STADSNIEUWS.
De dienstbode heeft belangrijke won
den aan het hoofd, maar niet levens
gevaarlijk.
De ezel is een zachtzinnig
hij laat zich vëel welgevallen,
komt dat, Jan?
Jan. Omdat hij een ezel is.
dier
Hoe
Iemand die een dief pakt, terwijl
hij* zijne horloge heeft gestolen.
Geef onmiddellijk terug, of ik roep
dien agent daar.
De zakkenroller haalt een
handvol horloges uit zijn zak
Zoek maar uit, mijnheer.
Bataklanden.
De Bataviasche correspondent van
de „N. R. Ct.seint
Kapitein Christoffel heeft de schuil
plaats van Si Singamangaradja over
vallen. De onderneming was echter
verraden. De moeder, éen vrouw
en twee dochters van dien priester-
vorst werden gevangen genomen
en veel kostbaarheden vielen in
onze handen. De vervolging wordt
krachtig voortgezet.
De „N.R.Ct." teekent daarbij aan:
Men zal zich herinneren dat kapi
tein Christoffel, nadat hij den vorst
van Goa door zijn onvermoeide
vervolging had achterhaald, aange
wezen werd om Si Singamangaradja,
den geheimzinnigen priester-vorst
in het Batakgebied, gevangen te
nemen. Dien officier werden 80
maréchaussees aangeboden, doch
hijzelf vond er 40 genoeg. Hij koos
die uit de beschikbare Amboneesche
militairen van het 4e bataljon in
fanterie te Tjimahi. Met deze kleine
afdeeling vertrok Christoffel den
SOsten Maart.
Het werd hoog tijd dat aan het
drijven van Si Singamangaradja een
einde werd gemaakt, want meer en
meer bleek 'tden laatsten tijd, dat
aan alle rustverstoringen in het
Batakgebied die man schuldig was.
Zoo heeft men in ons vorig Eerste
Blad onder de mailberichten nog
kunnen lezen, dat ook de brand
stichting in de zendinggebouwen te
Oeloean, onderafdeeling Toba, waar
schijnlijk op zijn drijven is geschied.
Het heeft niet aan pogingen ont
broken om Si Singamangaradja met
de beschikbare troepen in handen
te krijgen, maar steeds werd men
misleid. Christoffel heeft daaraan
weer een einde weten te maken
en in anderhalve maand tijd wist
hij, blijkens bovenstaand telegram,
diens schuilplaats op te sporen en
te overvallen. Nu hij eenmaal zoo
dicht in zijn buurt zit, zal Chris
toffel hem wel niet meer loslaten.
Het is merkwaardig wat deze
officier op het gebied van het
opsporen van onwillige hoofden
vermag. Waar Si Singamangaradj a
bij een groot deel der bevolking in
een roep van heiligheid staat, ver
vult het ons met bewondering dat
Christoffel ook hier weer zoo spoedig
goede berichten wist te verkrijgen.
l'oor vroegere mededeelingen in
dit blad mogen wij den persoon van
Si Singamangaradja voor onze lezers
bekend veronderstellen. Er bestaat
wellicht aanleiding om hierop bin
nenkort wat uitvoeriger terug te
komen.
Gemengd Buitenland.
Helsche machine.
Te Odessa is gisterenochtend dicht
bij het hoofd-eommissariaat van po
litie een helsche machine ontploft.
De inspecteur van politie en twee
rechercheurs werden gedood, terwijl
zeven anderen ernstig gewond werden.
De daders waren op een verschrikke
lijke manier verminkt.
Over de verdere bijzonderheden loo-
pen de berichten nog al uiteen.
Volgens sommigen was de dader
een schoenpoetser en is deze erin ge
slaagd te ontsnappen.
Volgens anderen was de dader een
zekere Tsjertkof,een befaamd terrorist.
