Zaterdag 6 Juli 1907. n No. 6626 32s,e jaargang. Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. i N. V. „Drukkerij de Spaariieslad". Het Arbeidscontract. BUITENLAND. GEDEMPTE OUDE GRACHT 120. feuilleton ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post. 1.65 Afzonderlijke nummers0.05 dit blad verschijnt dagelijks, behalve zon- en feestdagen. BUREAUX: GEDEMPTE OUDE GRACHT No. 120. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1-6 regelsf 0.60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar paatsraimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, c., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. Wij maken er met nadruk opmerkzaam op, dat onze kan toren, alsmede de redactie en administratie van de „Nieuwe Haarlemsche Courant" en van onze verdere uitgaven, thans gevestigd zijn Wij verzoeken dus dringend alles wat voor onze Redactie, Administratie en Drukkerij be stemd is, te doen bezorgen Ge dempte Oude Gracht 120. De Directeur F. H. M. v. d. GR1ENDT. Nu in de Eerste Kamer het Wets ontwerp op het Arbeidscontract m volle behandeling is en naar Wö met grond kunnen verwachten, de volgende week zal worden aan genomen, nu komt 't ons niet onwenschelijk voor, in eenige ver- Vo)g artikelen onzen lezers een kort overzicht te geven van de zeer be langrijke nieuwe bepalingen, die daardoor in ons Recht worden in gevoerd. Het zijn bepalingen, zoowel voor Werkgevers als voor werknemers Van het uiterste belang: de ver plichtingen van elkeen, die iemand m dienst heeft en omgekeerd de plichten van eiken arbeider of dienstbode zijn erin omschreven, fcoodat het ontwerp zeker geacht moet worden te zijn van zeer in grijpenden aard. Met dejbepalingen van dit ontwerp Zal zeker driekwart van ons volk °P een of andere wijze te maken jmbben: men ga nu maar na, hoe belangrijk de wet op 't arbeidscon tract is! De arbeids overeenkomst te rege- eri) dat is het doel van dit wets ontwerp. De arbeidsovereenkomst, dat is de Verbintenis waarbij de arbeider zich verbindt om in dienst van een ander (den werkgever) gedurende zekeren tijd tegen een bepaald loon arbeid te verrichten. Tegen loon: want zonder loons- vergoeding bestaat geen arbeidscon flict, en zijn de bepalingen van dit ontwerp niet toepasselijk. __fj°oals men uit de otnschrijving duidelijk zal begrijpen, zijn ook de gewone dienstboden, die in huis wonen, onder deze wet begrepen. De heer de Savornin Lohman heeft in de Tweede Kamer nog gepoogd, bij wijze van proef en omdat de verhouding tot het gezin waar zij inwonen, iets buitengewoon is, deze huis-dienstboden uitgezon derd te krijgen. Maar zijn amende ment werd met 46 tegen 13 stem men verworpen. Alle Arbeiders, van allerlei soort, vallen nu dus onder 't arbeids contract. En die verbintenis tussohen werk gevers en arbeiders zal zoowel schrif- felijk als mondeling kunnen worden aangegaan. Is zij bij geschrifte opgemaakt, dan zijn de kosten der akte en onkosten ten laste van den werkgever. Wij willen nu eerst eens nagaan, welke verplichtingen de werkgever dooi deze wet weer krijgt. Natuurlijk moet hij den arbeider op den bepaalden tijd zijn loon uit keeren. Dit loon mag voor arbei ders, die niet inwonend zijn bij den werkgever, niet anders worden vast gesteld dan in I geld, II voedsel, dat genuttigd wordt ter plaatse waar het wordt verstrekt, en vei- lichting- of verwarmings artikelen, die gebruikt worden ter plaatse waar ze worden gegeven, III klee ding, in dienst te dragen, IV een bepaalde hoeveelheid der voort brengselen van het bedrijf, waarin het loon wordt verdiend, of van de grond- of hulpstoffen in dat be drijf gebruikt, doeh alleen voor zoover deze behooren tot de eerste levensbehoeften of in bet bedrijf worden gebruikt, terwijl alle alco holhoudende drank streng wordt uitgesloten, V 't gebruik van een stuk grond of een woning, of't ge bruik van werktuigen en het onder houd ervan, VI bepaalde werkzaam heden, door of vanwege den werk gever voorden arbeider te verrichten, en