-p— IS|B Dinsdag 16 Juli 1907. aort No. 6634 32s,e jaargang. n, Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland. TWEE ZINSPREUKEN. "elijk Midden-Europeesche tijd. BUITENLAND. in- ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1.20 Voor do overige plaatsen in Nederland franco per post. 1.65 Afzonderlijke nummers0.05 DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN. BUREAUX: GEDEMPTE OUDE GRACHT No. 120. - HAARLEM. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regels0-60, (contant) 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters worden berekend naar paatsraimte. DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE k CONTANT Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère :- G. L. DAUBE Co., JOHN E. JONES, Suoc., Paris, 31bis Faubourg Montmartre. De beweging om officiëele vast- stelling van overheidswege der tijds aanwijzing heeft al heel wat tongen ®n pennen in beweging gebracht. Düt er iets komen moet, waar ^oor ons volk dan toch overal en éénvormig kan weten, „hoe laat het ls", dat er één tijdsaanwijzing moet ^ezen voor het heele land, dat staat hu wel algemeen vast. Zooals het nü is, zoo kan het hiet langer. Spoortijd en stadstijd, Amster- datnsche tijd en plaatstijd, Green wich- en Midden-Europeeschen tijd, wisselen af in bevallige schakee ring, maar zoo onpractisch en zon derling mogelijk. Maar we heeten niet voor niets de Chineezen van Europa! Of we er last van hebben, of we 'n paar toillioen per jaar méér aan kunstlicht betalen door heel het land, of we dianieren van kantoorleven en za kendoen hebben, waarover elk buitenlander vol verbazing z'n han den in elkaar slaat, wat kan ons dat maken Wij zeggen nu eenmaal stereotiep m ons lieve vaderland: „vrijheid, blijheid"ea we laten door alle om ringende stat' n hooge tarieven hef fen van alles we daarheen uitvoeren, terwijl wezelf alle producten van die staten, die met de onze komen con- curreeren, vrijelijk binnen onze gren zen doen invoeren. We zeggen: Vrijheid, blijheid! En we laten alle Unfaire concurrentie zonder eenigen overheidsmaatregel daartegen toe, ja we beschermen den oneerlijken concurent, als de betrokkenen van anderen kant het toch wel 'n beetje &1 te erg beginnen te vinden 't persoonlijk element moet steeds geëerbiedigd blijven, zoo heet het. Alléén in die sociale maatre gelen, waarbij het 't voordeel, of het gemak van den arbeider geldt, heeft de opstuwing der heele maatschappij naar betere sociale zorg voor werklieden dat verfoeilijke stelsel van „laisser aller" wat op den achtergrond gedrongen. Het zij verre van ons, dat we dat afkeuren, maar in gemoede zij gevraagd, of dan de werklieden kwesties de éénige der behandeling Waardige zijde uitmaken van de sociale wetgeving Nog eens: als het den werkman geldt wordt door den Staat véél ge daan. En gelukkig! Maar daartegenover staat toch wel en beetje als schaduwzijde, dat zoodra het zaken geldt, die niet de sociale arbeiders-vraagstukken be treffen, in ons lieve vaderland althans met datzelfde stelsel van staatszorg, dat den arbeider zoo vaak tegen zijn wil, alchans buiten zijn werkelijk verlangen wordt opgedron gen, eenvoudig geheel wordt gebio- ken. Dan klinkt weer 't oude red-u-zelf, en de Staat, die voor de werklieden zoo bezorgd is, trekt zijn vleugels in. De Middenstanders weten ervan mede te spreken Sinds jaren hebben ze geroepen zooals we gisteren nog in ons hoofdartikel gelegenheid hadden te constateeren om beteugeling van de oneerlijke concurrentiesinds jaren ook hebben ze gevraagd om wettelijke maatregelen tegen de pandjeshuizen, om verbetering van het credietvraagstuk, om opheffing van verschillende misstanden in het belastingstelsel dat zoo enorm ten nadeele van den winkel- en mid denstand is ingericht, doch dat alles te vergeefs Van sociale maatregelen, die niet in de sfeer der arbeidersbelangen vallen, wil men ten onzent nog heel weinig weten. 