DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 0. Voor Recht en Vrijheid Een en ander over de vakbeweging en vakvereenigingen. BUITENLAND. Kinderhuisvesi 31-33, Haarlem WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1907. No. 6664, 32ste Jaargang Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer1 1426. Het behoeft wel geen betoog, dat het ontwikkelings-procea en de groei der vakbeweging en van de vak vereenigingen een merkwaardig teeken des tijds i9, dat de komende verhouding tusschen kapitaal en arbeid, geheel anders dan die was lot nog toe, reeds afteekent. De vakvereeniging daar gaat het heen wordt langzamerhand het middel om patroon en arbeider bijeen te brengen, om den arbei der op gelijke hoogte te brengen als de patroon waar het gaat over gelijkberechtigde zaken, om de toe passing der arbitrage zooveel moge lijk te bevorderen. De Engelsche vakvereenigingen zijn daar als het voorbeeld, hoe het ook ten onzent worden kan en worden moet. Maar.... zoover zijn we nu nog lang niet! De vakvereenigingen ten onzent, vaak in handen van de socialisten, die er een strijdmiddel voor hun partij van maken, of staande onder handige leiders, die haar waar ze kunnen gebruiken ten eigen dienste en voordeel, is nog verre van het zakelijke, ernstige standpunt dat de Engelsche vakvereenigingen inne men, die 't sociaal-ethische ideaal althans een grooten stap nader komen. Ten onzent meent de vakbewe ging maar al te vaak, dat zij hare taak vervult, wanneer ze den band met de patroons verzwakt, in plaats van dien te versterken,wanneer zij streeft naar organisatie der arbei ders tegenover, in plaats van naast den patroon, wanneer zij bij elke gelegenheid haar invloed en hare macht werpt in de schaal aan de zijde der arbeiders, of deze gelijk hebben of niet! En dan liefst op hoogen toon! Men ziet het bij adressen aan gemeentebesturen gericht, bij ver zoeken, aan particuliere patroons gedaan, bij eischen, zooals in elk ar beidsconflict voorkomen. Gemeenlijk is de toon van die uitingen der vakvereenigingen zoo hoog mogelijk, is bescheidenheid een eigenschap die ton eenenmale aan de zijde der vakbeweging wordt gemist. Vaneen werkzaam-mede-oplossen van geschillen wil de vakbewegiug gemeenlijk niets: ze stelt eischen, en ultimatums, en termijnen, en dreigt op hoogen toon Dat ziet men dag aan dag en overalen het is dan ook geen wonder, dat vele patroons niet tegen het instituut, maar tegen de wijze van werken der vakvereeni gingen nog immer ernstige en vaak gegronde bezwaren hebben En waar die leiding bekwaam is, en de omstandigheden zoo gun-, stig mogelijk voor een goede werking der vakbewegibg, daar ziet men het dikwijls gebeuren dat de leden- zelf der vereeniging het goede der beweging nutteloos doen zijn en de leiders tegenwerken. 'n Voorbeeld hiervan geeft de Amsterdamsche Diamantbewerkers- bond, die steeds bittere klachten ontlokt aan zijn bestuurders, die tegen deze advies in herhaalde lijk verschillende maatregelen nam, welke klaarblijkelijk de belangen van het vak benadeelden, en wier leiders ten laatste moesten bekennen dat alleen in tijden van tegenspoed, als de leden 'tnoodig hebben, de leiding der vakbeweging door de leden wordt aanvaard Is het nog wonder, dat de vak vereeniging door de patroons en de werkgevers en door het publiek maar al te vaak beschouwd wordt als een lichaam dat de harmonie in den arbeid verstoord in plaats van die te verheffen, dat de goede verstandhouding tusschen patroon en arbeider in 't riet stuurt, in plaats van die te bevorderen, dat optreedt als advocaat voor kwade zaken, in plaats van als de voor stander zooals behoorde van recht en billijkheid bovenal, in het belang van den arbeid zoowel als van het bedrijf?.... Wij vernamen nog dezer dagen een sterk-sprekend staaltje van den zonderlingen (om geen ander woord te