BUITENLAND.
BINNENLAND.
eischen in en ge zult 't socialisme
verdrijven.
De Heer Passtoors dankt den spr.
en hoopt, dat weldra de broeder
band nauwer aangehaald zal wor
den tot een krachtige, degelijke
saamwerking.
Rede van Rector Bult.
Rector Bult voert thans 't woord.
Spr. sprak een woord van dank,
1 aanmoediging en opwekking tot
allen, to't de ouderen en jongeren.
Spr. beschrijft dan de wantoestanden
dezer dagen. Men had vrijheid in
naam, doch niet met de daad. De
stoffelijke belangen overvleugelden
de geestelijke. Deze wantoestand
werd nog naar waarde geteekend,
door den grooten ziener van het
Vatikaan. Dat monster is gewrocht
door de moderne wetenschap en staat
huishoudkunde. Maar er zijn ook
eereschulden door de onzen in te
lossen. Want niet genoeg aandacht
is geschonken aan de nooden onzer
arbeiders. Daarmede houdt gelijken
tred 't godsdienstig, zedelijk verval.
Al die gevaren bedreigen het maat
schappelijk leven en maken vele
slachtoffers. En de Paus had mede
lijden met de schare. Hij kwam als
de Vredesvorst tot zijn werklieden
Velen, helaas, vinden deze zorg van
den Paus overbodig, 't Levendwek-
kend woord van den Paus moet
tot de grootsche Katholieke daad
gemaakt worden. Want geen klas
senstrijd Daar is toch geen liefde,
geen vrede!
De katholiek moet zich laten be-
heerschen door zijn geloof. Dat
doen deze deelnemers aan 't Con
gres, die de banier voor zich uit
dragen. Zij leveren het doorslaand
bewijs, dat de leiding onzer Bis
schoppen door hen zeer wordt ge
waardeerd. Deze werklieden werken
voor de kerk, omdat zij aansporen
pal te staan tegen de gevaren van
dezen tijd. En dan zullen zij kun
nen getuigenDit is onze overwin
ning. Dit is ons geloof, (applaus).
Rede van Mgr. Konings.
Thans werd 't woord gevoerd
door Mgr. Konings, die met don
derend applaus wordt begroet.
Spr. bespreekt den toestand der
vrouw in deze maatschappij. Daarin
teekent zich af haar verheffing of
inzinking. De eerbied voor de vrouw
daalt of stijgt naarmate in welken
toestand zij zich bevindt.
De arbeid legt haar de slaven
ketenen om de polsen.
De vrouw moet opgeheven, ver
edeld worden. Aan wie de zorg, dat
dit zal geschieden. Door allen, die
daaraan kunnen medewerken, 't
Vrouwenvraagstuk is een lastig on
derwerp.
Zeker, de oeconomische toestan
den van dezen tijd drijven de meisjes
wel eens in kringen, waarin zij fei
telijk niet moeten zijn. Maar ook
hier kan veel tegengegaan worden.
Over welke personen dient de be
scherming uitgestrekt.O ver de dienst
boden die naar de steden trekken.
Spr. beschrijft hoe deze bescher
ming kan geschieden op zooveler
lei wijzen.
Dit werk is voornamelijk wegge
legd voor de vereenigingen. Aan de
thans bestaande brengt spr. alle
hulde. Spr. brengt zijn dank aan
den Oud-Min. Loeff, die zooveel
deed voor 't stationswerk en dat
bevorderde door de medewerking
van autoriteiten.
Organisatie is verder broodnoodig
voor de fabrieksmeisjes. Doch ook
hier is de taak neergelegd voorde
vrouw. Die is er de aangewezene
voor.
Meisjes beschermen is zorgen voor
de stoffelijke en geestelijke belan
gen onzer meisjes. Hoevele dames
zouden zich daaraan kunnen wijden,
zij, die zich thans steeds overgeven
aan nietswaardig geknutsel. Er wordt
thans van onze dames veel vrou
wenkracht en veel vrouwenliefde
govraagd.
