DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De Macht der Liefde. i Mil i il p fa M-" - m r' flan onze abonnés. Van alles wat. PI mm BUITENLAND. N'°P'! K - Oedi Oude Orachf 120, Haarlem DINSDAG 30 JULI 1907. No. 6646, 32st\Jaargang. pa o co r jp met a weg jk on* v Elzas- nder-i deze I een dorp ireed, m en lf$ Issrt Bureaux van Redactie en Administratie: Telefoonnummer 1426. Pe Directeur der N. V. Drukkerij Mde Spaarnestad" noodigf alle abonne's op de Nieume Haarlemsche Courant dringend uit, klachten omtrent te late of niet- bezorging der Courant onmiddellijk te zijner kennis te brengen. Aan hen, die dit reeds deden, tuordf langs dezen uieg onze dank betuigd. Zoodra tuij- weer geheel op orde zijn d. i. binnen eenige dagen zal de be zorging ook in de stad zoo veel mogelijk ueruroegd tuor- den. De Directeur F. H. M. u.d. GRIENDT. Ged. Oude Gracht 120. Zeer juist II. Een Haarlemnch kunstwerk. Een Haarlemsch kunstwerk, om dat het voor onze Haarlemsche L; FEUILLETON."™ Kathedraal gemaakt is en als een j stuk voor eeuwen zorgvuldig zal bewaard blijven in de schat der heilige vaten van St. Bavo's Bis schopskerk Z >o noemen wij, en mogen we gerustelijk noemen, de heerlijke Monstrans, die door den Utrecht- schen meester Jan Brom is vervaar digd voor de Kathedrale Kerk van onze stad, en die waardig past bij de grootSclïheid en de kostbaarheid van dit geniale bouwwerk, als een juweel in kostbaren schrijn. Wij hebben, eenigen tijd geleden, in de stijlvolle li ui zin ge van den Utrecbtschen meester der goudsmeed kunst, deze kostbare Monstrans mo gen bewonderen van nabij. Met d volgende regelen nog eens de schoon, beid van dit kostelijke stuk in rui mer kring en in bijzonderheden aan onze kunst- en schoonheidlïevende stadgenooten onder de oogen te brengen, is dunkt ons een daad van piëteit aan onze Katbe- draile Kerk en van eere aan den Utrecbtschen kunstenaar, die in Haarlems Rooinsche krant op baar plaats is. De Monstrans is in de Roömselie Kerk wel het kostbaarste en ineest- geëerde der heilige vaten, bij den eeredienst in gebruik. Want de Monstrans draagt on middellijk zichtbaar voor allen, het „Brood des Levens", het Heilig Lichaam van den Verlosser-zei ven. En daarom is voor den Monstrans geen materie te kostbaar, daarom moest de kunstopvatting, die den bouw van eeu Monstrans beheerseht, zoo hoog mogelijk zijn, daarom wijden -meesters als Jan Brom bij voorliefde aan zulk een kunstvóor- werp hun beste gaven, hun hoogste krachten. B j deze Monstrans treft dadelijk ééno zaak. En wel dat ze, hoewel iu den slijl van den St. Bavo, de heerlijke kerk vuu Jos. Cuijpers, gehouden, toch in bouw, opvatting en uitvoe ring. in geheel en onderdeelen, ver schillend is van het type der gothieke monstransen, zooals we dat meen den, in conventioneelen smaak, 'l eenig-echte te zijn. N iet meer een opeenstapeling- var. gothische torentjes,nissen ènpinakels, gebouwd om de plaats waar de H. Hostie troont; niet meer een gotliieke troonhemel, zooals de ge ijkt; voorstelling is. Dit werk vau Jan Brom draagt een geheel persoonlijk karakter. Hei. teekent den kunstenaar, die bij behoud van de grondregelen, waarvan niet kan worden afgeweken, iets geheel nieuws schept, geheel nieuw van vorm, zoowel als van vinding en opvatting, en daaren boven: een kunstwerk,'gemotiveerd tot in'elk onderdeel door de strenge uitbeelding van de symboliek der Apocalyps, die volgehouden is tot het kleinste ornamentje toe. Wij zien dus in dezen Monstrans een tweevoudig kunstwerkniet alleen is het stuk een merkwaardig bewijs, hoe hoog de goudsmeedkunst staat vau het atelier des Utrecbt schen meesters, en hoe prachtig deze de verschillende procédé's weet te verwerken, de verschillende tech nieken van zijn kunst weet toe te passen, maar ook en vooral! is het werk een bewijs van de hooge kunstopvattingen, de bewon derenswaardige scheppingskracht en