gebruiken) toestand, die vaak door het ingrijpen van de vakver eeniging daar waar 't niet noodig is, wordt geschapen. Een der grootste fabrikanten van ons land vertoefde onlangs te Ham burg en trof daar den Directeur dei stedelijke tramwegen. Bij't gesprek kwam men ook op het onderwerp dat we hier behandelen, en dooi de Directeur werd, ter illustratie van de onbetrouwbaarheid der vak vereeniging ook voor den werkne mer, het volgende medegedeeld Bij een arbeidsconflict, onlangs daar voorgekomen, %areu door di arbeiders de voorstellen van den werkgever met een zeer kleine ver meerderheid zeg 725 tegen 700 afgestemd. Toen daarop de kwestie in stem ming gebracht werd, of staken nu gswenscht was, keerden de stemmen cijfers om. Een zeker aantal werk lieden achtte blijkbaar staking geei goed verweermiddel, en met een zelfde kleine meerderheid werd d< staking verworpen. In die vakvereeniging bleek du- de beslissing bij zoo gewichtige vraagstukken als staken is, geheel te liggen in de handen van een 40 of 50 tal werklieden. En wat meei is, de andere honderden waren bij voorbaat, of ze wilden of niet, gebon den aan de beslissing van die enke len Sir. De vakvereeniging wil ze wer ken in het kader dat hare groot ste voorstanders aangeven en dat ook het eenig-uuttige en rationeele bindt dus ook, en in niet ge- ringe mate, de vrijheid der werk lieden! En juist dat wordt maar al te dikwijls vergeten. Want de vakvereeniging wordt door velen beschouwd als een hulp tot persoonlijke lotsverbetering alléén, en niet anders. Natuurlijk mag en moet ze dat óók wezen. Maar daarbij dient toch niet uit het oog te worden verloren, dat haaf voornaamste doel is en moet zijn: verbetering van den geheelen maatschappelijken toestand der maatschappij dóór behartiging van individueele belangen. Onderzocht moet dus worden, of die individueele belangen die de vakbeweging zich aantrekt, ook werkelijk gegronde belangen zijn, werkelijk recht en billijk kunnen genoemd worden. En wat gebeurt nu vaak? Een arbeider, een werknemer, voelt zich verongelijkt, meent een grief te hebben, geraakt in conflict met den werkgever. Dan wendt hij zich, m i r n i c h t s, d i r n i c h t s, tot de vakvereeniging die is er immers voor, om hem te steunen tegen den patroon, zoo denkt hij 1 En zoo denkt helaas de vakver eeniging vaak ook: iu een zaakje van werkman tegen patroon heeft volgens de idee van vele vakver- eehigingen natuurlijk altijd de pa troon ongelijk, en dus wordt tegen den patroon partij gekozen! Groote woorden, sofistische rede neeringen en valsche voorstellingen zijn gauw gevonden, en de „actie" is aan den gang. Dan trekt men van leer, dan maakt men lawaai, dan schermt men met publiciteit... en het pu bliek, dat toch al heel gauw een werkman gelijk geeft tegenover een werkgever, denkt allichtdat zal laar toch wel niet zoo beelemaal in 't reine wezen! Wij vragen nogmaals, is het won der dat door zulke tactiek de vak beweging door menig patroon met geringschatting zelfs wordt be ach uwd? Advocaat van kwade zaken wordt ze wel eens genoemd, en helaas soms niet zonder reden. Onze Nederlandsche vakbeweging ïeeft mg te groeien, en nog U ieeren. En ze kon zeer zeker spoedig ook by de patroons komen op de plaats waar ze door den economi- schen groei der maatschappij staan moet en eenmaal staan zalwanneer ze zich maar hoedt voor de misbrui ken die we zoo kortelings hier aan gaven. De vakbeweging moet staan on der beproefde, ordelievende leiders, die geen eigenbelang door en met haar willen bevorderen. Zij moet degelyk onderzoeken wat zij op haar arbeidsveld vindt te verrichten, en niet op stel en sprong, onvoorbedacht en zonder navraag, eiken arbeider steunen die een grief heeft of meent te hebben tegen zijn werkgever Zij dient ook bescheiden te zijn, en den hoogen toon te laten varen die vooral de jeugdigen als in den mond ligt bestorven, tot nadeel der beweging en tot belachelijk- making van henzelf. Zij moet ten slotte worte^n in hooger beginselen, waarmede ook weer alles is samengevat wat we in de hiergenoemde voorwaarden hebben opgesteld. Daarom is de vakbeweging op Katholieken grondslag ook de meest zekere, en geeft ze de beste waar borgen. Maar deze heeft dan ook de duurstelverplichtingen, en een ver breken daarvan wordt haar juist 't zwaarste aangerekend! Algemeen Overzicht. 