't Onderhavige onderwerp de Midden-Europeesche tijd is er een, ten opzichte waarvan de theorie „vrijheid, blijheid", ijverig en con sequent wordt gehuldigd. Toch is algemeen de wensch, dat er verandering kome. En die verandering zal dan moe ten zijn: een van Staatswege vast stellen van een normale, uniforme tijdsaanwijzing, over heel het land. Tot dusverre bleef de regeering laksch. Een ontwerp is er inge diend, maar indienen en bespreken en ten uitvoer brengen zijn er drie. En wanneer 't ooit tot nummer drie van deze serie komen moet, als men zoo doorgaat als nu, dat ver mogen we niet te voorspellen! Dat ontwerp wil, naar ieder weet, den Midden-Europeeschen tijd. Er is al heel wat stof opgewaaid over dezen regeeringswensch, die blijkbaar ook zóólang een vrome wensch blijft, omdat de regeering den tegenstand van verschillenden kant niet al te ijverig aandurft. Onze tegenwoordige regeering is er een van schipperen op de aller eerste plaats, en van dingen die zooveel aanleiding tot discussie geven, zal ze na al de kunstmatige herrie van de Staal-kwestie wel ge noeg hebben. Intusschen: het ontwerp van wet voor de invoering van den Midden- Eurapeeschen tijd ligt er, en het is nu maar het werk van de voorstan ders van dien tijd, om door een gestadige en ijverige actie te be werken, dat het plan ook tot wet worde. Hier hebben eerst en voor alles de practici te spreken, de mannen die van den Midden-Europeeschen tijd een merkbaar, duidelijk voor deel hebben zullen. En de theoretici, met de the oretische voordeelen enbezwa ren, komen achteraan. Alleen wanneer een theoreticus ons duidelijk kan maken, dat het algemeen nadeel enorm grooter zal zijn dan de bizondere voordeelen die den Midden-Europeeschen tijd buiten twijfel volgen, alleen dan is er reden om de actie voor Mid den-Europeeschen tijd te staken. Doch dat is nog niet gebeurd Integendeel: de bezwaren van de theorie zijn door de mannen van de practijk tot dusverre ten volle weerlegd. En de voordeelen, die in aantal steeds toenemen bij nadere beschouwing,blij ven onweersproken! Wij hebben ons elders steeds als voorstanders uitgesproken van den Midden-Europeeschen tijd. En we zijn vast van plan, ook in de Nieuwe Haarlemsche met kracht en vuur te blijven pleiten voor de invoering van dien tijd. Tegen het stokpaardje in van spoorwegmagnaten,tegen destokstijf- staande conservatieve meeningen van sommige groot-industriëelen, tegen de Beurs-mannen, die de koersen van de New-Yorksche spoor wegen misschien niet zoo gemak kelijk vernemen zullen als onze tijd de Midden-Europeeschs wordt (wat dunkt ons niet anders dan ten voor- deele van de geldbezitters wezen niet, wanneer 't Hollaudsche geld niet aan Amerikaansche beurswaar- der wordt verdobbeld), zullen wij dan toch blijven verdedigen de be langen van de Middenstanders en ten slotte van alle menschen, die liever méér zon- en daglicht wil len, die voorstaan de natuurlijke betrekkingen met onze naburen van het vasteland, méér dan die met degenen waarvan we door de zee gescheiden zijn, die een prac- tisch-berekende besparing van mil- lioenen guldens per jaar ver kiezen boven allerlei theorie welke zich b.v. bezig houdt met angstval lig uitkijken op het spoorboekje, hoe gek of 't wel zal staan als de laatste trein uit Brussel b. v. om 1 uur 's nachts hier aan zou komen I De Midden-Europeesche tijd is de tijd, die ons vaderland noodig heeft en die nuttig zal werken in tal van opzichten. Wij zullen nog voldoende gele genheid hebben om dat in een reeks van artikelen te bewijzen voor heden volsta dit artikel, dat in tijd-opzicht een geloofsbelijdenis is wij zijn warme voorstanders van den Midden Europeeschen tijd Algemeen Overzicht. Zoo heeft dan ook president Fal- lières zijn „aanslag" gehad! We zeiden het gisteren onder onze „Laatste Berichten" reeds wat er gebeurd is, en tevens dat de „aanslag" geen ernst mag heeten. Een ontslagen matroos, die naar meer en meer in zwang komend gebruik door 'n opzienbarende daad bekend wilde worden, heeft met een kinderpistooltje 'n paar schoten gelost. Dat is al Men zal dus goed doen niet te veel gewicht aan de zaak te hech ten. Voor Fallières is het te hopen, dat hij er beter afkomt dan een van zijn voorgangers, op wien óók eens zulk een schijnaanslag is ge pleegd: Sadi Carnot. Dat was óók een „aanslag" die niets beteekende, maar ze was het voorspel van de verschikkelijke gebeurtenis te Lyon, waar Carnot met een dolk stoot gedood werd. Overigens