Donderdag 6 Juni 1907.
No. 6602 32s,e jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
Courage
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Editie 2 uur.
ABONNEMENTSPRIJS
Ptr 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per
Afzonderlijke nummers
post.
OTT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON-
1.20
1.65
0.05
EN FEESTDAGEN.
BUREAUX: St.JANSSTRAAT 1, Interc. Tel. No. 1426. - HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels
Elke regel meer
0.60, (contant) 0.50
0.10
Groote letters worden berekend naar paatsraimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, c., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Wilde men sommige liberale bla
den gelooveu, dan zou de uitslag
der Statenverkiezingen geenszins
twijfelachtig zijn; dan kan men
dien uitslag nu reeds wiskunstig
Zeker bepalen. Over de geheele linie
zal het liberalisme, of liever' de
anti christelijke partij zegevieren.
We staan hier voor een bekende
tactiekhier zien we toegepast een
krijgslist, die ook in het gewone
leven al te dikwijls heerlijke uit
komsten oplevert.
Schreeuw hard, zoo hard gij kunt;
zwets en snoef en de schaapachtige
meerderheid der menschen meent,
dat gij inderdaad iemand zijt, ook
dan zelfs wanneer die zelfde meer
derheid u in particuliere gesprek
ken een leeghoofd noemt en een
praatjesmaker.
De wereld wil immers bedrogen
zijn op alle gebied; we zullen er
binnenkort elders vermakelijke
staaltjes van aanhalen.
De liberale pers is nu bezig met
zoodanig rolletje te spelen. Ook zij
schreeuwt nu al den triomf harer
mannetjes uit, verkondigt van de
daken, dat de Christelijke partijen
niets vermogen tegen de phalanx
der verbonden linkergroepen.
Behalve den reeds aangeduiden
toeleg, beoogt zij hiermee nog iets
anders. Zij wil bij de tegenpartij de
overtuiging vestigen, dat deze een
hopeloozen strijd strijdt en vergeefs
hu ie krachten inspannen zal, om
bij de Statenverkiezingen niet het
onderspit te delven.
Wij allen weten het, bij onder
vinding misschien, dat wie ten
strijde trekt zonder hoop op de
zegepraal, reeds zoo goed als ver
slagen is, terwijl een ander, die de
overtuiging van den goeden uitslag
met zicti omdraagt, schier onover
winlijk kan genoemd.
Zoowel de fout der zelfoverschat
ting als die der ontmoediging dienen
onze kiezers te vermijden.
Te loochenen valt het niet, dat
de strijd heet zal wezen, in sommige
provincies vooral. Waar onze tegen
standers alles op haren en snaren
zetten, mogen de onzen stellig niet
achterblijven.
In gesloten gelederen trekt al wat
anti-christelijk is tegen ons op.
Met de socialisten in den tros.
De N. R. Ct. weet zeer goed,
dat zij „een jokkentje" schrijft,
waar zij den drie verbonden libe
ralen groepen de meerderheid in het
land toekent.
Zij rekent vooral op de herstem
mingen, als de socialisten, kleur
moetende bekennen en niet meer
met eigen candidateu op den arm
zittend, den gewonen draai zullen
nemen en in elk geval de linksche
mannetjes steunen.
Door het afbedelen, nu reeds,
van dien steun in de toekomst ver
raad t|het liberalisme zijne zwakheid,
het boerenbedrog van zijn vervroegd
viccorie-geschrei.
De krachtsontwikkeling der te
genpartij moet ons een spoorslag
wezen, om macht tegenover macht,
leger tegenover leger te plaatsen.
Verwoed moge de strijd worden,
hopeloos is hij in geenen deele.
Verre vandaar. Indien wij allen als
één man ter stembus gaan, loopt
de machtspositie der Christelijke
partijen geen gevaar.
O.ize 49 stemmen in de Tweede
Ka—er, onze meerderheid in den
Senaat blijven ons verzekerd, indien
wij willen, inderdaad willen met
manlijke kloekheid.