't Is curieus! Terwijl de vredesconferentie in allen vrede zit te beraadslagen, laait overal de oorlog uit in verre ge westen, en terwijl de afgezanten der mogendheden van Europa over vrede praten, zi ten de kabinetten druk te redeneeren over oorlogs toebereidselen. Gelukkig niet onder elkaar! Doch 't geldt dan toch een oorlog, want men mag waarlijk de historie van Marokko wel een oorlog noemen Er zijn nog een paar nadere berichten over den aanval, dien generaal Drude had af te slaan. De correspondent van de „Figaro", noemt dien een van de belangrijk ste, die tot heden toe voorkwamen. Vlak bij het Fransche kamp is een hoogte, waarachter de Mooren zich aan elke observatie kunnen onttrekken. Een afdeeling Spain's werd in den ochtend van den 18en op verkenning uitgezonden en stond onverwacht voor een talrijke schare vijanden, die ze, ondanks den van Drude gekregen last, aanviel. Het bleek, dat de vijand plan had ge- bad, een omtrekkende beweging te naken en zoo Casablanca aan te vallen. Een compagnie tirailleurs werd litgezonden om de Spahi's bii te i aa n Dp dat oogenblik stormden de Moor- cclie ruiters van de hoogten met Vare doodsverachting. De Spahi's, 24 in getal, staande tegenover 400 1 500 ruiters, hadden het zwaar te verduren, want de tirailleurs kwa men maar langzaam vooruit. Een tweede compagnie volgt en eindelijk komt ook een mitrailleuse in het front. Het eerste projectiel gaat af op hetzelfde oogenblik, dat ook de artillerie van de marine mee gaat spreken. In een oogwenk is de kracht van de Marokkanen gebroken. Aan den oostkant van liet gevechtsterrein wierpen de Fransche troepen de vijandelijke afdeelingen terug, wier bedoeling was, de Fransche stelling te -omsingelen. Tegen elf uur wa§ de strijd, die heel vroeg begonnen was, zoowat geëindigd. De oneenigheid tusschen de Fran- schen en Spanjaarden, waarover we gisteren spraken, neemt óók nog toe. Ter,vijl de Franschen zwaar werk deden, vertelt een correspondent,kon men de Spanjaarden in de stad met een sigaret in den mond zien staan toekijken! Tegen 10 uur liet de Spaansche bevelhebber aan Drude vragen, of hij assistentie noodig had. Drude antwoordde, dat „hij niemand noodig had." De Spaansche consul moet ver klaard hebben, dat de houding van den Spaanschen generaal hem leed doet... Men vraagt zich onwillekeurig af, wat die Spanjaarden wel van plan zijnEngeland of Duitschland zit er achter, wordt hier en daar gezegd, maar dat is toch niet denkbaar! Intusschen wat zouden de Span jaarden dan wel in Marokko komen doen, als ze niet willen meewerken met de Franschen? Het Spaansche volk is sterk gekant tegen elke militaire expeditie, dus zou het kunnen wezen dat de regeering om het volk te ontzien, zulke zonder linge bevelen heeft gegeven. Maar dat klopt dan weer niet met de overeenkomst van Algeciras, die aan Spanje mèt Frankrijk samen het politierecht en daarmede ook den poli tie-plicht in Marokko heeft ge geven Nog eens: 't is een zonderlinge historie! We hebben, behalve Marokko, nog een paar „kwesties" vandaag in ons overzicht na te gaan. Daar is een Venezolaansche kwes tie weer eens (de hoeveelste?) daar is de Duitsch-koloniale opstand in Zuidwest-Afrika, en meer nog. Over deze volgt hieronder een en ander. Interessant en der vermelding waard is intusschen óók een verkla ring van Taft, den bekenden mi nister van Oorlog