VII onderricht. Iets anders dan wat in deze 7 puntjes is opgesteld, mag geen onderdeel van het loon uitmaken. Zoo ja, dan is dit onwettig. In de He Kamer waren er leden, die wezen op 't kellnersvak. Daar werd o.a. de aandacht gevestigd op kellners, die alleen in de fooien hun belooning vinden, en geen betaling krijgen, ook geen loon genieten in den vorm van voedsel. We weten niet, of er veel zijn die dit laatste geheel missen zijn ze er. dan vallen ze niet onder 't arbeidscontract, dat staat vast. Het is hier de plaats, tevens wat te zeggen van de gedwongen winkel nering. Deze is door den wetgever uit drukkelijk ongeoorloofd verklaard. De arbeidsovereenkomst mag niet bepalen, dat het loon op de een of andere vooraf-bepaalde wijze moet worden besteed, dan alleen in deze twee gevallen: le bij deelneming van den arbeider in een ziektefonds, dat dan nog voldoen moet aan na der vast te stellen eischen, 2e. bij een verbintenis van minderjarige arbeiders, waarbij een deel van 't loon wordt vastgezet in de Rijks postspaarbank of er een opzettelijk gesticht spaarfonds. Op de vaststelling en uitbetaling van loon kunnen nog nog o.m. van invloed zijn de boeteidie door den werkgever den arbeider kunnen worden opgelegd. Zeer belangrijk zijn de bepalin gen hierover, en de Kamer heeft er lang en breed over gepraat. We willen in algemeene trekken even de regeling schetsen, die is aange nomen. Boete mag slechts worden opge legd bij overtreding van bepaald- aangeduide voorschriften van een reglement terwijl het bedrag van elke boete in dat reglement moet zijn voorgeschreven Voorts zal, als bij de overeenkomst reeds boete is .bedongen, die overeen komst schriftelijk moeten zijn aangegaan. De boete mag nooit, noch middellijk, nog onmiddellijk, in den zak van den werkgever te recht komen, noch in die van den- gene, die de bevoegdheid heeft de boe'e op te leggen. In de overeen komst of het reglement moet dus de bestemming der boetegelden nauwkeurig worden aangegeven Ook is er in de wet over het bedrag van de boete een zeer scherpe bepaliug opgenomenbinnen een week mag geen hooger bedrag aan gezamelijke boeten worden opge legd, dan 't loon van den arbeider voor een dag bedraagt. Deze laatste regeling in zake de boeten geldt echter alleen voor de arbeiders, wier in geld vastgesteld loon meer dan f 4 per dag bedraagt. Als gevolg van de ellenlange dis cussie in de Tweede Kamer over deze boete-bespalingen gevoerd, is ook bepaald dat b. v. 't geven van schadevergoedingen enz. onder de bepalingen betreffende boeten zullen begrepen zijn. Dtzenieuw-ingevoeg- de zinsnede is niet duidelijk: de meeste commentatoren van de nieuwe wet meenen, dat de werkgever voortaan bij het opnemen van be- Vrij naar het Fransch M. DU CAMPFRANC. Door Jos. SMITS Az. O! indien ge hunne blijdschap eens gezien had! Yvonne kuste hare me- I|alje wel honderden malen en aan hare vreugdekreten kwam schier geen einde. Wat Pornic betreft, in zijne SUlle blijdschap vergat hij mijne te genwoordigheid en dreunde de gan- ache woordenlijst van zijn vroeger ïoatrozenleven op. Ik gaf een teeken van ongeduld. Hij vertrok in gezelschap van Yvon- ?ei terwijl hij voor de zooveelste maal herhaalde: „Het spijt me, dat de com mandant niet van zijne edelmoedige handeling wil hooren sprekenlaat ik u nog maar eens verhalen; „Het ls een gure winteravond, het vroor, het kraakte. De rest weet ge, Margareta; die i .avvige historie heeft de dagen uwer p'hdsheid vervuld. Hoe dikwijls heeft °rnic ze u niet verhaald, terwijl hij u bootjes uit beukenhout sneed of ge heel uwe kleine vloot te water liet. Ik heb u niets wetenswaardigs mede te deelen, mijn kind. Op Kermeur ge lijkt het leven geheel op die linnen draden, welke uwe voedster Yvonne op haar klos windt. Regelmatig volgen zij elkaar op, altoos gelijk en zonder de minste verstoring. Mijne eenige bezig heid bestaat in wat landelijken arbeid mijne eenige bezoeken zijn onze goede oude pastoor en de armen, welke «-ij verzorgdet