Donderdag 18 Juli 1907.
No. 6636 32ste jaargang.
Dagblad voor Noord- en Zuid-Holland.
TWEE ZINSPREUKEN.
GEVAAR!
BUITENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post.
Afzonderlijke nummers
1.20
1.65
0.05
DIT BLAD VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
BUREAUX: GEDEMPTE OUDE GRACHT No. 120. HAARLEM.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—6 regels0.60, (contant) 0.50
Elke regel meer«0.10
Groote letters worden berekend naar paatsraimte.
DIENSTAANBIEDINGEN 25 CENT PER ADVERTENTIE k CONTANT
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère
G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Paris, 31bis Faubourg Montmartre.
Debacle.
Overal in den lande gaat het oude
liberalisme achteruit, en lost het zich
?P in de roodere elementen eenerzijds
'b de behoudende partijen anderzijds.
Het oude liberalisme heeft zijn tijd
Sehad; de strijd wordt nu tusschen
geloof en ongeloof: de Christus tegen
over het maatschappelijk- en religieus-
^volutionairisme.
Dat zien we overal, ook hier ter
stede.
Maar nergens is die débacle van
bet liberalisme zóó Ontzettend als in
be oude veste van de liberale partij,
Rotterdam.
Van de groote nederlaag der libera
len bij de Statenverkiezingen weet
^en alle.s.
En nu hadden er gisteren de herstem
mingen plaats voor den Raad
biet minder dan vijf liberalen, waar
ender twee wethouders, verloren hun
2etels. Katholieken, anti-revolutionai-
ren en christelijk-historischen verdeel
den met een socialist, die in twee dis
tricten tegelijk werd gekozen, den
buit.
'n Ware débacle I
Rotterdam keert zich af van het
°ude liberalisme, en zelfs de voorspel
ling, dat onder anti-liberaal bewind
»de havens van Rotterdam leeg" zouden
Üggen, dat „het gras zou groeien op
de plaats waar eens de Boompjes wa
ren", zelfs zulke roerende weeklach
ten van het liberalisme hebben de
kiezers niet afgeschrikt om het parool
te volgen Stemt Rechts
Rotterdam heeft een mooi voorbeeld
gegeven aan den lande.
Maar niet alléén een voorbeeld: deze
Verkiezingen zijn niet zoozeer geweest
oen staaltje van wat buitengewone
krachtsinspanning vermag als wel
méér nogeen bewijs van de verande
rende strooming die er gekomen is in
ons volk
Voor hen, die zien willen, is het
duidelijk waarheen het gaatnaar den
grooten strijd van geloof tegen onge
loof, van maatschappelijk behoud
tegen revolutionairen ommekeer 1
En daarvan heeft Rotterdam een
sprekend bewijs geleverd.
Wat de vooruitgang van onzen
tijd al voor nuttigs beeft opgeleverd,
boe de drukpers ook de wereld heeft
Voortgestuwd naar vermeerdering
Van wetenschap en kennis, dat
alles neemt niet weg, dat de scha
duwzijde van dien vooruitgang, van
diezelfde drukpers, van de verme
nigvuldiging der plaat- en boek
werken zóó groot is, dat een Ka
tholiek orgaan als het onze zijn
plicht zou verzuimen, wanneer het
niet bij tijd en wijle een ernstig
woord sprak over de drukpers als
een wezenlijk gevaar I
Een gevaar vooral voor de ziel
van het kind
Gelukkig wordt in onze stad nauw
lettender dan elders toegezien dat
het gevaar van boeken, geschriften
en plaatwerken die de perken der
zedelijkheid te buiten gaan, althans
op de publieke straat wordt inge
toomd.
De stedelijke overheid geeft hier
mee een voorbeeld dat toejuiching
verdient en navolging elders I
Doch hare taak is uiteraard be
perkt in dat opzicht, en de „vuil-
handel" om een naam te ge
bruiken die tegenwoordig in zwang
is weet te goed zijn schuilhoeken
te kiezen en zijn filialen te vestigen,
dan dat zijn gevaar geheel bezwo
ren kan genoemd.
