DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De laatste Reis.
Ged, Oude Gracht I20y Haarlem
Mag dat?
BUITENLAND.
I
I
BINNENLAND.
I
I
I
I
I
°INSDAC 6 AUGUSTUS 1907.
No. 6652, 328te Jaargang.
I
Bureaux van Redactie en Administratie:
Telefoonnummer 1426.
I
I
Onder dezen titel schreven we
geileden week een artikeltje over
^et in dienst houden van de groot-
fgangers der militie boven hun
j'jd, ten behoeve van de maatrege-
1 eh, die wegens het mond- en klauw
ier worden genomen.
Ook andere kranten hebben ov r
geval geschreven, en er zijn twee
jjihtingen, die verschillend over
zaak denken.
Wij zullen nog eens kortelings
uiteenzetten wat de zaak is: zooals
ien weet, is de dienst niet voor
miliciëns dezelfde. De een dient
"j maanden, de ander acht, een
eerde 12. Die van 4 maanden ko-
ien in Mei op, die van 8 in Maart
gaan November naar huis. Van
12 maanden dient een gedeelte
Van 28 Nov. tot 28 Maart, de zgn.
^mtermaanderseen tweede ge
deelte van 21 Maart [tot 28 Juli,
is de tweede ploeg. Winter-
i&anders en tweede ploeg vormen
het blijvend gedeelte.
Minister Staal nu beeft dit blij-
Jind gedeelte ingekrompen, d.w.z.
hij heeft een deel ervan naar huis
gestuurd. Maar uit dit stuk vormde
hij een derde ploeg, de reserve-
Pioeg, en deze bestemde hij voor
doodgevallen.
Zou het blijvend gedeelte n.l.
°0voldoende zijn (b.v. bij rustver-
storingen) dan moest de reserve-
ploeg onmiddelijk onder de wapenen
«omen. Die reserve-ploeg is nu niet
dbder de wapenen geweest. Zij bleef
beschikbaar tot 28 Juli 1007.
Maar Minister van Rappard heeft
ïe voor 'n deel opgeroepen ter be
daking der boerderijen, waar mond-
en klauwzeer is uitgebroken.
Inplaats van dus 28 Juli groot
vcrlof te krijgen, zijn deze mannen
du onder de wapens, om de koeien
ie bewaken.
En die dit. niet behoeft te doen,
idgedeeld is bij 'n regiment, dat
dan de besmette streden niet grenst,
blijft toch tot 28 September nog
beschikbaar en kan nog eiken -lag
dorden opgeroepen, voor welken
dienst dan ook!
Zóó is de kwestie.
We hebben nu verledenweek al
diteengezet, met de wet in de hand,
dat minister Rappard hier z'n boekje
is te huiten gegaan.
We willen dat nu niet herhalen,
•haar ter ondersteuning van wat
de schreven zij hier nog een en
ander ontleend aan een artikel uit
Ppn Haagsche courantde A y o n d
Post, <jie prepies hetzelfde zegt oyer
de kwestie als wij hebben beweerd,
dock die daarover in een wqqrden-
ctfijd is geraakt met kei V a d e r-
a n d, 't ministeriëel orga&n.
„Het Vaderjand'? had name
lijk beweerd dat de wet twijfelach?
hg-gesteld was op dit punt, zoodat
°ok de uitlegging dat de Minister
van Oorlog zonder de Staten-Gene-
raal eerst te kennen, de derde ploeg
voor mond-en klauwzeer-diensten
kan oproepen, geoorloofd zou zijn.
Tot naricht van het „Vaderland"
zoo zegt nu de „Avondpost," zij er
op gewezen, dat er ook zoo iets is
als een wordingsgeschiedenis eener
wet, en dat voor een geval van
twijfel bet altijd mogelijk is na te
gaan wat de Wetgever bedoeld
heeft.
