Maandag 15 Juli 1907.
No. 6633 32sle jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
TWEE ZINSPREUKEN.
Oneerlijke concurrentie.
Naaml. Venn. Drukkerij
,,De Spaarnestad".
BUITENLAND.
feuilleton.
ABONNEMENTSPRIJS
Ter 3 maanden voor Haarlem1-20
oor do overige plaatsen in Nederland franco per post1.65
Afzonderlijke nummers0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
•BUREAUX: GEDEMPTE OUDE GRACHT No. 120. - HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters worden berekend naar paatsraimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE CONTANT
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Eaubourg Montmartre.
Wij verzoeken nog eens met na-
ruk' alle klachten omtrent slechte
worging der courant terstond aan
ons mede te deelen.
Van onzen kant wordt alles ge-
aan om de bezorging zoo stipt
mogelijk te doen plaats hebben.
Ook onzen agenten verzoeken wij,
t°t stipte bezorging der courant zoo
krachtig mogelijk mede te werken.
Oorrespondenten, die hun nota's
°Ver ket afgeioopen kwartaal nog
niet ingezonden, wordt verzocht deze
200 8P°edig mogelijk aan de Redactie
toe te zenden.
Db Directeur
F- H. /v\. u. d. GRIEHDT.
QED. OUDE GRACHT Ho. 120
T ELEFOOHN U/A MER 1426
Als er één maatschappelijk euvel
waartegen unaniem een geheele
and zich al jaren lang heeft ver-
en zijn stem verhevenzon-
er dat er de minste verbetering
gekomen, zonder dat de Overheid
are taak van inperking van dit
ouvel ook maar heeft ter hand ge-
°!?en, dan is dat zonder eenigen
."ijfel de oneerlijke concurrentie in
et winkelbedrijf!
Wat zijn er niet tonnen inkt
erffiorst en kilo's pennen verschre-
Veb over de oneerlijke concurrentie,
Wat heeft men niet sinds jaren
n allerlei Middenstands-vergaderin-
êeQ sprekers gehad bij de vleet, die
e °beerlijke concurrentie aanvielen
11 op afdoende wijze paal en
n wilden hebben
Doeli dat alles was tot dusverre
tevergeefs.
u9°ze staatsmachine loopt nog
„li1, ?'tar niet z°o hard en gere-
fOT u - ,men zich in den Haag
al» ri;fZlg1°uden met onderwerpen
één o. '-^le ^au teo slotte maar
nii i stand in de maatschap
pij betreffen en waarover de theore-
01 t ook al niet precies eens zijn.
Toen de Ned. Bond van vereeni-
gingen van den handeldrij venden
en industriëelen Middenstand in
1904 te Utrecht, op het eerste Jaar
congres dat werd gehouden, zich
eenstemmig uitsprak voor een wijze
van bestrijding der oneerlijke con-
curentie zooals Duitsehland die al
jaren lang in zijn wetgeving heeft,
toen haastte men zich in den Haag
dit vraagstuk op te hangen aan den
kapstok van de Middenstands-staats
commissie.
En zonder nu die Staatscommissie
geheel en al af te vallen, moeten
we toch na den arbeid van drie
jaar, die deze voorbereidingscom
missie al achter den rug heeft, ons
ondanks erkennen dat de hooge
verwachtingen die de Middenstand
er indertijd van had, alles behalve
zijn vervuld
De commissie is nog immer be
zig met het voorbereiden van voor
bereidende maatregelen, strekkende
tot voorbereiding van wetten,
commissoriaal werk is in ons Neder
land altijd een graf geweest van
veel goeden wil, goede voornemens
en goede verwachtingen!
Enfin, de oneerlijke concur
rentie is gebleven tot op den huldi
gen dag, en de bestrijding ervan,
die zoo dringend door den Midden
stand is gevraagd, is daarentegen
achtergebleven.
