- 7 -
mies, waarvan het bedrag zich regelt naar de
soort, worden dadelijk, zonder formaliteiten, uitbe
taald op het eenvoudig vertoonen van den kop
van het dier, dat men heeft gedood.
Verder bezorgt men aan de vogels beschutte
plaatsen voor hun nesten. Kistjes van allerlei aard,
allerlei afmeting, allerlei model, goed gesloten,
en slechts één opening hebbend, precies groot
genoeg voor de kleine vogels, zijn op 3 a 4 me
ter hooge staken geplaatst, in den grond geplant,
of aan een boom vastgemaakt. De staak is aan den
voet met zink omringd, als behoedmiddel tegen
de knaagdieren, en draagt op het hoogere gedeelte
enkele krukjes boven elkander.
Er is geen laan, of de boomen hebben er een,
twee of drie nesten; geen tuin, waar men er niet
tot zelfs vijf of tien ziet, en dit vooral buiten.
Het kleinste dorp bevat eveneens zoo'n klein
nestendorp. In die kistjes met nauwe opening
vindt de vogel niet alleen beschutting tegen weer
en wind, maar ook veiligheid tegen zijn vijanden,
knaagdieren en verscheurende dieren, die niet tot
aan het nest kunnen klimmen, roofdieren, die niet
door de kleine opening kunnen dringen.
Onnoodig te zeggen, dat de bewoners der ste
den en dorpen aan hun kleine kostgangers een
onbegrensde bescherming verzekeren. Niet alleen
denkt men er niet aan hun nestjes uit te halen,
maar wanneer de jeugd in den zomertijd zich over
velden en vlakten en door de bosschen verspreidt,
denkt geen kind er aan, ze te vernietigen, om zich
te .amuseeren", door er op te schieten of ze te
strikken.
In de zitting van 13 Febr. jl. van de „Deutsche
Landwirtschafts Gesellschaft" heeft baron H. von
Berlepsch een rede gehouden, die zeer gecom-
menteerd is geworden, waarin hij van nabij de mid
delen besprak, in Duitschland voor de bescherming
der vogels gebruikt en door hem nog onvoldoende
bevonden, zoodat hij den wensch uitsprak dat de
•Vogelschutzverein" nog meer zou trachten te
doen en tot stand te brengen dan hij aj deed.
De resultaten dezer tot het uiterste gedreven
bescherming der vogels wijzen zich-zelf aan: de
velden worden gezuiverd van wormen, larven, in
secten, die het ontkiemende graan en de ontlui
kende plant vernietigen. Daardoor vergoeden zij
dubbel en dwars de schade, die zij b.v. in de
kensenboomgaarden of door het pikken in andere
geliefkoosde vruchten teweegbrengen.
E HOOGSTE BRUG VAN BEIEREN.
In het wild-romantische gedeelte van
Algau, in het beiersche regeeringsdis-
trict Zwaben, heeft men de noodzake-
heid ingezien om een nieuwe, aan de
moderne eischen voldoende brug over de diepe
vallei te bouwen, waardoor de Argen stroomt. Met
be kosten van 220.000 Mark, tot welker bestrijding
be beiersche Staat, het district Zwaben en het dis-
geiler het hunne bijdroegen, werd op die wijze
een verbinding tot stand gebracht, waardoor heel
wat moeilijkheden werden uit den weg geruimd,
kle zware taak van dezen bruggebouw, den
hoogste in het koninkrijk Beieren, is op gelukkige
°Pgelost. In spijt van de vele stoornissen als ge
volg van de gesteldheid van den bodem en van
bet ongunstige weder, is de duitsche firma, aan
wie het werk was opgedragen, erin geslaagd den
bouw in een jaar en negen maanden te voleinden.
'n een lengte van 204 meter en een breedte van
5 meter verheft zich de ontzagwekkende brug op
een hoogte van 53.6 meter boven den normalen
Waterspiegel van de Argen.
Drie ijzeren slingerpijlers steunen de evenzoo-
vele openingen der brug. De hoogst interessante
•vrije monteering" der middelste opening wordt
°P aanschouwelijke wijze door een onzer illustra
ties weergegeven. Terwijl het middenveld een
wijdte van 84 meter heeft, bedraagt deze bij de
twee zijvelden elk 48 meter.
Merkwaardig in het bijzonder is de bouw der
slingerpijlers, waarvan twee de hoogte van 25
meter bereiken. Om er bij bewegingen in schuine
richting, zooals vaak door den wind kunnen worden
veroorzaakt, den noodigen weerstand aan te geven,
's bij elk het eene voetpunt sterk verankerd, het
andere, op een rollaag rustend, vrij bewegelijk.
De brug is in haar geheel een buitengewone
verrichting van techniek en ingenieurskunst.
EN „FATA MORGANA" OP DEN AT-
LANT1SCHEN OCEAAN. De passa
giers van het amerikaansche stoomschip
„Philadelphia", dat vóór eenige dagen
te New-York binnenliep, wisten te ver
halen van een bijzonder helder „fata morgana"
(luchtspiegeling), dat zij daags te voren op reis
hadden waargenomen.