De Avondpost herinnert er
dan aan, dat de vraag van het
blijvend gedeelte na het aftreden
van den M. v. O. Eland weder op
den voorgrond is getreden. Wil
men de bedoeling der betreffende
artikelen kennen, zegt het blad,
dan dient men de beraadslaging
na te gaan, die na het optreden
van den generaal Kool heeft plaats
gehad,
Wie die stukken ooit gevolgd
heeft, zal dan begrijpen, dat slechts
van het indeelen van twee ploegen
blijvend gedeelte, tot een maximum
van 7500 man, en nooit van iets
anders is sprake geweest.
Het is dan ook onmogelijk,
meent de Avondpost, om aan
de Militiewet een andere bedoeling
toe te kennen, dan deze, dat na
afloop van den eersten oefentijd
achtereenvolgens gedurende hoog
stens vier maanden twee ploegen
blijvend gedeelte van maximum
7500 man onder de wapenen zijn,
met einde Juli als einddatum, zoo
lang aan den norm van S1/^ maand
oefentijd wordt vastgehouden.
De Avondpost zegt verder na
tuurlijk gaarne aan Het Vaderland
te vergeven, dat het in zijn ijver
om den heer Van Rappard te ver
dedigen vergeten is, wat bij de be
handeling der wet is voorgevallen.
Maar minder gemakkelijk is te be
grijpen, zegt het blad, hoe aan den
schrijver in het ministeriëele blad
geheel ontgaan is wat bij het wijzi
gingswetje op art. 109 is voorgeval
len. Toen was „Het Vaderland" er,
meent het blad, nog al bij wanneer
bet er om te doen was den minis
ter Bergansius hard te vallen. Hoe
menigmaal werd toen gevraagd, of
hier de wet loyaal tot uitvoering
kwam.
Bij de toelichting op het voor
stel werd, volgens de Avondpost
volkomen duidelijk overduidelijk
haast nog eens uiteengezet, wat
do bestuursmaatregel op de Militie-
wet met zijn ploegen-blijvend ge
deelte bedoelt.
Wat te zeggen, vraagt De
Avondpost dan, van een blad
als „Het Vaderland,,, dat er volsrekt
geen bezwaar in ziet om de man
schappen niet 'na vier, maar zelfs
na acht maanden nog eens weef
voor „blijvend gedeelte" onder de
wapenon te foepen, en dat voor
dip wijze yan d°en volle vrijheid
voor zijn minister van oorlog pro
clameert!
Het vraagstuk dat ons bezighield,
zegt De Avondpost ten slotte,
bestaat uit twee gescheiden deelen
lo. of soldatengebruik voor de
klauwzeer-epidemie geoorloofd is;
2o. of het blijvend gedeelte daar
voor mag aangehouden worden op
de wijze als thans geschiedt?
Beide vragen beantwoordde het
blad op de scherpste wijze ont
kennend.
En dus is het volkomen in de
lijn, welke ook wij bij de behande
ling dezer kwestie in ons artikeltje
van verleden week hebben gevolgd
de Minister van oorlog is met de
oproeping van de reserveploeg na
28 Juli, zijn boekje te buiten ge
gaan
In de Tweede Kamer zal een
interpellatie over dat geval dan ook
niet uitblijven!
Algemeen Overzicht.
De politieke atmosfeer in 't bui
tenland is vol van vorstenbij een
komsten.
Daar is vooreerst de ontmoeting
tusschen Czaar en „Kaiser" te
Swinemünde, waarvan we zoowat
nog niets hooren, dan dat de Czaar
allergeweldigst zeeziek is geweest
en bleek als een doek bij keizer
Wilhelm op 't dek kwam! Die is
ook niet voor zijn pleizier op reis
Voorts melden de telegrammen
uit Swinemünde de gewone plech
tigheden van toasten, diners, ca
deautjes enz., maar de finesses van
een en ander krijgen we natuurlijk
tóch niet te hooren.
De tweede Vorstenbij eenkomst
waarover veel wordt gesproken, is
natuurlijk de nog zooveel gewich
tiger ontmoeting tusschen keizer
Wilhelm en koning Eduard
die te Wilhelmshöhe zal plaats vin
den.