We zagen de vorige week in ons
Haarlem weer zoo'n reeds meer
malen gesignaleerd staaltje van
„oneerlijke concurrentie" althans
zóó zou het de door den Midden
stand gevraagde wet ongetwijfeld
noemen in het winkeliersbedrijf.
Het is de bekende truc.
Uitverkoop wegens faillissement"
heet het en de annonceering van
dien uitverkoop is op deze wijze in
gekleed, dat iedereen moet denken
aan een werkelijk faillissement
Maar er bestaat geen faillissement,
de naam en functie van den cura
tor is verzonnen, de „rechtbank"
die in de annonceering wordt ge
noemd, heeft nooit een faillissement
uitgesproken van iemand van dien
naam, kortomde lieele zaak is
wat de annonceering aangaaq een
voudig bedriegerij.
En dat ziet men eiken dag in
een der hoofdstraten van het centrum
onzer stad publiek geannonceerd.
We weten niet of de georgani
seerde Middenstanders van Haar
lem zich tegen deze ergerlijke manier
van doen zullen verzetten.
Wettelijk en met het recht in de
hand, schijnt er niets aan te doen
ook elders is dat onmogelijk geble
ken men heeft de justitie en de
politie al vaak tegen precies denzelf
den truc in den arm genomen, maar
zonder resultaat.
Intusschen is door de aaneenge
sloten actie van de winkeliers op
verschillende plaatsen al een derge
lijke daad van tastbaar-oneerlijke
concurrentie onmogelijk gemaakt,
door publiceering, waarschuwing
van het publiek, enz.
Hierover willen we nu echter
niet sprekende gelegenheid zal
er nog wel eens toe komen om
over de winkeliers- en middenstands-
vereenigingen van Haarlem en
hunne actie een en ander te zeggen.
Maar wel willen we de aandacht
erop vestigen, ook naar aanleiding
van wat zich hier ter stede voor
doet, dat dan toch eindelijk de tijd
gekomen schijnt voor den staat,
om iets te doen tegen het schrikke
lijk euvel der oneerlijke eoncur-
ren tie.
Op het jaarcongres van den Mid
denstandsbond, dat deze week in
Nijmegen plaats vindt, is het on
derwerp „bestrijding der oneerlijke
concurrentie" maar weer op het
programma gebracht.
De Bond heeft er dan eersten
keer in Utrecht niet veei- resultaat
van gezien, allicht dat nu, nu de
omstandigheden anders zijn, nu met
het werk van den Middenstands
bond in regeeringskringen al meer
en meer rekening wordt gehouden,
de directe invloed van een Bonds-
besluit wat grooter is dan eenige
jaren geleden.
In ieder geval is het goed, dat
het nog eens duidelijk wordt uit
gesproken hoeveel belang de Mid
denstand er aan hecht en boe noo-
dig het is, dat tegen het euvel der
oneerlijke concurrentie door den
Staat hulp wordt verschaft.
Wij kunnen niet verwachten dat
nu te Nijmegen teruggekomen zal
worden op de richting die te Utrecht
als de meest wenschelijke is uitge
sproken voor die Staatshulp: de rich
ting die ook gevolgd wordt door
de Duitsclie wetgeving tegen de
oneerlijke concurentie, en die bestaat
uit een algemeen wettelijk voor
schrift, geen speciale opsomming
van de door de wet verboden ge
vallen van unfaire mededinging.
Mr. Aalberse stond, zooals bekend
is, de aangenomen richting voor,
Prof. Josephus Jitta verdedigde
de tweede wijze van bestrijding.
Doch de vergadering in Utrecht
nam met bijna algemeene stemming
een amendement aan, om liever
één algemeen wettelijk voorschrift
te wenschen, dan een opsomming
van bepaalde gevallen, welke toch
altijd onvoldoende zou blijven en
ongetwijfeld haast om de maand
met nieuwe gevalletjes, door slimme
concurrenten uitgevonden, zou moe
ten worden vermeerderd.