De luchtspiegeling betrof een groot stoomschip
in volle vaart. Het beeld was zoo buitengewoon
helder, dat men zelfs vaststellen kon, welk vaar
tuig het was: de fransche snelvarende stoomboot
„La Lorraine". Aan den horizont was geen spoor
van een schip te ontdekken, zelfs niet met verre
kijkers. Men bracht de draadlooze telegraphie in
werking en kreeg snel verbinding met de „Lorraine".
'Zij stuurde op een afstand van 25 engelsche mijlen.
Het verschijnsel moet zeldzaam mooi zijn geweest;
alle bijzonderheden aan boord waren te onderschei
den en men kon zelfs de passagiers op het dek
zien wandelen. De zee was kalm en de zon om-
neveld. De spiegeling duurde een halfuur; daarna
verdween ze allengs.
E AFGEKEERDE SCHOENEN.
„Duizend bommen en granaten 1
Bliksem en donder 1"
Aldus bliksemde en donderde kapi
tein Lams, commandant der 8e com
pagnie, terwijl hij met zijn vuist zoo geweldig op
de tafel beukte, dat de inktpot verschrikt opvloog,
en de luitenants en onderofficieren hun goeien
kapitein ernstig aankeken, maar den mond waagde
niemand open te doen.
Kapitein Lams had op zijn lessenaar een groot
papier gevonden, een schrijven van den minister
van Oorlog.
De kapitein las den brief:
„De minister van Oorlog heeft het regiment
aangewezen, om een proef te nemen met een bij
zonder model schoenen, gemaakt en aangeboden
door zekeren Stoffels. De 8e compagnie is belast
met deze proef. Een bijzondere instructie zal
volgen."
Kapitein Lams was een beste man, die zich
goed van zijn taak kweet en door al zijn onder
geschikten als het ware op de handen werd ge
dragen. Zijn eenig gebrek
was, dat hij afkeerig was
van al wat nieuw was en
vreeselijk het land had aan
wat hij „geschiedenis"
noemde. Om die niet te
hebben, strafte hij om zoo
te zeggen nooit, wat een
der hoofdredenen was,
waarom zijn manschappen
hem zoo graag mochten.
De proef, die hij moest
nemen met het nieuwe
schoeisel, bracht hem uit
zijn humeur, want terwijl
hij het gewichtige schrij
ven van den minister van
Oorlog nog aan het lezen
was, bracht men reeds van
wege den kolonel de aan
gekondigde uitvoerige in
structie, waarin in allerlei
bijzonderheden en met
veel omhaal van woorden
de onvergelijkelijke ver
diensten werden uiteen
gezet van de schoenen,
waarmee de proef moest
worden genomen, en de
juiste voorwaarden, waar
onder die proef moest ge
schieden. Men zou tien
paar van die schoenen ont
vangen, daarna moest men
in heel de compagnie tien paar voeten uitzoeken,
die overeenstemden met de punten der nieuwmodel-
sche schoenenvervolgens moest, gedurende zes
maanden na de ontvangst dier schoenen, elk paar
een afstand van 2000 kilometer afleggen, en dat bij
het meest verschillende weer en op de meest ver
schillende wegen. Er moest zeer nauwkeurig boek
gehouden worden van den weg, die eiken dag
was afgelegd, en van de omstandigheden, waarin
de schoenen zouden gedragen zijn. Bovendien
moesten tien andere soldaten tezelfder tijd nieuwe
schoenen ontvangen van het reglementaire model,
en die schoenen moesten dezelfde martelingen
en beproevingen ondergaan en onder gelijke voor
waarden en omstandigheden als hun nieuwerwet-
sche kameraden, enz. enz.
Op het einde der zes maanden moest een om
standig rapport, antwoordende op 43 verschillende
vragen omtrent die schoenen, gezonden worden
aan den minister van Oorlog met de twintig paar
schoenen ter vergelijking.
Den volgenden morgen kwam reeds de kist,
inhoudende de vrucht der uitvinding van den
schoenmaker Marinus Stoffels.
Toen de kapitein de schoenen zag, geraakte hij
in heftigen toorn. Hij schold den afwezigen schoen
maker Stoffels de huid vol en wierp, om zich te
wreken, de nieuwe schoenen met eën soort van
woede in een hoek, terwijl hij riep:
„Ik heb er genoeg van 1 Ik wil er niet meer
over hooren praten 1"
Daarna weer kalm geworden, dacht de goede
man aan iets anders.
De magazijnmeester begreep de oorzaak van den
toorn van zijn goeden kapiteinhij nam de schoe
nen op en zette ze mooi in een rechte lijn op een
erg hooge plank, waar ze beveiligd stonden voor
onvrijwillige blikken.
Weken en maanden waren voorbijgegaan, zonder
dat iemand nog dacht aan de schoenen van Marinus
Stoffels, toen de kapitein op een mooien morgen
het volgende schrijven op zijn tafel vond:
„De vastgestelde tijd voor de proefneming der
schoenen van Marinus Stoffels verstreken zijnde,
moet de kapitein, commandant der 8e compagnie
die morgenmiddag zenden naar het bureel van
den kolonel, alsook de tien paar gedragen schoe
nen van het reglementaire model, om te kunnen
vergelijken, en het rapport, voorgeschreven bij
ministerieel schrijven No. 4356 van den 6en Juni
190.."
Het was alsof de bliksem vóór de voeten van
dén kapitein insloeg 1
De voorgeschreven proefneming was niet eens
De hoogste brug van^Beieren, met „vrije montage".