heeft Frankrijk het 14 Juli feest met opgewekten geest en met de gebruikelijke herrie hier en daar gevierd. Parijs heeft 't monopolie gehad van den „aanslag", maar van ver dere incidenten, behalve de arres tatie van een veertigtal antimili- tairisten, vinden wij niet gewaagd, voorzoover het Parijs betreft De patriotten hebben als gewoon lijk enkele kransen gelegd aan den voet van het Straatsburg-monument. Aan den optocht daarheen nam een vijfduizendtal personen deel. Ook in de provincie schijnt de feestdag een rustig verloop te heb ben gehad. Wel zijn verschillende protestver gaderingen doorgegaan en over 't algemeen talrijk bezocht In Toulon woonden achtduizend betoogers de meeting, door de ar- beidersvereenigingen georganiseerd, bij. Eerst verliep alles rustig en gaf de menigte alleen in anarchistische liederen uitging aan haar veront waardiging over de regeeri ng. Tegen middernacht kwam het tot feitelijk heden. De betoogers poogden toen een ordelijke schare die op de Place d'Armes een concert bijwoonde uit een te jagen. Daarbij zijn gewonden gevallen, ook werd een aantal perso nen gearresteerd. Een meeting op de Arbeidsbeurs te Marseille verliep kalm, evenals een bijeenkomst georganiseerd door den Bond van vakvereenigingen van het Seinedepartement, die te Parijs gehouden werd. Daar nam men een motie van sympathie met de muiters van het 17e regiment aan. Over de wijnbouwersbeweging in het Zuiden is niet veel algemeen nieuws te melden. Ze verloopt stilletjes, lijkt het wel. De regeering doet nu geen open lijke dingen meer er tegen, maar stookt. En ze stookt op de manier die Clemenceau zoo lekkertjes eigen is. Hij probeert er n.l. weer eens één „complot" van to maken: een anti-republikeinscb, monarchistisch of.„clerikaal" complot natuur lijk! En met welke middelen dat gaat, leert ons het volgende ver haal: Op aanwijziging van een zekeren Carbon werd te Perpignan een bekend monarchist gevangen geno men, Faget. Later verklaarde Carbon, dat gendarmen hem beschonken hadden gemaakt en dat de rechter van ia- struciie hem het uitzicht had gege ven op straffeloosheid, als hij zijn getuigenis naar wensch van den rechter van instructie inrichtte! Faget was geheel onschuldig Die manieren van Clemenceau pennen v. e uit het befaamde „com plot" ten tijde van de Montagnini- papieren En uit dat bij gelegenheid van de verkiezingen door hem verzonnen! Frankrijk schijnt dat alles van den godsdiensthatenden minister, die nu door de vacantie van Kamer en Senaat voor een paar maanden zoo goed als alleenheerscher is, maar kalmweg te slikkenOnge lukkig land toch! De Europeesche politiek acht het een van de belangrijkste feiten van den dag, dat Zondag jl. de opzeg gingstermijn voor de verbonden van Italië eenerzjjds, en Oostenrijk- Hongarije aan den anderen kant ongebruikt voorbij is gegaan, zoo dat de triple alliantie tot Juni 1914 verlengd is. Ongetwijfeld is dit 'n belangrijke gebeurtenis voor de heele consel- latie der Europeesche mogend heden. En tegelijkertijd hiermee komt de tijding dat de Oostenrijksche rijkskanselier von Aerentlial op visite is hij Italië's eersten minister Tittoni te Desio, vanwaar beiden naar Racconigi reizen ter bezoek aan koning Victor Emmanuel. De samenkomst van Von Aeh- rental met Tittoni is eigenlijk iets, dat van zelf spreekt, dat niet uit blijven kon na de conferenties, die de buitenlandsche minister der Donaumonarchie in Berlijn had. Dat de beide staatslieden aan geheel de politieke wereldconstel latie hun aandacht zullen wijden, spreekt ook wel van zelf! De grootste beteekenis van het bezoek lijkt wel te zijn een aan wijzing van een vermindering van het wantrouwen tusschen beide landen. En daarbij heet het, dat het vraagstuk der Balkan-politiek zal worden aangeroerd. Jammer genoeg zal men van het resultaat der besprekingen van de twee staatslieden niet veel vernemen. De wereld moet zich tevreden stel len met de mededeeling, dat harte lijke handdrukken zijn gewisseld, en hoe lang de ontmoetingen tus schen beide staatslieden en hun audiënties bij den Koning hebben geduurd. Aan de vruchteu kent men den boom, en uit het verloop der dingen, vooral in het oosten van Europa zal moeten