Wij zeggen nog eens een terug
komen op de richting waarvoor de
Middenstandsbond zich zoo uitdruk
kelijk heeft uitgesproken, lijkt ons
ondenkbaar.
Dat derhalve het onderwerp weer
op de agenda is geplaatst van het
jaarcongres van den Bond, is dunkt
ons slechts het gevolg van het al-
geheele stilzwijgen der Regeering
op dit punt, en van den drang uit
de winkelierskringen, die met den
dag sterker wordt en algemeener.
Allicht zullen ook uit Haarlem
eenige afgevaardigden van de Win
keliers- en Middenstandsvereenigin-
gen het Bondscongres te Nijmegen
deze week gaan bezoeken.
Wij hopen, dat zij dan alle aan
dacht zullen geven aan dit onder
werp en niet zullen nalaten warm
te pleiten voor wettelijke beteuge
ling van de oneerlijke concurrentie
in den vorm, zooals door de Duit
sclie wetgeving reeds jarenlang met
goed succes gevolgd
Algemeen Overzicht.
Wier er nog eenige twijfel aan
koesteren mocht, dat de Vredescon
ferentie in den Haag dan toch
werkelijk alleen maar een diploma-
ten-conferentie is hoe den oorlog te
te regelen, in plaats van een be
spreking (zooals de idealisten wen-
.'chen) hoe tot vrede te komen,
die zou tot de wetenschap dat de
heele Vredesbijeenkomst dan toch
eigenlijk maar een comedie is, het
beste kunnen komen door het lot
van Korea voor en op deze confe
rentie eens na te gaan.
Korea, het land dattusschen China,
Japan en Rusland ingesloten is,
waarnaar de drie hun begeerige
blikken al zoolang richtten, en waar
om ten slotte de Russisch-Japan
sche oorlog uitbrak, Korea is
na dien oorlog eenvoudig door Ja
pan ingepalmd.
Het land telt twaalf milloen zielen
de Japanners hebben alle ambten
en bedieniugen in handen genomen
de Keizer bestaat nog, maar lieeft
niets te vrlellen, de Japanners be-
heerschen het land geheel.
Nu heeft de Keizer,? achter den
rug om van zijn Japansche ministers
een deputatie naar den Haag ge
zonden om daar van de vredescon
ferentie te verkrijgen dat de Japan
ners pphouden met rooven en
moorden en het land teruggeven
aan de eigen landsbestuurders.
De man was zoo naief, te meenen,
dat de Vredes confereerenden ook
nog wat voelen zouden voor recht
en billijkheid en een afzonderlijk
volksbestaan.
Maar die illusie is gauw ver
stoord: de diplomaten in den Haag
hebben geen notitie genomen van
de Koreaansche gezanten en nu
komt uit Tokio het bericht, dat de
keizer „er aan denkt" om van den
troon afstand te doen. Natuurlijk
zal men hem wel uit Tokio bevel
hebben gegeven „eraan te denken".
Een of ander creatuur van Japan
zal hem nu wel opvolgen, en dan
is het zaakje klaar. De vredes
conferentie bespreekt iutusschen de
vrede tusschen de volkeren
ongetwijfeld is ook een van de
beste middelen daartoe de manier
die Japan in toepassing brengt:
eenvoudig een heel volk en land
gewelddadig in bezit nemen, dan
kan er althans van ruzie onder de
volkeren geen sprake meer zijn en
heet voortaan alle verzet eenvoudig:
opstand of „ongeregeldheid"
De ontspanning, die tusschen
Japan en de Vereenigde Staten is ge
komen, duurt voort, ondanks het
incident van San Diëgo.
President Roosevelt heeft Zater
dag in Oyster Bay den Japanschen
oud-minister van marine, admiraal
Jamamoso op de koffie gehad. Beide
mannen hadden na afloop een lang-
duri g onderhoud, waarna de Pre
sident een mededeeling liet publiek
maken.
