BUITENLAND. BINNENLAND. eischen in en ge zult 't socialisme verdrijven. De Heer Passtoors dankt den spr. en hoopt, dat weldra de broeder band nauwer aangehaald zal wor den tot een krachtige, degelijke saamwerking. Rede van Rector Bult. Rector Bult voert thans 't woord. Spr. sprak een woord van dank, 1 aanmoediging en opwekking tot allen, to't de ouderen en jongeren. Spr. beschrijft dan de wantoestanden dezer dagen. Men had vrijheid in naam, doch niet met de daad. De stoffelijke belangen overvleugelden de geestelijke. Deze wantoestand werd nog naar waarde geteekend, door den grooten ziener van het Vatikaan. Dat monster is gewrocht door de moderne wetenschap en staat huishoudkunde. Maar er zijn ook eereschulden door de onzen in te lossen. Want niet genoeg aandacht is geschonken aan de nooden onzer arbeiders. Daarmede houdt gelijken tred 't godsdienstig, zedelijk verval. Al die gevaren bedreigen het maat schappelijk leven en maken vele slachtoffers. En de Paus had mede lijden met de schare. Hij kwam als de Vredesvorst tot zijn werklieden Velen, helaas, vinden deze zorg van den Paus overbodig, 't Levendwek- kend woord van den Paus moet tot de grootsche Katholieke daad gemaakt worden. Want geen klas senstrijd Daar is toch geen liefde, geen vrede! De katholiek moet zich laten be- heerschen door zijn geloof. Dat doen deze deelnemers aan 't Con gres, die de banier voor zich uit dragen. Zij leveren het doorslaand bewijs, dat de leiding onzer Bis schoppen door hen zeer wordt ge waardeerd. Deze werklieden werken voor de kerk, omdat zij aansporen pal te staan tegen de gevaren van dezen tijd. En dan zullen zij kun nen getuigenDit is onze overwin ning. Dit is ons geloof, (applaus). Rede van Mgr. Konings. Thans werd 't woord gevoerd door Mgr. Konings, die met don derend applaus wordt begroet. Spr. bespreekt den toestand der vrouw in deze maatschappij. Daarin teekent zich af haar verheffing of inzinking. De eerbied voor de vrouw daalt of stijgt naarmate in welken toestand zij zich bevindt. De arbeid legt haar de slaven ketenen om de polsen. De vrouw moet opgeheven, ver edeld worden. Aan wie de zorg, dat dit zal geschieden. Door allen, die daaraan kunnen medewerken, 't Vrouwenvraagstuk is een lastig on derwerp. Zeker, de oeconomische toestan den van dezen tijd drijven de meisjes wel eens in kringen, waarin zij fei telijk niet moeten zijn. Maar ook hier kan veel tegengegaan worden. Over welke personen dient de be scherming uitgestrekt.O ver de dienst boden die naar de steden trekken. Spr. beschrijft hoe deze bescher ming kan geschieden op zooveler lei wijzen. Dit werk is voornamelijk wegge legd voor de vereenigingen. Aan de thans bestaande brengt spr. alle hulde. Spr. brengt zijn dank aan den Oud-Min. Loeff, die zooveel deed voor 't stationswerk en dat bevorderde door de medewerking van autoriteiten. Organisatie is verder broodnoodig voor de fabrieksmeisjes. Doch ook hier is de taak neergelegd voorde vrouw. Die is er de aangewezene voor. Meisjes beschermen is zorgen voor de stoffelijke en geestelijke belan gen onzer meisjes. Hoevele dames zouden zich daaraan kunnen wijden, zij, die zich thans steeds overgeven aan nietswaardig geknutsel. Er wordt thans van onze dames veel vrou wenkracht en veel vrouwenliefde govraagd. Staat op, kath. vrouwen van Ne derland, staat op, verdedigt en be schermt uwe zwakke zusteren, zorgt dat ze bloemen strooien op 't moeie- lijke pad van den arbeider. Mannen van 't Congres, zegt spr., waardeert dit edel werk der vrouw. Als 't machtig vrouwelijk leger zal werken, dan brengt het model huisgezinnen in de maatschappij. Zoo zij het. Dat geve de goede God (overweldigend applaus). Rede van Rector