STADSNIEUWS. De dienstbode heeft belangrijke won den aan het hoofd, maar niet levens gevaarlijk. De ezel is een zachtzinnig hij laat zich vëel welgevallen, komt dat, Jan? Jan. Omdat hij een ezel is. dier Hoe Iemand die een dief pakt, terwijl hij* zijne horloge heeft gestolen. Geef onmiddellijk terug, of ik roep dien agent daar. De zakkenroller haalt een handvol horloges uit zijn zak Zoek maar uit, mijnheer. Bataklanden. De Bataviasche correspondent van de „N. R. Ct.seint Kapitein Christoffel heeft de schuil plaats van Si Singamangaradja over vallen. De onderneming was echter verraden. De moeder, éen vrouw en twee dochters van dien priester- vorst werden gevangen genomen en veel kostbaarheden vielen in onze handen. De vervolging wordt krachtig voortgezet. De „N.R.Ct." teekent daarbij aan: Men zal zich herinneren dat kapi tein Christoffel, nadat hij den vorst van Goa door zijn onvermoeide vervolging had achterhaald, aange wezen werd om Si Singamangaradja, den geheimzinnigen priester-vorst in het Batakgebied, gevangen te nemen. Dien officier werden 80 maréchaussees aangeboden, doch hijzelf vond er 40 genoeg. Hij koos die uit de beschikbare Amboneesche militairen van het 4e bataljon in fanterie te Tjimahi. Met deze kleine afdeeling vertrok Christoffel den SOsten Maart. Het werd hoog tijd dat aan het drijven van Si Singamangaradja een einde werd gemaakt, want meer en meer bleek 'tden laatsten tijd, dat aan alle rustverstoringen in het Batakgebied die man schuldig was. Zoo heeft men in ons vorig Eerste Blad onder de mailberichten nog kunnen lezen, dat ook de brand stichting in de zendinggebouwen te Oeloean, onderafdeeling Toba, waar schijnlijk op zijn drijven is geschied. Het heeft niet aan pogingen ont broken om Si Singamangaradja met de beschikbare troepen in handen te krijgen, maar steeds werd men misleid. Christoffel heeft daaraan weer een einde weten te maken en in anderhalve maand tijd wist hij, blijkens bovenstaand telegram, diens schuilplaats op te sporen en te overvallen. Nu hij eenmaal zoo dicht in zijn buurt zit, zal Chris toffel hem wel niet meer loslaten. Het is merkwaardig wat deze officier op het gebied van het opsporen van onwillige hoofden vermag. Waar Si Singamangaradj a bij een groot deel der bevolking in een roep van heiligheid staat, ver vult het ons met bewondering dat Christoffel ook hier weer zoo spoedig goede berichten wist te verkrijgen. l'oor vroegere mededeelingen in dit blad mogen wij den persoon van Si Singamangaradja voor onze lezers bekend veronderstellen. Er bestaat wellicht aanleiding om hierop bin nenkort wat uitvoeriger terug te komen. Gemengd Buitenland. Helsche machine. Te Odessa is gisterenochtend dicht bij het hoofd-eommissariaat van po litie een helsche machine ontploft. De inspecteur van politie en twee rechercheurs werden gedood, terwijl zeven anderen ernstig gewond werden. De daders waren op een verschrikke lijke manier verminkt. Over de verdere bijzonderheden loo- pen de berichten nog al uiteen. Volgens sommigen was de dader een schoenpoetser en is deze erin ge slaagd te ontsnappen. Volgens anderen was de dader een zekere Tsjertkof,een befaamd terrorist. Hij en een medeplichtige zouden zei ven gewond en door de politie gear resteerd zijn, terwijl een meisje, dat hen vergezelde, wist te ontkomen. De straffen, uitgedeeld aan de on trouwe armmeesters en een paar ambtenaren van armhuis en gast' huis te West Ham, loopen uiteen van twee jaar tot zes maanden ge vangenisstraf met dwangarbeid. Twee jaar was de hoogste straf, die de rechter kon opleggen wegens omkooperij en andere oneerlijkhe den, door deze negen mannen ge pleegd. Yuur