Integendeel: ons kwam dezer
dagen nog ter oore, hoe ook in Haar
lem verschillende depots van allerlei
ontuig, door de drukpers voortge-
gebracht, te vinden zijn en aftrek
vinden vooral bij het onrijpe ge
slacht een gevaar, zoo herhalen
we, dat een Katholieke krant niet
mag verzwijgen.
Voor het kind vooral is er ge
vaar.
En daar behoeft niet eens de
schandelijke „vuilhandel" bij ge
haald te worden
Gevaar is er op straat, waar de
verzoeking dreigt uit de boek- en
plaatwinkels, uit de stalletjes van
prentbriefkaarten, van de kranten-
verkoopers en boekjes-venters.
Gevaar tehuis zelfs, waar de be
koring komt gluren uit de „neutrale"
krant, die met een tintje van spot
zucht spreekt van vrome of eer
biedwaardige dingen, die met een
vergoelijkend lachje dingen aanroert,
die althans het kinderoor niet ver
nemen mag, die met een half-
verzwegen of tusschen aanhalings-
teekens geplaatst woord de verbeel
ding prikkelt, haar bezoedelt,en
erger.
Gevaar dreigt er in schouwburg
en vermakelijkheden, in „neutrale"
school en in gezelschap, gevaar
schuilt eigenlijk overal
Aan de ouders is de zware taak
gesteld, dat gevaar voor het kind
te neutraliseeren zij hebben niet
alleen te genezen en te waken, maar
ook te voorzien en te handelen, hun
verantwoordelijkheid is groot.
Vroeger was dat anders, en ge
makkelijker.
De vrouw althans werd vroeger
door de zorg van het huishouden
altijd thuis gehouden, zij zorgde
voor de kinderen, haast tot hunne
meerderjarigheid, zij had het onaf
gebroken toezicht op hun werk, op
hun leeren en spelen, op hun uit
spanningen.
Maar dat alles is veranderd. De
economische levensvoorwaarden zijn
veranderd, en het huiselijk leven
is 'n zeldzaamheid. Onze tijd houdt
van „winkelen," van uitgaan, van
pretmaken buitenshuis, van „ont
vangen" en op bezoek gaan als eerste
„plicht" der vrouw, 't Oude woord
Amsvrouw heeft haast afgedaan in
onzen tijd, althans wat de burger
klasse betreft.
En zoo is de zorg voor de kin
deren óók van de moeder vaak
overgegaan op de kinderjuffrouw,
op de meid of op 't loopmeisje, later
op den kostschoolhouder of op de
baas van de werkplaats, of op an
deren die dan toch de ouderzorg
allerminst kunnen vervangen.
Zoodat de ouders in de weinige
uren dat ze hun kinderen bij zich
hebben, héél wat hebben aan te
vullen in zorg, en voorzorg I En
tochde verantwoordelijkheid der
ouders blijft ook, als die anderen
het opzicht hebben over het kind.
Want de ouders hebben zóó hun
plaatsvervangers in het toezicht op
hunne kinderen te kiezen, dat die
ook werkelijk de plaats der ouders
in nauwlettende zorg vervullen.
Wordt hieraan door allen vol
daan?
Het zou optimistisch zijn, om dat
te beweren.
Maar als dat dan niet zoo is, dan
rust op óns de plicht, onze "Katho
lieke ouders van tijd tot tijd te
wijzen op hetgeen eens van hen
zal worden afgevraagd en gevorderd,
wanneer de tijd tornt dat zij reken
schap hebben te geven van de op
voeding hunner kinderen.
De geestelijke toekomst van onze
Nederlandsche burgerij, de staat
kundige verhoudingen in ons land,
het heil der Kerk en van den Staat
hangt ten slotte af van de indruk
ken die de jonge mannen en vrou
wen van ons land in hun jeugd
opdoen.