Hij en een medeplichtige zouden zei
ven gewond en door de politie gear
resteerd zijn, terwijl een meisje, dat
hen vergezelde, wist te ontkomen.
De straffen, uitgedeeld aan de on
trouwe armmeesters en een paar
ambtenaren van armhuis en gast'
huis te West Ham, loopen uiteen
van twee jaar tot zes maanden ge
vangenisstraf met dwangarbeid.
Twee jaar was de hoogste straf,
die de rechter kon opleggen wegens
omkooperij en andere oneerlijkhe
den, door deze negen mannen ge
pleegd.
Yuur spuwen. Gisteren heeft de
Stromboli weder een massa asch en
modder uitgeworpen, welke vrij
aanzienlijke schade heeft berokkend
aan de wijngaarden. De bevolking
is ongerust.
Schipbreuk. Volgens de Parijsche
bladen heelt de minister van marine
bevestiging gekregen van het be
richt, dat de Chanzy schipbreuk
heeft geleden in de Tsin Tsjao
archipel. (De Chanzy is een gepant
serde kruiser van 9300 ton.)
70 Jarig huwelijksfeest. Eerstdaags
viert te Londen een paar zijn zeven
tig-jarig huwelijk. Man en vrouw
zijn beiden 92 jaar. De man is
Brinsmead, het hoofd van een be
kende pianofabriek. Ter eere van
zijn huwelijksfeest opent Brinsmead
een voorzorgskas voor zijn werk
volk, met een gift van f12,000 als
begin.
Postmeeuwen. Volgens een buiten-
landsch blad heeft een Fransch
professor met name Demarque te
Toulon proeven genomen (met post
meeuwen. De geoefende meeuwen
bleken beter te vertrouwen dan
postduiven: ze (zijn snuggerder en
trotseeren den hardsten storm.
De inbraak in de Pelikaanstraat.
Heeft men de dieven vast?
Zou het waar zijn?
Het gerucht loopt dat de twee man
nen, die onder de namen Klein en
Trent gelogeerd hadden in kamer 203
van het Terminus-Hotel en die 's mor
gens met Lagass zijn vertrokken, aan
gehouden zijn.
De een zou aangehouden zijn te
Berlijn, de andere te Luxemburg.
Van in den beginne heeft M. de
onderzoeksrechter Vermeer de over
tuiging gehad dat de dieven waren
ontkomen in de richting van Duitsch-
land.
Men zou nu zeggen dat de achtbare
magistraat het goed voor heeft gehad.
Lagass, de man, die den vloer heeft
doorgezaagd met onnavolgbaar talent,
zou een Franschman zijn.
M. Vermeer heeft nu bevel gegeven
om in heel 't land, en vooral te Brus
sel en te Luik, opzoekingen te doen
naar de garage van automobielen die.
op 15 Mei 11.. een rijtuig heeft gele
verd, om twee personen naar Aken te
vervoeren.
De twee personen zouden beant
woorden aan het signalement der beide
medeplichtigen van Lagass.
Van af het eerste oogenblik heeft
het gerecht het spoor gevolgd, dat nu
zou blijken het goede spoor te zijn.
In alle geval, als men de slimme
dieven te pakken gekregen heeft, dan
verdient M. Verme er een compliment,
dat niet genoeg lofwaardig kan zijn,
want nu zegde toch wel iedereen: die
dieven, die pakken ze nooit.
Wij wachten met belangstelling op
nader nieuws.
veel
De laatste inlichtingen
minder bevestigend.
De kwestie der automobiel bepaalt
zich bij het volgendeiemand beweert
aan de Middenstatie eene grijze auto
mobiel te hebben zien wegrijden, in
den morgen toen de inbraak was ge
pleegd.
Het scheen hes* toe dat de inzit
tenden beantwoorden aan de signale
menten die van de drie verdachten
zijn gegeven.
