgekomen, zooals ik j'i een vroeger „Krabbeltje" over net slachthuis schreef, en het kon °°k niet anders, of deheeren slagers, vleeschhouwers, beenhakkers of hoe Ze zich verder mogen betitelen, zouden op de vleeschetenden de ver hoogde kosten pogen te verhalen. Dat zij 't onder dezen vorm zou den doen, had ik niet verwacht De vleeschprijzen opslaan doen ze niet; ze laten alleen één cent Per pond meer betalen. Om welke redenen dat meer betalen, is dat Biet hetzelfde als opslaan? ge schiedt, is eene bijkomstigheid. Hoofdzaak is de opslag en daar mee is Haarlem's publiek ridder geslagen. Of ik een cent meer be talen moet om den vetweider of om het mooie nieuwe slachthuis, of omdat het slagersgilde het aldus gelieft te besluiten, 't is en blijft Betalen, al is 't dan ook niet op z'n Duitsch: „Zahlen und Maul Balten." Mogelijk is intusschen, dat de „gezamenlijke vleeschbouwers" nog mts anders bedoelden, 't welk den Biet-vleescb houwer ontgaat of niet duidelijk worden wil. Is dit het ge- Val, gaarne zal ik bij gelegenheid dat heffen vau één cent per vijf ons, 't welk geen opslag is volgens der beenhouweren opvatting, ver klaren voor geen ironie, geen doekje voor het bloeden. Met de bloemen, met het immer aangroeiend en heerlijker opbloeiend natuurschoon in en om Haarlem neemt ook het vreemdelingen-ver keer toe. De Spaarnestad en hare omstreken blijven haren ouden roem handhaven en duizenden bezoekers niet alleen aanlokken, maar ook na een bezoek tot terugkeeren dwingen. Nu vernam ik onlangs in het buitenland van verschillende per sonen dezelfde klachten over Neder land, waartoe het toeristen-lokkende Haarlem en omstreken ook behoort, 't Is misschien niet ondienstig op een van die klachten even de aan dacht der belanghebbenden te ves tigen. Er wordt hard geklaagd over «afzetterij", waaraan de vreemdeling hier bloot zou staan. Ik weet wel, dat wie reist, in alle landen geëx ploiteerd wordt op meer of minder fatsoenlijke manier. Doch ten onzent Z°u dit op zeer onfatsoenlijke, op Vei' ongehoorde manier geschieden. li hotel-rekeningen gezien met a erlei bijkosten, schreeuwend hoog, aarbij de traditioneele apothekers- kening totaal in het niet verzinkt. ariatiën op de advocaten-nota, die mt nommertje bevatte: „'eNachts wakker geworden, even aan uwe zaak gedacht 10 gulden." Afzetterij van de laagste soort, le den vreemdeling met afkeer jegens ons land vervult en hem al zijnen kennissen doet ontraden, bier been te trekken. Men telle iets dergelijks niet gering. Zulke ave- rechtsche aanbevelingen werken langzaam maar zeker en wie een maal hier door „de brave Hollan ders" is opgelicht, vertelt het zijn gansche leven. Die vertellingen worden als eene traditie in zijne hiele familie, bij al zijne vrienden en kennissen. Zoo lang hebben wij, Hollanders, een goeden naam gehad in hel buitenland. Men roemde onze deege deeglij kheid evenzeer als onze eerlijk heid; duitendieven schold men ons wel eens, maar we hadden een naam als sommige handelsfirma's, op wier eerlijkheid een ieder niet een gewone kerk, maar eene kathe draal als de nieuwe Sint Bavo met toren en al zou durven bouwen. Zou liet nu niet eeuwig jammer zijn, dat de knoeierijen en de slechte practijken van sommigen alle)' goede naam in opspraak bracht Zou het niet treurig zijn voor de na ons komenden of is het inder daad „ieder voor zich tegenwoor dig? indien de stroom van toe risten naar elders afgeleid werd en ons land den rug toekeerde? Ons woord „gulden" kan men wel met dezelfde f als het Fransche woordje „franc" aanduiden, doch wie een gulden rekent, waar de f. feitelijk een franc bedoelde, hem zal ieder eerlijk raensck platweg een bedrieger, een oplichter noemen. Men versta mij welik zeg niet, dat hier te Haarlem of