Hoeden wij ons voor zelfover
schatting, even zorgvuldig behooren
wij ons te wachten voor moede
loosheid. Voor het laatste bestaat
meer gevaar dan voor het eerste.
„Aan moed zult gij niet sterven,
[Kobe."
„Ik hoop het, baas."
Die woorden uit „Baas Gansen-
donck" hebben ons misschien wel
eens doen glimlachen, m ar konden
wij daarbij niet eens aan ons-zelven
denken ook?
Wij belmoren er aan te denken,
nu meer dan ooit. Wat „De Stan
daard" dezer dagen schreef, een der
hoofdorganen der bevriende Chris
telijke groepen, voor de mannen
harer partij, mogen ook wij ons
herinneren
Neen,1 wij deinzen niet, en voor geen
dreigement schrikken wij terug.
Aan overmoed trachten we ons te spe
nen, Van wilden uitval onthouden we ons
Maar te vaster staat ons onwankelbaar
besluit, om de eere onzes Gods op het
itaatkundig erf niet prijs te geven, en
veeleer voor het heiligste in onze over
tuiging onwrikbaar pal te staan.
Wat ons doordringt, en bezielt, en een
vonk van heilige geestdrift in ons doet
opvlammen, is de roeping die we ons
voelen opgelegd, om een heiligen
plicht te vervuilen.
In sympathieën verschillen we ook on
derling. en al wil ieder onzer vooruit,
de tred is radder bij den één, trager bij
den ander; maar als het om de eere
van den Christus gaat, legt zelfs de verst
vooruitgesnelde aan al zulk sympathie-
verschil het zwijgen op.
Eéne lijn trekt de tegenpartij.
Dat voorbeeld belmoren wij te vol
gen. Al te dikwijls verketteren wij
elkaar en vergeten, om smalle of
breede opvattingen, dikwijls op de
smalste en malste wijze verdedigd
dat we allen belmoren te strijden,
niet voor een bijzonder kapelletje,
maar voor de ééue groote, heilige
zaak onzer beginselen.
Voor die zaak ook nu ten strijde
met alle macht, gelijk het overtuig
den Katholieken betaamt.
De liberalen schreeuwen wel vic
torie, maar die moet nog bevochten
worden. Indien wij willen is de over
winning niet hun, maar ons!
Courage dus
L.
ITALIË
Den vierden Juni j.l. heeft de
H. Vader een decreet geteekend,
waarbij de kerkelijke indeeling van
Brazilië merkelijk gewijzigd wordt.
Men weet, dat vooral de hooge
geestelijkheid aldaar nu juist niet
uitblonk door ijver en plichtsbesef
of priesterlijke deugden. Hierin is
reeds verandering gekomen. De
nieuwe verdeeling komt hierop neer:
het diocees van San Paulo wordt
de metropolitaan van vijf kleinere
bisdommen, noodig geworden dooi
de toeneming der bevolking.
Het diocees van Valparaiso (Chili)
wordt saamgesraolten met dat van
Santiago.
Een kanunnik uit Pau (Frankrijk)
was dezer dagen op audiëntie bij
Z.H. den Paus. Plotseling viel hij
voor den H. Vader op de knieën
en riep met tranen in de stem
„H. Vader, geef mij Uw zegen voor
Frankrijk, opdat er het geloof niet
verloren ga!"
Pius X hief den grijsaard op en
sprak troostend: „Houd er u van
overtuigd, dat het zijn geloof niet
verliezen zal. God heschermt Frank
rijk
In antwoord op een bericht in de
„Osservatore" van Milaan, die rond
uit schreef, dat het „non expedit"
(verbod aan de Katholieken ia Italië,
om aan het staatkundig leven deel
te nemen) al. even weinig befee-
kende als de aanspraken op de
tijdelijke macht des pausen, bevatte
de „Osservatore Romano" van den
4en dezer een scherpe tegenspraak.
Het „non expedit" is evenmin op
geheven als dat de Paus zij ue aan
spraken oj) het erfgoed van Petrus
heeft laten varen. Werd het „non
expedit" om dringende redenen soms
door denjpaus opgeheven, dat waren
uitzonderingen, den regel bevesti
gend.