Maar, hoe dat overeen te brengen
met de eerste verklaringen, dat men
Klein en Trent heeft zien vertrekken
ten 5 ure 22 en Lagass ten 5 ure 59?
Het verhaal van de ontvluchting
per automobiel is zoo volledig dat
men weet te spreken van eene panne,
die in het Luiksche plaats had en
aan de vluchtelingen 16 fr. aan re
paratie kostte.
Men beweert nu ook dat Lagass
hier 'met eene vrouw werd gezien en
dat hij met die vrouw reisde naar
Neerpelt, van waar het koppel het
Hollandsch grondgebied bereikte.
Wie de inbrekers leert.
(Vervolg.)
Jan, de kellner, bracht den eenen
heer waschwater en den anderen
een kop thee, vervolgens aan beiden
de rekening. Hij verliet de kamers
zeer tevreden. De reizigers hadden
zich gedragen als Engelsche lords
wat de fooien betreft, ten minste.
De nachtportier deed nu de ronde
door de gangen «en draaide de over
bodige gasvlammen uit. In het
geheele hotel heerschte diepe rust
De beide Engelschen konden naar
hartelust slapen.
De vreemdeling op n. 3 was ook
terstond, nadat hij zich had opge-
frischt, naar bed gegaan. Hij snorkte
reeds uit alle macht.
Dat was niet het geval met den
vreemdeling, die op den naam
Smith kamer n. 3 of 4 besteld,
en n. 4 gekregen had.
Nauwelijks had hij zijn kop thee
leeggedronken en zijn rekening be
taald, of hij begon aan een bijzon
der eigenaardig karwei.
Hij opende allereerst het gele
kofferke en haalde er een paar dik
ke wollen sokken uit, die hij in
plaats van zijn laarzen aantrok.
Toen sloop hij naar de deur van
de kamer daarnaast en luisterde.
Zijn buurman snorkte reeds.
Vervolgens opende Mister Smith
wij laten hem voorloopig in het
bezit van dien naam een oogen
blik de deur, die naar de gang
leidde. Alles was rustig de logeer
gasten van het „Hotel Continen
taal" sliepen; ook het dienstperso
neel scheen zich ter ruste te hebben
begeven.
Mister Smith glimlachte tevre
den; hij deed de deur weer dicht
en draaide den sleutel om. Het was
vijf minuten voor twaalven.
Nu begon hij zijn koffer uit te
pakken. Hij legde den eigenaardi-
gen inhoud niet op tafel en stoelen
zooals reizigers gewoonlijk doen,
maar hij sloeg het dikke Smyrna-
sche tapijt, dat den vloer bedekte,
op en legde daar ieder stuk, dat
hij uit het kofferke nam op neer,
Allereerst kwam er uit te voor
schijn een opgerold touw, niet zeer
dik, maar stevig. Vervolgens een
bijzondere, dubbel gebogen metalen
stang, aan het eind afgeveild, oogen-
schijnlijk van gehard staal, die.
als ze tot haar volle lengte gebracht
werd, zeer lang was. Een gutta
percha slang werd daarna door den
wonderlijken logeergast uit het
kofferke genomen. Ook nog eenige
gereedschappen, zooals beitels en
vijlen, een boor en een aantal sleu
tels. Eindelijk nog twee cylinders,
die er ongeveer uitzagen als gra
naten. Nu was Mister Smith ge
reed.
Als laatste stuk nam hij er nog
een dievenlantaarn uit, schoof de
gordijnen voor de vensters dicht
en blies de beide kaarsen uit, die
de kellner op de tafel in het mid
den van de kamer had gezet. In
plaats daarvan stak hij de lantaarn
aan en plaatste deze op den vloer
hij hurkte neer en begon nauw
keurig den parketvloer te onder
zoeken, ieder vakje afzonderlijk
Eindelijk richtte Mister Smith zich
op. Hij nam de bovengenoemde
stalen stang ter hand en begon de
spleten van den parketvloer, on
geveer in het midden van de kamer,
los te werken. Het duurde niet
lang of hij kon er een van de vakjes
en daarna nog een tweede uitnemen.