in de om streken met dubbel krijt geschreven is of wordt; eene herhaalde klacht door vreemdelingen geuit en met de stukken .behoorlijk bewezen, daarop vestigde ik even de aandacht. In het belang van zoovelen, die aan de toeristen een broodje verdienen. Wie eerlijk was, blijve het, want eerlijk duurt het langst. Het woord van den Apostel breng ik niet in herinnering: „Wie gestolen heeft, stele niet meer!" LODE WIJK Sn. In de Yaticaansche „Osservatoie Romano" van den 9en dezer komt een heftige aanval voor tegen den voormaligenEngelschen jesuiet pater Tyrrell, die in de „Rinnovamento", pas op den index geplaatst, een artikel schreef over het christelijk priesterschap. Onder meer zegt de „Osservatore" van den geleerden theoloog, dat hij te kortzichtig is, om ons pries terschap in zijn volle grootheid te sehatten. Verwacht wordt, dat pater Tyrrell binnen kort het lot van don Murri treffen zal; dat ook hij gesuspen deerd worden zal a divinis. Den lOen Juni a.s. zal te Padua het congres van den kerkzang ge opend worden. Het duurt tot den 14den. Bij deze gelegenheid wordt er een wedstrijd gehouden tusschen de verschillende seholae cantorum". i 'ie het meest uitgemunt hebben, kujgen een prijs. Ook Pius X loofde ei een uit. Men had gehoopt, dat een nieuw oratorium, „Pinksteren" genaamtvan don Lorenzo Perosi bij (|ie gelegenheid uitgevoerd zou worden, e maestro is er niet mede gereed gekomen In de Kamer interpelleerden 'de socialisten de i ogeering over militaire e®r>kardinaal Lorenzelli bewezen, hij zijn terugkeer te Lucea. De afgevaardigde Antolisei ver klaarde, dat liet nationale vaandel door het slijk gehaald was, nu het zich boog voor een vertegenwoor diger des Pausen. Daarop riep de heer Santini zeer gevat: „Jullie socialisten hebben er altoos plei zier in gehad, om het nationale vaandel in het slijk te trappen, en thans werpt gij u als zijne verde digers op Een/andere afgevaardigde, Barzi- lai, leider der republikeinsche groep, ziet in het gebeurde te Lucca een bewijs te meer, dat de monarchie hard op weg is, om het pausdom in de armen te vliegen. Kard. Lorenzelli was als nuntius te Parijs niet gezien bij de Fransche regeeringdeze hebben wij door dat eerebetoon gekwetst." „We zullen bij den Fransclien ge zant vergiffenis gaan vragen!" riep een spotvogel. „Neen, bij Clemenceau!" vulde de heer Santini aan. Minister-president Giolitti ant woordde, dat de meeningen van Kard. Lorenzelli hem niet aangin gen; dat het hier eene lnflijkheid gold, niets anders. De Kerk en ae Staat moeten evenwijdig loopen, zonder elkaar te ontmoeten, noemde hij zijne overtuiging. Wat een beweging, niet voor een eierstruif, maar om een weinigje militair eerbetoon. Er zijn toch overal bekrompen lui onder de liberalen en socialisten. „De '„ver draagzaamheid is nog even ver te zoeken als gedurende liet leven van Jeanne d'Arc", zou de N. R. Ot. zuchten, die altoos uitblinkt door onpartijdigheid en groote verdraag zaamheid. BELG1E. De liberale furie schijnt aan het minderen, al blijft men wrokken links tegen het vernieuwde clericale kabinet. In den Senaat werd eene motie van vertrouwen in de Regeering aangenomen na de behandeling van de ministerieële verklaring. Rech ter- en linkerzijde stonden daarbij selurp tegenover elkaar. De Kamer heeft op hare beurt Mi nister-president de Trooz gelegenheid gegeven, om ongestoord de minis- terieele verklaring voor te lezen. Tot 28 Mei zijn de zittingen verdaagd. ENGELAND. Campbell Bannermann. minister-pre sident, heeft in eene redevoering te Manchester antwoord gegeven op prins Yü!1 Bülow's rede in den Duitschen Rijksdag, en wel naar aanleiding van de houding door Duitschland op de aanstaande redes-conferentie aan te nemen. Hij zeide o,a. Wij hadden