Prinsen. Pastoor Prinsen heeft in 't feit dat thans op deze slotvergad ring 3 priesters moeten spreken, gezien, dat 't Congresbestuur zich niet ver- eenigt met degenen, die den priester willen terugdrijven in kerk en sacristy. Maar de priesters laten zich ook niet terugdrijven, zij willen blijven onder 't volk, waai van zij deel uit maken, waarmee zij door de dierste banden zijn vereenigd. Zij zullen blijven spreken tot de schare, waar mee de Heer medelijden had. Allen moeten'priesters zijn, pries ters in de uitoefening van hun leekenapostolaat. Want allen moe ten deelnemen aan den grooten strijd. Ook deze werklieden zij, zullen volgen de witte vaan, als mannen van gerechtigheid opgaand tegen 't onrecht met eerbiediging van anderer rechten, wars van allen klassenstrijd, van allen haat, zij zullen zich broeders toonen van den banierdrager der liefde. In schilderachtige taal beschrijft spr. deze machtige federatie der R. K. arbeiders. Deze federatie ziet tallooze vereenigingen in steden en dorpen. De tijd is voorbij, dat men zei: Hier is geen werklieden vereeniging noodig, want hier zijn geen socialisten. Laten wij toch bijtijds wei ken. En verkeerd is het die werkliedenvereenigingen met zeer wantrouwen gade te slaan Zijn de lessen nog niet hard genoeg geweest en zeggen tot hen dan niets de woorden onzer Pausen en Bisschoppen? Ook de wetgevers dienen getrok ken uit de oude school der liberale economie. Verlangend ziet spr. uit naar een Kath. Sociaal congres van R. K. patroons, doch de dikke wolk blijft nangen voor de ooster kimme. De Paus heeft ook zijn woorden tot hen gericht. Waarom steeds de arbeiders en niet de patroons? Arbeiders, staat gij pal voor uw Katholiek beginsel, dan zult gy eenmaal de glorie smaken het eerst de woorden van den Paus in daden te hebben omgezet. L'histoire se répète toujours. Vroeger waren ze de eersten en ook thans weer. Mogen toch ook de patroons hun belang begrijpen en zich vereenigen. Hadden ze het te Eindhoven ge daan, dan ware wellicht die uit sluiting voorkomen. Blijft trouw, Katholieke arbeiders aan uwe Moeder de H. Kerk, blijft uw best doen, dan hopen we, dat samenwerking zal tot stand komen tusschen patroon en arbeider, in liefde en vrede, (applaus). Rede van Mr. Loeff. Mr. Loeff constateert, dat 't con gres in 't teeken gestaan heeft van 3. Het bevatte 3 afdeelingen, waar actueele onderwerpen werden be sproken, er zijn ook 3 geestelijke sprekers aan 't woord geweest. Spr. zal de trilogie van dit Con gres, die goede harmonie niet ver storen. Hij zal slechts een hartelijk woordje spreken. Spreker is vereerd het Eere- Voorzitterschap van dit Congres te mogtn bekleeden. Spr. zag in dit aanbod een sym pathiebetuiging aan zijn persoon. De werklieden hebben het op prijs gesteld, dat ook spr. heeft kunnen medewerken aan de tot standko- ming van 't arbeidscontract, waarin spr. tot grondslag heeft gelegd de grondwet, de Rerum Novarum. De werklieden hebben spr. hun sympathie betuigd ten tijde der misdadige woeling. Aan de Katho lieke werklieden en aan hun Chris telijke bondgenooten is het te dan ken, dat deze woelige dagen zoo gelukkig zijn te boven gekomen. De werklieden hebben hun macht gesteld in den dienst van 't recht en zij hebben daarvoor den dank geoogst van alle vrijheid- en orde lievende Nederlanders. Daardoor hebben de werklieden ook den zegen van God verworven. Wat in die dagen door de werk lieden in 't belang der goede zaak is gedaan, hangt ten nauwste saam met hun groei, hun bloei en ont wikkeling. Deze hebben de werklieden in staat gesteld een grootsch werk tot stand te brengen. Wat in deze twee dagen is verricht, zal rijke vruchten dragen. Spr. brengt aan alle arbeiders