Koning Eduard heeft gisteren bij
Portsmouth eens nog eens de reus
achtige Kanaal vloot geschouwd, wat
een machtig, hoogst indrukwekkend
schouwspel moet hebben opgeleverd!
Zou dat zijn bij wijze van vooraf
gaande kennisgeving aan neef Wil
helm: mijn macht op zee is on-
verwinlijk
Uit Wilhelmshöhe hooren we, dat
er al groote toebereidselen voor de
ontmoeting van één dag gemaakt
worden. Het heet dan wel een heel
particuliere, absoluut niet staat
kundige visite, maar we weten wel
daf keizer Wilhelm "van een ver-
toqninkje houdt, en er altijd op uit
ie, bij zulke dingen wat luister bij
tp zetten,
En de derde vorstenontmoeting,
dje naar men be veert, de kroon
op alles moet zetten, is die van
koning Edward met keizer
Frans Josef te Ischl.
De kroon zou deze op alles zetten
zoo zeiden we. En dat schijnt
werkelijk de opinie te wezen van
de politieke wereld.
Door die ontmoeting zal n.l. de
reeds zoolang bestaande spanning
tusschen Engeland en Duitschland
heelemaal ten onder komen, zoo
hoopt men.
Men zegt n.l. dat Keizer Frans
Josef, met zijn rijke ervaring en zijn
groot ontzag, al zijn invloed aan
gewend heeft om de spanning tus-
sclien Koning Eduard en Keizer
Wilhelm te doen verminderen. En
nu wordt aangenomen dat de ont
moeting in Ischl het zegel zal druk
ken op den in Wilhelmshöhe ge
sloten vrede tusschen den Britschen
en Duitschen souverein.
Dat ,te Ischl over de politiek ge
sproken zal worden, spreekt wel
vanzelf en behoeft geen commentaar.
Het „N. W. Tagbl." houdt het
zelfs voor mogelijk dat ook de gang
van zaken op de Vredesconferentie
zal ter sprake gebracht worden en
dat Marokko en Oost-Azië even
eens een onderwerp der besprekin
gen zullen Uitmaken.
Het „Fremdenblatt" zegt aan het
slot van een artikel, dat het kenmerk
van de in deze en volgende dagen
plaats vindende vorstelijke ontmoe
tingen daarin bestaat, dat de souve-
reinen door persoonlijk verkeer de
verschillen, die tusschen de staten
van verschillende politieke richting
bestaan, zullen trachten weg te
nemen.
De bijeenkomst in Ischl be teekent
een steen meer in het tot behoud
van den vrede bestemde gebouw.
Dat deze ontmoeting voorafgegaan
wordt door die in Wilhelmshöhe is
pen bewijs dat de politiek der vor
stelijke samenkomsten goede vruch
ten gedragen heeft.
De politieke hemel klaart meer
en meer op, de drukkende zorgen
uit den jongst verloopen tijd ver
dwijnen en de uitzichten voor de
toekomst woreen steeds gunstiger.
De ontmoeting in Ischl is wel ge
schikt om het vertrouwen in een
vredelievende toekomst te verster
ken.
Volgens het program zal koning
Eduard den 15en Augustus 's mor
gens vroeg in Ischl aankomen.
De Keizer zal hem tot Gmunden
tegemoet gaan. Het bezoek zal
slechts één dag duren. Na het ont
bijt zullen de beide sou ver einen een
rijtoer maken en na het middag
maal naar de komedie gaan.
Als die vorstenbijeenkomsten nu
ook de lastige kwesties die op het
moment de wereld beroeren, maar
eens in orde konden maken!
I och dat is niet te denken
Paar is vooreerst Marokko.
Daar wordt het bar.
De berichten uit Casablanca wor
den voordurend ernstiger. De Fran-
gche kruiser „Galilée" moet zijn
troepen niet hebben kunnen landen,
omdat men reden had te verwach
ten, ffat de landing voor de Kabylen
en het gepeupel aanleiding zou zijn
geweest tot een algemeen bloed
bad.