Z. Heiligheid heeft Dinsdag 1.1.
nog een ander decreet geteekend,
dat namelijk van de herziening van
het studieplan voor de seminaries.
Wie zich tot priester voorbereidt,
moet vijf jaar op een gymnasium,
driejaar op een lyceum geweest zijn.
Verder heeft hij een jaar van voor
bereidende theologische studiën en
vier jaar studie als directe voorbe
reiding tot het priesterschap Voor
alle seminaris in Italië zal dit gel
den. In het Zuiden van Italië wordt
er mee begonnen.
FRANKRIJK.
De drie hoofdschuldigen, baarde-
looze jongelui van 16, 17 en 18
jaar, zijn door den rechter van in
structie te Parijs gehoord voorgis
teren. Schaamteloos brutaal beken
den zij, dat ze mede de patronaats
leden aangevallen hadden. Zouder
veel moeite gelukte het den rechter
ieders aandeel in de misdaad vast
te stellen. Onder beschuldiging van
moord en aanslag op het leven
zijn zij in de gevangenis opgeslo
ten.
Gelijk wij reeds schreven, heeft
de ZeerEerw. heei Firmery eerst
17 uur na zijne verwonding ge
neeskundige hulp ingeroepen, en
na eerst zijne priesterlijke plichten
bij den gewonden Debroize vervuld
te hebben.
Toen de kogel uit de dij verwij
derd was, vroeg hij dien te mogen
zien.Overigensdachthij niet aan zieh-
zelve maar aan „z'n armen jongen"
Hippolytus Debroize, lafhartig dood
geschoten.
Den Z.E. heer Firmery huldigen
wij gaarne als een dier Parijsche
priesters, welke zekere Hollandsche
legende zoo gaarne voorstelt als
saletjonkers met fijnejasjes, gedo
leerde zilveren gespen op de schoe
nen, gemanchet en geglacéhand-
schoend, maar die in werkelijkheid
zeer hard werken, armelijk gekleed
gaan en alle moeite doen, om te
behouden wat te behouden valt,
te herwinnen, wat verloren werd.
Verloren niet door hunne schuld,
maar door de schuld van voorgan
gers, die den ernst der tijden niet
begrepen en te dikwijls hun eigenlijke
phchten en hunne ware taak ver
geten hebben en verzuimd.
De begrafenis van Debroize zal
zeer plechtig wezen. Een oproep
is gericht tot alle Katholieke stu
denten te Parijs, om er aan deel
te nemen.
BELGIE.
De politieke strijd en de taalstrijd
blijven voortduren. In Kamer en Se
naat weren zich de ij veraars.
Daens stelde in de Kamer den Mi
nister van Wetenschap en schoone
Kunsten de volgende vraag:
De dagbladen hebben geschreven,
dat M. Iwan Gilkin, tot bestuurder
van letteren aan het ministerie van
wetenschappen en letteren zou be
noemd worden. Zonder de verdiensten
van M. Gilkin te willen betwisten,
zou'die benoeming het Vlaamsche land
ten uiterste misnoegen, omdat de
Vlaamsche kunst en letterkunde niet
het minste vertrouwen in hem kun
nen stellen, wegens de menigvuldige,
hartstochtelijke aanvallen, die M. Gil
kin tegen de Vlaamsche taal en be
schaving gericht heeft. In geval echter
M. Gilkin aan het hoofd der Fransche
letteren zou geplaatst worden, wen-
schen de Vlamingen dat ook een
Vlaamsch letterkundige van naam
worde geplaatst aan het hoofd van
een bestuur, dat de Vlaamsche littera
tuur, tooneel- en toonkunde zou om
vatten, die thans ongemeen bloeiend
zijn en naam en faam genieten, ook
in vreemde landen! Overgeleverd aan
M. Gilkin, zouden de vruchten der
Vlaamsche cultuur kunnen lijden.