gehoopt dat alle groote mogendheden, Duitschland ook, aan een beraadslaging over de ontwape ning deel zouden nemen. Ik zal geenszins beweren, dat we daardoor niet zijn teleurgesteld. Wij hoopten, dat deze quaestie ter sprake zou komen en dat een maat regel, ingegeven door wederzijdsch vertrouwen, daarvan het gevolg zoude zijn. Deze maatregel zou later vruch ten hebben gedragen. Hij zou ons en anderen staten hebben veroorloofd den overmatigen en ondragelijken last der oorlogstoerustingen, de wondeplekvan Europa, te verlichten. Nog wanhoop ik er niet aan, dat er iets zal kunnen worden verricht, hoewel de taak veel moeilijker wordt zonder de algemeene medewerking van alle groote mogendheden. Ik weet, dat men ons een verdach ten toeleg heeft toegeschreven, nl. dat wij de Duitsche regeering moeilijk heden wilden veroorzaken door deze quaestie te berde te brengen. Deze verdenking is zonder eenigen grond. (Toej uichingen.) Had Duitschland ons voorkomen en had dit land het initiatief geno men voor dit voorstel, dan zouden wij openhartig, zonder bijgedachte, daarop zijn ingegaan. Onze staatkunde werd steeds alleen geleid door overwegingen, die wij nooit hebben trachten te verbergen. Wij waren overtuigd, dat de toeneming der oorlogstoerustingen een betreu renswaardige zaak was en dat in an dere staten regeering en volk er even- zoo over denken. Het was dus onze plicht de gelegenheid, die zich aan bood op de Haagsche conferentie om te zien, of er niet een maatregel kon worden genomen in de richting van vermindering der bewapening, te baat te nemen. Hierbij brengen wij in herinnering, dat de conferentie in de eerste plaats bijeen werd geroepen om zich met deze quaestie bezig te houden. Prins Bülow en de Duitsche regee ring schijnen te gelooven, dat zulk een methode ondoeltreffend is. Zij er kennen ten minste zich er niet mede te kunnen vereenigen." De beurt is nu weer aan Duitsch land, om te verklaren, hoe oprecht en vredelievend het is. MAROKKO. Op de gebruikelijke manier heeft deMarokkaanscheregeeringgeantwoord op de eischen van Frankrijk. Dat wil zeggen gevende en nemende. Aan en kele vorderingen werd voldaan, andere wachten nog immer op inwilliging. De heer Regnault, Fransch gezant te Tanger, heeft opdracht gekregen, om de Marokkaansche Regeering duidelijk te maken, dat Frankrijk in geen ge val genoegen nemen zal met eene ge deeltelijke voldoening. Alles of niets, en in het laatste geval natuurlijk liet onmisbare militaire vertoon. Vooral moet de gezant aandringen op bestraffing der moordenaars van wijlen dr. Mauchamps en de organi satie der politie aan de grenzen en in de havens van Marokko. Ondertusfichen oei enen Duitsche drilmeesters de Marokkaansche troe pen De vooruitzichten zijn dus juist niet rooskleurig. Korte Berichten. Volgens een telegram 'uit Madrid is de Koninklijke familie gisteren door de geboorte van een zoon ver blijd. Iii'7 cle Framcheji Kamer interpel leerde Willm en .Jaurès; de eerste over de arrestatiën op 1 Mei, de ander over de houding Jderj regeering tegen over de vakvcreenigingen 'en'over hare geheele sociale politiek.Tijdpasseering! De Engelsche minister der poste rijen deelde in het Lagerhuis mee, dat de prentbriefkaarten verminderen in getal en de telephoon veel afbreuk doet aan de Stadstelegrammen. In Spanje moet de liberale partij besloten hebben tot stelselmatige op positie tegen de regeering. Dat de liberale leider Moret een langdurig onderhoud had met den koning, wordt door sommigen beschouwd als het voorteeken van gewichtige staatkun dige gebeurtenissen. In Britsch Indië duren de onlusten voort. Er worden krachtige maatre gelen genomen. Uit onzen Senaat. De heer Staal heeft gisteren zijne deftige inkoinste gevierd ter Eerste Kamer. Ook zonder dat het er bij gezegd wordt, gelijk in het rapport der Commissie voor de geloofsbrie ven geschiedde, weten en gelooven wij allemaal wel, dat deze nieuwe senator juist als generaal Mer- cier, zou de „Nieuwe Arnhemsche" nijdig zeggen ook minister van Oorlog geweest is. 