De eenige hoop is nu gevestigd
op 'de Fransche, Spaansche en Ita-
liaansche kruisers; het verschij
nen daarvan zal mogelijk de bevol
king het noodige ontzag inboezemen.
Overigens wordt er ook te Casa
blanca dapper gevochten tusschen
Arabieren, Mooren en Marokkaan-
sche troepen, welke laatste het glad
afleggen.
Evenzoo trouwens, als het legertje
van de Sultan het tegen de Mooren
en verders van Raisoeli aflegt.
Wat moet ervan worden?...
De groote moeielijkheid in deze
kwestie is de verhouding der mo
gendheden onderling. Frankrijk zal
nu natuurlijk moeten optreden, en
het wil dat doen in overeenstem
ming met de mogendheden, die de
Acte van Algesiras onderteekenden.
Maar die Acte-zelf vormt de groot
ste moeilijkheid. Zij is gegrond op
de handhaving van de integriteit
van Marokko en van het gezag van
deu Sultan. Waar nu van alle kan
ten blijkt, dat deze niet in staat is
zijn gezag te handhaven en den
gloeienden haat van zijn Mooren
tegen de vreemdelingen in bedwang
te houden, daar staan de mogend
heden voor groote bezwaren!
De staatkunde, gegrond op de
handhaving en bevestiging van het
gezag der Sultan, en die door
Duitschland is gegrondvest, is door
deze gebeurtenissen verouderd. On
voorziens kunnen verwikkelingen
ontstaan, die de mogendheden voor
nieuwe problemen plaatsen. Boven
dien is de Acte van Algesiras voor
drie jaren aangegaan. Dan zal een
andere regeling toch wel noodig
worden.
Men ziet hetglad gaat het niet.
En de moeilijkheden stapelen
zich op.
Daarbij komt voor de mogend
heden nu weer een nieuwe kwestie:
een tusschen Tur kij e en Per-
z i
Reeds eenigen tijd klaagt de
regeering te Teheran over de in
vallen van Turksche benden op
Perzisch gebied. Ditmaal is nu een
legertje van zes duizend man, met
artillerie, de Perzische grens over
getrokken en leverde een geregeld
gevecht tegen de Perzen in het
district Boelak.
De Perzen, niet in staat aan dezen
inval der Turken het hoofd te bie
den, sloegen op de vlucht.
De Perzische regeering heeft nu
Engeland en Rusland te hulp ge
roepen, en deze zijn al aan het
confereeren,
In Teheran hebben de afgevaar
digden naar Renter seint
tranen met tuiten geschreid bij het
hooren van al dat droevig nit uws
dat zé houden voor een teeken van
't verval des lands,
wel is
Wat het ook
Nieuwtjes in drie regels.
I
Hofberichten.
H. M. de Koningin heeft het
verblijf op Soestdijk benut tot het
nemen van kiekjes onder de Bun-
schoters met hun vreemde kleeder
dracht. In gezelschap van H. M.
de Koningin-Moeder en van Z. K.
H. Prins Hendrik kwam de Vorstin
aan de Eenbrug en nam daar ver
schillende groepjes.
Mogelijk is er geen kleederdracht
in Nederland, die zooveel en zoo
helle kleuren vertoont als die van
Bunschoten, het dorp der vetwei
ders, en Spakenburg, de visschers-
plaats. Op Maandag, den. aange
wezen waschdag, lijkt dit laatste
dorp gepavoiseerd met zijn roode,
blauwe, gebloemde lappen, lijfjes
en rokken, die op lijnen in den
wind wapperen.
H. M. de Koningin en Z. K. H,
de Prins der Nederlanden kwamen
Zaterdag op weg naar Schwerin te
Hamburg aan.
Aan het station werd het Konink
lijk Echtpaar begroet door den
commandant van het 16e regiment
huzaren, Von Schuckman. In het
salonrijtuig toegelaten overhandigde
de kolonel Hare Majesteit een
bouquet rozen.