hulde voor hetgeen zij vroeger en heden hebben volbracht. Blijft uw macht stellen in den dienst van 't recht. Macht is een gevaarlijk bezit, tegrooter wanneer zij is in 't bezit van een collectivi teit. Maar van die macht dezer katholieke collectiviteiten is spr. allerminst beducht. Want 't Katho liek beginsel is een machtig tegen wicht in deze collectiviteiten. De geestelijke adviseurs zullen voor de handhaving van dit beginsel waken. Dat is een groot voorrecht voor de vereenigingen. Spr. beveelt zich in zijn slotwoord aan in de sympathie van de arbei ders en besluit met den uitroep: Leve de Katholieke federatie van de Nederlandsche arbeiders. (Donderend applaus.) Rede van Mr. Versteeg. F en heer Versteeg, vertegen woordiger der Regeering, dankt den Voorzitter voor de sympathieke woorden, die hij gesproken heeft tot den Minister van Landbouw. Moge Z.Exc. in de volgende maand weer zijn beste krachten kunnen geven aan de sociale wet geving van ons vaderland. Spr, is gaarne op dit congres gekomen, nu hij de mannen der practijk heeft mogen hooren. Spr. heeft op 't departement geruimen tijd gearbeid aan de sociale wet geving, welke arbeid zeer moei lijk is. Spr. brengt hulde aan de sprekers op de afdeelingen, aan allen die medegewerkt hebben tot het wel slagen van dit congres. Hij hoopt dat de werklieden niet teleurgesteld zullen worden, als alle wenschen niet direct worden verhoord; zij moeten niet te voorbarig zijn. Maar niet moedeloos worden, volhouden Men zal op de departementen zeker kennis nemen van de wenschen door de organisaties en congressen geuit. Sluiting. De voorzitter dankte in zijn slotwoord de sprekers. Men zegt wel eens, dat de priesters zich alleen met de geestelijke belangen be moeien moeten. Doch wat zouden we verkregen hebben, ais we de prieters niet gehad hadden, die ook voor onze stoffelijke belan gen gezorgd hebben. Spr. dankt verder den Heer Loeff, die wel degelijk in het trio thuis hoorde. Want naast de drie geestelijke sprekers zijn ook opge treden drie leeken, namelijk de Belgische afgevaardigde, de ver tegenwoordiger der Regeering en ....Mr. Loeff. Dank ten slotte aan de vertegen woordigers der Regeering, aan de aanwezige inspecteurs van den ar beid, aan de leden der Eerste en Tweede Kamer, aan de rapporteurs en voorzitters der afdeelingen, aan de Commissie van ontvangst, Rege lingscommissie en zóóvele Bossche vrienden, aan de Commissie van voorbereiding enz. Spr. brengt zijn voldoening uit, over het hooge peil, waarop de de batten in de afdeelingen gestaan hebben. Nu gaan wij naar de haardsteden terug. Doch niet rusten, werken. Wat er gebeure in de organisaties, blijft in ieder geval één. Allen voor één on één voor allen, dit moet de leuze zijn voor iedere organisatie. Aan den arbeid 1 Zonder arbeid niets, met arbeid alles. Voor God en Kerk Vorstin en Land 1 Op voorstel van Mgr. Konings wordt een geestdriftige, spontane hulde gebracht aan den sympathie ken Voorzitter, den Heer W. C J. Passtoors. Het Congres wordt daarna geslo ten. Algemeen Overzicht. We moeten ons vandaag bekorten. Het sociaal-congres eischt van onze plaatsruimte een groot deel voor zich op, en hoe belangrijk de historie in Marokko of daaromtrent ook wezen magénkele dingen gaan voor. Maar al beperken we ons, we mogen toch het voornaamste niet weglaten. En als 't voornaamste van al kan beschouwd worden de mede- deeling, dat het in Marokko wat minder ongunstig en wat minder dreigend eruit ziet, dan in de vorige week. In Casablanca is het rustig, uit Juby hooren we van geen overval en van de dreigende berichten over op de havensteden aanrukkende Kabylen lezen wij niet meer. Te Casablanca zijn de Franschen nu natuurlijk