DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
0.
Voor Recht en Vrijheid
Een en ander over
de vakbeweging en
vakvereenigingen.
BUITENLAND.
Kinderhuisvesi 31-33, Haarlem
WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1907.
No. 6664, 32ste Jaargang
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer1 1426.
Het behoeft wel geen betoog, dat
het ontwikkelings-procea en de groei
der vakbeweging en van de vak
vereenigingen een merkwaardig
teeken des tijds i9, dat de komende
verhouding tusschen kapitaal en
arbeid, geheel anders dan die was
lot nog toe, reeds afteekent.
De vakvereeniging daar gaat
het heen wordt langzamerhand
het middel om patroon en arbeider
bijeen te brengen, om den arbei
der op gelijke hoogte te brengen
als de patroon waar het gaat over
gelijkberechtigde zaken, om de toe
passing der arbitrage zooveel moge
lijk te bevorderen.
De Engelsche vakvereenigingen
zijn daar als het voorbeeld, hoe het
ook ten onzent worden kan en
worden moet.
Maar.... zoover zijn we nu nog
lang niet!
De vakvereenigingen ten onzent,
vaak in handen van de socialisten,
die er een strijdmiddel voor hun
partij van maken, of staande onder
handige leiders, die haar waar ze
kunnen gebruiken ten eigen dienste
en voordeel, is nog verre van het
zakelijke, ernstige standpunt dat de
Engelsche vakvereenigingen inne
men, die 't sociaal-ethische ideaal
althans een grooten stap nader
komen.
Ten onzent meent de vakbewe
ging maar al te vaak, dat zij hare
taak vervult, wanneer ze den band
met de patroons verzwakt, in plaats
van dien te versterken,wanneer zij
streeft naar organisatie der arbei
ders tegenover, in plaats van naast
den patroon, wanneer zij bij elke
gelegenheid haar invloed en hare
macht werpt in de schaal aan de
zijde der arbeiders, of deze gelijk
hebben of niet!
En dan liefst op hoogen toon!
Men ziet het bij adressen aan
gemeentebesturen gericht, bij ver
zoeken, aan particuliere patroons
gedaan, bij eischen, zooals in elk ar
beidsconflict voorkomen.
Gemeenlijk is de toon van die
uitingen der vakvereenigingen zoo
hoog mogelijk, is bescheidenheid
een eigenschap die ton eenenmale
aan de zijde der vakbeweging wordt
gemist.
Vaneen werkzaam-mede-oplossen
van geschillen wil de vakbewegiug
gemeenlijk niets: ze stelt eischen, en
ultimatums, en termijnen, en dreigt
op hoogen toon
Dat ziet men dag aan dag
en overalen het is dan ook
geen wonder, dat vele patroons
niet tegen het instituut, maar tegen
de wijze van werken der vakvereeni
gingen nog immer ernstige en
vaak gegronde bezwaren hebben
En waar die leiding bekwaam
is, en de omstandigheden zoo gun-,
stig mogelijk voor een goede werking
der vakbewegibg, daar ziet men
het dikwijls gebeuren dat de leden-
zelf der vereeniging het goede der
beweging nutteloos doen zijn en de
leiders tegenwerken.
'n Voorbeeld hiervan geeft de
Amsterdamsche Diamantbewerkers-
bond, die steeds bittere klachten
ontlokt aan zijn bestuurders,
die tegen deze advies in herhaalde
lijk verschillende maatregelen nam,
welke klaarblijkelijk de belangen
van het vak benadeelden, en wier
leiders ten laatste moesten bekennen
dat alleen in tijden van tegenspoed,
als de leden 'tnoodig hebben,
de leiding der vakbeweging door
de leden wordt aanvaard
Is het nog wonder, dat de vak
vereeniging door de patroons en
de werkgevers en door het publiek
maar al te vaak beschouwd wordt
als een lichaam dat de harmonie
in den arbeid verstoord in plaats
van die te verheffen, dat de goede
verstandhouding tusschen patroon
en arbeider in 't riet stuurt, in
plaats van die te bevorderen, dat
optreedt als advocaat voor kwade
zaken, in plaats van als de voor
stander zooals behoorde van
recht en billijkheid bovenal, in het
belang van den arbeid zoowel als
van het bedrijf?....
Wij vernamen nog dezer dagen
een sterk-sprekend staaltje van den
zonderlingen (om geen ander woord
te gebruiken) toestand, die vaak
door het ingrijpen van de vakver
eeniging daar waar 't niet noodig
is, wordt geschapen.
Een der grootste fabrikanten van
ons land vertoefde onlangs te Ham
burg en trof daar den Directeur dei
stedelijke tramwegen. Bij't gesprek
kwam men ook op het onderwerp
dat we hier behandelen, en dooi
de Directeur werd, ter illustratie
van de onbetrouwbaarheid der vak
vereeniging ook voor den werkne
mer, het volgende medegedeeld
Bij een arbeidsconflict, onlangs
daar voorgekomen, %areu door di
arbeiders de voorstellen van den
werkgever met een zeer kleine ver
meerderheid zeg 725 tegen 700
afgestemd.