Staat op, kath. vrouwen van Ne
derland, staat op, verdedigt en be
schermt uwe zwakke zusteren, zorgt
dat ze bloemen strooien op 't moeie-
lijke pad van den arbeider.
Mannen van 't Congres, zegt spr.,
waardeert dit edel werk der vrouw.
Als 't machtig vrouwelijk leger
zal werken, dan brengt het model
huisgezinnen in de maatschappij.
Zoo zij het. Dat geve de goede God
(overweldigend applaus).
Rede van Rector Prinsen.
Pastoor Prinsen heeft in 't feit
dat thans op deze slotvergad ring
3 priesters moeten spreken, gezien,
dat 't Congresbestuur zich niet ver-
eenigt met degenen, die den priester
willen terugdrijven in kerk en
sacristy.
Maar de priesters laten zich ook
niet terugdrijven, zij willen blijven
onder 't volk, waai van zij deel uit
maken, waarmee zij door de dierste
banden zijn vereenigd. Zij zullen
blijven spreken tot de schare, waar
mee de Heer medelijden had.
Allen moeten'priesters zijn, pries
ters in de uitoefening van hun
leekenapostolaat. Want allen moe
ten deelnemen aan den grooten
strijd. Ook deze werklieden zij, zullen
volgen de witte vaan, als mannen
van gerechtigheid opgaand tegen
't onrecht met eerbiediging van
anderer rechten, wars van allen
klassenstrijd, van allen haat, zij
zullen zich broeders toonen van
den banierdrager der liefde.
In schilderachtige taal beschrijft
spr. deze machtige federatie der
R. K. arbeiders. Deze federatie
ziet tallooze vereenigingen in steden
en dorpen. De tijd is voorbij, dat
men zei: Hier is geen werklieden
vereeniging noodig, want hier zijn
geen socialisten. Laten wij toch
bijtijds wei ken. En verkeerd is het
die werkliedenvereenigingen met
zeer wantrouwen gade te slaan
Zijn de lessen nog niet hard
genoeg geweest en zeggen tot hen
dan niets de woorden onzer Pausen
en Bisschoppen?
Ook de wetgevers dienen getrok
ken uit de oude school der liberale
economie. Verlangend ziet spr.
uit naar een Kath. Sociaal congres
van R. K. patroons, doch de dikke
wolk blijft nangen voor de ooster
kimme.
De Paus heeft ook zijn woorden
tot hen gericht. Waarom steeds
de arbeiders en niet de patroons?
Arbeiders, staat gij pal voor uw
Katholiek beginsel, dan zult gy
eenmaal de glorie smaken het eerst
de woorden van den Paus in daden
te hebben omgezet.
L'histoire se répète toujours.
Vroeger waren ze de eersten en
ook thans weer.
Mogen toch ook de patroons hun
belang begrijpen en zich vereenigen.
Hadden ze het te Eindhoven ge
daan, dan ware wellicht die uit
sluiting voorkomen.
Blijft trouw, Katholieke arbeiders
aan uwe Moeder de H. Kerk, blijft
uw best doen, dan hopen we, dat
samenwerking zal tot stand komen
tusschen patroon en arbeider, in
liefde en vrede, (applaus).
Rede van Mr. Loeff.
Mr. Loeff constateert, dat 't con
gres in 't teeken gestaan heeft van
3. Het bevatte 3 afdeelingen, waar
actueele onderwerpen werden be
sproken, er zijn ook 3 geestelijke
sprekers aan 't woord geweest.
Spr. zal de trilogie van dit Con
gres, die goede harmonie niet ver
storen. Hij zal slechts een hartelijk
woordje spreken.
Spreker is vereerd het Eere-
Voorzitterschap van dit Congres te
mogtn bekleeden.