Meent de minister, uit een gevoel van
gelijkheid en kunstzin, die wenschen
der Vlamingen te kunnen inwilligen?
In den senaat verklaarde de heer
Bergmann in de jongste zitting:
Ik oi dersteun het voorstel van den
volksvertegenwoordiger Verheyen, die
verlangt dat onze bezoldigde consuls
Nederlandsch kennen. Uit ervaring
weet ik, hoe ongelukkig het is voor
Vlamingen in den vreemde, die nie
mand vinden, zelfs geen consul om
hunne klachten aan den man te bren
gen.
Korte Berichten.
De hertog van Cumberland zal ver
zet aanteekenen tegen de benoeming
van den hertog van Mecklenburg tot
regent van Brunswijk.
Wegens ongesteldheid moest minis
ter-president Clemenceau Dinsdag plot
seling de Kamer verlaten. De genees-
heeren hebben hem volstrekte rust
voorgeschreven.
Met den dag wordt het duidelijker,
dat ook de tweede Doeina niets uit
werkt. Een model-lichaam om den
boel nog meer in de war te sturen.
Ontbinding staat voor de deur.
In den Belgischen Senaat bracht de
heer Bergmann een economisch ver
bond met Nederland ter sprake, en
vroeg of de Regeering de tijd tot iets
dergelijks niet gekomen achtte.
Bij de stakingen te .Johannesburg
(Zuid-Afrika) kwamen te Germiston
mishandelingen op een paar plaats
vervangers voor. Politie en ruiterij
moesten de orde herstellen.
Uit ons Parlement,
De heer Van Doorn, liberaal
afgevaardigde van Gouda, die zich
bij de Tiendrechtwet zoo „verdien
stelijk" maakte, vindt nu, dat zijne
medeleden aardig doende zijn urat
haarklooverijen.
Waar zij de keuze hebben tusschen
vader, natuurlijke vader, physiologi-
sche vader, verwekker enz., doet
het er volgens hem al bitter weinig
toe, met wat naam de persoon
wordt aangeduid.
Wij gelooven niet te ver te gaan,
wanneer wij met de heeren van
Wijnbergen (Katholiek) en van Id-
singa (antirevol.) van meening zijn,
dat hier achter een naam heel wat
zit. Er mag geen verwarringontstaan,
die de heiligheid van den vader
naam, de ongereptheid van het
huwelijk, van het gezin aantast.
En was het niet de heer Van
Doorn zelf, die Rechts eene waar
schuwing deed hooren
Het ontwerp-Loeff had juist dit
eigenaardige, dat het zich niet moei
de met het onderzoek naar het
vaderschap, doch tevens door de
onderhoudsactie in een groote wets-
leemte voorzag.
Dit standpunt wenschten de hee
ren Van Wijnbergen en Van Id-
singa blijkbaar gehandhaafd te
zien.
Zeker ook heeft de heer Regout
(Kat'n.) om eene zelfde beweegreden
een ameudement ingediend, strek
kende om hier niet van „vader",
maar van „natuurlijke vader" te
spreken.
De heer Heemskerk (antirevol.)
scheen minder bezorgd dan zijne
Christelijke medeleden. Volgens
hem bedoelde de minister het zoo
kwaad niet met zijn „vader", en
wilde hij er niet de gewone beteeké-
nis aanhechten.
Laten de heeren er dan een naam
voor trachten te vinden, die juist
hunne bedoeling, hunne meening
weergeeft. Dat zal toch niet geheel
onmogelijk zijn. En dat de onzen
wantrouwig zijn, wat wonder?
Mooie woorden hebben al me
nigeen bedrogen en het wemelt in
die mate van bedriegers op allerlei
gebied om ons heen, dat wij schier
altoos te weinig wantrouwen hebben.
Iioe de heeren het beslissen zul-
ien Dat moeten wij afwachten. De
nacht brengt misschien raad. Mi
nister vau Raalte hecht bijzonder
aan het woordeke „vader" in den
door hem bedoelden zin. Ook voor
hem zit er dus wel iets meer achter
dan een naam.