Dit communiqué luidt alius:
„De President heeft een onderhoud
gehad met admiraal Jamamoto, dat
in alle opzichten bevredigend was.
Het onderhoud bevestigde, hetgeen
den laatsten tijd door den Japan
schen gezant is in het licht gesteld;
en het heeft aangetoond dat een
volmaakte overeenstemming bestaat
tusschen beide regeeringen en dat
beide naties elkanders vrienden zijn".
Do uiting van Roosevelt is als
eerste openlijke en onmiskenbare
verkiariug van den president zeer
zeker van gewicht.
Het is alleen maar jammer, dat
het kalmeerend woord van den
president niet reeds veel eerder is
gesproken. Dat zou veel onnoodig
en gevaarlijk geschrijf in de cou
ranten hebben voorkomen
Intusschen, al is het al veel dat
Roosevelt wat bedaarder gestemd
blijkt, en daarvan uiting geeft er
zijn nog factoren genoeg, die de
toestand steeds ernstig doen blijven.
Vooral de schreeuwerige Ameri-
kaansche kranten bederven veel.
Hoewel er ook weer andere zijn,
die zich met hand en tand verzet
ten tegen een mogelijken oorlog en
ook deze zich uitspreken tegen
het plan tot zenden der slagsche-
penvloot naar den Stillen Oceaan
Het zijn vooral de „World" en
de „Sun, die zich op dat stand
punt plaatsen. En deze laatste
courant brengt daarbij zeer ad rem
in herinnering hoe, aan den voor
avond van den Spaansch-Ameri-
kaanschen oorlog, Roosevelt zei
(destijds onder-minister van marine)
het van de daken schreeuwde, dat
de zending van admiraal Cervera'sj
vloot naar Cuba door de Vereenigde
Staten behoorde te worden be -
schouwd als een casus belli! Da
het toen niet op staanden voet to
een oorlog was gekomen, is aller
minst te danken geweest aan Roo
sevelt
Over het incident te San Dieg'
wordt intusschen aan de „World"
geseind, dat de anti-Japansche op
winding in genoemde plaats en
haar omgeving voorduurt.
De bevolking daar blijft er voo
houden dat de gepakte spion ee
Japansch officier is. „En" zoi
vraagt men zich nu ginds af
„zijn er niet nog tal van andere
Japansche officieren in de streke:
langs de kust van den Stillen Oceaan,)
rondloopend met even booze voor
nemens
In dit verband verdient vermel
ding dat de Londensche Daily Mail"
uit Mexico verneemt
De Japanners die de Ameri-
kaansche staten langs de Stille Zee
over de Mexicaansche grens zijn
binnergeslopen, tellen velen duizen
den. Er zijn talrijke oud-strijders
uit den oorlog met Rusland onder,
zelfs officieren met een medalje. In
Mexico zijn nog ten minste 8000
Japanners achtergebleven
Nog iets over den spion van San
Diëgo. Uit San Francisco ver
neemt men dat de commandant
van het fort weigert de namen van
de gevangen bekend te maken.
Zij worden in de vesting gevangen
gehouden, omdat men vreest dat
de woedende volksmenigte hen zou
lynchen, als zij in de plaatselijke
gevangenis gezet werden.
„Gevangenen" zegt dit bericht,
zijn er dan méér spionnen dan één?
Te Vallejo zijn de verhoudingen
tusschen Amerikanen en Japanners
niet minder gespannen. Aldaar
gestationeerde Amerikaansche mari
niers moeten hebben gedreigd „de
Japanners de stad uit te jagen."
Gelijkluidende telegrammen uit
Amerika beweren intusschen dat de
militaire overheid genoodzaakt zal
1.