gemakkelijk baas met een paar duizend man. Ter breedte van kaap Spartel dat is vlak bij Tandzjer kruisen eenige sche pen van het noordersmaldeel, de Léon Gambetta, de Dupetit-Thouars en de Amiral-Aube. De Cassini, die een tijdje s'il heeft gelegen bij Tandzjer is nu ook naar kaap Spar tel. Voor Mazagon ligt een oorlog schip, voor Rabat tweeDe Gloire en de Gueydon zijn voor Casablanca gebleven. Spauje's minister van buitenland- sclie zaken heeft verklaard, dat de troepen, die in Marokko aan land waren gezet niet mochten beschouwd worden als bezettingstroepen, maar enkel als internationale politietroe- pen. De minister heeft ook gezegd, dat de Marokkaansche kwestie een heele teere kwestie is. Het is waarschijn lijk, zeide hij, dat de beschieting van Casablanca een voorbeeldige straf is geweest en dat de Marok kanen de Europeanen aan de kust niet meer zullen aanvallen. Maar zij zoud :n het kunnen be proeven in het binnenland. Spanje heeft een roeping te vervullen, met Frankrijk, in overleg met de mo gendheden, die de akte van Alge- ciras hebben onderteekend. Wij komen niet in Marokko als ver overaars, en erkennen de souve- reiaiteit van den Sultan. Men zie het, ditzelfde angstval lige eerbiedig van Duitschland, als Frankrijk toont 1 Maar met dat al heeft die angst vallige eerbied voor des Sultan's souvereiniteit niet kunnen w.erhou den, dat er in Duitschland stemmen opgaan, die Frankijk's optreden in Marokko stl te krachtdadig vinden. Ook wordt weljjtwijfel geopperd, of bij het optreden van de Franschen in Casablanca de noodige voorzich tigheid is betracht! Het „Berliner Tageblatt" blijft bij zijn oude opvatting, dat n.l Duitschland van het Marokko-vraag stuk moet gebruikmaken om over andere zaken tot betere verstand houding met Frankrijk te komen b. v. in het Oosten. En dat moet gebeuren in een tijd, dat Duitsch land inzake Marokko nog iets bezit, waarvan het afstand kan doen. Maar voorloopig althans staat het „Berliner Tageblatt" op dit standpunt nog alleen, en worden opvattingen niet gedeeld door andere Duitsche courauten. De meeste bladen in Duitschland zijn waarschijnlijk de meening |toe gedaan dat een „heilige oorlog" in Marokko voor Frankrijk een koloniale krachtproef zou worden, zóó inspannend en verlammend dut daardoor de druk, door de samen gaande west-europeesche mogend heden geoefend op de Duitsche po- politiek, zou kunnen verminderen Wat aangaat de Duitsc.be diploma tie, deze heeft geen aanleiding het optreden der Franschen te bemoei lijken, maar evenmin, dat optreden te steunen bij monde van Duitsche kanonnen. Dat laatste zouden de Franschen trouwens ook niet ver wachten. Intusschenmen moge dan meenen dat de Franschen niet erg voor zichtig zijn geweest in Marokko, heldhaftig waren ze buiten kijf! Men leze daartoe maar eens het rapport van den Franschen consul te Casablanca, waaruit we een stukje overnemen dat ook om andere redenen wel leerzaam is. „Het detachement, zoo schrijft de consul, bestond uit 75 man, onder bevel van den vaandrig Ballaude. Hij marcheert voorop, de trompet ter Aucou naast hem en onmiddellijk daarachter de controleurs Berti en Zagayry, de tolk van het consulaat. Toen men voor de poort der stad kwam werd deze plotseling gesloten. „Doe open", riep de vaandrig en de tolk herhaalt het bevel. Het eenige antwoord is een salvo van achter de wallen. Als de Ma rokkanen den tijd hebben de poort te barricadeeren dan staat de colonne bloot aan het gevaar vernietigd te worden door het vuur van de van achter de wallen schietende Marok kanen. Het bevel tot den storm weerklinkt; en al schietende loopt men de poort open. Maar daarmee is het verzet gebroken. Aan eiken kruisweg schiet de vijand op