Toen daarop de kwestie in stem
ming gebracht werd, of staken nu
gswenscht was, keerden de stemmen
cijfers om. Een zeker aantal werk
lieden achtte blijkbaar staking geei
goed verweermiddel, en met een
zelfde kleine meerderheid werd d<
staking verworpen.
In die vakvereeniging bleek du-
de beslissing bij zoo gewichtige
vraagstukken als staken is, geheel
te liggen in de handen van een 40
of 50 tal werklieden. En wat meei
is, de andere honderden waren bij
voorbaat, of ze wilden of niet, gebon
den aan de beslissing van die enke
len Sir.
De vakvereeniging wil ze wer
ken in het kader dat hare groot
ste voorstanders aangeven en dat
ook het eenig-uuttige en rationeele
bindt dus ook, en in niet ge-
ringe mate, de vrijheid der werk
lieden! En juist dat wordt maar al
te dikwijls vergeten.
Want de vakvereeniging wordt
door velen beschouwd als een hulp
tot persoonlijke lotsverbetering
alléén, en niet anders.
Natuurlijk mag en moet ze dat
óók wezen.
Maar daarbij dient toch niet uit
het oog te worden verloren, dat
haaf voornaamste doel is en moet
zijn: verbetering van den geheelen
maatschappelijken toestand der
maatschappij dóór behartiging van
individueele belangen.
Onderzocht moet dus worden, of
die individueele belangen die de
vakbeweging zich aantrekt, ook
werkelijk gegronde belangen zijn,
werkelijk recht en billijk kunnen
genoemd worden.
En wat gebeurt nu vaak?
Een arbeider, een werknemer,
voelt zich verongelijkt, meent een
grief te hebben, geraakt in conflict
met den werkgever.
Dan wendt hij zich, m i r n i c h t s,
d i r n i c h t s, tot de vakvereeniging
die is er immers voor, om hem te
steunen tegen den patroon, zoo
denkt hij 1
En zoo denkt helaas de vakver
eeniging vaak ook: iu een zaakje
van werkman tegen patroon heeft
volgens de idee van vele vakver-
eehigingen natuurlijk altijd de pa
troon ongelijk, en dus wordt
tegen den patroon partij gekozen!
Groote woorden, sofistische rede
neeringen en valsche voorstellingen
zijn gauw gevonden, en de „actie"
is aan den gang.
Dan trekt men van leer, dan
maakt men lawaai, dan schermt
men met publiciteit... en het pu
bliek, dat toch al heel gauw een
werkman gelijk geeft tegenover een
werkgever, denkt allichtdat zal
laar toch wel niet zoo beelemaal
in 't reine wezen!
Wij vragen nogmaals, is het won
der dat door zulke tactiek de vak
beweging door menig patroon met
geringschatting zelfs wordt be
ach uwd?
Advocaat van kwade zaken wordt
ze wel eens genoemd, en helaas
soms niet zonder reden.
Onze Nederlandsche vakbeweging
ïeeft mg te groeien, en nog U
ieeren. En ze kon zeer zeker spoedig
ook by de patroons komen op de
plaats waar ze door den economi-
schen groei der maatschappij staan
moet en eenmaal staan zalwanneer
ze zich maar hoedt voor de misbrui
ken die we zoo kortelings hier aan
gaven.
De vakbeweging moet staan on
der beproefde, ordelievende leiders,
die geen eigenbelang door en met
haar willen bevorderen.
Zij moet degelyk onderzoeken
wat zij op haar arbeidsveld vindt
te verrichten, en niet op stel en
sprong, onvoorbedacht en zonder
navraag, eiken arbeider steunen
die een grief heeft of meent te
hebben tegen zijn werkgever
Zij dient ook bescheiden te zijn,
en den hoogen toon te laten varen
die vooral de jeugdigen als in den
mond ligt bestorven, tot nadeel
der beweging en tot belachelijk-
making van henzelf.
Zij moet ten slotte worte^n in
hooger beginselen, waarmede ook
weer alles is samengevat wat we
in de hiergenoemde voorwaarden
hebben opgesteld.
Daarom is de vakbeweging op
Katholieken grondslag ook de meest
zekere, en geeft ze de beste waar
borgen.
Maar deze heeft dan ook de
duurstelverplichtingen, en een ver
breken daarvan wordt haar juist
't zwaarste aangerekend!
Algemeen Overzicht.
't Is curieus!
Terwijl de vredesconferentie in
allen vrede zit te beraadslagen, laait
overal de oorlog uit in verre ge
westen, en terwijl de afgezanten
der mogendheden van Europa over
vrede praten, zi ten de kabinetten
druk te redeneeren over oorlogs
toebereidselen.
Gelukkig niet onder elkaar!
Doch 't geldt dan toch een oorlog,
want men mag waarlijk de historie
van Marokko wel een oorlog
noemen
Er zijn nog een paar nadere
berichten over den aanval, dien
generaal Drude had af te slaan.