in de vereenigde Staten, die zooals men weet specu leert op het presidentschap,als Roose velt aftreedt. Minister Taft heeft het gehad over de Philipijnen. Er liepen onlangs geruchten, dat Japan de Philipijnen zou aankoo- pen. Maar Taft, verklaarde voor eerst dat bij zijn weten Japan vol strekt niet het plan heeft, om de eilanden aan te koopen; maar hij kon tevens verzekeren, datdeVèl eenigde Staten ze nooit zouden ver koopen. De minister ging echte';.n in zijn verklaring nog iets verde| Hij besprak met groote openhartij I heid de Philippijnsche kwestie e verklaarde: Amerika heeft te kiezen tussche twee wegen. Of het moet de e landen zoolang behouden, tot d Filipinos behoorlijk in staat zij een eigen regeering in te richtesj i of het moet dadelijk aan de inbooi I lingen heFbestuur over de eilandé overgeven. Aan een derde mogendheid dj eilanden over te doen, onder welk: voorwaarden ook, zal der Regeerin der Ver. Staten niet invallen. Taft concludeerde: de Philipijne moeten zelfbestuur hebben. Dat klopt ook met andere ui latingen van Amerikaansche regei| i4B£spersonen, die van 'i blok aa het been dat deze eilanden zij; zoo spoedig mogelijk af willen zij Nu we toch over Amerik spreken, een enkel woordje ovt een curieuze zaak in San Francisc' Daaruit hooren we nu warempi dat de socielistische arbeid, bonden zoowaar voor de vacatu van burgemeestér, ontstaan do, het in de gevangenis stoppen V£> den aartsbedrieger en knoei' Schmidt, als burgemeester aanb velendezen zelfden Schmidt De president van het arbeidei' syndicaat achtte Schinidt, die tha: in de gevangenis zit wegens wède' rechtelijke ambtelijke handelinge^ een ideëel candidaat, die zoudra 1 beschikbaar zal zijn, d. w. z. als 1 de gevangenis heeft verlaten, ht' kozen zal worden!... Van de toestanden, die zulk e< knoeierij mogelijk maken, hebbi we hier gelukkkig geen t grip- Over den nieuwen oorlog in D u i't» Zuid- Afrika, die de Duitsche hebben te voeren, spraken we g. teren al. Ook over dien gevaarlijken Moreng, die de aanvoerder is. Het blijkt nu, dat de Engelsch- Morenga in de Kaapkolonie geh hebben, en dat hij daar moest bl ven, maar dat hij ontsnapt is Duitsch gebied en daar nu den 0( log predikt. De Engelschen zitten met c ontsnapping, die de Duitschers vc last geven zal, wel een beetje de war. In het Kaapsche parlement deel Jameson er al een en ander ov mede Toen Morenga zich overgegev had, werd hij ontwapend en ge terneerd. Toen echter de vijan, lijkheden in Duitsch-Afiika eind den, kon de regeering hem n: langer vasthouden. Duitschla verlangde zijrl uitlevering, maar Kaapsche regeering was niet FEUILLETON. onderbrak Roman in vollen ernst. pet" 9709 el Ie elk 1 16145 )0 4 655! - 86471' 008543 7703' 9584 1498» 2942» 79996 70810 Tanv« id vel' «t \v;i' •teeici' NIEUWE HURLEKSCHE Ml ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem fl.20 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco "per post 1.65 Afzonderlijke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.50 j! Elke regel meer»".10 I Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. f3.70 is (Speciaal voor dit blad bewerkt BOEIENDE ROMAN uit den jongsten Poolschen vrijheidsstrijd. Naak het Duitsch van GERD. VON OSTEN. 2) Zij behoorde tot de laagste standen; haar grove kleeding kon evenwel haar opvallende schoonheid niet misvormen, evenmin haar gevlochten schoenen de sierlijkheid der kleine voeten. Het loopen en de prikkeling van 't oogenblik gaven aan het donkere oog een vroolijke, vurige uitdrukking, en aan de gebruinde wangen een hoogeren gloed. Haar veyolger was een student van Roman's jaren, toch scheen hij veel ouder te zijn door die scherp geteekende trek ken, die ietwat diepliggende oogen en de uitdrukking van zijn gelaat. Een oogen blik stonden beiden tegenover elkaar, de eene misnoegd, vol van verwijten, de an dere