Spr. zag in dit aanbod een sym
pathiebetuiging aan zijn persoon.
De werklieden hebben het op prijs
gesteld, dat ook spr. heeft kunnen
medewerken aan de tot standko-
ming van 't arbeidscontract, waarin
spr. tot grondslag heeft gelegd de
grondwet, de Rerum Novarum.
De werklieden hebben spr. hun
sympathie betuigd ten tijde der
misdadige woeling. Aan de Katho
lieke werklieden en aan hun Chris
telijke bondgenooten is het te dan
ken, dat deze woelige dagen zoo
gelukkig zijn te boven gekomen.
De werklieden hebben hun macht
gesteld in den dienst van 't recht
en zij hebben daarvoor den dank
geoogst van alle vrijheid- en orde
lievende Nederlanders.
Daardoor hebben de werklieden
ook den zegen van God verworven.
Wat in die dagen door de werk
lieden in 't belang der goede zaak
is gedaan, hangt ten nauwste saam
met hun groei, hun bloei en ont
wikkeling.
Deze hebben de werklieden in
staat gesteld een grootsch werk tot
stand te brengen. Wat in deze
twee dagen is verricht, zal rijke
vruchten dragen.
Spr. brengt aan alle arbeiders
hulde voor hetgeen zij vroeger en
heden hebben volbracht.
Blijft uw macht stellen in den
dienst van 't recht. Macht is een
gevaarlijk bezit, tegrooter wanneer
zij is in 't bezit van een collectivi
teit. Maar van die macht dezer
katholieke collectiviteiten is spr.
allerminst beducht. Want 't Katho
liek beginsel is een machtig tegen
wicht in deze collectiviteiten. De
geestelijke adviseurs zullen voor de
handhaving van dit beginsel waken.
Dat is een groot voorrecht voor de
vereenigingen.
Spr. beveelt zich in zijn slotwoord
aan in de sympathie van de arbei
ders en besluit met den uitroep:
Leve de Katholieke federatie van
de Nederlandsche arbeiders.
(Donderend applaus.)
Rede van Mr. Versteeg.
F en heer Versteeg, vertegen
woordiger der Regeering, dankt den
Voorzitter voor de sympathieke
woorden, die hij gesproken heeft
tot den Minister van Landbouw.
Moge Z.Exc. in de volgende
maand weer zijn beste krachten
kunnen geven aan de sociale wet
geving van ons vaderland.
Spr, is gaarne op dit congres
gekomen, nu hij de mannen der
practijk heeft mogen hooren. Spr.
heeft op 't departement geruimen
tijd gearbeid aan de sociale wet
geving, welke arbeid zeer moei
lijk is.
Spr. brengt hulde aan de sprekers
op de afdeelingen, aan allen die
medegewerkt hebben tot het wel
slagen van dit congres. Hij hoopt
dat de werklieden niet teleurgesteld
zullen worden, als alle wenschen
niet direct worden verhoord; zij
moeten niet te voorbarig zijn. Maar
niet moedeloos worden, volhouden
Men zal op de departementen zeker
kennis nemen van de wenschen door
de organisaties en congressen geuit.
Sluiting.
De voorzitter dankte in zijn
slotwoord de sprekers. Men zegt
wel eens, dat de priesters zich alleen
met de geestelijke belangen be
moeien moeten. Doch wat zouden
we verkregen hebben, ais we de
prieters niet gehad hadden, die
ook voor onze stoffelijke belan
gen gezorgd hebben.
Spr. dankt verder den Heer
Loeff, die wel degelijk in het trio
thuis hoorde. Want naast de drie
geestelijke sprekers zijn ook opge
treden drie leeken, namelijk de
Belgische afgevaardigde, de ver
tegenwoordiger der Regeering en
....Mr. Loeff.