inspiratie van den ontwerper. Aan de hand van een vroeger reeds verschenen artikel en van wat de heer Brom ons nog ter aanvul ling mededeelde, geven we hier een kort overzicht van wat de kun stenaar door zijn schepping heeft willen uitdrukken, van de symboliek die in dezen Monstrans belichaamd is. De voorzijde geeft weer een voor stelling in goud en diamanten en zilver en émail die beschreven staat in de Apocalyps van Joannes. De Stad Godsin het midden troont de H. Hostie, omgeven door een regenboog van golvende kleuren, waarvóór het gouden „Boek met de zeven zegelen" ligt... Uit den kleurigen ring, die de H. Hostie omgeeft, golven lichtstra len, in vier groote halve cirkels van fonkelende diamanten naar buiten. De vier Evangelisten of liever, naar den tekst der „Openbaring" de vier Dieren, sluiten zich vlak tegen dezen diamanten stralenring aan, en om deze heen groepeeren zich de „24 ouderen, die hunne kronen bieden aan het Lam" zooals de H. Schrift zegt, drie aan drie gegroepeerd op in êmail-cloisonné prachtig-uitge- voerde cirkel-segmenten, zich in steeds uitgebreider kring aansluitend aan bet reeds bêschrevene. Boven dit alles troont de „Oude van Dagen," God de Vader, in een gouden boog, waaromheen de „zeven engelen, die de zeven sterren dragen" zijn gegroepeerd Onder de „Civitas Dei", in den driehoek die ontstaat uit den over gang van steel naar romp, zweeft de Dilive Gods, de H. Geest. De voet zelve doet in gedreven werk de harten zien die zich laven aan do „bron van levend water", die helderblauw stroomt in ge- emailleerde golvingen rondom den geheclen voet- Het kruis met de Alpha en Omega (het begin en het einde) aan zijn voet, bekroont iu slanken vorm het geheel. De achterzijde van de Monstrans vertoont in gouden vertakkingen en Kaderwerk o/er de volle lengt! en breedte den heerlijken „Boom des Levens", die wortelt in den „Berg des Heeren" (den voet) en de II. Hostie omringt met zijn takken en bladeren, en de 12 vruch ten, waarvan de Apocalyps spreekt laat uitbotten. De beide symbolische voorstel lingen de Civitas Dei, en de Boom des Levens zijn over 't geheel gescheiden, maar ze vloeien in elkaar aan den voet, waar om de wortelen van den Boom des Levens zich slingeren in fijne vertakkingen, aan de randen van het geheel waar de twaalf vruchten zich neigen om de stralende kransen van de edelsteenen die de „Stad Gods" omringen, aan den top waar de fijne takken het kruis vormen dat het geheel beheerseht. Is de conceptie van dit kunst werk, zooals uit deze onvolkomen beschrijving al blijken kan, iets dat den Meester teekent, ook de uit voering is meesterlijk. Nog minder dan over de vinding van den kunstenaar, kunnen wij, leeken, een beslist oordeel geven over de technische volkomenheid van dit werkdaartoe zou tech nische bekwaamheid gevorderd zijn haast evengroot als van den Mees ter die ontwierp en schiep en tot in de fijnste details alles aangaf, en van de kunstvaardige handen, die hem in zijn atelier bij de uit voering ter zijde stonden. Maar we mogen toch zeggen, dat hier zelfs voor leeken-oog een kunst werk staat van de hoogst-artistieke waarde. Vooral, omdat we wat de bizonderheden betreft, door den kunstenaar-zelf zijn.voorgelicht, mo gen we die uitspraak doen! Het stnk is uitgevoerd deels in verguld zilver, deels iu goud. Alleen de edele metalen dienen voor een drager van het Allerheiligste De voet, de steel, en do romp van den Monstrans zijn gedreven uit één plaat, evenzoo het prachtige tot in de kleinste bizonderheden keu rig-afge werkte beeld van God den Vader in het bovengedeelte en dat van de Duive in het bene- dendeél van den Monstrans. Dat is arbeid, waaraan de kun stenaar met voorliefde werkt, zoo als hij ons zeide, evenals de zeven engelen, en de beeldjes der vier Evangelisten, in zilver gebeiteld. Merkwaardig is ook de toepas sing der verschillende soorten émail: de regenboog