worden geconcludeerd, al blijven ook dat gissingen, wat door de samenkomsten te Desio en op Racconigi is bereikt! Een bericht, dat er niet heel on geloofwaardig uitziet, kondigt de komst aan van Koning Eduard in Hamburg of op Friedriehshof, waar hij een samenkomst met Keizer Wilhelm zou hebben. Dat zou in Augustus geschieden bij gelegenheid van de onthulling van een monument voor landgravin Elizabeth, waartoe beide monarchen een groote bijdrage hebben geschon ken. De Czaar is nu toch gisteren op reis gegaan naar de Finsche kust. Ook het gerucht dat hij een samen komst zal hebben met keizer Wil helm wordt bevestigd. Deze samenkomst zal echter niet plaats hebben voor het einde van de maand Augustus. In zoover hof kringen over deze reis onderricht zijn zal deze samenkomst plaats hebben in Duitsch water in de buurt van Dantzig. Korte berichten. Het heet, dat de Sultan besloten heeft met een sterke legermacht tegen Raissoeli op te trekken om Mac Lean te bevrijden. Minister Dernburg heeft de reis naar Oost-Afrika aanvaard. De Engelsche Koning, Koningin en prinses Victoria zijn van hun reis naar Ierland te Londen teruggekeerd. FEUILLETON. 2. Joseph wilde zich verontschuldigen, door de verzekering dat hij zich niet in 't minst beleedigd achtte door een voorzorgsmaatregel, dien hij zeer na tuurlijk vond. Doch de heer Donju (dit was de naam, dien de beide da mes haren geleider gaven) hield op zulken gullen en weiwillenden toon aan, dat Joseph meende te moeten toegeven. Inmiddels ging de oude dame, die weinig aan reizen gewoon scheen, blijkbaar vermoeid met hare nicht tegenover den heer Donju zitten, Gij zijt, naar 't schijnt, vermoeid, Charlotte? vroeg Donju. Of ik moe ben, antwoordde de oude dame, een ganschen dag door brengen in een rijtuig, dat u schudt en schokt als een schommel Op ongewonen tijd het middagmaal gebruikenalle soorten van gevaren beloopen is ook onaangenaam; want want waarlijk, ik kan nog niet be grijpen, dat wij niet honderdmaal zijn omgeslagen, de diligence immers helde gedurig over! O, Hemelik wenschte, dat wij reeds weder goed en wel te huis zaten; ik zou in de eerste tien jaar niet meer aan reizen denken. Gelukkig zijn uwe wenschen on mogelijk, merkte het jonge méisje aan, terwijl het hare tante lachend omhelsde. Ja, ja, lacht gij allen er maar om, hernam mevrouw Charlotte op een half ernstigen toon, de jonge juf fertjes van dezen tijd zijn voor niets bevreesd! Zij reizen en trekken op spoorwagens, in stoombooten, ja zelfs zouden zij in een luchtballon plaats nemen, wanneer daarvan gevestigde diensten bestondenHet is de om wenteling, die haar zoo stout gemaakt heeft; want vóór dien schrikkelijken tijd gingen de heldhaftigste vrouwen niet dan met een laag rijtuigje of met een ezel op reisen dan moesten er nog dringende redenen toe bestaan. Ik heb mijne goede moeder zaliger meermalen hooren vertellen, dat zij nooit anders dan te voet heeft willen reizen. Daarom is zij ook nooit verder geweest dan de hoofdplaats van haar departement, liet de heer Donju er op volgen. Dat heeft haar niet belet, eene waardige èn gelukkige vrouw te zijn, hernam mevrouw Charlotte. Waar het vogeltje zijn nestje gebouwd heeft, daar blijft het. De gewoonte, om altijd op de groote wegen rond te zwerven, is oorzaak, dat. men tegenwoordig zijn vaderland en huisgezin minder lief heeft. Men gewent zich aan het gemis er van en vindt zijn te huis overal terug. Dit kan voor de maatschappij voordeeliger wezen, maar zich-zelven maakt men daardoor minder goeden minder gelukkig. Komaan, Charlotte, gij wilt u op het reizen wreken, om het horten en stooten, hetwelk gij hebt doorge staan, zeide de heer Donju, oplossen toon; maar ik wed, dat uwe vooroor- deelen zich niet zullen staande houden voor deze heerlijke groentesoep; men bereidt er te Fontaine geen betere; ik doe een beroep op uwe onpartij digheid, Het onderhoud ging dus voort op een gemeenzamen toon. Joseph had zich terstond in een bescheiden stil zwijgen teruggetrokken, en het vrien delijk schoone gelaat van het meisje, dat tegenover hem zat, had hem als 't ware in eerbiedige bewondering doen verstommen. De heer Donju richtte echter meer malen tot hem het woord, en