Dank ten slotte aan de vertegen
woordigers der Regeering, aan de
aanwezige inspecteurs van den ar
beid, aan de leden der Eerste en
Tweede Kamer, aan de rapporteurs
en voorzitters der afdeelingen, aan
de Commissie van ontvangst, Rege
lingscommissie en zóóvele Bossche
vrienden, aan de Commissie van
voorbereiding enz.
Spr. brengt zijn voldoening uit,
over het hooge peil, waarop de de
batten in de afdeelingen gestaan
hebben.
Nu gaan wij naar de haardsteden
terug. Doch niet rusten, werken.
Wat er gebeure in de organisaties,
blijft in ieder geval één. Allen voor
één on één voor allen, dit moet de
leuze zijn voor iedere organisatie.
Aan den arbeid 1 Zonder arbeid
niets, met arbeid alles.
Voor God en Kerk Vorstin en
Land 1
Op voorstel van Mgr. Konings
wordt een geestdriftige, spontane
hulde gebracht aan den sympathie
ken Voorzitter, den Heer W. C J.
Passtoors.
Het Congres wordt daarna geslo
ten.
Algemeen Overzicht.
We moeten ons vandaag bekorten.
Het sociaal-congres eischt van
onze plaatsruimte een groot deel
voor zich op, en hoe belangrijk de
historie in Marokko of daaromtrent
ook wezen magénkele dingen gaan
voor.
Maar al beperken we ons, we
mogen toch het voornaamste niet
weglaten.
En als 't voornaamste van al
kan beschouwd worden de mede-
deeling, dat het in Marokko wat
minder ongunstig en wat minder
dreigend eruit ziet, dan in de vorige
week.
In Casablanca is het rustig, uit
Juby hooren we van geen overval
en van de dreigende berichten over
op de havensteden aanrukkende
Kabylen lezen wij niet meer.
Te Casablanca zijn de Franschen
nu natuurlijk gemakkelijk baas met
een paar duizend man. Ter breedte
van kaap Spartel dat is vlak
bij Tandzjer kruisen eenige sche
pen van het noordersmaldeel, de
Léon Gambetta, de Dupetit-Thouars
en de Amiral-Aube. De Cassini, die
een tijdje s'il heeft gelegen bij
Tandzjer is nu ook naar kaap Spar
tel.
Voor Mazagon ligt een oorlog
schip, voor Rabat tweeDe Gloire
en de Gueydon zijn voor Casablanca
gebleven.
Spauje's minister van buitenland-
sclie zaken heeft verklaard, dat de
troepen, die in Marokko aan land
waren gezet niet mochten beschouwd
worden als bezettingstroepen, maar
enkel als internationale politietroe-
pen.
De minister heeft ook gezegd, dat
de Marokkaansche kwestie een heele
teere kwestie is. Het is waarschijn
lijk, zeide hij, dat de beschieting
van Casablanca een voorbeeldige
straf is geweest en dat de Marok
kanen de Europeanen aan de kust
niet meer zullen aanvallen.
Maar zij zoud :n het kunnen be
proeven in het binnenland. Spanje
heeft een roeping te vervullen, met
Frankrijk, in overleg met de mo
gendheden, die de akte van Alge-
ciras hebben onderteekend. Wij
komen niet in Marokko als ver
overaars, en erkennen de souve-
reiaiteit van den Sultan.
Men zie het, ditzelfde angstval
lige eerbiedig van Duitschland, als
Frankrijk toont 1
Maar met dat al heeft die angst
vallige eerbied voor des Sultan's
souvereiniteit niet kunnen w.erhou
den, dat er in Duitschland stemmen
opgaan, die Frankijk's optreden in
Marokko stl te krachtdadig vinden.
Ook wordt weljjtwijfel geopperd,
of bij het optreden van de Franschen
in Casablanca de noodige voorzich
tigheid is betracht!
