M la - 54 - eeren heeft zich een commissie gevormd, die hem a.s. Zondag, bij gelegenheid van zijn zilveren priesterfeest, de erkentelijkheid zal vertolken, welke het katholieke Nederland jegens hem bezielt. Om aan het feest een blijvenden vorm te geven, zal de commissie een der lievelingswenschen van dr Ariëns trachten te verwezenlijkende stichting van een sana torium, waar R. K. drankzuchtigen liefderijke verzor ging kunnen vinden, en[waar hun de gelegenheid ge boden wordt, den grondslag voor een nieuw, beter leven te leggen. Het was een mooie gedachte van de commissie, in een blijvende stichting de herin nering te bewaren aan het zilveren priesterfeest van hem, die de beweging tot bestrijding van het drankmisbruik heeft uitgelokt onder de Katholieken van ons land, onder wiens onvermoeide aan wakkering zij groeide, zich organiseerde en zulk een machtig element is geworden in het katholieke openbare leven van onzen tijd. Zondag den 18en Augustus zal de jubilaris vernemen, hoeveel het katholieke Nederland bereids heeft gestort in het fonds der commissie tot bevordering der verple ging van drankzuchtigen, naar hem genoemd Dr Ariëns-fonds. Een eigenaardige hulde heeft de katholieke kunstschilder J. Toorop den jubilaris gebracht. Hij teekende het portret van dr Ariëns, waarvan wij in dit nummer een verkleinde afbeelding op nemen. Dit portret gat hij ten geschenke aan het dr Ariëns-fonds, dat er ten bate van zijn schoon doel een gering aantal afdrukken van deed ver vaardigen, welke in den handel zijn gebracht. ERKWAARDIGE BALKSLEUTELS. Te Kampen, in de Buiten-Nieuwstraat, dicht bij de katholieke kerk, staat een ouderwetsch huis, met een al jaren geleden afgeplat topgeveltje en gewone vensters, dus in zooverre „gemoderniseerd." Inwendig is er echter meer merkwaardigs te zien. In het achterhuis het voorgedeelte is de smidse van den bewoner, den heer J. E. F. Neimeijer zijn onlangs een paar balksleutels van hoogen ouderdom ontdekt, die als gothiek kunstsnijwerk uit het tijdperk, waartoe zij behooren, in Kam pen gingen in die dagen groote welvaart en hooge kunstzin hand aan hand bijzondere waarde bezitten. Nog slechts een drietal weken geleden trok het snijwerk de bijzondere aandacht van een Zwolsch bouwkundige, 'tgeen aanleiding gaf, dat de bewoner de fraai bewerkte stukken voorzich tig uit de oude dwarsbalken liet wegnemen. Vroeger waren een zestal balksleutels in het achterhuis, nog alle aanwezig toen dit in 1817 door den koeboer Peter Selles als veestal was in gericht. Bij een vertimmering, kort na den aankoop van het perceel in dat jaar door den grootvader van den tegenwoordigen eigenaar, werden er al dadelijk een paar weggehakt, terwijl bij het aanbrengen van een plafond vóór circa 20 jaren wederom een tweetal vernield werden. De laatste stelden voor: „David met de harp" en „Samson met de poorten." De twee gespaard geblevene, een paar massieve eikenhouten blokken, zijn 46 centimeter hoog en „Alstublieft, mijnheer", antwoordde de bediende. „Hier heeft u de lichtste weegschaal, die te krijgen mededing, iraardige - |k hem d^; Merkwaardige balksleutels, gevonden te Kampen. 35 centimeter breed. Op het eene stuk ligt over de geheele breedte van het blok de figuur van den reus Goliath, met wel niet door den kunst snijder geflatteerd gelaat en met den naar hem geslin- gerden steen op het voorhoofd. Achter hem staat de jeugdige David, en dit figuurtje vooral, in zijn geheel nauwelijks 23 centimeter groot, legt ge tuigenis af van des kunstenaars groote bedreven heid. Het andere stuk is minder gaaf en een zinnebeeldige voorstelling van de bevrijding der in het voorgeborgte der Hel toevenden door den dood des Heilands. Rechts de opengesperde muil van een monster, waaruit de figuren van Adam en Eva en een der aartsvaders naar voren treden. Links staat de figuur van den Christus, Adam bij de hand nemend. Bij het ontwerpen hiervan werd de artiest blijkbaar geïnspireerd door de geschiedenis van Jonas, door den walvisch weder uitgeworpen. Ten slotte worde nog opgemerkt, dat de ver schillende figuurtjes niet afzonderlijk gesneden en en later bijeengevoegd zijn, doch dat in eiken balksleutel het behandelde onderwerp uit één stuk gesneden werd. Vermoedelijk dagteekent het snijwerk van het tijdperk tusschen 1450 en 1500. EWOGEN EN TE LICHT BEVONDEN. Naar het Engelsch, door Christine. „Ik wilde graag een weegschaal zien", zei een heer, die een kantoorboek handel binnentrad. 5chrjDBeL.sc. Het nieuwe ontwerp van het Vredespaleis. is. Deze weegt slechts een half pond en weegt twee pond." „Meent u, dat, als ik iets, dat anderhalf pond weegt, erop leg, dat het dan twee pond weegt?" „O neen", antwoordde de jonge man, „dan weegt ze anderhalf pond." „Maar u zei toch, dat ze een half pond weegt", hernam de ander. „Dus als ik er anderhalf pond bijvoeg, weegt ze toch twee pond." „Ja, natuurlijk", bevestigde de bediende, „dan weegt alles twee pond." „Dus als ik er dan nog een half pond bijweeg, is het gewicht twee en een half pond?" „De weegschaal weegt een half pond", begon de bediende aarzelend.... „Ja, maar u zei toch, dat ze twee pond weegt?" onderbrak hem de heer. „Ja, dat doet ze", riep de bediende wanhopig uit. „Deze weegschaal weegt een ons, twee onsen, een half pond enz. Alles weegt ze wat onder de twee pond is." „Bent u er zeker van, dat ze niet meer dan twee pond weegt?" vroeg de klant met ernstige stem. „Neen, zeker niet!" was het antwoord. „Ja, dat wou ik maar weten, want ziet u, u zei toch eerst, dat ze een half pond weegt, dus als ik er twee pond opleg, moet het gewicht of wel twee en een half of wel vier pond zijn." „Wilt u de weegschaal koopen riep de be diende zenuwachtig uit. „O neen, dank u", antwoordde de klant met een onverstoorbare kalmte. „Ik moet een goede weegschaal hebben. Maar één, die nu eens een half pond en dan weer twee pond weegt, kan ik niet vertrouwen. Die wil ik niet eens gratis heb ben. Goeden morgen". IT DE GEDENKSCHRIFTEN VAN i EEN EXAMINATOR. Nu de tijd weldra weer aanbreekt voor de examens, waarbij ook bij deze zomerkou zweet te halen valt, zoowel voor de examinators, die veel te corrigeeren krijgen, als voor de geëxamineerden, verhaalt een fransch blad volgend vermakelijk geval, dat door een fransch examen-afnemer werd ondervonden. Ik moest verhaalt hij eenige candidaten examineeren in natuur- en scheikunde. Op zekeren morgen kreeg ik een bezoek van een leerling van het college. „Ik zou wel willen weten, mijnheer, waarover u mij ondervragen zult," sprak hij. Die vraag deed me in een rechtmatige veront waardiging ontsteken. Een candidaat vooraf kennis geven van de vragen, die men hem zal stellen, dat is henf een voorsprong geven op zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 16