Tien minuten later had hij in den
vloer, die de eerste verdieping van
de benedenverdieping scheidde, een
gat gemaakt. Duidelijk hoorde hij,
hoe op den vloer van het beneden
vertrek een stukje kalk in gruis
viel.
Eenige oogenblikken staakte hij
zijn geheimzinnigen arbeid. Hij
luisterde; hij'[sloop nog eens naar
de deuren van de aangrenzende
kamer en van de gang.
Alles bleet rustig en stil.
Mister Smithy begaf zich opnieuw
aan zijn werk.
Voorzichtig vergrootte hij de
opening in den vloer nog een wei
nig. Toen nam hij een groote pa
raplu en stak dezen ongeopend
door het gat om ze terstond daarop
met behulp van een bijzondere veer,
die aan de'paraplu [was bevestigd,
te openen, zoodat zij vrij onder
het plafond van het vertrek hing.
dat in de benedenverdieping onder
kamer no. 4 lag. T<*en de Engelsch-
man nu zijn werk voortzette, vielen
de afgebrokkelde stukken kalk in
de paraplu. Hij vermeed daardoor
alle gedruisch en een paar maal
deed hij de paraplu dicht, trok
haar in de hoogte en schudde den
inhoud op zijn bed uit.
Wel een uur lang werkte Mister
Smith onafgebroken door. Toen de
opening in den vloer eindelijk groot
genoeg was, trok hij de paraplu
voor het laatst omhoog, richtte zich
op en veegde de zweetdroppels af,
die op zijn voorhoofd stonden.
Nu nam hij het touw en rolde
het uit elkaar. Het was op gelijk
matige afstanden voorzien van ste
vige knoopen en aan het eind be
vond zich een lus.
Onder de voorwerp-n, die hij uit
het kofferke genomen had, was ook
een ijzelen haak nut schroef er
aan. Mister Smith zonder twijfel
een zeer bekwaam slotenmaker
schroefde den haak in ongelooflijk
korten tijd in den vloer dicht bij
de deur en sloeg de lus van het
touw er onr heenhet touw zeil
liet hij langzaam en voorzichtig
door de opening naar de beneden
verdieping zakken.
Het was even over eenen....
Onhoorbaar sloop Minister Smith
naar zijn lange stoffrak, nam een
flinke slok cognac uit een klein
flescbje, dat in een der zijzakken
van de frak zat, gespte een riem
om zijn middel en maakte aan dien
riem zijn lantaarn en verscheidene
werktuigen vast; de beide stalen
cylinders, die zooveel geleken op
kogels, liet hij aan een dun eind
touw naar beneden glijden. Einde
lijk, na een tweeden slok uit de
cognacflesch, verdween hij zelf in
het donkere, gapende gat en gleed,
met behulp van de knoopen in het
touw, voorzichtig naar beneden.
Hij scheen niet geheel onbekend
te zijn in dit vertrek.
(Wordt vervolgd.)
Rectificatie.
In ons nummer van gisteren
vermeldden wij abusievelijk in ons
verslag over de feestviering van
Mgr. Brouwer, dat onder de plech
tige H.Mis op 2en Pinksterdag twee
Eerw. theologanten als Cantores
fungeerden. Dit officie werd n.l.
waargenomen door de WelEerw.
Zeergel. Heeren B. P. Aalberse en
J. W. van Heeswijk, Professoren
van „Hagtveld", die als deputatie
van het Seminarie bij de plechtig
heid waren uitgenoodigd,
Het gouden Priesterfeest van
Mgr. A. J. Brouwer.
Na het H. Evangelie beklom de
Weleerw. pater J. Brouwer van de
Congregatie van den Allerheiligsten
Verlosser te 's Bosch, de broeder
van den jubilaris, den Stoel der
Waarheid om de feestpredikatie te
houden.