Het „Berliner Tageblatt" blijft
bij zijn oude opvatting, dat n.l
Duitschland van het Marokko-vraag
stuk moet gebruikmaken om over
andere zaken tot betere verstand
houding met Frankrijk te komen
b. v. in het Oosten. En dat moet
gebeuren in een tijd, dat Duitsch
land inzake Marokko nog iets bezit,
waarvan het afstand kan doen.
Maar voorloopig althans staat
het „Berliner Tageblatt" op dit
standpunt nog alleen, en worden
opvattingen niet gedeeld door andere
Duitsche courauten.
De meeste bladen in Duitschland
zijn waarschijnlijk de meening |toe
gedaan dat een „heilige oorlog"
in Marokko voor Frankrijk een
koloniale krachtproef zou worden,
zóó inspannend en verlammend dut
daardoor de druk, door de samen
gaande west-europeesche mogend
heden geoefend op de Duitsche po-
politiek, zou kunnen verminderen
Wat aangaat de Duitsc.be diploma
tie, deze heeft geen aanleiding het
optreden der Franschen te bemoei
lijken, maar evenmin, dat optreden
te steunen bij monde van Duitsche
kanonnen. Dat laatste zouden de
Franschen trouwens ook niet ver
wachten.
Intusschenmen moge dan meenen
dat de Franschen niet erg voor
zichtig zijn geweest in Marokko,
heldhaftig waren ze buiten kijf!
Men leze daartoe maar eens het
rapport van den Franschen consul
te Casablanca, waaruit we een stukje
overnemen dat ook om andere
redenen wel leerzaam is.
„Het detachement, zoo schrijft de
consul, bestond uit 75 man, onder
bevel van den vaandrig Ballaude.
Hij marcheert voorop, de trompet
ter Aucou naast hem en onmiddellijk
daarachter de controleurs Berti en
Zagayry, de tolk van het consulaat.
Toen men voor de poort der stad
kwam werd deze plotseling gesloten.
„Doe open", riep de vaandrig en
de tolk herhaalt het bevel.
Het eenige antwoord is een salvo
van achter de wallen. Als de Ma
rokkanen den tijd hebben de poort
te barricadeeren dan staat de colonne
bloot aan het gevaar vernietigd te
worden door het vuur van de van
achter de wallen schietende Marok
kanen. Het bevel tot den storm
weerklinkt; en al schietende loopt
men de poort open. Maar daarmee
is het verzet gebroken. Aan eiken
kruisweg schiet de vijand op de
Franschen, die dan krachtig ant
woorden en de troepen Mooren tel
kens uiteen jagen. Ballaude krijgt
een kogel door de hand, wat hem
niet belet het bevel te blijven voe
reu.
Eindelijk komt men aan de deur
van het consulaat, die geopend wordt
en weer dicht gaat zoodra de laatste
man binnen is.
Gedurende deze tocht omringden
de Marokkanen de Fransche ma
trozen van alle kanten."
Men mag zeggen wat men wil,
maar dat was een kranige daad!
De woe ie van de inboorlingen
bleef daarna nog steeds voortduren.
Ze wisten, dat het consulaat ver
dedigd werd door slechts 164 man.
's Nachts sloegen ze aan het plun
deren, versterkt door allerlei benden
die des daags in de stad waren
gedrongen. In de telegrammen en
andere berichte i zijn deze feiten
reeds vermeld.
Den volgenden dag zwierven zwaar
gewapende horden rondom het con
sulaat, zoodat een uitval met de
bajonetten noodig werd. Daarbij
sneuvelde een Franschman en wer
den drie anderen gewond. Een
oogenblik na dezen uitval werd van
een minaret af een hevig geweer
vuur op het consulaat geopend.
Men richte toen een stuk geschut
op de minaret en deze was weldra
tot puin geslagen.
Ondertusschen duurde het bom
bardement van de schepen onafge
broken voort.
We vermeldden de vorige week
reeds, dat de moed der Fransche
soldaten ook de bewondering wekte
van de Europeanen, die in het
Fransche consulaat door hen ver
dedigd werden.