spuwen. Gisteren heeft de Stromboli weder een massa asch en modder uitgeworpen, welke vrij aanzienlijke schade heeft berokkend aan de wijngaarden. De bevolking is ongerust. Schipbreuk. Volgens de Parijsche bladen heelt de minister van marine bevestiging gekregen van het be richt, dat de Chanzy schipbreuk heeft geleden in de Tsin Tsjao archipel. (De Chanzy is een gepant serde kruiser van 9300 ton.) 70 Jarig huwelijksfeest. Eerstdaags viert te Londen een paar zijn zeven tig-jarig huwelijk. Man en vrouw zijn beiden 92 jaar. De man is Brinsmead, het hoofd van een be kende pianofabriek. Ter eere van zijn huwelijksfeest opent Brinsmead een voorzorgskas voor zijn werk volk, met een gift van f12,000 als begin. Postmeeuwen. Volgens een buiten- landsch blad heeft een Fransch professor met name Demarque te Toulon proeven genomen (met post meeuwen. De geoefende meeuwen bleken beter te vertrouwen dan postduiven: ze (zijn snuggerder en trotseeren den hardsten storm. De inbraak in de Pelikaanstraat. Heeft men de dieven vast? Zou het waar zijn? Het gerucht loopt dat de twee man nen, die onder de namen Klein en Trent gelogeerd hadden in kamer 203 van het Terminus-Hotel en die 's mor gens met Lagass zijn vertrokken, aan gehouden zijn. De een zou aangehouden zijn te Berlijn, de andere te Luxemburg. Van in den beginne heeft M. de onderzoeksrechter Vermeer de over tuiging gehad dat de dieven waren ontkomen in de richting van Duitsch- land. Men zou nu zeggen dat de achtbare magistraat het goed voor heeft gehad. Lagass, de man, die den vloer heeft doorgezaagd met onnavolgbaar talent, zou een Franschman zijn. M. Vermeer heeft nu bevel gegeven om in heel 't land, en vooral te Brus sel en te Luik, opzoekingen te doen naar de garage van automobielen die. op 15 Mei 11.. een rijtuig heeft gele verd, om twee personen naar Aken te vervoeren. De twee personen zouden beant woorden aan het signalement der beide medeplichtigen van Lagass. Van af het eerste oogenblik heeft het gerecht het spoor gevolgd, dat nu zou blijken het goede spoor te zijn. In alle geval, als men de slimme dieven te pakken gekregen heeft, dan verdient M. Verme er een compliment, dat niet genoeg lofwaardig kan zijn, want nu zegde toch wel iedereen: die dieven, die pakken ze nooit. Wij wachten met belangstelling op nader nieuws. veel De laatste inlichtingen minder bevestigend. De kwestie der automobiel bepaalt zich bij het volgendeiemand beweert aan de Middenstatie eene grijze auto mobiel te hebben zien wegrijden, in den morgen toen de inbraak was ge pleegd. Het scheen hes* toe dat de inzit tenden beantwoorden aan de signale menten die van de drie verdachten zijn gegeven. Maar, hoe dat overeen te brengen met de eerste verklaringen, dat men Klein en Trent heeft zien vertrekken ten 5 ure 22 en Lagass ten 5 ure 59? Het verhaal van de ontvluchting per automobiel is zoo volledig dat men weet te spreken van eene panne, die in het Luiksche plaats had en aan de vluchtelingen 16 fr. aan re paratie kostte. Men beweert nu ook dat Lagass hier 'met eene vrouw werd gezien en dat hij met die vrouw reisde naar Neerpelt, van waar het koppel het Hollandsch grondgebied bereikte. Wie de inbrekers leert. (Vervolg.) Jan, de kellner, bracht den eenen heer waschwater en den anderen een kop thee, vervolgens aan beiden de rekening. Hij verliet de kamers zeer tevreden. De reizigers hadden zich gedragen als Engelsche lords wat de fooien betreft, ten minste. De nachtportier deed nu de ronde door de gangen «en draaide de over bodige gasvlammen uit. In het geheele hotel heerschte diepe rust De beide Engelschen konden naar hartelust slapen. De vreemdeling op