En het brutale ongeloof, de hel-
sclie verdorvenheid en het treurige
zedenbederf onzer eeuw is juist door
de slechte pers, door de zedelooze
plaatwerken en geschriften, door
den „vuilhandel" in prentjes en
schotschriften, door het ongemerkt
indruppelen van gif uit zoogenaamd
neutrale kranten en periodieken
erop uit, de zielen van de jeugd te
vergiftigen.
Dat gaat zooveel gemakkelijker
dan vroeger, nu de drukpers zulk
een gemakkelijk en reusachtig-ver-
spreid hulpmiddel is!
De Katholieke ouders hebben een
zware taak 1
Dat zij toezien, bij dag en bij
nacht 1
Dat zij vooral zorgen, het ver
trouwen hunner kinderen te winnen:
want de zoon, die zijn vader om
raad vraagt wanneer de eerste be
zoedelde aanraking van den onreinen
geest onzes tijds het kinderhart
verontrust, de dochter die zich
verbergt aan de borst van hare
moeder wanneer haar rein gemoed
wordt geschokt door frivole uitingen,
die in onze eeuw de onbezorgde
rust van het meisjeshart pogen te
trekken op den breeden weg van
wat heet „de moderne levensop
vatting", die kinderen zullen
behouden blijven voor God, Kerk
en Maatschappij!
De toekomst van onze Katholieke
burgerij hangt af van de nauwlet
tende zorg der Katholieke Óuders,
en wij achten het een voorrecht,
op onze wijze te kunnen medewer
ken tot het weerhouden van die
slechte indrukken, tot het keeren
van verderfelijke lectuur, tot het
doen verdwijnen uit onze Katho
lieke huisgezinnen van de groote
gevaren, die de drukpers, welke
eenerzijds zooveel zegen aanbrengt,
anderzijds kan veroorzaken.
Moge dat in Haarlem algemeen
begrepen worden!
En wie dat begrijpt, strijde mèt
ons tegen het gevaar dat we in dit
ernstig woord hebben aangewezen I
Algemeen Overzicht.
Vandaag staat Oostenrijk eens op
de voornaamste plaats in de rij van
de landen waarover we spreken in
dit politieke overzicht der buiten-
landsche gebeurtenissen.
De Oosten rijksch-Hongaarsche
monarchie trekt n.l. zeer de aandacht
wat aangaat hare verhouding met
Italië.
Van de week spraken we al over
de minister-bijeenkomst te Desio,
waar de Oostenrijksche kanselier en
de Italiaansche eerste minister bui
tengewoon vriendelijk tegen elkaar
zijn.
Het blijkt wel, dat nu de verhou
ding tusschen de twee bondgenooten
botertje tot den boom toe is 1
Althans, dat wordt zoo herhaal
delijk en met nadruk verzekerd dat
we er met goed fatsoen niet aan
kuimen twijfelen.
Ten overvloede is er na de eerste
ontmoeting te Desio al een offiicieel
communiqué, van de Italiaansche
kanselarij afkomstig verschenen, dat
luidde als volgt:
„Bij het te Desio tusschen de
ministers baron v. Aehrentbal en
Tittoni plaats gehad hebbend on
derhoud, zijn de gevoelens van har-
telijde vriendschap, die als gevolg
van het bondgenootschap de be;de
regeeringen en de beide landen
verbinden, tot uiting gebracht en
bevestigd.
Bij de bespreking van den alge-
meenen toestand in Europa en van
al de verschillende vraagstukken,
die voor Oostenrijk-Hongarije en
Italië van bijzonder belang zijn,
bleek den beiden ministers tot we-
derzijdsche voldoening, dat volko
men overeenstemming bestond.
Deze overeenstemming, welker
grondslag steeds het beginsel van
het evenwicht en de handhaving
van het status quo blijft, heeft niet
alleen betrekking op het heden,
maar ook op alle mogelijkheden
der toekomst".
Nu, eensgezinder kan het dan
toch wel niet I
We zullen nu na de woorden, de
daden van beide landen moeten
afwachten.
Intusschen hebben de twee minis
ters reeds met den Italiaanschen
Koning geconfereerd te Racconigi.