Over de Perzische-Tursche
kwestie luiden de berichten niet erg
pleizierig voor de Perzen.
De minister van Openbaar Onder
wijs heeft in de Kamer te Teherad
de onaangename mededeeling
moeten doen, dat de twee bataljons
Perzische soldaten, liggende in de
omgeving van Oermia, geweigerd
hadden deze bedreigde stad te gaan
beschermen voor men hun de ach
terstallige soldij voldaan hadden.
De minister ('t is wel eigenaardig
dat een minister van onderwijs zulke
mededeelingen moet geven, die toch
waarlijk geen zaken van zijn depar
tement betreffen deed de Kamer
nog opmerken, dat eenigen van die
soldaten en een groot gedeelte der
bevolking van de provincie in kwes
tie Sunnieten waren en dus niet
gezind gezind om tegen de Turken,
ook Sunnieten, te vechten.
De Regeering te Washington heeft
haren vertegenwoordiger te Teheran
opgedragen, desvereischt maatrege-
nemen tot bescherming van leven
en eigendom der Perzië gevestigde
Amerikanen, welke zij in de tegen
woordige omstandigheden ten zeerste
bed rtigd acht.
Kon. Bezoek aan Zeeland.
Het denkbeeld aan Koningin Wil-
helmina hulde te betoonen van Bel
gische zijde bij haar bezoek aan Zee
land, heeft zekere wrijving veroorzaakt.
In het „Brugsch Handelsblad" was
de wensch uitgedrukt, dat de Brug
gelingen eene betooging zouden houden
ter eere van Koningin Wilhelmina,
wanneer zij in Oostburg komt.
Een inzender in het blad vertelde
echter waarom hij en anderen daar
voor niette vinden zijn„Toen ettelijke
jaren geleden H. M. haar intrede deed
in eene stad van Zeeland, waren enke
len onzer stadgenooten opgekomen om
H. M. te gaan complimenteeren daar
gekomen en hunne hulde wil
lende betuigen, werden zij weggestoo-
ten met echt Hollandsche driestheid,
onder het geroep van: „Weg met de
muiters, achteruit!"
De redactie van het blad zeide in
een onderschrift, dat ook haar de treu
rige herinnering van het onaangenaam
wedervaren der Bruggelingen in Zee
land niet ontvlogen is. Doch ze meende
dat, sedert het hoogst beleefde en
vriendelijk bezoek der Hollandsche
torpedobooten bij de inhuldiging van
Brugge-Zeehaven „oude veten" meer
dan ooit dienen „vergeten." En d iar-
om wenscbte zij, dat Koningin Wil
helmina te Oostburg of elders door
afgevaardigden der Brugsche bevol
king, of van Brugsche Maatschappijen,
bij haren tocht door Zeeland moge
verwelkomd worden.
De „Midd. Ct.", dit vermeldende,
merkt hierbij op, dat in 1894 ehkele
Bruggenaars, die waren gekomen om
H.H. M.M. een hulde te bewijzen, wel
een teleurstelling ondervonden, maar
geenszins onheusch zijn bejegend.
In haar verslag omtrent het Ko
ninklijk bezoek aan Walcheren werd
daarvan als volgt melding gemaakt
„Namens een aantal bewoners van
Brugge, die door het slechte weer en
andere omstandigheden verhinderd
werden te Vlissingen H.H. M.M. een
ovatie te brengen, werden aldaar (aan
het gouvernementshotel in de Abdij)
bezorgd een tweetal fraaie bouquetten
en een keurige afdruk van het „Hul-
delied", dat men den Koninginnen
had willen toezingen".
De Vredesconferentie.
Men schijnt een oogenblik eraan
gedacht te hebben, de Vredesconferen
tie in den loop van deze maand voor
eenigen tijd te verdagen, teneinde de
gedelegeerden in de gelegenheid te
stellen vacantie te nemen, en dan de
conferentie in het najaar h.v. October,
weer te dóen bijeenkomen om de
werkzaamheden geheel te beëindigen.