n. 3 was ook terstond, nadat hij zich had opge- frischt, naar bed gegaan. Hij snorkte reeds uit alle macht. Dat was niet het geval met den vreemdeling, die op den naam Smith kamer n. 3 of 4 besteld, en n. 4 gekregen had. Nauwelijks had hij zijn kop thee leeggedronken en zijn rekening be taald, of hij begon aan een bijzon der eigenaardig karwei. Hij opende allereerst het gele kofferke en haalde er een paar dik ke wollen sokken uit, die hij in plaats van zijn laarzen aantrok. Toen sloop hij naar de deur van de kamer daarnaast en luisterde. Zijn buurman snorkte reeds. Vervolgens opende Mister Smith wij laten hem voorloopig in het bezit van dien naam een oogen blik de deur, die naar de gang leidde. Alles was rustig de logeer gasten van het „Hotel Continen taal" sliepen; ook het dienstperso neel scheen zich ter ruste te hebben begeven. Mister Smith glimlachte tevre den; hij deed de deur weer dicht en draaide den sleutel om. Het was vijf minuten voor twaalven. Nu begon hij zijn koffer uit te pakken. Hij legde den eigenaardi- gen inhoud niet op tafel en stoelen zooals reizigers gewoonlijk doen, maar hij sloeg het dikke Smyrna- sche tapijt, dat den vloer bedekte, op en legde daar ieder stuk, dat hij uit het kofferke nam op neer, Allereerst kwam er uit te voor schijn een opgerold touw, niet zeer dik, maar stevig. Vervolgens een bijzondere, dubbel gebogen metalen stang, aan het eind afgeveild, oogen- schijnlijk van gehard staal, die. als ze tot haar volle lengte gebracht werd, zeer lang was. Een gutta percha slang werd daarna door den wonderlijken logeergast uit het kofferke genomen. Ook nog eenige gereedschappen, zooals beitels en vijlen, een boor en een aantal sleu tels. Eindelijk nog twee cylinders, die er ongeveer uitzagen als gra naten. Nu was Mister Smith ge reed. Als laatste stuk nam hij er nog een dievenlantaarn uit, schoof de gordijnen voor de vensters dicht en blies de beide kaarsen uit, die de kellner op de tafel in het mid den van de kamer had gezet. In plaats daarvan stak hij de lantaarn aan en plaatste deze op den vloer hij hurkte neer en begon nauw keurig den parketvloer te onder zoeken, ieder vakje afzonderlijk Eindelijk richtte Mister Smith zich op. Hij nam de bovengenoemde stalen stang ter hand en begon de spleten van den parketvloer, on geveer in het midden van de kamer, los te werken. Het duurde niet lang of hij kon er een van de vakjes en daarna nog een tweede uitnemen. Tien minuten later had hij in den vloer, die de eerste verdieping van de benedenverdieping scheidde, een gat gemaakt. Duidelijk hoorde hij, hoe op den vloer van het beneden vertrek een stukje kalk in gruis viel. Eenige oogenblikken staakte hij zijn geheimzinnigen arbeid. Hij luisterde; hij'[sloop nog eens naar de deuren van de aangrenzende kamer en van de gang. Alles bleet rustig en stil. Mister Smithy begaf zich opnieuw aan zijn werk. Voorzichtig vergrootte hij de opening in den vloer nog een wei nig. Toen nam hij een groote pa raplu en stak dezen ongeopend door het gat om ze terstond daarop met behulp van een bijzondere veer, die aan de'paraplu [was bevestigd, te openen, zoodat zij vrij onder het plafond van het vertrek hing. dat in de benedenverdieping onder kamer no. 4 lag. T<*en de Engelsch- man nu zijn werk voortzette, vielen de afgebrokkelde stukken kalk in de paraplu. Hij vermeed daardoor alle gedruisch en een paar maal deed hij de paraplu dicht, trok haar in de hoogte en schudde den inhoud op zijn bed uit. Wel een uur lang werkte Mister Smith onafgebroken door. Toen de opening in den vloer eindelijk groot genoeg was, trok hij de paraplu voor het laatst omhoog, richtte zich op en