de Franschen, die dan krachtig ant woorden en de troepen Mooren tel kens uiteen jagen. Ballaude krijgt een kogel door de hand, wat hem niet belet het bevel te blijven voe reu. Eindelijk komt men aan de deur van het consulaat, die geopend wordt en weer dicht gaat zoodra de laatste man binnen is. Gedurende deze tocht omringden de Marokkanen de Fransche ma trozen van alle kanten." Men mag zeggen wat men wil, maar dat was een kranige daad! De woe ie van de inboorlingen bleef daarna nog steeds voortduren. Ze wisten, dat het consulaat ver dedigd werd door slechts 164 man. 's Nachts sloegen ze aan het plun deren, versterkt door allerlei benden die des daags in de stad waren gedrongen. In de telegrammen en andere berichte i zijn deze feiten reeds vermeld. Den volgenden dag zwierven zwaar gewapende horden rondom het con sulaat, zoodat een uitval met de bajonetten noodig werd. Daarbij sneuvelde een Franschman en wer den drie anderen gewond. Een oogenblik na dezen uitval werd van een minaret af een hevig geweer vuur op het consulaat geopend. Men richte toen een stuk geschut op de minaret en deze was weldra tot puin geslagen. Ondertusschen duurde het bom bardement van de schepen onafge broken voort. We vermeldden de vorige week reeds, dat de moed der Fransche soldaten ook de bewondering wekte van de Europeanen, die in het Fransche consulaat door hen ver dedigd werden. Over de Perzische-Tursche kwestie luiden de berichten niet erg pleizierig voor de Perzen. De minister van Openbaar Onder wijs heeft in de Kamer te Teherad de onaangename mededeeling moeten doen, dat de twee bataljons Perzische soldaten, liggende in de omgeving van Oermia, geweigerd hadden deze bedreigde stad te gaan beschermen voor men hun de ach terstallige soldij voldaan hadden. De minister ('t is wel eigenaardig dat een minister van onderwijs zulke mededeelingen moet geven, die toch waarlijk geen zaken van zijn depar tement betreffen deed de Kamer nog opmerken, dat eenigen van die soldaten en een groot gedeelte der bevolking van de provincie in kwes tie Sunnieten waren en dus niet gezind gezind om tegen de Turken, ook Sunnieten, te vechten. De Regeering te Washington heeft haren vertegenwoordiger te Teheran opgedragen, desvereischt maatrege- nemen tot bescherming van leven en eigendom der Perzië gevestigde Amerikanen, welke zij in de tegen woordige omstandigheden ten zeerste bed rtigd acht. Kon. Bezoek aan Zeeland. Het denkbeeld aan Koningin Wil- helmina hulde te betoonen van Bel gische zijde bij haar bezoek aan Zee land, heeft zekere wrijving veroorzaakt. In het „Brugsch Handelsblad" was de wensch uitgedrukt, dat de Brug gelingen eene betooging zouden houden ter eere van Koningin Wilhelmina, wanneer zij in Oostburg komt. Een inzender in het blad vertelde echter waarom hij en anderen daar voor niette vinden zijn„Toen ettelijke jaren geleden H. M. haar intrede deed in eene stad van Zeeland, waren enke len onzer stadgenooten opgekomen om H. M. te gaan complimenteeren daar gekomen en hunne hulde wil lende betuigen, werden zij weggestoo- ten met echt Hollandsche driestheid, onder het geroep van: „Weg met de muiters, achteruit!" De redactie van het blad zeide in een onderschrift, dat ook haar de treu rige herinnering van het onaangenaam wedervaren der Bruggelingen in Zee land niet ontvlogen is. Doch ze meende dat, sedert het hoogst beleefde en vriendelijk bezoek der Hollandsche torpedobooten bij de inhuldiging van Brugge-Zeehaven „oude veten" meer dan ooit dienen „vergeten." En d iar- om wenscbte zij, dat Koningin Wil helmina te Oostburg of elders door afgevaardigden der Brugsche bevol king, of van Brugsche Maatschappijen, bij haren tocht door Zeeland moge