Maar dit denkbeeld moet geen
weerklank hebben gevonden.
Als tijdstip voor het uiteengaan
blijft 20 a 25 Augustus of begin Sep
tember tot dit oogenblik het waar
schijnlijkst.
Bossche Katholiekendag
Het programma is verschenen
van den bossehen Katholiekendag.
Daaruit blijkt dat in 5 afdeelin
gen eenzelfde onderwerp zal wor
den behandeld, doch onder ver
schillend gezichtspunt. In de 1ste
afd. zedelijkheid in verband met
pers, wetenschap, kunst, onderwijs,
lectuur, tooneel, reclame enz. door
dr. Sicking te 's Hertogenboschin
de 2e afd. zedelijkheid in verband
met handel, industrie en landbouw,
door prof. J. Knaapen te Hees wijk;
in de 3e afd. zedelijkheid in ver
band met den arbeid, werklieden,
door C. Foppele te 's Hertogenbosch
in de 4e afd. zedelijkheid in ver
band met het huisgezin, woning
toestanden, verwaarloosde jeugd
door kap. A. Mutsaers te 's Her
togenbosch; in de 5e afd. zedelijk
heid in verband met het drankmis
bruik, door A. N. Fltskens, Geldrop.
De inleiders hebben als gewoon
lijk hun redevoeringen samengevat
in uitgebreide conclusiën.
Dr. van den Brink niet toegelaten
De gemeenteraad van Breda heeft
besloten met acht tegen zeven stem
men de heeren A. C. Bom en dr.
J. van den Brink, op grond van
nietigheid der stemming, niet als
leden van den gemeenteraad toe
te laten.
Het woord is nu aan Gedepu
teerde Staten.
Het Nieuwe Stuiverstuk.
Een bezoek aan 's Rijks Munt,
om der wille van de werkzaamhe
den aldaar, loont altijd do moeite,
schrijft het N. v. d. D.
Maar telkens trekt het ook op
nieuw de aandacht, hoe men hier
naar oud-Hollandschen trant, ge
tracht heeft te woekeren met de
ruimte, welke zeer zeker on voldoende
is, zoodat de vliegwielen der machi
nes moeten beschermd worden, ter
bescherming van degenen die er
langs moeten loopen. Moge een
nieuwe, ruime, aan de eischen des
tijds beantwoordende Munt spoedig
verrijzen. J
Dit even als aanloop tot iets over
het nieuwe stuiverstuk. Wij hebben
het gezien en bevonden eene zeer
handig te gebruiken pasmunt,
technisch beter ontworpen dan de
standaardmunt (guldens en halve
guldens) en zeker veel beter dan de
buitenlandsche pasmunt. Het schijnt
niet gemakkelijk geweest te zjjn
een goed type te vinden. Wie hier
gezien heeft hoe herhaaldelijk wij-
zigiug is gebracht in het oorspron
kelijke ontwerp, het eene het andere
verving dat men ook gedacht heeft
aan pasmunten als de Belgische,
welke terloops gezien, daarmede
groote overeenkomst hadden,
wie in vogelvlucht de geheele wor
dingsgeschiedenis van ons „stuiver
tje aan zi ch heeft zi en voor bij trekken
zal moeten erkennen, dat de tijd
van voorbereiding alleen maar
oogenscliijnlijk lang is geweest.
Maar eindelijk hebben wij dan
ons stuiverstuk, en zeker zal het
voldoen aan de gestelde eischen.
Het slijt niet spoedig af. Het is
duidelijk te onderscheiden van elke
andere munt; het is bijvoorbeeld
kleiner en dikker dan een kwartje
en gelijkt op geen enkel ander
pasmuntstuk, zoodat het veilig zijn
entrée kan doen en ons eerste nikkel
muntje spoedig populair zal worden.