die in helle kleinen de H. Hoste omgeeft, is -•an email translucide, de let- term ud die op den voet den tekst veer geeft van „het hert, dat dorst naai de waterbronnen" is van 's m ail c li a m p 1 e v en de water 4ruo:n zelve is een combinatie dezer wee m a i 1 -bewerkingen. Do voorstellingen der 24 ouderen lie den troon Gods omgeven zijn in 6 mail-eloisonnê uitgevoerd, een procédé, dat de heer Brom weder naar eigen vinding in eere heeft hersteld en dat geen kunste naar haast hem zoo volkomen zal nadoen. Het spreekt van zelf, dat de edele steenen voor een zoo kost baar werk alle echte steenen zijn. De Apocalyps spreekt ervan, dat de „stad Gods" 12 poorten heeft, gesierd met verschillende edelge steenten, in de H. Schrift alle opge noemd. Ook die 12 steeuen van verschillende kleur alle gelijk van grootte en in den zelfden vorm geslepen, omringen hier de voor stelling der „stad Gods", in dezelfde volgorde ook als de H. Joannes ze heeft genoemd: jaspis, saffier, chal- cedoin, smaragd, sardonix enz De Meester deelde ons mede, dat het moeite heeft gekost deze edele steenen alle te vinden. Maar dat moest natuurlijk, om de eenheid van conceptie en de pracht van het geheel te bewaren. Nu is deze kostbare en kunstrijke schepping, zoo waardig de drager van het Heilige der Heilige te-zijn als de stof eenigermate kan zijn, in den Sint-Bavo een der heilige kerkvaten. We meenden, dat om den grooten kunstenaar te eeren, en tevens om de kennis van dit kunstwerk zoo mogelijk nog meer te verbreiden, deze korte beschrijving haar dienst kon doen Algemeen Overzicht, De (verkeerde) macht der vak organisatiedat zou de titel kun nen zijn van het pièce de resis tance in ons overzicht van heden 1 't Is naar aanleiding van eeu vonnis, in Amerika welgesproken, waarvan we zoo straks zullen ver tellen. De vakvereenigïng schijnt tegen woordig langzamerhand te zullen worden niet alleen een middel om te komen tot verbetering van ver keerde toestanden, maar ook een voortdurende bedreiging van hen, die op de een of andere manier die vakvereeniging tegen zich zien opgezet. Dat zou men kunnen noemen, „les défats de ses qualités." Hoe goed het ook is, dat de ver- eenigde vaklieden bij elkaar steun zoeken, ook tegenover ongerecht vaardigde eischen en toestanden, blijft toch bij een onverstandige leiding steeds het gevaar, dat dóór die vakvereenigingen relletjes wor den op touw gezet, ongerechtvaardige pressie wordt uitgeoefend en ten slotte 't zuivere eigenbelang wordt gemengd in kwesties die daar niet mee te maken hebben 1 Dat kan al, als de vereeniging niet stevig „geadviseerd" wordt door geestelijke leiders buiten het vak, die vooreerst wat verder kijken dan de vakmenschen in hun eigen kring met hun eigen belangen, en die voorts ook sleeds andere en hoogere motieven bijbrengen en in gedachten houden bij hun ad viezen. Doch vooral wordt dat gevaar en die macht der vakvereeniging een geduchte, wanneer ze geheel in handen is van een revolutionaire of socialistische macht is I Want dan staat zij ten slotte voor niets I Dat is nu wel op 't levendigst gebleken door het vonnis dat de banier en het onderwerp van deze beschouwingde vrijspraak van de hoofdlieden der machtige socialis tische mijnwerkersvereeniging in de Vereenigde Staten, Haywood en zijn kornuiten. Haywood en de andere beschul digden zijn zooals gezegd de voor naamste mannen van een der grootste socialistische vakvereeni gingen in de Vereenigde Staten. Die vakvereeniging was van de veelgewraakte, zooals men weet den Jezuiëten zoo belachelijktoege- schreven opiniehet doel heiligt de middelen. En om haar doel te bereiken, schrikte zij althans zoo is de algemeene meening niet terug voor een allerkrachtigst middel om geen tegenstanders te hebben ze liet die tegenstanders eenvoudig ver moorden Het sujet, dat die moorden be dreef, zekere Orchard, heeft alles uitgebracht en openlijk