verwelkomd worden. De „Midd. Ct.", dit vermeldende, merkt hierbij op, dat in 1894 ehkele Bruggenaars, die waren gekomen om H.H. M.M. een hulde te bewijzen, wel een teleurstelling ondervonden, maar geenszins onheusch zijn bejegend. In haar verslag omtrent het Ko ninklijk bezoek aan Walcheren werd daarvan als volgt melding gemaakt „Namens een aantal bewoners van Brugge, die door het slechte weer en andere omstandigheden verhinderd werden te Vlissingen H.H. M.M. een ovatie te brengen, werden aldaar (aan het gouvernementshotel in de Abdij) bezorgd een tweetal fraaie bouquetten en een keurige afdruk van het „Hul- delied", dat men den Koninginnen had willen toezingen". De Vredesconferentie. Men schijnt een oogenblik eraan gedacht te hebben, de Vredesconferen tie in den loop van deze maand voor eenigen tijd te verdagen, teneinde de gedelegeerden in de gelegenheid te stellen vacantie te nemen, en dan de conferentie in het najaar h.v. October, weer te dóen bijeenkomen om de werkzaamheden geheel te beëindigen. Maar dit denkbeeld moet geen weerklank hebben gevonden. Als tijdstip voor het uiteengaan blijft 20 a 25 Augustus of begin Sep tember tot dit oogenblik het waar schijnlijkst. Bossche Katholiekendag Het programma is verschenen van den bossehen Katholiekendag. Daaruit blijkt dat in 5 afdeelin gen eenzelfde onderwerp zal wor den behandeld, doch onder ver schillend gezichtspunt. In de 1ste afd. zedelijkheid in verband met pers, wetenschap, kunst, onderwijs, lectuur, tooneel, reclame enz. door dr. Sicking te 's Hertogenboschin de 2e afd. zedelijkheid in verband met handel, industrie en landbouw, door prof. J. Knaapen te Hees wijk; in de 3e afd. zedelijkheid in ver band met den arbeid, werklieden, door C. Foppele te 's Hertogenbosch in de 4e afd. zedelijkheid in ver band met het huisgezin, woning toestanden, verwaarloosde jeugd door kap. A. Mutsaers te 's Her togenbosch; in de 5e afd. zedelijk heid in verband met het drankmis bruik, door A. N. Fltskens, Geldrop. De inleiders hebben als gewoon lijk hun redevoeringen samengevat in uitgebreide conclusiën. Dr. van den Brink niet toegelaten De gemeenteraad van Breda heeft besloten met acht tegen zeven stem men de heeren A. C. Bom en dr. J. van den Brink, op grond van nietigheid der stemming, niet als leden van den gemeenteraad toe te laten. Het woord is nu aan Gedepu teerde Staten. Het Nieuwe Stuiverstuk. Een bezoek aan 's Rijks Munt, om der wille van de werkzaamhe den aldaar, loont altijd do moeite, schrijft het N. v. d. D. Maar telkens trekt het ook op nieuw de aandacht, hoe men hier naar oud-Hollandschen trant, ge tracht heeft te woekeren met de ruimte, welke zeer zeker on voldoende is, zoodat de vliegwielen der machi nes moeten beschermd worden, ter bescherming van degenen die er langs moeten loopen. Moge een nieuwe, ruime, aan de eischen des tijds beantwoordende Munt spoedig verrijzen. J Dit even als aanloop tot iets over het nieuwe stuiverstuk. Wij hebben het gezien en bevonden eene zeer handig te gebruiken pasmunt, technisch beter ontworpen dan de standaardmunt (guldens en halve guldens) en zeker veel beter dan de buitenlandsche pasmunt. Het schijnt niet gemakkelijk geweest te zjjn een goed type te vinden. Wie hier gezien heeft hoe herhaaldelijk wij- zigiug is gebracht in het oorspron kelijke ontwerp, het eene het andere verving dat men ook gedacht heeft aan pasmunten als de Belgische, welke terloops gezien, daarmede groote overeenkomst hadden, wie in vogelvlucht de geheele wor dingsgeschiedenis van ons „stuiver tje aan zi ch heeft zi en voor bij trekken zal moeten erkennen, dat de tijd van voorbereiding alleen maar oogenscliijnlijk lang is geweest. Maar eindelijk