Pater Brouwer slaat in den aan
vang zijner feestpredikatie een blik
op deze plechtige feestviering.
Alles is op dit oogenblik rondom
den jubileerenden prietar geschaard.
Ziehier Mgr. den Bisschop met zijn
Hoogwaardig Kapittel, ziehier de
geestelijkheid en de geloovigen der
stad neergeknield om bij 't H. Dank
offer tegenwoordig te zijn, dat op-
gedragenwordt door den priester,
die nu 50 jaren lang aan 't Altaar
des Heeren 't Offer van Calvarië
vernieuwd heeft.
Alles doet mede aan het blijde
feestgejubel, dat ter eere van dit
gouden feest opstijgt.
Vervolgens wijst de gewijde spre
ker op de groote, verheven waar
digheid, die de Priester bekleedt.
Geen wonder, dat thans alles
juicht en allen zich vereenigen
rondom dit H. Dankoffer.
50 Jaren lang heeft deze Priester
't eereteeken der priesterlijke waar
digheid gedragen. Dat dankt hij
op de eerste plaats aan God, maar
ook tevens is deze viering 't be
wijs, dat hij zich 50 jaren lang als
priester gedragen heeft.
Spr. zal in deze plechtige
oogenblikken enige woorden spre
ken hij hoopt, dat de Jubilaris de
vervulling van dezen broederplicht
niet zal versmaden.
-Hij zal door deze woorden tevens
de geloovigen opwekken tot eerbied
en liefde voor den priester, docht
verzoekt te voren alle geloovigen
zich eenige minuten te voreenigen
in een stil gebed.
Pater Brouwer herinnert aan
de plechtigheid, die 50 jaren gele
den, op 17 Mei 1857, plaats greep
in de Bisschoppelijke kapel van
Mgr. Van Vree z.g.
In die eenvoudige huiskapel daal
de deH. Geestoverden jubileerenden
priester neder en toen klonk het in
dat stille Heiligdom: „TuesSacerdos
in aeternum." „Gij zijt priester in
eeuwigheid."
Spr. beschouwt de priesterlijke
waardigheid, waarmee Mgr. Brdbwer
toen bekleed werd en spreekt als
zijn overtuiging üit, dat r geen
grootere waardigheid op de wereld
bestaat.
En vervolgens vraagt hij |Is(dan
de waardigheid van den Priester
zoo ontzettend groot Ja, want hij
is de Plaatsbekleeder van Jesus
Christus.
De H. Augustinus zegt: „Als de
priester komt, dan komt hij in den
naam van Jesus Christus, als hij
snreekt, dan spreekt hij in den
naam van Jesus Christus en als bij
handelt, dan handelt hij in den
naam van Jesus Christus."
Daarom is men aan den Priester
altijd grooten eerbied verschuldigd.
Hij is de Plaatsbekleeder van Jesus
Christus voor de Majesteit van God
Jesus Christus heeft zelf 't brood
en den wijn veranderd in 't Lichaam
en Bloed des Heeren en Hij heeft
die macht overgedragen aan den
Priester, krachtens zijn Goddelijk
heid.
Daarom moet 't woord van den
Priester [zooveel invloed hebben op
de zielen.
't Ambt van den priester is zoo
schoon. De Priester to<Ti beschikt
over de Hemelsche Sacramenten.
Eu als die waardigheid zoo groot
is, moet dan de priester ook niet
geëerd en geëerbiedigd worden?
Ja, den Priester komt eere toe.
Hij staat verre boven de engelen.
Als een engel bij een prester op
bezoek kwam, dan zou eerst de
engel groeten.
Welnu, als dan een priester vijf
tig jaren lang die verheven waar
digheid bekleed heeft, is er dan
geen reden hem te huldigen?