In ongerepte blankheid stroomden
Zaterdag de nieuwe stukjes uit de
stempelmachine, totdat het aantal
eenige millioenen, zal bereikt zijn.
Naar men verneemt, zullen van 2
September af de nieuwe stuiverstukken
bij den betaalmeester te Roermond
verkrijgbaar zijn.
Gemengde Berichten.
Noteering van bankbil
jetten. Uit Amsterdam schrijft men
aan de Dordr. Ct.
Hoe noodig en nuttig het is voor
bankinstellingen, groote kantoren en
particulieren, de nummers der bank
biljetten te noteeren, bleek der re
cherche weder devorige week. Door een
Amsterdamschen rechercheur werd
een dief aangehouden, die in
een café in een der straten van
donker Amsterdam een bankbiljet van
f1000 in betaling had gegeven. Onze
rechercheur kreeg argwaan, dacht na
tuurlijk onmiddellijk aan de berooving
van den ouden kantoorlooper der
machinefabriek, bij welke berooving
verscheidene biljetten van f 1000 waren
ontvreemd en arresteerde den bekenden
dief. De man werd met den ouden
kantoorlooper geconfronteerd, doch
werd door dezen niet herkend.
Wanneer men nu in aanmerking
neemt, dat in de laatste maanden,
geen diefstallen of braken zijn ge
pleegd, waarbij bankbiljetten van
I'IOOO werden vermist en dat aan de
eerlijke herkomst van het bewuste
biljet zeer getwijfeld zou kunnen
worden, begrijpt men, welk machtig
bewijsmateriaal, althans welk een goe
de daad der recherche hier in handen
zou zijn gevallen, wanneer door een
eenvoudige notitie in de boeken der
firma kon worden aangetoond, dat het
bewuste biljet inderdaad een der
vermiste is.
Een „grap." Zaterdagoch
tend vroeg werden op den Slepers
singel te Middelburg gevonden een
geheel bebloed manshemd, een por-
monnaie zonder geld maar met een
sigarenpijp er in en een portefeuille
bevattende een vrouwenportret,
zonder eenige aanduiding wie be
zitter er van was geweest.
Ook werd nog gevonden een ver
roest slagersmes.
Een bij den Kanaaldijk, recht
tegenover de Winterstraat, staand
paaltje was met bloed bevlekt en
ook op het gras van den dijk waren
bloedsporen te zien, die van den
Sieperssingel tot aan den dijk liepen.
De politie heeft onmiddellijk in
het kanaal gedregd, maar zonder
gevolg.
Vermoedelijk heeft men hier met
een misplaatste grap te doen.
(„M. 0.«)
Van een hond en een
ham Een hond van een bewoner
der Van Brakelstraat te Utrecht
passeerde op z'n wandeling door
de Donderstraat het hotel van den
heer Otto, die in zijn welvoorziene
keuken een versche ham gedepo
neerd had. De viervoeter maakte
van een onbewaakt oogenblik ge
bruik naar binnen te springen en
de ham aan de consumptie der be
zoekers te onttrekken. Hij sleepte
z'n zwaren buit de straat op en
stelde zich voor er ongetwijfeld
mede aan den haal te gaan. Dat
was beter gedacht dan gedaan, want
het stuk vleesch was zóó buitenge
woon zwaar, dat Victor met den
besten wil van de wereld er geen
kans loe zag de ham naar veilige
oorden te 'sjouwen. Hij moest het
al heel spoedig opgeven en stond
nog te overpeinzen wat hij er nü
mee zou aanvangen, toen de eige
naar op hem kwam toegesneld, om
zijn rechtmatig eigendom weer in
handen te krijgen. Wat dezen niet
veel moeite kostte.
Df zeeslang. Een der
lezers van de Tel. op Terschelling
schrijft aan dat blad
Mag ik u even meedeelen, dat
ik hier bijna al m'n logé's en ken
nissen van den vasten wal den
-