veegde de zweetdroppels af, die op zijn voorhoofd stonden. Nu nam hij het touw en rolde het uit elkaar. Het was op gelijk matige afstanden voorzien van ste vige knoopen en aan het eind be vond zich een lus. Onder de voorwerp-n, die hij uit het kofferke genomen had, was ook een ijzelen haak nut schroef er aan. Mister Smith zonder twijfel een zeer bekwaam slotenmaker schroefde den haak in ongelooflijk korten tijd in den vloer dicht bij de deur en sloeg de lus van het touw er onr heenhet touw zeil liet hij langzaam en voorzichtig door de opening naar de beneden verdieping zakken. Het was even over eenen.... Onhoorbaar sloop Minister Smith naar zijn lange stoffrak, nam een flinke slok cognac uit een klein flescbje, dat in een der zijzakken van de frak zat, gespte een riem om zijn middel en maakte aan dien riem zijn lantaarn en verscheidene werktuigen vast; de beide stalen cylinders, die zooveel geleken op kogels, liet hij aan een dun eind touw naar beneden glijden. Einde lijk, na een tweeden slok uit de cognacflesch, verdween hij zelf in het donkere, gapende gat en gleed, met behulp van de knoopen in het touw, voorzichtig naar beneden. Hij scheen niet geheel onbekend te zijn in dit vertrek. (Wordt vervolgd.) Rectificatie. In ons nummer van gisteren vermeldden wij abusievelijk in ons verslag over de feestviering van Mgr. Brouwer, dat onder de plech tige H.Mis op 2en Pinksterdag twee Eerw. theologanten als Cantores fungeerden. Dit officie werd n.l. waargenomen door de WelEerw. Zeergel. Heeren B. P. Aalberse en J. W. van Heeswijk, Professoren van „Hagtveld", die als deputatie van het Seminarie bij de plechtig heid waren uitgenoodigd, Het gouden Priesterfeest van Mgr. A. J. Brouwer. Na het H. Evangelie beklom de Weleerw. pater J. Brouwer van de Congregatie van den Allerheiligsten Verlosser te 's Bosch, de broeder van den jubilaris, den Stoel der Waarheid om de feestpredikatie te houden. Pater Brouwer slaat in den aan vang zijner feestpredikatie een blik op deze plechtige feestviering. Alles is op dit oogenblik rondom den jubileerenden prietar geschaard. Ziehier Mgr. den Bisschop met zijn Hoogwaardig Kapittel, ziehier de geestelijkheid en de geloovigen der stad neergeknield om bij 't H. Dank offer tegenwoordig te zijn, dat op- gedragenwordt door den priester, die nu 50 jaren lang aan 't Altaar des Heeren 't Offer van Calvarië vernieuwd heeft. Alles doet mede aan het blijde feestgejubel, dat ter eere van dit gouden feest opstijgt. Vervolgens wijst de gewijde spre ker op de groote, verheven waar digheid, die de Priester bekleedt. Geen wonder, dat thans alles juicht en allen zich vereenigen rondom dit H. Dankoffer. 50 Jaren lang heeft deze Priester 't eereteeken der priesterlijke waar digheid gedragen. Dat dankt hij op de eerste plaats aan God, maar ook tevens is deze viering 't be wijs, dat hij zich 50 jaren lang als priester gedragen heeft. Spr. zal in deze plechtige oogenblikken enige woorden spre ken hij hoopt, dat de Jubilaris de vervulling van dezen broederplicht niet zal versmaden. -Hij zal door deze woorden tevens de geloovigen opwekken tot eerbied en liefde voor den priester, docht verzoekt te voren alle geloovigen zich eenige minuten te voreenigen in een stil gebed. Pater Brouwer herinnert aan de plechtigheid, die 50 jaren gele den, op 17 Mei 1857, plaats greep in de Bisschoppelijke kapel van Mgr. Van Vree z.g. In die eenvoudige huiskapel daal de deH. Geestoverden jubileerenden priester neder en toen klonk het in dat stille Heiligdom: „TuesSacerdos in aeternum." „Gij zijt priester in eeuwigheid." Spr. beschouwt de priesterlijke waardigheid, waarmee Mgr. Brdbwer