Reden is er te over tot groote
dankbaarheid, want in die 50 jaren
is deze Jubilaris steeds een priester
geweest. En thans verkeert hij als
Jubelpriester in uw midden in dat
monument uwer kathedraal. Spr.
gaat vervolgens na de priesterlijke
loopbaan van den Jubilaris en toont
aan, dat hij immer en overal was
de „Pastor Bonus", de „Goede
Herder."
Pater Brouwer herinnerde aan
zijn Regentschap over 't seminarie
„Hageveld", waar hij de jeugdige
levieten opleidde tot priesters.
In 1901 koo3 Z. D. H. de Bis
schop hem tot zijn Vicaris Generaal
en steeds is hij de steun geweest
van zijn Bisschop.
Moeten wij dan geen dank bren
gen aan hem, vraagt spr., voor alle
diensten, die hij nu 50 jaren lang
aan het Bisdom heeft bewezen, aan
hem, die de eerste persoon is in 't
Bisdom na den Bisschop?
Spr. wekt alle geloovigen op
veel voor den jubileerenden Pries
ter te bidden, opdat hij nog lang
in ons midden mag blijven, opdat,
hij nog lang de steun moge blijven
voor den Bisschop, ook de steun
voor alle geloovigen.
Spr. besloot deze heerlijke feest
predikatie met de bedeMoge de
genade Gods steeds op U, broeder,
nederdalen. Moge God U steeds in
uw streven bijstaan. Moget gij nog
veel doen ter verheerlijking van uw
priesterlijk ambt, dan zult ge van
God hiernamaals uw loon ontvan
gen, waar wij allen later als broeders
hopen vereend te zijn.
Na de H. Mis werd een plechtig
„Te Deum" gezongen in het Gre-
goriaansch. Vervolgens het Tantum
Ergo van Victoria en het Regina
Coeli van Stein besloot deze ver
heven kerkelijke plechtigheid.
Internationa] t ontmoeting.
Weder speelden eergisteren op
het H. F. C.-terrein aan de Span
jaardslaan Hollanders tegen Belgen,
en weder vermochten de onzen
niet te winnen, al eindigde thans
de wedstrijd ook niet in een sma
delijke nederlaag.
Een westelijk elftal bestaande uit
Beeuwkes, in 't doel; Stom en Van
Oven (achter); Heijting, Stempels
en Lotsy (midden); Van Renter
ghem, Tony, Kessler, Bajetto. Fran
cken en Dozy (voor); speelde tegen
de kampioenen van België, „1'Uni
on Saint Gilloise", die uitkwam
met J. van Stappen (doel); Pierard
en Poelmans (achter), Van den
Eynde, Grumeau en Dietze (mid
den), Tobias, Van Heggen, G. van
der Stappen, Wigands en Hebdin
(voor)
Was nogmaals de zegepraal niet
voor de verdedigers der Neder-
landsche kleuren weggelegd, we
behoefden ditmaal ten minste niet
met de onaangename gedachte het
terrein te verlaten, dat er ook geen
poging tot overwinnen was ge
daan.
Het Hollandsche elftal zat beter
in elkaar, dan dat hetwelk voor
veertien dagen tegen België uit
kwam; er werd met veel vuur ge
speeld en in het algemeen een
aanmerkelijk betere qualiteit spel
vertoond.
Maar juist nu rijst de ietwat be
klemmende vraag, of inderdaad
Belgisch voetbaldit jaar althans
niet hooger staat dan Hol
landsch. Want ondanks de meer
dere energie, die gisteren door het
Nederlandsch elftal over alle ran
gen werd vertoond, waren en ble
ven de Belhen de sterkeren. Thans
scheen het zwakke J>unt bij de
onzen voornamelijk in de voor
hoede te schuilen. De noodige sa
menhang ontbrak erin, hetgeen niet
geheel aan het gladde veld en den
natten bal kon worden toegeschre
ven waarmede de Belgen trou
wens evengoed te kampen hadden
en evenmin aan het feit, dat de
Hollanders tegenover de weinig
aantrekkelijke tackling methoden
van de Belgen wat huiverig werden
om met kracht op te treden.