en aan welke ik een aal moes geef met de woorden: „Dat is van Margareta." Verplaats u van uwe lieve woning uit bijwijlen eens in den geest naar Kermeur. Het oude kasteel verandert nooit. Van buiten gescheurde muren met klimop overdekt; van binnen drie oude harten, altoos gericht naar het oord, waar hun zonnetje straalt, waar hun dierbaar kind vertoeft. Doorploegd zijn onze voorhoofden, maar eeuwig jong is onze teederheid. en, als uwe letteren ze komen verle vendigen, ontvlamt zij als die oude wijnen, waardoor een gouden zonne straal henenschiet en het bloed stroomt met sneller slag door onze aderen. Op het hooren van uw naam bonst mij het hart, alsof het nog slechts twintig jaren oud ware en nieuwe levenslust daalt verkwikkend in mijn gemoed. Ja, ik kom u te Lyon bezoeken en misschien eer dan je denkt. Het zal me zoo aangenaam wezen u weder te zien. Uw u liefhebbende vader Maurits van Kermeur. HOOFDSTUK III. Een gure najaarswind woei door de ontlooverde bootnen van Bellcour; het maanlicht viel spookachtig over de kristallen vlakten van Rhone en Saóne en langzamerhand liet het eene avond klokje na het andere zich hooren. In de meeste woningen wierp de lamp reeds hare stralen door de spleten der vensters; en met gesloten deuren, dicht om den haard geschaard, luisterde men naar de voetstappen, die over den har den grond dreunden. Wat waren zij rijk aan stil ge uk en huiselijke weelde, de avonden van Margareta! Het vuur in den open haard liet zijn vroolijk geknetter hooren, en het was een lust om te zien, hoe de vonken daar bij duizenden uiteenspat ten. George had zich zoo gemakkelijk mogelijk in een grooten fauteuil ne- dergevlijd en sloeg zijne ec'ntgenoote, die in eene ietwat voorovergebogen houding zat te borduren, peinzend gade. Eensklaps richtte hij zich op, en terwijl hij zijne vrouw lachend aan zag, zeide hij„Margareta, zoudt ge me niet eens eenige van uwe lieve- palingen in reglement of overeen komst omtrent vergoeding van schade (b. v. 't breken van ruiten) de voorschriften omtrent de boeten zal moeten in aeht nemen. De algemeene bepalingen, die zich over de loonsregeling uitspre ken, hebben we hiermee behandeld In een tweede artikel zullen we verschillende bijzondere regelingen bespreken en wat er nog meer van den werkgever wordt gevorderd door deze wet, om dan in een laatste artikel de verplichtingen van den arbeider te behandelen en en kele losse zaken, nie nog afzonder lijke opmerking verdienen. Algemeen Overzicht. Vandaag eens een allegaartje. Er is toenadering tusschen Berlijn en Parijs, er worden vriendelijkhe den gewisseld tusschen Frankrijk en Duitschland, dat is de zaak, waarnaar de andere mogendheden met veel belangstelling het oog hebben gericht. We zeiden Bet van de week al met het begin van de vredescon ferentie is er een geest van vriend schappelijkheid over de mogendhe den gevaren, die nu ook de twee erfvijanden Duitschland en Frank rijk, heeft aangegrepen. Typisch, dat die toenadering ge lijkertijd komt met het bericht van de uitnoodiging, door Koning Ed ward van Engeland gericht aan keizer Wilhelm Dat toont overtuigend, hoe de politiek van den Engelschen koning toch tegenwoordig de heele Euro- peesche diplomatie beheerscht Frankrijk, met Engeland zoo nauw verbonden, zou nooit aan een vrien delijke houding tot Duitschland hebben gedacht, als Engeland hier niet aan de touwtjes had getrok ken. Als een van de meest-in-het oog loopende teekenen van de Duitsch- Fransche toenadering beschouwt men het bezoek dat do Fransche oud-minister van oorlog (tevens beursspeculant!) Etienne dezer da gen aan Keizer Wilhelm heeft ge bracht te Kiel. Etienne heeft er met den keizer en den rijkskanselier lang en breed ge- praatten vooral in Duitschland maakt men van dit bezoek heel wat! In Frankrijk denkt men er andere over, maar toch wordt het als een feit van eenige beteekenis beschouwd, dat een Fransche oudminister zoo vriendelijk door den Duitschen keizer is ontvangenen dat is ook eigenlijk