De Statenverkiezing.
Wij ontleenen het volgende aan
het gratis Maandblad „Futura":
De Statcn-verkiezingen naderen.
l'oe za.l de uitslag zijn?
Niemand, die het zeggen kan.
Doch dit eene valt nu al reeds met
alle zekerheid te zeggen, indien de
chris elijke partijen het willen win
nen, dan zullen zij hunne uiterste
krachten moeten inspannen.
De tegenpartij weet, waar 't om
gaat. Deze geheele verkiezing is
een hervatting van den strijd van
1905.
in 1905 ging 't er om, de christe
lijke meerderheid in de Tweede
Kamer in een minderheid te ver
anderen. En wij verloren het
Thans wordt de aanval gericht
tegen de Christelijke meerderheid
in de Eerste-Kamer.
Zullen wij 't weer verliezen?..
Neen, dat mag niet I Teveel staat
voor ons op 't spel
Doch dan moeten de kiezers ook
goed overtuigd worden van den
grooten ernst van dezen verkiezings
strijd.
Wij moeten ze deugdelijk voor
lichten. Hun uitleggen, waarom
'tgaat bij de'.e verkiezing.
Wij moeten hen overtuigen, dat
het een geweldige strijd is, een strijd
tusschen twee wereldbeschouwingen.
Wij moeten hun duidelijk maken
wat was de Questie-Staal, en wat
de diepe ondergrond is geweest van
de Kabinetscrisis.
Wij moeten hen uitleggen, wat
is 't verschil tusschen de belasting
plannen van 't Ministerie-Kuyper en
die van 't Ministerie-De Meester.
Wij moeten eerlijk hen meedeelen,
hoe zelfs de linkerzijde erkent, dat
't Ministerie-De Meester is een uiterst
zwak ministerie.
Oud-minister Cremer.
Door familie-omstandigheden heeft
de oud-minister Cremer zijn reis
bekort.
De familie wordt nu reeds 4 Juni
in Duin en Kruidberg terugver
wacht.
Vredes-Conferentie.
Gistermiddag is iu de groote ver
gaderzaal der aanstaande Vredes
conferentie eene proef genomen met
de accoustiek dier zaal.
Ongeveer 250 leerlingen van het
Gj-mnasium vulden iu de Grafelijke
Zaal op het Binnenhof de verschil
lende banken, bestemd voor de g
delegeerden. Ónderscheidenen dezer
jongelui richtten nu van daar het
het woord tot het tegenover de zit
plaatsen gelegen bureau, gepresi
deerd door den heer De Beaufort
den eersten gedelegeerde der Neder-
landsche commissie, die wederkee-
rig met de sprekers van gedachten
wisselde.
De Kamerwacht af.
Heden wordt de militaire wacht in
en vóór het gebouw van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal tijdens de
zittingen vervangen door Rijksveld
wachters.
De nieuwe Oorlogsbegrooting.
De definitieve oorlogsbegrooting
voor 1907 bevat de volgende bijzon
derheden de uitgaven voor het blij
vend gedeelte zijn verhoogd de wijzi
ging in liooger legerbe vel voering is
aanstaande met benoeming van een
veldleger-kommandant en afschaffing
der inspecteurs van infanterie en ar
tillerie andere bezuinigingsmaatre
gelen worden onderzochtherziening
der soldijen wordt voorbereid door een
opperoffici eren-com missie, maar voor
gehuwde onderofficieren met 9 of meer
dienstjaren wordt al dadelijk groote
verbetering voorgesteld.
Gelden worden gevraagd voor ma
noeuvres in dit jaar door 4e en le
divisie zullende, laatstgenoemde kust
verdedigingsoefeningen in Noord- en
Zuid-Holland gehouden worden, voorts
aangevraagd f 190.000 om nabij Zee
burg bij Amsterdam een schi*t- en
excercitieterrein in te richten voor
het garnizoen aldaar, terwijl spoedig
fondsen zullen worden aangevraagd
voor de overbrenging van een deel der
koloniale reserve van Nijmegen inde
Infanterie-kazerne te Utrecht, waar
van een bataljon elders wordt gehuis
vest. Eindcijfer der begrooting wordt
voorgedragen op f 26.643.255.00
Wijziging der Drankwet.