Zij begaven zich daartoe in hof-
rijtuigen naar de koninklijke villa,
waar zij door den Koning allerhar
telijkst werden ontvangen. Daarop
maakte de Koning met den Oos-
tenrijkschen minister een automo-
bieltocht in den omtrek. Bij zijn
terugkomst stelde hij von Aehren-
thal aan de Koningin voor. Nadat
de maaltijd gebruikt was, reden de
ministers, begeleid door den cere
moniemeester des Koning, weder
in hofrijtuigen naar het station en
keerden naar Turijn terug.
Lang heeft het dus niet geduurd,
maar het is hartelijk geweest.
En Italië schijnt nog nooit zoo
vriendelijk-gestemd te zijn geweest
v or Oostenrijk als in de laatste tijd 1
Dat is anders met het zusterland
Hongarije I
Hongarije keert zich langzamer
hand af van Oostenrijk, dat is buiten
eenigen twijfel!
Na lang gehaspel is er nu einde
lijk overeengekomen, dat er toch
opnieuw sen „Ausgleich" voor 10
jaren zal worden gesloten.
De Hongaren, die toezegging op
toezegging eischten van Oostenrijk
en die toezeggingen zich ook meestal
gedaan zagen, maar des ondanks
verkozen de rol te spelen van een
bedorven kind, hebben zich ten
slotte toch bedacht en toegestemd
in een Vergelijk dat tien jaren van
kracht zal zijn. Deze hoofdeisch
van Oostenrijk zal dus ingewilligd
worden.
In geheel Hongarije is ineens de
wind gedraaid. De geheele pers, de
meest woedende en kleinste blaad
jes daarbij inbegrepen, vinden plot
seling dat een Ausgleich voor 10
jaren toch eigenlijk alle gewenschte
voordeelen biedt. Voor dezen omme
keer is echter alle reden.
De balans opmakend van het
tegenwoordig ministerie dat nu 15
maanden aan het roer is, komt men
tot een weinig verheugend resultaat.
Aan de eene zijde: een latent
conflict met de kroon, een openlijk
conflict met de Kroaten, een ge
spannen verhouding tusschen de
parlementen van Oostenrijk en
Hongarije, oorlogstoestand tusschen
de nationaliteiten, verscherping der
tegenstellingen tusschen werkgevers
en arbeiders door een landarbei-
derswet die de landarbeiders in een
toestand brengt die in enkele op
zichten aan lijfeigenschap herinnert,
een vrij ongunstige positie
der staatsrente en een geschokt
krediet tengevolge van de on
zekerheid der toestandenEn de
andere kant waar de regeling van
het kiesrechtvraagstuk had moeten
geboekt staan is nog blanco, terwijl
toch juist dit overgangsministerie
was gevormd om deze kwestie op
te lossen.
Is het wonder, dat men niet
overdreven veel lust had zich nog
den last van een niet-tot-stand-ge-
komen „Ausgleich" op den rug te
laden
Het Hongaarsche radicalisme
heeft, dat blijkt ten duidelijkste, zijn
krachten verre overschat.
Alles wat niet wilde dansen naar
zijn pijpen moest verdwijnen.
Dat echter voor een Augiasstal een
Hercules noodig is bedacht men
niet 1
FEUILLETON.
Eindelijk, na een dier vertrouwelijke
samenspraken, waarin de zielen zich
aan elkaar vertoonen, zoo als ze zijn,
begaf hij zich naar het hem aange
wezen vertrek. Na een grondhartig
gebed, waarin hij voor de eerste maal
den naam van zeker iemand inlaschte,
sluimerde hij in, geheel verrukt over
de beminlijke reisgenooten, die zich
insgelijks ter rust begeven hadden.
De vermoeienissen van den afge-
loopen dag verlengden zijn slaap, zoo
dat het, toen hij des anderendaags
ontwaakte, reeds zeer laat was.
Hij kleedde zich haastig aan, stortte
een vurig morgengebed en ging zijn
neef opzoeken, met wien hij zich naar
den notaris begeven moest.