toen bekleed werd en spreekt als zijn overtuiging üit, dat r geen grootere waardigheid op de wereld bestaat. En vervolgens vraagt hij |Is(dan de waardigheid van den Priester zoo ontzettend groot Ja, want hij is de Plaatsbekleeder van Jesus Christus. De H. Augustinus zegt: „Als de priester komt, dan komt hij in den naam van Jesus Christus, als hij snreekt, dan spreekt hij in den naam van Jesus Christus en als bij handelt, dan handelt hij in den naam van Jesus Christus." Daarom is men aan den Priester altijd grooten eerbied verschuldigd. Hij is de Plaatsbekleeder van Jesus Christus voor de Majesteit van God Jesus Christus heeft zelf 't brood en den wijn veranderd in 't Lichaam en Bloed des Heeren en Hij heeft die macht overgedragen aan den Priester, krachtens zijn Goddelijk heid. Daarom moet 't woord van den Priester [zooveel invloed hebben op de zielen. 't Ambt van den priester is zoo schoon. De Priester to<Ti beschikt over de Hemelsche Sacramenten. Eu als die waardigheid zoo groot is, moet dan de priester ook niet geëerd en geëerbiedigd worden? Ja, den Priester komt eere toe. Hij staat verre boven de engelen. Als een engel bij een prester op bezoek kwam, dan zou eerst de engel groeten. Welnu, als dan een priester vijf tig jaren lang die verheven waar digheid bekleed heeft, is er dan geen reden hem te huldigen? Reden is er te over tot groote dankbaarheid, want in die 50 jaren is deze Jubilaris steeds een priester geweest. En thans verkeert hij als Jubelpriester in uw midden in dat monument uwer kathedraal. Spr. gaat vervolgens na de priesterlijke loopbaan van den Jubilaris en toont aan, dat hij immer en overal was de „Pastor Bonus", de „Goede Herder." Pater Brouwer herinnerde aan zijn Regentschap over 't seminarie „Hageveld", waar hij de jeugdige levieten opleidde tot priesters. In 1901 koo3 Z. D. H. de Bis schop hem tot zijn Vicaris Generaal en steeds is hij de steun geweest van zijn Bisschop. Moeten wij dan geen dank bren gen aan hem, vraagt spr., voor alle diensten, die hij nu 50 jaren lang aan het Bisdom heeft bewezen, aan hem, die de eerste persoon is in 't Bisdom na den Bisschop? Spr. wekt alle geloovigen op veel voor den jubileerenden Pries ter te bidden, opdat hij nog lang in ons midden mag blijven, opdat, hij nog lang de steun moge blijven voor den Bisschop, ook de steun voor alle geloovigen. Spr. besloot deze heerlijke feest predikatie met de bedeMoge de genade Gods steeds op U, broeder, nederdalen. Moge God U steeds in uw streven bijstaan. Moget gij nog veel doen ter verheerlijking van uw priesterlijk ambt, dan zult ge van God hiernamaals uw loon ontvan gen, waar wij allen later als broeders hopen vereend te zijn. Na de H. Mis werd een plechtig „Te Deum" gezongen in het Gre- goriaansch. Vervolgens het Tantum Ergo van Victoria en het Regina Coeli van Stein besloot deze ver heven kerkelijke plechtigheid. Internationa] t ontmoeting. Weder speelden eergisteren op het H. F. C.-terrein aan de Span jaardslaan Hollanders tegen Belgen, en weder vermochten de onzen niet te winnen, al eindigde thans de wedstrijd ook niet in een sma delijke nederlaag. Een westelijk elftal bestaande uit Beeuwkes, in 't doel; Stom en Van Oven (achter); Heijting, Stempels en Lotsy (midden); Van Renter ghem, Tony, Kessler, Bajetto. Fran cken en Dozy (voor); speelde tegen de kampioenen van België, „1'Uni on Saint Gilloise", die uitkwam met J. van Stappen (doel); Pierard en Poelmans (achter), Van den Eynde, Grumeau en Dietze (mid den), Tobias, Van Heggen, G. van der Stappen, Wigands en Hebdin (voor) Was nogmaals de zegepraal niet voor de verdedigers der Neder- landsche kleuren weggelegd, we