Voorts waren ter begroeting aan
wezig de consul-generaal der Neder
landen de heer E. Gleiehman en
de vice-consul Weningen.
Hare Majesteit dankte allen vrien
delijk, waarna de trein de rei»
voortzette.
.De nieuwe minister van marine.
De nieuwbenoemde Minister van
Marine heeft gisteren de portefeuille
van marine van zijn ambtsvoor
ganger overgenomen en zijne werk
zaamheden aan het departement
aanvaard.
Bij zijn aankomst uit Den Helder
in de residentie werd het nieuwe
Departementshoofd aan het Holland-
sche spoorwegstation verwelkomd
door den heer Cohen Stuart.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
FEUILLETON.
Werkt 't goed?
Ik.... ik hoop 't, Grime; maar als ik
denk aan de bemanning.dan ben ik
waarlijk angstig.
Wordt vtowlgd.)
r a
■EWE MLEMSCHE CCORAHT
P
ABONNEMENT SPBÏJS:
Per 3 maanden voor Haarlemfi.20
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65
Afzonderlijke nummers0.05
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie^ contant.
In Antwerpen dreigt' een groote
bootwerkersstaking, die vandaag waar
schijnlijk zal uitbreken.
Ferroul en Marcelin Albert (de
laatste is zijn roem kwijt) zijn uit de
gevangenis te Montpellier ontslagen.
Vorst Ferdinand van Bulgarije heeft
een visite bij keizer Frans Josef te Ischil
gemaakt. Allerhartelijkste ontvangst
In Macedonië Js 't weerjvechten.
Een Engelsche kolonel is gewond. Dat
geeft inmenging van Engeland.
Dernburg, de Duitsche^koloniale
minister, is in Duitsch-OÓst-Afrika
aangekomen.
Rockefeller is als president der
Standard Oil Cy nu veroordeeld tot een
boete van 80 millioen dollars
I
U weet natuurlijk, kapitein Druce,
dat ik als voogd ran Lucy Norman de
'nacht gekregen heb, haar fortuin onder
mijne berusting te houden, tot zij vijf-
en-twintig jaar is, voor 't geval zij mocht
trouwen zonder mijne toestemming.
Dat is mij bekend, meneer Zeidler, u
kunt haai' vermogen nog twaalf maanden
onder u houden. Maar ik ben hier niet
gekomen om inlichtingen te vragen over
juffrouw Norman's geld; 't doel van mijn
bedoek is, uw' toestemming te Vragen
Voor óns huwelijk.
Èn ik heb li £0 gezegd, kapitein, dat
ik die 'niét kan géven. Ik héb andere
plannen voorjuffrouw Norman's toekomst.
Ik heb gehoord, dat u een huwelijk
tracht tot stand te brengen tusschen uw
pupil en uw compagnon, meneer Bernard
Grime, maar aangezien Lucy zich met
mij heeft verloofd, heeft uw weigering
niet veel te beduiden.
Is' hef uw bedoeling mij te tarten
Leg het uit zooals u wilt, maar ik
£gi ïjiet werkeloos toekijken; als het
meisje dat ik liefheb, gedwongen wordt
tot een huwelyk met iemand om wien zij
niets geeft.
Kapitein, u is verscheidene jaren
in dienst geweest bij de firma Zeidler en
Grime't zou mij spijten, als we 't zon
der uw diemten moesten doen.
O, wat dat betreft, dat laat mij koud.
jU zoudt mij niet gehouden hebben, als
jii aan mij geen waar voor uw geld had
behad. En als u mij misschien mocht
willen ontslaan, dan beteekent dat, dat
juffrouw Norraan en ik dadelijk gaan
trouwen in plaats van te wachten tot ik
'terug beu van deze reis.
't Schijnt me toe, dat u mijn pupil
opzet tegen mijn gezag.