Twee jongelieden bevonden zich in
net bureel der diligence te Nevers, waar
Z1J zoo pas plaatsen genomen hadden
^°0r St. Amald. Beiden schenen van
enzelfden ouderdom (vier-en-twintig
dr ti -e ziJn> doch hunne gelaatsuit-
ukking verschilde merkbaar,
ble t kleinste ha(I donker haar, was
one i Van kleur en driftig, ja zelfs
het in al zijne bewegingen,
zui7vk kij den eersten oogopslag een
de j jke afkomst verraadde; de twee
de l.arentegen, blond en kleurig, was
ras ma.akte type van dat gemengde
hei',Wajat"in men de Fransche luchtig
heid' Duitsche rondheid getem-
rjgn 'p,°Pmerkt: hij was namelijk uit
JlflMs geboortig,
staan een reiskoffer vóór zich
VastclkWa,aroP het adres met lak was
CharTes'po't- °P Hf m<m
de vier h van Marseille, en aan
devies; Miin i> n °P het zeSöllak dit
geschrevpn. ®ckt; op het andere stond
Joseph Muizen van Col-
mar, en tot spreuk op het zegel
Charitas.
De bureaulist had hunne namen in
het register geschreven, en voegde er
nog de plechtige omschrijving bij
„met twee reiskoffers,"toen Charles deze
r gewogen hebben. De bureaulist
gat te kennen dat dit te St. Amand
zou plaats hebben: doch de jongeman
bracht daarentegen in de verwarring
die zulk een formaliteit op het oogen-'
blik der aankomst noodwendig Ten
gevolge hebben moest, en zeide, dat
hij recht had, ze op staanden voet te
doen wegen. De kantoorklerk, zich
dus gedrongen ziende, hield zijne be
wering staande. Joseph wilde te ver
geefs het geschil bijleggen, door Char
les te doen verstaan, dat hun nauwlijks
tijd tot eten overbleef. Op grond van
zijn devies gaf de Marseillenaar nim
mer toe, wanneer hij meende gelijk
te hebben, en dit meende hij altijd.
De woordentwist hield zoolang aan,
totdat de afgematte bureaulist het veld
besloot te ruimen en naar zijn kamer
ging-
Nu wilde Charles met den conducteur
aan den gang en met hem den kamp
voortzetten, doch tot beider geluk ver
stond deze niets dan Duitsch. Hij zag
zich dus genoodzaakt, zich te onder
werpen en zijn makker naar de her
berg te volgen, tegen wien hij dan
ook terstond zijn kwade luim ging
botvieren.
Wel wat hamer! gij zoudt iemand
razend maken. Zeg! schreeuwde hij,
toen hij met mij alleen was, waarom
stondt ge mij tegen dien koppigen
vent niet bij?
Het kwam mij voor, hernam
Joseph glimlachend, dat veeleer hij
een helper behoefde. Gij voerdetzulk
een macht van betoogen en bewijzen
aan, alsof er over een proces gehan
deld werd, waarvan uwe welvaart en
eer afhingen.
Het ware dus, naar uw oordeel
beter, zijn recht niet te verdedigen,
met waar?
Wanneer het recht de moeite
niet waard is, om verdedigd...
77". ^a I begint ge weer, viel Charles
drittig in; gij zijt altijd bereid om
toe te geven, gijM-.n zou u de keel
moeten dichtwringen, alvorens gij er
aan denken zoudt, u te verdedigen.
In plaats van de wereld als een slag
veld te beschouwen, ziet gij haar voor
een salon aan, waar men elkander
beleefdheden bewijst.
Neen, hernam Joseph, ik zie haar
voor een groot schip aan, waarop de
passagiers elkaar wederkeerige vriend
schap en toegevendheid verschuldigd
zijt. Elk mensch is mijn vriend, tot
zoolang hij zich niet lot mijn vijand
heeft uitgeroepen.
En ik acht iedereen mijn vijand,
totdat hij zich tot mijn vriend verklaard
heeft, hernam do Marseillenaar. Dit is
een grondregel, die mij altijd heeft
doen slagen, en ik raad u aan, er te
St. Amand gebruik van te maken.