behoefden ditmaal ten minste niet met de onaangename gedachte het terrein te verlaten, dat er ook geen poging tot overwinnen was ge daan. Het Hollandsche elftal zat beter in elkaar, dan dat hetwelk voor veertien dagen tegen België uit kwam; er werd met veel vuur ge speeld en in het algemeen een aanmerkelijk betere qualiteit spel vertoond. Maar juist nu rijst de ietwat be klemmende vraag, of inderdaad Belgisch voetbaldit jaar althans niet hooger staat dan Hol landsch. Want ondanks de meer dere energie, die gisteren door het Nederlandsch elftal over alle ran gen werd vertoond, waren en ble ven de Belhen de sterkeren. Thans scheen het zwakke J>unt bij de onzen voornamelijk in de voor hoede te schuilen. De noodige sa menhang ontbrak erin, hetgeen niet geheel aan het gladde veld en den natten bal kon worden toegeschre ven waarmede de Belgen trou wens evengoed te kampen hadden en evenmin aan het feit, dat de Hollanders tegenover de weinig aantrekkelijke tackling methoden van de Belgen wat huiverig werden om met kracht op te treden. Het gebrek aan samenhang in de voorhoede was daarom te meer jammer omdat de middenspelers thans en bij den aanvang en in de verdediging deden wat zij konden, terwijl ook Van Oven en Stom met zuivere, verre schoten zorgden dat hun voorhoedemannen niet werkeloos behoefden te blijven. Intusschen zij eerlijk erkend dat de forwards individueel zeer vaak goed -werk lieten zien, vooral Kess ler, Bajetto, en Dozy. Francken was, ten gevolge van een wrak been, niet op zijn volle kracht. De Belgen vertoonden over alle liniën de goede voelballers eigen schappen, die wij eerder reeds in hun nationale elftal loofden, en die door het aan-elkaar-gewend-zijn nog beter tot hun recht kwamen. Jammer was het alleen, dat zij vaak zulk ruw spel vertoonden. Zonder dat waren zij toch sterk genoeg, en hadden zij zelfs misschien geen twee punten tegen zich zien maken, die thans beide indirect uit unfair spel van de Belgen voort kwamen. Het eerste doelpunt was voor de Hollanders. Uit een vrijen schop, waarbij Dozy den bal zuiver voor den doelmond zette, waar het leder door Van der Stappen zwak werd weggewerkt, scoorde Bajetto. De gelijkmaker kwam nog in de eerste twintig minuten, toen Tobias een mooien schuinen voorzet van Hebdin benutte en den bal onhoud baar langs Beeuwkes die overi gens in goede conditie was het doel intrapte. En vóór de Oostenrijksche scheids rechter, Her Hugo Meissner het sein voor de rust blies, maakte Wigands een tweede doelpunt voor de Union, nadat èn Stom, de on feilbare, èn Beeuwkes, de betrouw bare, elk één van dié kleine foutjes hadden begaan die, als zij een ach terman en een doelverdediger over komen, de noodlottigste gevolgen kunnen hebben en in dit geval ook werkelijk hadden. Langen tijd scheen het na de rust of de Belgen eerder hun voor sprong zouden vergrooten, dan dat de Hollanders gelijk zouden maken. Het laatste geschiedde dan ook alleen doordat eindelijk een der Belgische achterhoedespelers zijn ruwheid met een strafschop tegen zijn partij moest bekoopen. Stom nam de penalty en den bal via de bovenlat in n De Belgische aan voerder Poel®, was intusschen over dezen, z| inziens onrechtvaardig toegeken" strafschop zoo ontstemd ge'®' dat hij eerst zijn doelverdew wilde verbieden den bal te stopP en toen deze weigerde zijn p°s verlaten, zelf de kleedkamer op®0® Even later moesten ook de landers met 10 man gaan spj daar Francken opnieuw zijn bezeerde. Het eind kwam, tank tam, met een gelijk spel van 2' Eén leerzaam feit uit dezen strijd moet nog vermeld wo: Op een gegeven moment. f besl den gest. l| dat litie» ged. ten tele aan 01 28 nier