Het gebrek aan samenhang in
de voorhoede was daarom te meer
jammer omdat de middenspelers
thans en bij den aanvang en in de
verdediging deden wat zij konden,
terwijl ook Van Oven en Stom
met zuivere, verre schoten zorgden
dat hun voorhoedemannen niet
werkeloos behoefden te blijven.
Intusschen zij eerlijk erkend dat
de forwards individueel zeer vaak
goed -werk lieten zien, vooral Kess
ler, Bajetto, en Dozy. Francken
was, ten gevolge van een wrak
been, niet op zijn volle kracht.
De Belgen vertoonden over alle
liniën de goede voelballers eigen
schappen, die wij eerder reeds in
hun nationale elftal loofden, en
die door het aan-elkaar-gewend-zijn
nog beter tot hun recht kwamen.
Jammer was het alleen, dat zij
vaak zulk ruw spel vertoonden.
Zonder dat waren zij toch sterk
genoeg, en hadden zij zelfs misschien
geen twee punten tegen zich zien
maken, die thans beide indirect
uit unfair spel van de Belgen voort
kwamen.
Het eerste doelpunt was voor de
Hollanders. Uit een vrijen schop,
waarbij Dozy den bal zuiver voor
den doelmond zette, waar het leder
door Van der Stappen zwak werd
weggewerkt, scoorde Bajetto.
De gelijkmaker kwam nog in de
eerste twintig minuten, toen Tobias
een mooien schuinen voorzet van
Hebdin benutte en den bal onhoud
baar langs Beeuwkes die overi
gens in goede conditie was het
doel intrapte.
En vóór de Oostenrijksche scheids
rechter, Her Hugo Meissner het
sein voor de rust blies, maakte
Wigands een tweede doelpunt voor
de Union, nadat èn Stom, de on
feilbare, èn Beeuwkes, de betrouw
bare, elk één van dié kleine foutjes
hadden begaan die, als zij een ach
terman en een doelverdediger over
komen, de noodlottigste gevolgen
kunnen hebben en in dit geval ook
werkelijk hadden.
Langen tijd scheen het na de
rust of de Belgen eerder hun voor
sprong zouden vergrooten, dan dat
de Hollanders gelijk zouden maken.
Het laatste geschiedde dan ook
alleen doordat eindelijk een der
Belgische achterhoedespelers zijn
ruwheid met een strafschop tegen
zijn partij moest bekoopen.
Stom nam de penalty en
den bal via de bovenlat in n
De Belgische aan voerder Poel®,
was intusschen over dezen, z|
inziens onrechtvaardig toegeken"
strafschop zoo ontstemd ge'®'
dat hij eerst zijn doelverdew
wilde verbieden den bal te stopP
en toen deze weigerde zijn p°s
verlaten, zelf de kleedkamer op®0®
Even later moesten ook de
landers met 10 man gaan spj
daar Francken opnieuw zijn
bezeerde. Het eind kwam, tank
tam, met een gelijk spel van 2'
Eén leerzaam feit uit dezen
strijd moet nog vermeld wo:
Op een gegeven moment. f
besl
den
gest.
l|
dat
litie»
ged.
ten
tele
aan
01
28
nier
woc
W
vao|j
mo..
el""
Bajotto vrijwel alleen op 't
aanrende, viel hem een der B
sche achterhoedespelers in denf'
aan. Bajetto viel niet en bet'
den bal. Toch liet de scheidsrec®
het spel staken en een vrijen sch
door Holland nemen. Dit w&s
dat oogenblik beslist in het V®
deel van de zoogenaamd bestr^
partij, die daardoor een ernstV
aanval ernstig onderbroken zag
gelegenheid kreeg haar spelers
het bedreigde doel terug te trek^®
Had de heer Hugo Meissner
laatste bepalingen van het EDs
sche bondsreglement gekend
althans in acht genomen, dan
hij in dit geval Bajetto's ren
onderbroken en geen strafschop
gekend.