Juffrouw Norman is geen kind meer,
jen al heeft u controle over haar geld, u
kunt haar gedachten niet dwingen,
Maar u heeft mij niet de reden van uw
weigering gezegd. Ik ben geen rijk man,
maar arm ben ik ook niet; en al ben ik
op dir oogenblik niet meer dan gezag
voerder op een van uw schepen, de tijd
is niet ver af, dat ik de baronie van mijn
oom zal erven.
Ik acht mij niet geroepen, u eenigen
uitleg te geven van mijn weigering, 't Is
voldoende, dat ik'rqijn toestemming niet
kan geven,
Heel goed! Dan blijft het er bij. U
kunt niet zeggen, dat ik niet eerlijk ben
geweest en u behoorlijk heb ingelicht
over onze plannen.
Ik zal ook eerlijk zijn. daarom zeg
ik uik zal alles doen wat in mijn macht
staat, om mijn pupil terug te hóuden van
zöo'n dwaasheid.
Houd mkar fieygr uw gemak. Goe
den mórgen.
Toen kapitein Druce het kantoor ver
liet met een kort knikje, staarde Zeidier
hem aan met een uitdrukking van ver
beten woede op zijn gezicht en eene booze
flikkering in de kleine oogjes. Hij schrikte
op uit zijn mijmering door 't open gaan
van de deur.
Bernard Grime, zijn compagnon kwam
binnen.
Wel Ziedler, wat is er aan de hand?
Ik kwam Druce tegen, die stapte als een
zegevierende Jupiter.
Ik heb juist een heel onaangenaam
gesprek met hem gehad. Onze vermoedens
blijken waar; hij heeft Lucy ten huwelijk
gevraagd en kwam om mijne toestem
ming.
W at heb ik je gezegd Ik zei altijd,
dat er ongelukken zouden gebeuren, als
je niet flink optrad. Maar ik wil liet niet
hebben, hoor? Lucy Norman wordt mijn
vrouw, en dat zaakje heb je voor mij in
orde te ma^en, andjers 'kóm$ £1' last.
Wat kanik doen. Ik weigerde mijn
toestemiiyng én'hij? \yél, fiij Tqchtp mij
gewoon uit.
- Wat je kunt doen? Hfeip dadelijk
zijn congé, geven.
Ik fieb, ey op gezinspeeld, en hij zei,
dal 't hem best zou passen, daar hij dan
dadelijk ging trouwen in plaats van te
wachten tot na de reis.
Zoo? Luister eens, Zeidler, er moet
iets gebeuren. Over een jaar heb je Lucy
een sommetje van 25.000 pond over te
geven. Om dat te kunnen doen, zou je
ongeveer alles moeten vérkoopen wét je
bezit.
1)31 weet ik, Grime. Ik was heel
onfortuinlijk eer jij als compagnon in de
zaak kwam. Ik verloor drie schepen ach
ter elkander; geen van alle geassureerd.
Daarom stak je 't geld van juffrouw
Norman in de zaak en hebt daarmee
altijd gehandeld. Luister eens: als die
Druce met Lucy trouwt zit je dadelijk in
de klem als hij na twaalf maanden komt
om het geld en verantwoording van je
voogdjj.
O.... praat daar niet van.
't Zal dus veel beter voor je zijn.
Lucy te geven aan een man, die den
staat van zaken kent.
Wat zijn je plannen?
Ik heb juist de assurantie afgeslo
ten voor de „Havik."
Wat moet er met dat schip gebeu
ren
Het vertrekt over drie dagen.
Dat weet ik, Grime; maar ik zie
niet in.
Als je plotseling blind geworden
b,eqt. zal ik hét je uitleggen. Wij moeten
Harry Ihooe overplaatsen van zijn tegen
woordig schip als gezagvoerder op de
„Kfavik".
Zeidler staarde een minuut zijn com
pagnon aan in stomme bewondering.
Bernard, mijn jongen, je bent een
genie.