Haywood en de andere leiders van mede plichtigheid en aanzetten tot een moord op gouverneur Steunenberg, en nog andere misdaden beschuldigd. Haywood c.s. zijn een jaar lang in voorarrest geweest. Maar de vakvereeniging heeft niet stilgezeten onderwijl. Terwijl president Roosevelt zelf de voormannen der vakvereeniging groote moordenaars heeft genoemd, terwijl niemand eigenlijk aan hun schuld twijfelde, stapelde de vak vereeniging bedreigingen op be dreigingen. Zelfs dreigde men met een reuzen- staking als Haywood c.s. werden veroordeeld. En men weet hetin Amerika beslist ten slotte niet de onafhanke lijke rechter, maar de jury. Een jury van niet-rechtskundigen: de méést voor invloed van buiten vatbare rechtspraak die men maar hebben kan 1 Die jury heeft nu, tot aller verbazing, Haywood c.s. vrijge sproken Ze is gezwicht voor de bedreiging der vakvereeniging! De socialisten kraaien natuurlijk 1 I I, '■'•xi U?È?oI URLEMSCHE MUIT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlemf 1.20 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.65 Afzonderlijke nummers„0.05 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. In het socialistisch blad „Het Volk" wordt het schrijven van Z. H. den Paus besproken over de Vakvereenigingen, Waarvan we Vrijdagavond jk onder onze Sociale berichten eenige citaten gaven. Als we alle schimpscheuten en be- leodigingen tegen Paus en Kerk uit liet stuk elimineeren, komt de strek king ervan neer op het volgende „Tegen alle maatschappelijke kwa- „len, tegen alle stoffelijke ellende, „tegen alle ongezonde toestanden in „het arbeidersleven, tegen alle mis standen ten slotte geeft deze Paus „maar één middel, dat zoo zegt „het socialistische blad spottend een „panacee voor al die kwalen moet „heeten: de „godsdienst". Dat is nu eens uitstekend gezien, 't Ia zeer juist. De godsdienst is inderdaad het groote middel tot verbetering 1 En dat is juist het mooie van onzen godsdienst, dat door dezen het stoffe lijke geluk en de stoffelijke welvaart voor den arbeider niet liet begin en het einde van all.es is, maar dat wij dat stoffelijke iederin éigen kring slechts gebruiken moeten om da:ir te komen, waar de gelijkheid gróoter is dan ook maar één socialistische utopist het zich kan voorstellen Dat begrijpen en weten onze Katho lieke arbeiders, d&t wordt hun voor gehouden in onze vereenigingen, en juist daarom is hun eenheid zoo mooi; hun kracht zoo groot, hun vertrouwen en geduld zoo kloek, hun actie zoo frisch en waardig tevens Uit liet Italiaansch. Een twaalftal personen zaten op zeke ren avond, op liet kasteel te Montfleuri, in gesprek, onder het gebruik van de kome. 't Is vreemd, betoogde een jong- mobfeeh, die den naam had op de hoogte te zijn van de 'zielkunde der vrouwen, het is vreemd, te zien hoe de liefde tot de ergste dwaasheden kan aanzetten of met de grootste macht kan bezielen Allen stemden daarin toe, en eenigen brachten daaromtn ut verbalen te berde. Een dn me vertelde van eer) echtge noot, die wel zeventien malen had ge duelleerd, voor de vrouw die hij aanbad. Een oude lieer deed liet verhaal van een beeldhouwer die - dol verliefd op een meisje, haar buste uitbeitelde, waardoor hij éen werk leverde dat over zijn toe komst besliste. Dezelfde dame de3 huizes dischte op bevallige wijze het verhaal op van haar grootvader, die, verliefd was geworden op een meisje, Jat. naar haar zeggen, nim mer in den écht zou willen treden dan met een kolonel; en hij, na als volontair in dienst te zijn gegaan, maakte al de veldtochten van Napoleon mede en keerde terug in 1-SI-t. met zijn gelaat vol littee- kens en e n arm minder, maar hij was kolonel van de grenadiers. Het meisje ontving hem met vreugde, zij huwden en waren gelukkig! Dat is bewonderenswaardig! riepen allen uit. Welk een trots moet zij gevoelen, die dnsdanige.il haft- tocht kan inboeze men, betoogden de dames. Welnu, ik