spotachtig en lichtzinnig. Spoedig wendde hij den blik af. „Ex cuus, broederEn daarna zei hij: „Ik wi9t niet, dat gij de hupsche Anka hier yerwachttetl" Waarom doet gij ook zoo geheimzinnig, men zou je voor een halven heilige„Ik verwachtte Anka niet!" „Maar ik ben toch blij, dat ik toeval lig gelegenheid heb haar bescherming te bieden. Betaamt deze handewijze voor een lid van onzen bond? Vindt het vaderland in lichtzinnige zonen de redders, waaraan het zoo'n behoefte heeft?" Thaddiius Linanowicz barstte in lachen uit. „Wilt ge mij misschien van woord breuk aanklagen, omdat ik een lief meisje wilde zoenen? „Ik kan het niet dulden, dat onze goede zaak door onwaardige werktuigen bena deeld wordt." Thaddaus wierp uit zijn donkere oogen een boosaardigen blik op den hoog moedige. den trotschen deugdprediker. „Het is een onvruchtbare kibbelarij, waarmede we ons hier in laten. Ik vind je bovendien te vervelend en geef als oudere je toe. „Tot vanavond." Toen verdween hij in 't boscage. Roman ging ontstemd op het gras der helling liggen. Thaddaeus Limanowicz was zoo begaafd jammer, dat zijn karakter niet overeen kwam met de bekwaamhe den van zijn geest! Het vaderland had aan hem een krachtigen steun gehad. Maar het verzette zich tegen Roman's meening iemands privaat karakter van zijn politieke geneigdheid en werkzaam heid te scheiden. Voor de bevrijding van 't vaderland waren noodig reine harten, niet alleen heldere koppen en sterke armen. Jegens Thaddaus gevoelde hij immer een soort van afkeer, zonder zich dit goed te kunnen verklaren. Want als de open, vrije blik van den jongen man dien van anderen ontmoette, was er heelemaal geen genoegzame grond voor dien afkeer. Maar thans in zijn toorn vond hij dien afkeer werkelijk toch gerechtvaardigd. Het liefst zou hij'met Thaddaeus niets meer uit te staan hebben. Anka ging naar haar redder; vol schrik zag zij bloed aan zijn voorhoofd. Het wondje was weer opengegaan. Bezorgd knielde 't meisje naast hem neder; droogde de roode druppels met haar voorschoot af en legde daarna er eenige fijngewreven weegbreeblaren op, bij gebrek aan een verband, en hield deze met de hand op zijn voorhoofd vast. Hij beschouwde hakr daarbij met alle aandacht, haar reine gelaatsuitdrukking, haar regelmatige trekken waren hem nog nooit zoo opgevallen als heden mis schien omdat zij bijna altijd angstig je aankeek. De prikkeling van het oogen blik gaf evenwel eerst het reoht boeiende aan haar mooi gezichtje, toen kwam er leven en geest in. Er zit anders gewoon lijk «oo weinig geest, zoo weinig verstand in een overigens volmaakt mooi mo delletje van een jong meisje,'t arme kind mist die verstandige opvoeding, die be drijvigheid welke dikwijls een betrekkelijk gewoon gezichtje nog zoo aantrekkelijk maakt. Zonder deze toch zullen zelfs de mooiste lijnen en schoonste tinten iemand, die zijn ideaal zoekt in een mooi meisje gewoonlijk koud laten. Het was een som bere gedachte, die in Roman's brein op kwam, de gedachte, dat 't noodlot het arme meisje had toebedeeld met een op vallende schoonheid, met een gave, waar aan voor haar zooveel noodlottigs was verbonden. Toch wilde hij haar immer beschermen en behoeden voor elk ge vaar. Of dat plan te verwezenlijken zou zijn, daaraan dacht hij voorloopig n et; hy' gevoelde slechts, dat zy hem na, zeer na aan 't hart lag. Het was alsof hij haar reeds van kindsbeen af gekend had, alsof zijne min en hare moeder zusters waren geweest. Haar schamele kleeding, geheel en al haar schoonheid onwaardig, stemde hem bijkans droevig; hij zag in dat schoone meisje de verpersoonlijking van zijn ya- derland, dat hem ook geleek op een maagd in de nederigste kleedij. Weliswaar hielp zij hem om die onbe duidende wond, maar toch deed het hem goed. In hoe langen tijd had geen vrou welijk wezen zich niet meer liefdevol om hem