Doch dezen laatste vond hij in ge
zelschap van den heer Donju en Char
les, die men had doen roepen. Me
vrouw Charlotte en Louise lieten zich
mede niet wachten, en toen allen bijeen
waren, wendde de heer Donju zich
tot de beide jongelieden en zeide
glimlachend:
Niemand, mijne heeren, is hier
vreemd aan de beweegredenen, die u
naar St. Amand gevoerd hebben; want
mijne schoonzuster, mevrouw Char
lotte Reveil en hare nicht, Louise Gen-
tine, komen even als gij tegenwoordig
zijn bij de opening van het testament
van hun broeder en oom, doctor Da-
lincourt zaliger.
]j De beide jongelingen groetten me-
vroow Charlotte en mejuffrouw Louise,
die hun groet beantwoordden.
Ik heb gemeend, dus ging de
heer Donju voort, dat de lezing der
uiterste wilsbeschikking des doctors
gevoegelijk ten mijnent kon plaats
hebben, wijl het toeval er al de be
trokken partijen bijeengebracht heeft.
Charles antwoordde door een teeken
van goedkeuring. Nu gingen allen zit
ten en de notaris zou het zegel van
het testament gaan verbreken, toen
hij plotseling daarmede ophield.
Dit testament, sprak hij, is van
ouden datum, en de laatste maanden
zijns levens had de heer Delincourt
er mij meermalen over onderhouden,
om het te vernietigen, teneinde aan
eiken erfgenaam dat gedeelte na te
laten, dat bij de wet bepaald is.
Indien hij het niet gedaan heeft,
kan ik het alleen toeschrijven aan
zijn zoo onverwacht afsterven. Ik heb
het mij ten plicht geacht, gewetens
halve deze verklaring te moeten af
leggen, en nu vraag ik aan alle de
hier tegenwoordig zijnde erfgenamen
of zij, de bedoeling des overledenen
willende verwezenlijken, met alge-
meene stemmen dit testament zouden
verlangen te niet te doen, alvorens
een hunner wete, of hij er door be-
voor- of benadeeld worden zal
Dit voorstel, waarop niemand gere
kend had, werd doorhem eenige oogen-
blikken stil gevolgd. Muizen vatte het
eerst het woord:
Wat mij aangaat, zeide hij, op
bescheiden toon, ik heb niet het minste
recht op de bijzondere wilwillendheid
des afgestorvenen en daarom kan ik
het als geen offer beschouwen, dege
lijke verdeeling goed te keuren. Ik
stem er dus volgaarne in toe.
Ook ik zal, wat mij betreft, er
geen beletsel aan stellen, vervolgde
mevrouw Charlotte.
En ik zal er uit naam mijr.er
pupil in toestemmen voegde de heer
Donj.u er bij.
Alzoo, zeide de notaris, blijft er
nog alleen mijnheer
Charles scheen in tweestrijd, doch
zich ras bezinnende viel hij op eens in:
Ik koester evenmin als mijn neef
eenige gegronde hoop op eene voor
mij gunstige beschikking, daar wij
beiden slechts meer verwijderde na
bestaanden van den heer Dalincourt
zijn, doch ik zie hierin eene reden te
meer, om mij des te strenger aan de
uitspraak te houden. Welke aldus de
inzichten van den doctor ook geweest
mochten zijn, zijn testament alleen
heeft kracht van wet. Reeds vooraf
zijne beschikkingen te vernietigen, is
inbreuk maken en op de rechten des
testateurs, en op die van den onbe
kenden legataris.
Spreken wij er dus niet meer
over, zeide de notaris; de eenstem
migheid alleen kon mijn voorstel wet
tigen laten wij een elk in zijn recht.
zooals mijnheer het eischt, en belooft
me toe te luisteren.
Alstoen verscheurde hij den omslag,
opende het testament en las het vol
gende
„Van de vier erfgenamen, die op
„mijne nalatenschap aanspraak heb
ben, ken ik er slechts twee: mijne
„zuster Reveil en mijne nicht Louise
„Gentine. Doch beiden koesteren sinds
„lang voor elkaar dezelfde genegen
heid en bezitten slechts één hart,
„zoodat zij, om zoo te zeggen, slechts
„dezelfde personen uitmaken. Ik heb
„alzoo van dezen kant alleen Louise
„tot erfgenaam. Mijn eerste bedoeling
„is geweest, haar te schenken al het-
„geen ik bezit; doch onder mijne twee
„achterneven Charles Fortin en Joseph
„Muizen kon er zich, gelijkelijk één
„voordoen, die geheel mijne achting
„waardig was.