weet een geval hetwelk deze alle overtreft, klonk het als toen met een ernstige stem. liet was die v-tm don ouden genees heer uit het dorp. Al de aanwezigen schikten zich in een kring om hem heen, terwijl zij hem verzoehten tot het.verhaal daarvan over te gaan. II. Herinnert gij u, mijnheer de graaf, sprak de geneesheer, terwijl hij zich tot een "van de aanwezigek wendde ■dien Novembernacht, waarin gij, van Ra- rijs onverwacht zijnde teruggekomen, mijn rijtuig aarinaamt om haar het kasteel te rijden? En herinnert gij u dat, bij oen bocht, van den weg, mijn paard, van ik w.eet niet wat verschrikt, op eens losge raakte en ons in een kuil wierp? Do val veroorzaokte ons geen enkel letsel, zoo hij ons op dat oogenblik niet in de on gelegenheid had gesteld van de onmoge lijkheid verder te gaan, want een wiel was van de as afgeloopeu. Om één uur na middernacht in dien toestand zich te bevinden op den weg, alhoewel in de nabijheid van het arm zalige dorp Villemory, was een ernstige zaak. Waar hulp te zoeken? her inner ik mij dat u zeidet de smid van het dorp zal wellicht niet op dit uur willen opstaan. Het is waar, antwoordde ik, maar vrees niet, de Voorzienigheid zal ons helpen. En mijn hand wees u naar een ver licht. venster. Toen riept u uit: Wie toch kan op dit uur nog aan het werk zijn? Het is Giovanni Lubin, de smid, gaf ik u ten antwoord. Du alles herinner ik mij goed, aisoi het geval gister had plaats gehad en het ontvleesde gelaat van Giovanni Lubin met zijn grijze haren; met zijn droefgees tig en stilzwijgend voorkomen, toen wij hem om één uur na middernacht aan het werk vonden, staat hij vóór mij. Wij hadden haast, en, zonder onzen tijd met praatjes te verbeuzelen, verzochten wij hem het wiel in orde te brengen, het geen hij met spoed ten uitvoer bracht. Wij betaalden hem en konden onzen weg vervolgen. U zult toen zeker gedacht heb ben, mijnheer de graaf, dat de smid dien nacht toevallig aan den arbeid was, om het een of ander spoedeischend werk te voltooien. Welnu dat was geen exceptioneel geval voor Giovanni Lubin, wijl hij al sedert tien jaren gewoon was tot dat uur te werken. Om de waarheid te zeggen, hij heette geen Giovanni Lubin; zijn ware naam was Filippo Do Rieux, vroeger eigenaar van een voorname smidszaak en zeer rjj'k. Ja, mijnheer de graaf, die werkman dien u over zijn aambeeld gebogen zaagt, met vereelte handen, en het gelaat zwart van rook, was rijk, geacht en gelukkig geweest. Van zeer goede familie en eigenaar van een zaak, had liij een jong meisje gehuwd dat hem een aanzienlijken bruidschat had medegebracht. En wat een bevallige dame was die mevrouw De Rieux 1 Ik kende haar, daar ik als ge neesheer was ontboden te Cusy waar zij woonden. Allen bewonderden haar be valligheid, haar heerlijken glimlach, haar opgeruimd en blij gemoed. Haar man beminde haar teederlijk en deed alles om haai' te behagen. Zij bezat al hetgeen zij kon verlangenhaar leven was een voortdurend feest en zij wist hoegenaamd niet wat verdriet beteeken- 4 üe, waartegenover zij zeer zwak zou zijn geweest, zoo baar de een of andere ramp ware overkomen. Want zij was gelijk aan een teere bloem, die zich gelukkig ge voelt in de zon en in het zuchtje van den wind, en dit zuchtje was het geluk. Wij, sprak baar echtvriend, wij heb ben niet te vreezen in dit leven, laten wij dus van onzen toestand genieten. Iemand voegde hem toe: „Wanneer men bemint, kan men insgelijks lief en leed verdragen." Maar De Rieux antwoordde, dat zijn echtgenoote alleen was geschapen om gelukkig te zijn, terwijl zij zich gebukt zou hebben onder het geblaas van den storm. Gedurende vijf jaren kwam niets hun rust verstorende bloem bleef frisch en open. Doch op zekeren dag bracht een onvoorziene en wreede slag den armen De Rieux ten ondergang. Verbeeldt u, hoe hij stond te kijken, bij die tijding welke hem onmogelijk scheen !Een enkele