Poiitie-verzoeken.
De Haarlemsche Politievere®®
ging „Verbetering zij ons streV*
heeft een adres gericht aan
burgemeester en den commiss®
an politie, waaruit o.m. blijkt'1
die vereeniging verzoekt:
1. Een betere en practische die®
regeling, en welde eene week1
dag- en de andere week den nac
dienst, en dat in plaats van '/u
rust na DU uur surveillance, 6
uur rust door ieder hunner V
worden genoten.
2. Meerdere vrije dagen, en f
dat in plaats van om de veert'
dagen, zooals thans het gevat
om de tien dagen aan ieder hua"
een vrije dag worde verstrekt.
3. Dat worde bepaald, dat
agenten-politiepersoneel hunne
spraken op zes dagen verlof P'
jaar kunnen doen gelden en
deze in hun geheel of in gedee'
naar verkiezing kunnen erlang'
rekening houdende met de bel®
gen van den dienst.
4. Dat worde bepaald, dat
het politiepersoneel en hunne
zinnen kosteloos van gemeente#'
worden verstrekt vrije geneesk®'
dige hulp en medicijnen, zooals zü'
reeds te Amsterdam, HilversF
Rotterdam en andere plaatse in "1
land het geval is.
5. l'at de bij het agentenper5'
neel gedragen wordende laar®
des winters worden afgeschaft 6
vervangen door doelmatige vet'1
deren rijgschoenen (jachtrnodel),e
het dragen daarvan te bepalen V
1 November tot 1 April van ie®
jaar.
6. Dat aan ieder van het ag6'1
ten-politiepersoneel als bij hun®
kleeding een stel doelmatige ba®'
boeien worde verstrekt.
7. Dat de bij het politieperson6
in gebruik zijnde cape (korte reL
mantel) worde vervangen door e6
doelmatige lange regenjas.
8. Dat de aan hen verstrekt 6
gedragen wordende witte broek6
(zomerpantalons) worden vervang6'
door dunne pantalons van zwafl
of wel donkerkleurige stof.
9 Dat niet aan enkele, doch a#
alle recherche-beambten en aan M
die van het politie-personeel
nachts in burgerkleeding surve'
leeren, bij hunne uitrusting alsn"
worde verstrekt een vuurwap6
(revolver), terwijl het mede zeer g'
wenscht voorkomt dat ook des nach
iedere agent van politie, die 1
buitenwijken of afgelegen rond*
surveilleert, van een vuurwap*
worde voorzien, ten einde zich p«
soonlijk of anderen in geval vanhooj
noodzakelijkheid te kunnen of
doen verdedigen.
10. Dat aan ieder hulpbureau v^
politie (posthuis) te dezer stede, wa®
tot op heden nog petroleum
verlichting wordt gebruikt, de'
verlichting worde vervange do6
doelmatige gasverlichting, en da»1
bij bovendien aan ieder dier politi'
posthuizen een gaskomfoor wor®
verstrekt en geplaatst, ten einde M
drinken van het aldaar dienstdoen6
politiepersoneel, thee, koffie en(
voor het gebruik te kunnen w
warmen.
Bij eene dusdanige verlichti®
zou ook het gevaar voor ontsta®
van brand bijna geheel word6
weggenomen.
11. Dat aan de verschillen®
politie posthuizen (bulpbureau's)
dezer stede en in de agentenwach
kamer aan het bureau van poli':
Smedestraat steeds onder control
van den dienstdoenden len of 2en
chef der wacht, voorhanden is e6
stevig orderboek, waarin de do6
burgemeester en commissaris 111
gevaardigde en gegeven orders
zijn