„In dit geval blijft alleen de moei
lijkheid nog over, hem aan te wijzen.
„Dit zelf niet kunnende doen en de
„schranderheid en den smaak mijner
„nicht Louise kennende, zoo laat ik
„deze aanwijzing aan haar oordeel
„over. „Ik verklaar bij dezen tot alge-
„meen legataris dien mijner beide
„neven, welken zij tot echtgenoot ver-
„kiezen zal.
„Dalincourt."
Na deze lezing volgde er een vrij
langdurige stilte. De beide jongelieden
schenen geheel verward en Louise
sloeg hare oogen blozend neder.
Wel, lieve Hemel! de doctor
heeft aan mijne nicht Louise ook geen
gemakkelijke taak opgelegdriep me-
irouw Charlotte uit.
Minder zwaar dan gij denkt,
zuster, zeide lachend de heer Donju.
Ik kende sedert lang de inzichten van
Dalincourt en had dientengevolge, be
richten ingewonnen, en al hetgeen ik
heb kunnen vernemen, heeft er mij
van overtuigd, dat, welke de keuze
van Louise ook zijn moge, zij niets
te vreezen heeft.
Dat mejuffrouw alsdan een be
sluit neme, hernam de notaris glim
lachend, zoodra men in eene keuze,
niet falen kan, heeft men slechts zijne
neiging op te volgen.
Ik zal mij deswege tot mijne
tante wenden, mompelde het jonge
meisje, geheel onthutst, terwijl zij zich
in de armen van mevrouw Charlotte
wierp.
Tot mij? hernam deze, maar het
is zeer moeilijk, hierin raad te geven,
lieve nicht, ik verzeker, u. dat
Deze woorden werden op onvasten
toon uitgesproken, terwijl haar blik
naar Joseph zocht. Charles bemerkte
dit terstond en zeide met nadruk:
Welaan mevrouw, uwe keus is
bepaald, ik kan niet anders doen dan
ze huldigen.
Toen nam hij Muizen bij de hand,
bracht hem bij het lieVe meisje, dat
van ontroering schreide: Mejuffrouw
zeide hij, uwe tante heeft goed uit
gezien en wel geoordeeld: mijn neef
is uwer waardiger dan ik.
Hetgeen gij daar verricht, mijn
heer, bewijst juist het tegendeel, sprak
mevrouw Charlotte verteederd maar
wij kenden den heer Muizen en kom
aan wilt ge wetengij ver
dient dat men openhartig met u
omga
Spreek, spreekviel Fortin haar
in de rede.
Welnu zijn devies stelt mij ge
rust, terwijl het uwe mij vrees aan
jaagt; hij belooft toegevendheid en
gij dreigt met rechtvaardigheid
Helaas, mijn waarde vriend, op recht
vaardigheid kunnen de engelen in den
hemel zich beroemen, doch de men-
schen hier beneden hebben liefde en
en vergeving noodig.
Gij hebt geen ongelijk, mevrouw,
zeide Charles in gedachten verzonken,
want sinds gisteren schijnen de ge
beurtenissen elkaar opzettelijk te zijn
opgevolgd, om mij dienaangaande eene
strenge les te geven. De nauwgezette
verdediging van mijn recht heeft zich
altijd tegen mij zeiven gericht, terwijl
de welwillendheid van mijn neef zich
immer te zijnen voordeele keerde.
Joseph handelde wijs, zijn devies is
beter dan het mijne, want het komt
de wet van God naderbijde Zalig
maker toch heeft niet gezegd: Zoek
u recht, maar wel „Bemin uwen naaste
als u zeiven."
EINDE.
flQITE MS NON ftQITflTE.