Ik -
De grootste winst der Vredes-conferentie.
iSBfSIÉ
- 52 -
Doch toen hij haar in de mooie oogen zag,
greep hij hare hand, schudde die hartelijk, en
verliet zwijgend zijne woning.
Uren van de pijnlijkste onzekerheid had de ge
vangene doorgebracht, tot hij te tweeden male
vóór den commissaris gebracht werdtoch bleef
hij volhardenop alle vragen volgde een dof,
hardnekkig zwijgen.
„Ik zal u nog eenige uren gelegenheid geven,
om u te verantwoordenblijft gij dan uw laffe
komedie voortspelen, zoo wordt gij verwezen naar
den rechter van instructie," merkte de commissaris
na het verhoor op.
Walther wankelde en werd weer achter slot en
grendel gebracht.
Den volgenden morgen stond Walther te
derden male vóór den commissaris.
Dezen werd volgend telegram gebracht„De
gerapporteerde arrestatie van den inbreker S. moet op
een misverstand berusten. Deze is in den voor
middag in hechtenis genomen. Bij den verdachte
heeft men alle papieren van waarde teruggevonden,
en de arrestant heeft volledig bekend."
De commissaris keek sprakeloos Heinrich aan,
die zijn vreugde uitjubelde.
„Mensch, wie ben je dan eigenlijk? riep de
ambtenaar.
„Heinrich Walther, doctor in de philosophie en
docent alhier," antwoordde nu vastberaden het
slachtoffer der gerechtelijke dwaling.
„Maar hoe kom je dan hier?"
Met afgebroken volzinnen en stotterend rap
porteerde Heinrich, wat hem in het salon van
den barbier overkomen was.
„Het doet mij genoegen dat die dwaze geschie
denis voor u is opgehelderd. Gij zijt dus vrij,"
voegde de commissaris hem toe.
Maar Walther, nu moedig, driest zelfs gewor
den, kwam eene schrede nader, greep de hand
van den commissaris en smeekte: „Vrij,.... ja
maar ik heb u nog een enkel verzoek te doen.
Ik bemin uw dochter; geef mij Greta!"
Wat sombere uren had inmiddels Greta door
gebracht, niet kunnende verklaren, waar Heinrich
gebleven was. Hij had zoo vast beloofd te komen.
Twee levendige, welbekende stemmen klonken haar
tegen uit de gang,.... de deur werd geopend,
daar waren ze allebei.
Toen het uur van scheiden had geslagen, man
de commissaris Heinrich bij den arm en voegde
hem lachend toe: „En nu, waarde toekomstige
schoonzoon, nu komt de commissaris weer aan
het woord, en deze gelast: morgen onder mijn
persoonlijk toezicht de knevel erafVoor Greta,
en ook voor jezelf, wil ik niet, dat je nieuwe ge
varen zult loopen, voor een inbreker te worden
aangezien,..verbeeld je de schoonzoon van
den commissaris als misdadiger „„gekneveld!!"
De commissaris barstte het zelf luidkeels uit
over zijn woordspeling, en Heinrich en Greta
lachten hartelijk mede.
is de nagelaten betrekkingen van overledene leden
te steunen, gaf V. onder zijn leiding meermaler
OSEPH ANTON1US VERHEIJEN, geb. 1837
te Amsterdam, ontving, na eenig gewoon
onderricht genoten te hebben, ruim écn
jaar het degelijk onderwijs van Beitelman
aan de Muziekschool en daarna nog korten
tijd van Sieverding. Ofschoon voor een anderen
werkkring bestemd, kreeg zijne sterke liefde voor
de toonkunst zoodanig de overhand, dat hij, vooral
ook op aanraden van welmeenende vrienden, be
sloot zich geheel aan de kunst te wijden. Hij was
daarna gedurende 9 jaren als organist aan de R.
K. Kerk te Gouda werkzaam, waar hij een Dames-
zangvereeniging en liedertafel oprichtte, waarmede
hij groote uitvoeringen, met orkest, tot stand
bracht. Bij de inwijding van het nieuwe orgel
in de Mozes- en Aaron-kerk te Amsterdam in
1871, werd Verheijen aldaar tot organist benoemd.
Met de inrichting van het orgel bijzonder
vertrouwd, ook op het gebied van modernen
orgelbouw, is hij meermalen als examinator in
verschillende plaatsen van ons land en in den
vreemde bij keuring en bespelingen opgetreden.
Ook bij de plaatsing van het orgel in bet „Paleis
voor Volksvlijt" werd Verheijen tot organist daar
van benoemd, welke betrekking hij evenwel wegens
te vele bezigheden na een jaar weder opgaf.
Verheijen is een bij uitstek „selfmade" man, van
buitengewone kunstontwikkeling, die aan eene
klassieke, schitterende voordracht, eene groote
mate van techniek en keurigheid in het regis-
treeren paart, terwijl hij ook eene zeldzame gave
van improviseeren bezit.
Ook bezit de Heer V. organiseerend talent, be
wijze de „Nederlandsche Organisten-vereeniging",
waarvan hij oprichter en sedert dien tijd Voorzit
ter is.
Ten bate dezer vereeniging, waarvan het doel
vi*'.
De heer Nelidow tot den Tsaar en President Roosevelt: De meest grootsche daad der Vredes-conferentie is verricht!
Wij hebben van de Nederlandsche Regeering verkregen, dat het dapperste, strijdlustigste en krijgshaitigste leger der wereld,
de Hollandsche Schutterij, is opgedoekt. Zonder dat zou het denkbeeld van den algemeenen wereld-vrede niet zijn te verwezen
lijken en zou het onmogelijk zijn den oorlog-.afjte schaffen.
Jos. A. Verheijen.
groote concerten met gemengd koor en orkestbe
geleiding o. a. voor eenige jaren in de Ronde
Luth. kerk: „Die Auferstehung" van G. A. Heinze.
Wij wenschen den heer Verheijen nog vele jaren
toe met dezelfde kracht en gezondheid, die hij
zoo ruimschoots geniet, opdat hij, wanneer hij
meent dat de tijd voor rust zal zijn aangebroken,
nog lang zal kunnen genieten van een kalm leven,
dal hem zeker gegund wordt door allen, die zijn
werkzaam leven volgen.
AMFER IN PLAATS VAN ALCOHOL.
In de hooge kringen der engelsche
maatschappij grijpt een nieuwe manie
op onrustbarende wijze om zich heen.
Na het drinken van eau de cologne is
thans de minstens even schadelijke gewoonte van
het gebruik van kamfer opgekomen. De eters en
eetsters van kamfer nemen met den dag in aantal
toe. Men gelooft dat die nieuwe manie werd inge
voerd uit Zuid-Afrika, waar de inboorlingen kamfer
als behoedmiddel tegen koorts bezigen.
De kamfer zelf
wordt in aMe mo
gelijke vormen in
genomen: in melk,
in chloroform, in
water, in pillen-
vorm, met opium
vermengd, of ook
zonder toevoeging
van iets anders.
Evenals vele andere
vergiften heeft ook
de kamfer in kleine
hoeveelheden een
heilzame werking.
In grootere hoeveel
heden echter prik
kelt ze de werking
van het hart zeer
sterk en brengt de
zelfde opgewon
denheid teweeg als
alcohol na te ruim
gebruik. Deze roes
is het, die door de
kamfer-eters wordt
gezocht. De opwin
ding maakt echter
zeer spoedig plaats
voor diepe neer
slachtigheid, en de
patient moet der
halve voortdurend
tot grooter hoeveel
heden zijn toe
vlucht nemen, om
zijn zoogenaamden
geluksstaat te ver-