bekommerd! Lang reeds, sinds zijn moeder uit de ellende verlost was! Zijn moeder! Een diepe smart drong in zijn binnenste op. Een wees was hij zeker door dien dood niet geworden. Want op haar sterfbed had zij hem gezegd: „Jou moeder is 't vaderland. Bemin het, bescherm het, wanneer ge een man zult geworde* zijn." Een woord, dat ieder Poolsche moeder haren kinderen levend of stervend inprent. Een woord, dat het kind nimmer, of toch alleen slechts hoogst zelden vergeet, omdat dat woord, wanneer 't kind een man is geworden, hem voert naar ellende en verbanning, naar den nood en den dood. Wat nemen die Poolsche vrouwen m het maatschappelijk leven toch een heel andere stelling in dan de Duitsche, even zoo in de politiek. Zonder hare, byna fanatiek geworden, vaderlandsliefde zou het ongelukkige Po len niet zoo gedurig de vruchtelooze pogingen om zich te bevrijden herhaald hebben. De gebeurtenissen van vroeger rukten weer al die diepe wonden in Roman's hart open. Hij dacht weer aan zijn vader, die tijdens zijn verbanning gestorven was; aan zijn moeder, die vader's dood niet lang over leefde, en wier dood bovendien nog ver haast werd door gebrek en ellende. Over zijn eigen ontberingen bekommer de hij zich weinig; dat waren slechts bij zaken, hoe zwaar zij ook in den beginne het verwende kind van 't keizerrijk toeschenen. Maar de tweede moeder onder wat een zwaren druk zuchtte zij! Druk, in dat was nog niet het goede, juist uitge drukte woord. Evenals het trotsche gespan van den Russischen beambte het arme kind van 't volk nedersmakte, het overreed en heel gewoon doordraafde, zoo sloeg ook 't Ozarendom zijn volk neder in 't stof, liet kleineerend en vernietigend. Nooh zijn taal, noch zijn zeden, ja zelfs zijn godsdienst liet men't volk niet meer behouden de kerken werden omverge worpen en de priesters werden verbannen naar Siberië. Maar welk* smartelijke herinneringen aan het verledene en welke bittere ge voelens uit het tegenwoordige ook op wellen in 't hart van een jongen man: er blijft toch in dit lrrt niet alleen een genoegzame ruimte over voor de hoop op betere tijden, maar ook voor de licht zijden van 't oogenblik. Daarvoor is het immers jong; het wendt zich liever tot de toekomst dan naar het verledene, het hecht zich eerder aan de hoop dan aan de herinnering. Het was Mei, zoowel in Roman's bin nenste, als in de natuur. Een licht koeltje speelde door de Wipfel. Krachtig ritselden de teere blaadjes van de populieren en lager gingen han gen de dik bebladerde berkentwijgen, vogelkoor gaf een concert in het bos.se ge, en de lentebloemen in 't gras spreidden hare milde, heerlijke geurë De vreugde der lente, de zoete gewa wording, die er in elke ziel ontstaat, vatbaar is voor indrukken, vereende zi met de zoete droomen der jeugd, me plannen en voornemens; die ook gew; wordingen zijn gewaarwordingen, zoo dikwerf bedriegen en teleurstellen Hoe heerlijk was de blik op de.sf.aci: hare torens, op de hoogten daar rond op de ruïnen van de oude grootvori residentie die een dier hoogten, den 8 berg, omkransen op de Wilia, die c. in zonneschijn badend, als zilver b kerde en in de schaduwen der bergei boomen zich tooide met het verruk) lijke donkerblauw, met dezelfde klc. als daarboven 't firmament, dat zich <i deze landstresk uitstrekte. Wat was de streek waar Romanier toch heerlijk schoon 1 zoo schoon,' zelfs de aanblik van gindschen slotko achter het frissche groen van den c gaarde op den duur de harmonie van totalen indruk niet verstoren kon. P de gedachte aan de Russische heerscha. vermocht dat thans niet meer. Zijn va land was niet'gedoemd tot een eeu l slaafschhe'id —het kon, het moest maal weer vrij wordenZoo had hem dat van de wieg af geleerd hoopte bij, dank zij de volle, wanne ge' drift der jeugd. .(Wordt vervolg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1