Dat nu juist niet, antwoordde Grime
bescheiden; maar ik gebruik mijn hersens
En hoe sta je nu met je deel vap de
zaak
Ik heb er gister den heelen avond
aan gewerkt't is prefeot in orde.
Ik kan het precies stellen op den
t\jd, dien ik verkies, 't varieert geen
fractie van een minuut. Kom van avond
weer bij mij, dan kunnen wij 't nog eens
probeeren, eer ik 't in het kistje schroef.
- GoedIk denk dat deze laatste reis
van de „Havik" ons voor goed zal helpen.
't Zou wat! Een troep schooiers en
tuchthuisboeven. Er zijn booten genoeg,
en ze zullen wel gauw opgepikt worden,
tyees maar niet bang vopr last: bedenk
liever, hoe prachtig 't zal zijn, als wij de
zaak goed op pooten zetten. Buitendien,
let op je eigen zo,vg; de wet is heel streng
tegen voogden, die het geid van pupillen
slecht b.eheeren.
O, stil Bernard, zwijg daarvan.
Wees dan ook niet dwaas en zet de
zaak door als een kerel. Ais die Drucy
uit den weg is, kan ik met Lucy trou
wen, en haar geld zal in de zaak blijven,
tegen behoorlijken interest.
Maar als 't mislukt.
MislukkenHoe kan 't mislukken,
ais j\j je dingen goed hebt gedaan? Neen
't zal niet missen. Schrijf aan Druce, dat
we de „Merlin" willen dokken voor repa
ratie en hem daarom verzoeken, 't kom-
mando te nemen over de „Havik" en
binnen drie dagen gereed te zjju om uit
te zeilen.
Druce was aeer verrast, den volgenden
mftrgen een brief te krijgen van de heeren
Zeidler en Grime, waarbij hem 't kom-
mando over de „Havik" werd opgedra
gen; zoo verrast, dat hjj dadelijk den
heer Zeidler ging opzoeken.
En mag ik vragen, waarom u me
wensoht op te schepen met die collectie
schurken, die men equipage belieft te nee-
men Is dat om 't kleine geschil dat wij
gisteren hebben gehad
O, neen, kapitein, volstrekt niet. Ik
heb eens nagedacht en ben tot de con
clusie gekomen, dat ik volstrekt geen
recht heb Lucy in eenig opzicht te dwin
gen. Daarom iaat ik die zaak rusten tot
W terug is van deze reis. En ik geloof
niet, dat wij reden zullen hebben om te
twisten.
Ik ben de laatste man op de wereld
om te kibbelen zonder reden, meneer
Zeidler, en als u werkelijk verlangt, dat
ik het kommando over de „Havik" op
mij neem, verzet ik mij er niet tegen,
daar 't mijn laatste reis is.
Uw laatste reis?
Ja, dat zit zoo. Mijn oom wordt
zwakker en hij wil graag, dat ik thuis
blijf. Als ik met de „Havik" ga, zal ik
eerder in Engelaud terug zijn dan wan
neer ik wachtte op mijn eigen schip.
Hoewel kapitein Druce bereidwillig er
in toestemde, met de „Havik" te gaan
bleef er toch (zekere verwondering, ver
denking zelfs in zijn hoofd, bij de plotse
ling veranderde houding der patroons. En
hij besloot voorzichtig en op zijn hoede
te zijn.
Den volgenden dag was hij aan de ha
ven, waar het schip 't laatste gedeelte
van de lading innam. Terwijl hij in zijn
hut zat, bezig met papieren, kwam een
matro.os hem zeggen, dat een dame bent
verlangde te spreken. Hij snelde dadelijk
naar 't dek en vond daar Lucy Norman,
O, Lucy, dat is een aardige verras
sing.
Ik dacht wel, dat 't je pleizier zou
doen Harry. En ik wilde toch eons weten,
hoe 't op dit schip er uitzag. Daarom ben
ik gekomen.
Hartelijk welkom, lieveling! Ik zal
je alles laten zien. Apropos, wat zeg jij
van die frontverandering van je voogd?