zóó! Uit Marokko is er vandaag geen bizonder nieuws. Vriend Mac Lean zit hoog en droog bij Raisoeli, hij wordt goed behandeld, maar aan ontsnap pen valt niet te denken! De En gelsche regeering is intusschen zeer voorzichtig: Mac Lean is wel een Engelschman, zegt men te Londen, maar hij is in vreemden staatsdienst, dus die staat dient zich er eerst en vooral mee te bemoeien! Ziet men wel, dat de arme Ma- rokkaansche sultan nu nog den boel op zijn dak zal krijgen? Intusschen is er opeens uit Ma rokko weer tijding van vechten gekomende Marokkaansche troe pen willen zeker toonen, dat ze er ook nog zijn! Zoolang echter de mogendheden niet flink ingrijpen, valt er niet veel peil op te trekken, dat in Marok ko ooit een beetje schappelijke toestand zal gaan heerschen. Men meende, dat die gevange neming van Mac Lean nu voor Engeland een reden kon zijn, om met de schoonmaak eens te beginnen: maar blijkbaar durft ook Engeland, naar we bovenal meedeelden, op eigen houjte zoo iets niet aan! Na Duitschland's gepantserde-vuist-ver tooning en des keizers opzienba- renden tocht Daar Tanger branden de mogendheden zich niet graag de vingers aan de Marokkaansche kwestie De Katholieken in Rome, die sinds een paar jaar de meerderheid had den in den gemeenteraad, zijn er door 't „bloc" van socialisten en liberalen, ditmaal weer eens uitge dreven. Er heerscht over 't algemeen 'n vrij anti-clericale geest over Italië in deze dagen. Waarschijnlijk hangt dat samen met de geestdrift, die op vrij kunstmatige wijze wordt gekweekt voor den den z.g. nationalen held, den befaamden Garibaldi, wiens honderste geboortedag dezer dagen met veel vertoon en echt Italiaansch lawaai, en tevens met een onver kwikkelijke ruzie tusschen 's mans overgebleven bloedverwanten, die elkaar op alle mogelijke wijzen in het haar zitten, is gevierd. De syndicus of burgemeester van Rome Prins Ruspoli, heeft met alle wethouders ontslag genomen. In Portugal lijkt het nu niet zoo bar te wezen, als de, den eers ten minister Franco meestal niet lingstukjes willen spelen? Ik hoor ze zoo gaarne." Terstond werd het bor duurwerk op het werktafeltje neer gelegd, en terwijl ze op haar echt vriend toetrad, zeide ze glimlachend „Met alle mogelijke soorten van plei- zier, kapitein, maar ik doe niets voor niets; dus eerst betalen." Zij boog zich een weinig voorover, en George, die wel wist, welke belooning zijne wederhelft eischte, drukte een kus op haar voorhoofd. Thans was ze tevreden en opgeruimd nam ze plaats voor de pianino. En terwijl hare vlugge vingeren over dc ivoren toetsen zweefden, vulden weg slepende walsen en vroolijke deuntjes het vertrek met welluidende tonen. Dat was een dolle rappe dansmu ziek, niet in harmonie met de gevoe lens haars harten. Een heerlijke weg slepende melodie volgde, doch thans waren het niet meer hare vingeren, het was haar hart dat over de toetsen der pianino zweefde. Verwonderd richtte George zich op en zeide„Zeg, wat zingt ge mij daar voor een treurzang?" „Ik weet het niet," antwoordde Mar gareta. „maar het is de uiting mijner vreugde." George barstte in een scbatereud gelach uit, en herman: „Waarlijk, Margareta. dan moet uwe vreugde toch wel erg melancholiek wezen, of ik begrijp er niets van." Margareta, een weinig verlegen, trachtte door een gemaakt glimlachje den traan, die reeds aan haar wimper hing te verbergen en sprak met tril lende stem„George, als ge eens wist, hoe zoet het is van vreugde te weenen." Met verbazing staarda de kapitein zijne jonge vronw aan; de teergevoe ligheid van die dichterlijke natuur was voor hem een raadsel. „Komaan, Margareta," zeide hij, terwijl bij eene partituur opensloeg laat ons eens een duo zingen „Ik "ben Faust en gij zijt Margareta." Zuiver en welluidend was de stem der jonge vrouw. Zoo moest ook de blonde Margareta van Goethe gezon gen hebben. Maar bij George sloeg elke hooge toon tot een krijschend geluid over en door zijn gebarenspel moest hij goedmaken wat aan zijn zingen te kort