gedachte was toen de zijne, en wel dat zijn vrouw daarvan niets mocht we ten. Hij verzocht daarom aan bloedver wanten en vrienden, om zijn rampspoed voor zijn vrouw verborgen te houden. En zij vernam in werkelijkheid nimmer iets daarvan. Filippo bezat de kracht te jokken, altoos, terwijl hij zijn toestand verborg, opdat de weergalm van zijn rampspoed zijn huis niet zou bereiken. Niet de minste verandering werd ge bracht in de levenswijze van de jonge vrouw, die voortging vroolijk en geluk- kig te zijn zooal^ vroeger, zonder iets te vermoeden, wier verlangens altoos wer den bevredigd, omgeven met dezelfde ge makken. Voor den armen Filippo was dit een liel; hij zag zich tot voortdurende hulp middelen genoodzaakt tot het bekomen van geld en het hoofd te bieden aan zijn crediteuren. Het was een wonder zoo dit kon standhouden, terwijl alles rondom hem in verval geraakte. Hij zette den strijd voort, ondanks de stoornis en zijn echtgenoote bleef kalm. Zij, gelijk ik heb gezegd, zij leefde van een zuchtje, en op zekeren winternacht deed de ziekte datgene wat krachtens Filippo het leed niet had kunnen doen... Het teere bloempje stierf, zij stierf echter met een glimlach op het gelaat. III. En vervolgens? vroeg men den doctor. Vervolgens, hernam de geneesheer, moest Filippo betalen de jaren van geluk en van zinsbegoocheling, die hij zijn vrouw had doen smaken. Vóór hem opende zich de afgrond op schrikbarende wijzetoch onttrok hij zich niet aan den strijd; hij was een eerlijk mensch en zou datgene betaald hebben wat de liefde voor zijn vrouw hem had gekost; en daarom scheen het hem niet te veel zijn leven er aan te geven. Hij verkocht alles, zonder iets van den vroegeren rijkdom te behouden. Men ging over tot likwidatie om aan de schuld- eischers te voldoen, die, wel wetende dat hij ongelukkig was, hem niet ter hulp kwamen. Maar datgene wat verkocht werd was niet voldoende, er bleef nog het een en ander te betalen over, en alstoen werd die man, die patroon was geweest, met bewonderenswaardigen moed, werkman. Hij kende goed het smidsvak en ging dat uitoefenenhij zou geheel zijn leven gewerkt hebben, zoo dit noodig ware geweest, om zijn schuld tot den laatsten halven cent te delgen. Zonder bedenken toog hij aan den arbeid, alhoewel de onderneming boven zijn krachten scheen. Zijn werk was volmaakt en bezorgde "veel klantenom kort te gaanhet werk nam zoodanig toe, dat, om aan de aan vragen te voldoen, een geheele dag hem niet voldoende was. In dat geval werkte hij ook des nachts. Allen waren er aan gewoon geraakt het licht van Giovanni Lubin, zooals hij zich deed noemen, des nachts in zijn werkplaats, tot aan het aanlichten van den dag, te zien branden. Eenigen dachten dat hij een gierigaard was, anderen meenden dat hij geld wilde opstapelen om te trouwen. Niemand behalve ik, aan wien hij zijn vertrouwen had willen schenken, wist de waarheidniemand wist waarom die man gedurende tien jaren zijn lichaam versleet voor een langdurigen en overdreven ar beid. Toen men hem verleden jaar dood vond bij zijn aambeeld, stonden de lui verwon derd, dat er geen cent in zijn latafel te vinden was. Die brave smid kon rustig sterven: li ij had zijn taak volbracht. De week te voren had hij zijn laatste schuld afbetaald, welke overt nnkomst hij had aangegaan uit liefde voor haar die hij zoozeer beminde. Dit is het levensverhaal van Giovanni Lubin. Wanneer ik laat in den avond door Villemory ga, kijk ik werktuigelijk, en niet zonder weemoed, naar het huisje waar men niet meer het licht van den smid ziet. Dat licht was het meest wel sprekende zinnebeeld dat ik gekend heb van die macht, waarover gij even te voren spraakt, en welke de liefde alleen geeft. En die macht werd met gesteund door een begeerte of door een hoop. Hetwas alleen een herinnering die haar staande hield. EINDE. r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1