het gesprek werd algemeen, toen men kwam boodschappen, dat de diligence was ingespannen, Nu stonden allen, na een kort dankgebed op en haast ten zich, na de vertering betaald te hebben, het bureel te bereiken. Toen Joseph er aankwam, bemerkte hij zijn neef, die het op een loopen gezet had. Den tijd, dien Muizen aan tafel had doorgebracht, had Charles versleten met al de herbergen van Nevers af te loopen, zonder ergens iets gereed te vinden en eindelijk had hij door honger en tijd gedrongen, zich genoodzaakt gezien, eenige appels en een broodje te koopen, en dit steels- gewijze al gaandeweg op te eten. Deze kluizenaarsmaaltijd had, zoo als men licht bevroeden kan, zijn kwade luim niet opgevroolijkt. Joseph merkte dit alras en deed hem daarom geen enkele vraag. Intusschen was men begonnen de reizigers bij hunne namen op te roepen, die zich dan ook gereed maakten, om in te stijgen. Op eens ziet de bureaulist, dat er eene vergissing op de inschrijvingslijst heeft plaats gegrepen, zoodat nu reeds alle plaatsen van het rijtuig bezet zijn. Alle plaatsen bezet? herhaalde Charles. Waarvoor hebt gij dan ons plaatsgeld aangenomen? Ik zal het u oogenblikkelijk teruggeven, mijnheer. Volstrekt niet, riep de jongeman, dat gaat zoo niet. Op denzelfden stond, dat hij het aannaamt, gingt gij eene overeenkomst met ons aan, ik heb recht om te ver trekken, en ik zal en wil vertrekken. Dit zeggende, vatte hij den grijpriem en was in twee sprongen op de impe riale, waar toevallig nog éene plaats open was. De reiziger, wien deze toe behoorde, wilde haar terugvorderen; doch Charles volhardde bij zijn be sluit, en verklaarde, dat niemand eenig recht had, hem te doen afkomen,* en dat, wanneer men er hem toe zou durven dwingen, hij geweld met ge weld zou keeren. Te vergeefs trachtte Joseph eene schikking ,te bewerken. Fortin, die door het mislukte maal nog wreveliger geworden, bleef onver zettelijk bij zijn voornemen. Een elk zijn recht! riep hij uit, dit is mijn devieshet uwe is liefde, wees dus liefderijk als ge wilt; ik voor mij eisch alleen billijkheid. Ik heb deze plaats betaald, bijgevolg be hoort zij mij en sta ik haar aan nie mand af! De aldus onttroonde reiziger bracht op zijne beurt daartegen in, dat hij die plaats het eerst bezeten had. Doch Charles, die voor advocaat had gestu deerd, kwam met termen uit de wet boeken voor den dag. Op deze wijze hield het eenigen fijd aan, gedurende welken men elkaar grofheden, ja ten laatste scheldwoorden en bedreigingen nahr het hoofd wierp. Mevrouw Char lotte, die, in de coupé gezeten, al dat rumoer kon hooren, deed niets dan zuchten en krijten van angst en schrik. Zij ving hare afkeuringsrede weder aan over het reizen in 't algemeen, en over de openbare voertuigen in 't bij zonder. Eindelijk stelde Joseph, die wel inzag, dat de twist al hooger en hooger liep, den bureaulist voor, nog een wagen te doen inspannen, waarin hij met den afgewezen reiziger zou plaats nemen, Het voorstel werd nu door de belanghebbende partijen aan genomen en de diligence vertrok. Men was in de maand November, zoodai de lucht, op het oogenblik van het vertrek reeds koud en vochtig, bij het vallen van den aVond nog killer werd. Charles, die aan de zon van zijn Provence gewoon was, mocht vrij zijn paletot tot aan de kin dichtknoopen, toch rilde hij onder den nacht-nevel als een blad. Reeds was zijn gezicht blauw van koude en klapperden zijne tanden, toen een fijne regen, door den wind voortgezweept, door zijne klee deren begon heen te dringen. Zijn buurman, die in een groven mantel gewikkeld was, had hem met een klein gedeelte van zijn kleedingstuk tegen het gure weder kunnen beschutten, doch het was een dikke koopman, even bezorgd voor zijn eigen we zijn als onverschillig voor dat van ande ren. Toen Charles had geweigerd, de plaats terug te geven, waarvan hij zich had meester gemaakt, had de dikke man zijne handelwijze goedge keurd. verklarende, dat een ieder, voor zichzeiven reisde; een grondregel, dien Fortin alstoen redelijk vond, en waar van hij de gevoelige toepassing nu moest ondergaan. Wordt v*rvolgd.) HAARLEMSCIE AGITE MS NON AGITATE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1