schoot. Herman, die stilletjes het vertrek was binnengekomen, wierp een blik van verbazing op den zanger. Was dat nu de strenge, onverbiddelijke ka pitein van de dagen der wapenschou wing? De Elzasser zette groote oogen, op, terwijl hij twee kopjes van fijn Chi- neesch porselein op de tafel plaatste en den theepot met kokend water vulde. Vervolgens zeide hij met de gewone plichtpleging: „De thee is gereed, kapitein." Deze woorden riepen de beide groote symphatiek-gezinde dagbladschrij vers wel willen doen gelooven, Om den toestand goed te begrij pen, behoort men te bedenken, dat Portugal tot dusver, evenals Frankrijk en tot op zekere hoogte ook Spanje, een van de slechtst- geregeerde landen der wereld was. L'e ambtenaarskliek vierde er hoog tij: de twee partijen, die zoowat tegen elkaar opwegen, regeerden ieder op de beurt en zetten dan zooveel mo gelijk vriendjes in allerlei betrek kingen, en ieder haalde van de staatsruif wat ervan te halen viel. Toen kwam Franco met een programma, waarin de politieke eerlijkheid op den voorgrond stond. Dit gaf hem aanzien en volgelingen en bij de eerstvolgende periodieke wisselling van partijen kreeg niet de aan de beurt zijnde partij, maar Franco het roer van staat in handen. Zijn partij echter heeft luttel aanhangers en Franco wist, dat hij bij de eerste gelegenheid de beste er uit zou worden gewipt in het Parlement. Om dit nu te braveeren, en om dat hij weet dat hij op den duur zeker een kern van ook in de po litiek eerlijke lui om zich heen zal verzamelen, beeft Franco op z'n Bismarck's eenvoudig d6 Staten- generaal naar huis gestuurd en wacht bij met een nieuwe te doen kiezen totdat hij het land rijp genoeg voor zijn plannen en vertrouwend in zijn bewind acht. Nu schreeuwt men daarover, vooral in „liberale" kringen, moord en brand. De grondwet schorsen, dat is wel 't ergste wat 'n liberaal zich kan voorstellen! Maar als dan wezenlijk de toestand van het land door jazen- en jaren lange misbruiken zóó verrot is, als men zegt dat in Portugal 't geval is, dan heeft Franco toch wel van twee kwaden het minste geko zen is, toen hij de grondwet op zij zetten Te hopen is het evenwel, dat deze energieke minister wantonergiek is hij zekererin slagen zal te ontkomen aan den druk, die door sommige „liberale" heeren op hem wordt geoefend om zijn staatkunde vooral te gaan richten tegen de Kerk. De liberalen zien daarin een blik semafleider tegen maatregelen die henzelf zouden kunnen treffen, en een geschikte bezigheid voor een ministerpresident, die hun wat las tig is. Maar 't schijnt, dat Franco wijs is, en daar niet aan wil, ge tuige de bestrijding die hem van liberale zijde voordurend wordt aangedaan. kinderen weer tot de orde, en na zich ieder in een fauteuil te hebben neer gevlijd, deden ze zich samen te goed aan den geurigen draDk. „Weet je, George" zei mevrouw du Tressan, eenklaps het stilzwijgen verbrekende „Weet je, dat er nu reeds vier maanden sinds ons huwe lijk verstreken zijn, en nog geen wolkje bezwangerde den hemel van ons ge luk. Het zal wel zoo blijven, he?" „Bij wijlen eens een klein wolkachtig neveltje, gelijk er langs den azuur- blauwen hemel dwarrelen," luidde het antwoord van haar plaagzieken echt vriend, „het is niet onaardig, ja, het is als de blanke sneeuw op een schit terenden achtergond „Neen, neen," viel hem Margareta in de rede, terwijl onuitsprekelijke teederheid in hare oogen straalde „ook geen vlokachtig neveltje, neen altoos het volle zonnelicht." Zoo vlogen gewoonlijk de avonden van George en Margareta voorbij. Behalve de herhaalde bezoeken van den kapitein aan zijn regiment, leefde het jonge echtpaar m schier volstrekte afzondering van de wereld. Vruchteloos drongen de echo s van schitterende en luidruchtige feesten tot de stilte hunner vreedzame woning doorzij - oefenden niet de minste aantrekkingskracht op hun jeugdige ziel uit. (.Wordt vervolgd NIEUWE flQITE MS HON flQITATF.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1