hebben wij dan ons stuiverstuk, en zeker zal het voldoen aan de gestelde eischen. Het slijt niet spoedig af. Het is duidelijk te onderscheiden van elke andere munt; het is bijvoorbeeld kleiner en dikker dan een kwartje en gelijkt op geen enkel ander pasmuntstuk, zoodat het veilig zijn entrée kan doen en ons eerste nikkel muntje spoedig populair zal worden. In ongerepte blankheid stroomden Zaterdag de nieuwe stukjes uit de stempelmachine, totdat het aantal eenige millioenen, zal bereikt zijn. Naar men verneemt, zullen van 2 September af de nieuwe stuiverstukken bij den betaalmeester te Roermond verkrijgbaar zijn. Gemengde Berichten. Noteering van bankbil jetten. Uit Amsterdam schrijft men aan de Dordr. Ct. Hoe noodig en nuttig het is voor bankinstellingen, groote kantoren en particulieren, de nummers der bank biljetten te noteeren, bleek der re cherche weder devorige week. Door een Amsterdamschen rechercheur werd een dief aangehouden, die in een café in een der straten van donker Amsterdam een bankbiljet van f1000 in betaling had gegeven. Onze rechercheur kreeg argwaan, dacht na tuurlijk onmiddellijk aan de berooving van den ouden kantoorlooper der machinefabriek, bij welke berooving verscheidene biljetten van f 1000 waren ontvreemd en arresteerde den bekenden dief. De man werd met den ouden kantoorlooper geconfronteerd, doch werd door dezen niet herkend. Wanneer men nu in aanmerking neemt, dat in de laatste maanden, geen diefstallen of braken zijn ge pleegd, waarbij bankbiljetten van I'IOOO werden vermist en dat aan de eerlijke herkomst van het bewuste biljet zeer getwijfeld zou kunnen worden, begrijpt men, welk machtig bewijsmateriaal, althans welk een goe de daad der recherche hier in handen zou zijn gevallen, wanneer door een eenvoudige notitie in de boeken der firma kon worden aangetoond, dat het bewuste biljet inderdaad een der vermiste is. Een „grap." Zaterdagoch tend vroeg werden op den Slepers singel te Middelburg gevonden een geheel bebloed manshemd, een por- monnaie zonder geld maar met een sigarenpijp er in en een portefeuille bevattende een vrouwenportret, zonder eenige aanduiding wie be zitter er van was geweest. Ook werd nog gevonden een ver roest slagersmes. Een bij den Kanaaldijk, recht tegenover de Winterstraat, staand paaltje was met bloed bevlekt en ook op het gras van den dijk waren bloedsporen te zien, die van den Sieperssingel tot aan den dijk liepen. De politie heeft onmiddellijk in het kanaal gedregd, maar zonder gevolg. Vermoedelijk heeft men hier met een misplaatste grap te doen. („M. 0.«) Van een hond en een ham Een hond van een bewoner der Van Brakelstraat te Utrecht passeerde op z'n wandeling door de Donderstraat het hotel van den heer Otto, die in zijn welvoorziene keuken een versche ham gedepo neerd had. De viervoeter maakte van een onbewaakt oogenblik ge bruik naar binnen te springen en de ham aan de consumptie der be zoekers te onttrekken. Hij sleepte z'n zwaren buit de straat op en stelde zich voor er ongetwijfeld mede aan den haal te gaan. Dat was beter gedacht dan gedaan, want het stuk vleesch was zóó buitenge woon zwaar, dat Victor met den besten wil van de wereld er geen kans loe zag de ham naar veilige oorden te 'sjouwen. Hij moest het al heel spoedig opgeven en stond nog te overpeinzen wat hij er nü mee zou aanvangen, toen de eige naar op hem kwam toegesneld, om zijn rechtmatig eigendom weer in handen te krijgen. Wat dezen niet veel moeite kostte. Df zeeslang. Een der lezers van de Tel. op Terschelling schrijft aan dat blad Mag ik u even meedeelen, dat ik hier bijna al m'n logé's en ken nissen van den vasten wal den -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 2