In hare Memorie van Antwoord
betreffende het wetsontwerp tot
wijziging van de Drankwet met be
trekking tot staking au het bedrijf
geeft deRegeering eene wederlegging
van de grief, geuit tegen haar beleid
te dezer zake, welke grief zij niet
gerechtvaardigd noemt. Waar de
Regeering afzonderlijke voorziening
ook thans noodzakelijk acht, volgt
zij geen ander beleid met opzicht
tot de Drankwet dan het iu 1905
algemeen goedgekeurde.
Voor het hooren over dit voorstel
van de inspecteurs belast met het
toezicht op de naleving van de
Drankwet, bestond zegt de Regee
ring geen aanleiding wijl het
grootendeels een zuiver juridische
aangelegenheid gold. De in het
Voorloopig Verslag geuite wenschen
tot wijziging v.m de Drankwet zul
len bij do beraamde meer algemeene
herziening worden overwogen.
Met betrekkiug tot de nu voor
gestelde bepalingen dee!t de regee
ring o.a. het volgende mede
Feitelijk ware toepassing van het
vernietigingsrecht ten aanzien van
alle door de Regeering onwettig ge
achte besluiten tot intrekking van
vergunningen mogelijk geweest.
Was er alleen sprake geweest van
besluiten genomen vóór de bekende
Koninklijke beslissing, dan zouden
de door de Regeering gekoesterde
bezwaren zich in mindere mate
hebben doen gevoelen dan thans,
nu ook latere besluiten achterhaald
moesten worden. Onder deze om
standigheden vooral scheen het de
voorkeur te verdienen een uitspraak
van den wetgever uit te lokken en
ook daardoor te voorkomen, dat
vernietigingsrecht worde ingeroepen
bij wijze van een door de wet niet
gegeven hooger beroep.
Ter zake van de bestrijding van
de uitlegging, door de Regeering
gegeven aan art. 28, 4°. der Drank
wet, doet de Regeering uitkomen
dat bet hier alleen geldt de vraag,
of het administratief geeag tot in
trekking van eene vergunning
en zulks krachtens het bij art. 28,
4°. der Drankwet bepaalde heeft
over te gaan, waar het, op grond
van een onderzoek naar en waar
deering van de burgerrechtelijke
verhouding van den vergunning
houder tot hem die het bedrijf uit
oefent, tot de conclusie komt dat
laatstgenoemde geheel ef gedeelte
lijk het financieel risico van het
bedrijf draagt. Dit gezag is voor
zoodanig onderzoek ten eenemale
ongeschikt. Het mist de middelen
van onderzoek, het mist ook de
gewoonte van recktshanteering en
van juridieke waardeering van bur
gerrechtelijke verhoudingen, die
daartoe onmisbaar zijn. Nu heeft de
Regeering, ooknagezette oerweging
van het in het Voorloopig Verslag
aangevoerde, geen motief kunnen
ontdekken dat zou nopen tot beves
tigende beantwoording van boven
gestelde vraag. Wel zijn er gronden
die tot een ontkennend antwoord
voeren. De vraag blijft welke be
doeling de wetgever had toen hij
op straffe van verbeurte van de
vergunning, opzettelijk daarvan niet
gebruik maken wilde beletten. Ad-
ministratief-rechtelijk kou hier aan
niets anders gedacht worden dan
aan staking van het bedrijf, van den
verkoop, en dat wel „opzettelijk",
d. w. z. onder zoodanige cmsiandig-
heden dat van den wil, gericbz op
niet verkoopen, zou blijken. Slechts
deze feiten heeft het administratief
gezag te constateeren.
Verder reikend onderzoek gaat
buiten het administratief kader vau
de wet en vau de besproken bepaling.
LEMSCHE
AGITE ftft ION AGITATE.
ik