Wij zullen ons daar bevinden tegen
over de andere erfgenamen van onzen
neef, die, uithoofde hunner nauwere
familiebetrekking, niet zullen nalaten,
van de erfenis zooveel te halen als zij
maar kunnenwat mij betreft, ik heb
vast besloten hun niet de minste in
schikkelijkheid te bewijzen.
Aldus pratende, waren de beide
neven aan de herberg, Le Cheval
blanc, aangekomen. De eetzaal, welke
zij binnentraden, was ledig, doch een
groote tafel was aan een der uiteinden
aangericht, en de waardin had er zoo
juist drie couverts op nedergelegd.
Charles beval, dat van Joseph en het
zijne er bij te voegen.
Ik vraag u verschooning, mijn
heer, zeide de vrouw, wij kunnen u
hier niet bedienen.
En waarom niet? vroeg Charles.
Omdat de personen, waarvoor
wij zoo even de tafel gedekt heb
ben, alléén verkiezen te eten, ant
woordde de waardin.
Dat zij dan op hun kamer eten!
hernam Charles op barschen toon, hier
is het de gelagzaal en een open tafel:
elk reiziger heeft recht, er binnen te
treden en er zich te doen voordie
nen.
Wat kan het ons schelen, of wij
in dit gedeelte dan wel in een ander
het middagmaal gebruiken? vroeg
Joseph.
En wat gaat het deze menschen
aan, of wij er zijn of niet? hernam
Charles.
Zij zijn vóór mijnheer gekomen,
gaf de waardin ten antwoord.
Alzoo zijn het de eerstkomenden
die in uwe herberg de wetten voor
schrijven? riep Charles.
Ten andere kennen wij deze
menschen.
En gij stelt meer belang in hen
dan in ons?
Mijnheer moet begrijpen, dat,
wanneer het klanten betreft.
Dus de andere reizigers moeten
zich naar hunne grillen voegen?
Men zal u elders bedienen.
Met de rest uwer gunstelingen,
niet waar?
De waardin scheen geraakt te zijn:
Indien mijnheer, zeide zij, be
ducht is voor een slecht middagmaal
in De Cheval blanc, dan moet hij we
ten, dat er nog andere herbergen te
Nevers zijn.
Dit is juist hetgeen waar ik aan
dacht, sprak Charles haastig naar zijn
hoed tastende.
En zonder naar Joseph te luisteren,
die hem wilde terughouden, ontsnapte
hij en verdween.
Muizen wist bij ondervinding, dat
de beste manier was, zijn neef vrijelijk
zijne nukken te laten uitvieren, en
dat, bij dergelijke gelegenheid, elke
poging om hem tot rede te brengen,
slechts zou dienen, om zijne twistzucht
nog meer aan te hitsen. Hij besloot dus,
hem te laten begaan en elders zijn
fortuin te laten zoeken, zichzelven
echter onverwijld in het andere ge
deelte der zaal te doen opdisschen.
Doch op het oogenblik, dat hij er
zich wilde heenbegeven, traden de drie
verwachte gasten de zaal binnen. Het
was eene bejaarde dame met hare
jeugdige nicht, en esn heer 'van onge
veer vijftig jaar, die haar tot bescher
mer scheen te strekken.
De waardin, die verhalen wilde wat
er zoo even was gebeurd, hield op het
zien van Joseph plotseling op. Deze
groette, wilde zich verwijderen; doch
de leidsman der dames hield hem
terug en zeide, met zijne hem eigen
goedhartigheid
Het geschil, mijnheer, dat er
heeft plaats gehad, doet mij ten hoogste
leed. Door ons verzoek, om alleen te
eten, wilden wij zekere gasten vermij
den, wier onderhoud en manieren deze
dames hadden kunnen hinderen, doch
ons doel was geenszins de reizigers
uit Le Cheval blanc te verjagen, zoo
als uw vriend het heeft opgenomen,
en ten bewijze hiervan verzoek ik u
dat gij u met ons aan deze tafel ne
derzet.
Wordt vervolgd.)
flOITE MA NON AGITATF.