woc W vao|j mo.. el"" Bajotto vrijwel alleen op 't aanrende, viel hem een der B sche achterhoedespelers in denf' aan. Bajetto viel niet en bet' den bal. Toch liet de scheidsrec® het spel staken en een vrijen sch door Holland nemen. Dit w&s dat oogenblik beslist in het V® deel van de zoogenaamd bestr^ partij, die daardoor een ernstV aanval ernstig onderbroken zag gelegenheid kreeg haar spelers het bedreigde doel terug te trek^® Had de heer Hugo Meissner laatste bepalingen van het EDs sche bondsreglement gekend althans in acht genomen, dan hij in dit geval Bajetto's ren onderbroken en geen strafschop gekend. Poiitie-verzoeken. De Haarlemsche Politievere®® ging „Verbetering zij ons streV* heeft een adres gericht aan burgemeester en den commiss® an politie, waaruit o.m. blijkt'1 die vereeniging verzoekt: 1. Een betere en practische die® regeling, en welde eene week1 dag- en de andere week den nac dienst, en dat in plaats van '/u rust na DU uur surveillance, 6 uur rust door ieder hunner V worden genoten. 2. Meerdere vrije dagen, en f dat in plaats van om de veert' dagen, zooals thans het gevat om de tien dagen aan ieder hua" een vrije dag worde verstrekt. 3. Dat worde bepaald, dat agenten-politiepersoneel hunne spraken op zes dagen verlof P' jaar kunnen doen gelden en deze in hun geheel of in gedee' naar verkiezing kunnen erlang' rekening houdende met de bel® gen van den dienst. 4. Dat worde bepaald, dat het politiepersoneel en hunne zinnen kosteloos van gemeente#' worden verstrekt vrije geneesk®' dige hulp en medicijnen, zooals zü' reeds te Amsterdam, HilversF Rotterdam en andere plaatse in "1 land het geval is. 5. l'at de bij het agentenper5' neel gedragen wordende laar® des winters worden afgeschaft 6 vervangen door doelmatige vet'1 deren rijgschoenen (jachtrnodel),e het dragen daarvan te bepalen V 1 November tot 1 April van ie® jaar. 6. Dat aan ieder van het ag6'1 ten-politiepersoneel als bij hun® kleeding een stel doelmatige ba®' boeien worde verstrekt. 7. Dat de bij het politieperson6 in gebruik zijnde cape (korte reL mantel) worde vervangen door e6 doelmatige lange regenjas. 8. Dat de aan hen verstrekt 6 gedragen wordende witte broek6 (zomerpantalons) worden vervang6' door dunne pantalons van zwafl of wel donkerkleurige stof. 9 Dat niet aan enkele, doch a# alle recherche-beambten en aan M die van het politie-personeel nachts in burgerkleeding surve' leeren, bij hunne uitrusting alsn" worde verstrekt een vuurwap6 (revolver), terwijl het mede zeer g' wenscht voorkomt dat ook des nach iedere agent van politie, die 1 buitenwijken of afgelegen rond* surveilleert, van een vuurwap* worde voorzien, ten einde zich p« soonlijk of anderen in geval vanhooj noodzakelijkheid te kunnen of doen verdedigen. 10. Dat aan ieder hulpbureau v^ politie (posthuis) te dezer stede, wa® tot op heden nog petroleum verlichting wordt gebruikt, de' verlichting worde vervange do6 doelmatige gasverlichting, en da»1 bij bovendien aan ieder dier politi' posthuizen een gaskomfoor wor® verstrekt en geplaatst, ten einde M drinken van het aldaar dienstdoen6 politiepersoneel, thee, koffie en( voor het gebruik te kunnen w warmen. Bij eene dusdanige verlichti® zou ook het gevaar voor ontsta® van brand bijna geheel word6 weggenomen. 11. Dat aan de verschillen® politie posthuizen (bulpbureau's) dezer stede en in de agentenwach kamer aan het bureau van poli': Smedestraat steeds onder control van den dienstdoenden len of 2en chef der wacht, voorhanden is e6 stevig orderboek, waarin de do6 burgemeester en commissaris 111 gevaardigde en gegeven orders zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 2