't Was de gebruikelijke installa tie met het gebruikelijke ceremo nieel. Toen de Eerste Kamer tot toe lating besloot, geleidde de griffier der Kamer den heer Staal tot voor den zetel des voorzitters, Schimmel- penninck van der Oye, waar de nieuweling zijn buigingen maakte. Daarna zeide hij met ietwat onvaste stem den voorzitter de beide eeden na, terwijl de andere senatoren zwijgend luisterden naar het stem geluid van den man, dien zij als minister duikelen lieten, en die nu, partij-reyanche of niet, als huns gelijke in liuu midden terugkeerde. Een dubbeltje kan al aardig rollen. De voorzitter, aan zulke plech tigheden gewoon, zag in het geval- Staal niets buitengewoons en wensch- te den nieuwen Senator op de gewone manier geluk. Niet onaardig is 't, dat de lieer Staal, die heel wat heeft moeten hooren over de pensioneering als generaal van den heer Van Lüben Seis, juist op diens vroeger zit- plaatsje beland is. Ook was de heer Van Löben Seis met zijn collega Vermelden de eerste, die met een gelukwenscli den heer Staal tegemoet trad. De deugd wordt toch altoos be loond in deze wereld al is het soms te elfder ure. Door den heer Samuel van Houten, wien dit toevertrouwd is, zal na Pinksteren geïnterpelleerd worden over de joügste ministerieele crisis en „derzelver" loop. Hij beloofde 't niet lang te zullen maken, enkel te vragen naar de beteekenis, door de Regeering gehecht aan de stem ming der Kamer over Hoofdstuk VIII. Dat ziet er lieel, heel onschuldig uit. We gelooven .ecliter, dal minister de Meester de Pinksterdagen wel noodig hebben zal, om deze scherp geformuleerde interpellatie goed te beantwoorden. Sectie B. Op Hemel vaartdag werd in het gebouw van den R. K. Volksbond in Den Haag de 21ste algemeene vergadering gehouden van de klasse onderwijzers in het bisdom van Haarlem, meer bekend als Sectie B. Omstreeks elf uur opende de voor zitter de hr. A. v. d. Eude, de ver gadering met gebed. Spreker wierp een terugblik op de jaren vau strijd die zijn voorafgegaan, betoogde, hoe noodig het nog is dat allen een drachtig samenwe: ken om te komen tot dien toestand van aardsche vol maaktheid die te bereiken is. De voorzitter bracht hierna een harte lijk woord van dank aan den afge treden voorzitter van Sectie B., den lir. J. A. de Lobel voor de vele en groote diensten die hij jaren lang .aan de vereeniging bewezen heeft, vooral ook hij de organitatie van het vakblad De Katholieke Onder wijzer", welke woorden een harte lijk applaus tengevolge hadden. Ook de afgetreden secretaris,dhr. Verweij, kreeg een welverdiend pluimpje. Nog deelde hij mede, dat de ver eeniging bestaat uit 223 leden en dat het bestuur een gelukwensch had gezonden aan 'collega Gielen te Schagen bij diens 35jarige ambts vervulling. De secretaris, de hr. ten Berge bracht hierop een jaarverslag uit waarin wel veel voorkwam dat op een gezond leven in de vereeni ging wijst, maar waarin er ook over geklaagd wordt, dat nog zooveel collega's buiten de vereeniging staan, want er zijn in 't diocees ruim 500 klasseonderwijzers. De penning meesteres had ook al een klacht en wel over het slecht inkomen der contributie; daardoor verkeert de kas in noodlijdenden staat. Besloten werd, dat twee leden uit Rotterdam de rekening en verantwoording zullen nazien. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering werd Leiden aangewezen. (Wordt vervolgd.) Het Incident-Passtoors. Uit 'sGravenhage wordt aan „De Tijd" geschreven: De niet-benoeming van den heer Passtoors in de Commissie van Voor bereiding voor de Ziekteverzekering enz. blijft nog steeds onderwerp van bespreking in bladen van al lerlei richting. Daarom kan het misschien goed zijn eens precies de feiten te stellen en er eenige be schouwingen aan vast te kuoopeu. De zaak is dan aldus: Nadat de wijziging in het huis houdelijk reglement der Tweede Kamer was tot stand gekomen en nadat de Kamer had besloten de commissie uit 12 leden te doen be staan, vroeg de voorzitter der Tweede Kamer, aan wien de benoeming was overgelaten, aan de verschil lende politieke groepen hem eenige namen te noemen van leden, welke h.i. het meest voor benoeming in aanmerking kwamen. De R. K. Kamerleden, als zijnde de sterkste groep in de Kamer, had aanspraak op 3 plaatsen. Na overleg in de club diende de heer Kolkman een lijst van volgende drie namen in: mr. Aalberse, dr. Nolens eu Pas stoors. De voorzitter, zich met deze lijst niet kunnende vereenigen, vroeg een tweede drietal. Aan dit verlangen van den voorzitter der Kamer werd voldaan en op de tweede lijst kwamen voor de keeren mr. dr. Kooien, jhr. mr. van Sasse van Ysselt en mr. Regout. Wat er nu in dien tussckentijd gebeurd is, zal natuurlijk wel nooit lieelemaal uitlekken, maar feiten zijn, dat de heer v. Sasse v. Ysselt in geen geval voor n oenoeming in aanmerking wenschte te komen en dat mr. Regout des voorzitters persoonlijke voorkeur scheen te bezitten. Intusschen werd in plaats van Passtoors de heer Kooien be noemd, wat begrijpelijkerwijze ont stemming verwekte. De bitterheid werd verhoogd, doordat wèl de li.h. Schaper en De Klerk, ook z.g. ar beiders-leden werden benoemd, maar als tempering kon dienen, dat ook de heer Roodhuyzen voor een an deren Unieliberaal was voorbijge gaan. Ook aan de Liberale Unie was n.l. een tweede lijst gevraagd. Maar nu vermeldde „Het Vader land" van gisterenmorgen, dat de heer Roodhuyzen aan den Voorzit ter persoonlijk had verzocht liem niet te benoemen. Is dit bericht juist, en „Het Vaderland" kan ten deze juist ingelicht zijn, dan is er nog maar één voorbijgegane n.l. Passtoors. In dit licht lykt ons 's voorzitters afwijking des te beden kelijker. Maar wat schijnt nu weder gebeurd? Er zijn twee vergaderin gen van de Katholieke Kamerclub geweest, waarop iiet nog al warm moet zijn toegegaan. Gevolg was, dat mr. Kooien een briefje schreef aan den voorzitter, waarin hij zijn ontslag nam. „Het Huisgezin" tvei- meldde dit ontslag, anders hadden wij, hoewel er ook mede bekend, er geen melding van gemaakt. Ziehier waarom niet. Er doen zich nl. naar aanleiding van dit briefje eenige moeilijke vragen voor. B.v. Waarom vroeg juist de heer Kooien ontslag en niet b.v. de heer Nolens Waarom nam de heer Kooien een benoeming aan, hoewel hij toch moet geweten hebben, niet op de eerste lijst te staan? En ten slotte, wat moet er nu gebeuren Vergissen wij ons niet, dan kan volgens het reglement van orde de voorzitter niet op een gedane be noeming terugkomen, nog afgezien van het feit, dat zoo iets zonder praecedent zou zijn. Wij voor ons gelooven dus, dat de voorzitter zijn hand in een wes pennest heeft gestoken, waaruit hij ze niet zonder eenige wondjes, hetzij van gekwetste ijdellieid, hetzij van sympathie verlies zal kunnen terug trekken. Zelfs niet, als waar is, wat wij nog nader hoorden verluiden en onder eenige reserve mededeelen. Ministers Veegens nl. moet niet erg gesticht zijn over het ingeko men adres in zake ziekteverzeke ring van de R. K. Werkliedenver- eenigingen. De wenschen daarin geuit gaan z.i. in tegen den geest van zijn ontwerp-wet. Er moest hem dus iets aan gelegen zijn, den AGITE f.P, ION AGITATE. ITALIË. O jJ»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1