De correspondent van de „Figaro",
noemt dien een van de belangrijk
ste, die tot heden toe voorkwamen.
Vlak bij het Fransche kamp is
een hoogte, waarachter de Mooren
zich aan elke observatie kunnen
onttrekken. Een afdeeling Spain's
werd in den ochtend van den 18en
op verkenning uitgezonden en stond
onverwacht voor een talrijke schare
vijanden, die ze, ondanks den van
Drude gekregen last, aanviel. Het
bleek, dat de vijand plan had ge-
bad, een omtrekkende beweging te
naken en zoo Casablanca aan te
vallen.
Een compagnie tirailleurs werd
litgezonden om de Spahi's bii te
i aa n
Dp dat oogenblik stormden de Moor-
cclie ruiters van de hoogten met
Vare doodsverachting. De Spahi's,
24 in getal, staande tegenover 400
1 500 ruiters, hadden het zwaar te
verduren, want de tirailleurs kwa
men maar langzaam vooruit. Een
tweede compagnie volgt en eindelijk
komt ook een mitrailleuse in het
front.
Het eerste projectiel gaat af op
hetzelfde oogenblik, dat ook de
artillerie van de marine mee gaat
spreken.
In een oogwenk is de kracht van
de Marokkanen gebroken. Aan den
oostkant van liet gevechtsterrein
wierpen de Fransche troepen de
vijandelijke afdeelingen terug, wier
bedoeling was, de Fransche stelling
te -omsingelen. Tegen elf uur wa§
de strijd, die heel vroeg begonnen
was, zoowat geëindigd.
De oneenigheid tusschen de Fran-
schen en Spanjaarden, waarover we
gisteren spraken, neemt óók nog toe.
Ter,vijl de Franschen zwaar werk
deden, vertelt een correspondent,kon
men de Spanjaarden in de stad met
een sigaret in den mond zien staan
toekijken! Tegen 10 uur liet de
Spaansche bevelhebber aan Drude
vragen, of hij assistentie noodig
had. Drude antwoordde, dat „hij
niemand noodig had."
De Spaansche consul moet ver
klaard hebben, dat de houding van
den Spaanschen generaal hem leed
doet...
Men vraagt zich onwillekeurig af,
wat die Spanjaarden wel van plan
zijnEngeland of Duitschland zit
er achter, wordt hier en daar gezegd,
maar dat is toch niet denkbaar!
Intusschen wat zouden de Span
jaarden dan wel in Marokko komen
doen, als ze niet willen meewerken
met de Franschen? Het Spaansche
volk is sterk gekant tegen elke
militaire expeditie, dus zou het
kunnen wezen dat de regeering om
het volk te ontzien, zulke zonder
linge bevelen heeft gegeven. Maar
dat klopt dan weer niet met de
overeenkomst van Algeciras, die aan
Spanje mèt Frankrijk samen het
politierecht en daarmede ook den
poli tie-plicht in Marokko heeft ge
geven
Nog eens: 't is een zonderlinge
historie!
We hebben, behalve Marokko,
nog een paar „kwesties" vandaag
in ons overzicht na te gaan.
Daar is een Venezolaansche kwes
tie weer eens (de hoeveelste?) daar
is de Duitsch-koloniale opstand in
Zuidwest-Afrika, en meer nog.
Over deze volgt hieronder een
en ander.
Interessant en der vermelding
waard is intusschen óók een verkla
ring van Taft, den bekenden mi
nister van Oorlog in de vereenigde
Staten, die zooals men weet specu
leert op het presidentschap,als Roose
velt aftreedt.
Minister Taft heeft het gehad
over de Philipijnen.
Er liepen onlangs geruchten, dat
Japan de Philipijnen zou aankoo-
pen. Maar Taft, verklaarde voor
eerst dat bij zijn weten Japan vol
strekt niet het plan heeft, om de
eilanden aan te koopen; maar hij
kon tevens verzekeren, datdeVèl
eenigde Staten ze nooit zouden ver
koopen. De minister ging echte';.n
in zijn verklaring nog iets verde|
Hij besprak met groote openhartij I
heid de Philippijnsche kwestie e
verklaarde:
Amerika heeft te kiezen tussche
twee wegen. Of het moet de e
landen zoolang behouden, tot d
Filipinos behoorlijk in staat zij
een eigen regeering in te richtesj i
of het moet dadelijk aan de inbooi I
lingen heFbestuur over de eilandé
overgeven.
Aan een derde mogendheid dj
eilanden over te doen, onder welk:
voorwaarden ook, zal der Regeerin
der Ver. Staten niet invallen.
Taft concludeerde: de Philipijne
moeten zelfbestuur hebben.
Dat klopt ook met andere ui
latingen van Amerikaansche regei|
i4B£spersonen, die van 'i blok aa
het been dat deze eilanden zij;
zoo spoedig mogelijk af willen zij
Nu we toch over Amerik
spreken, een enkel woordje ovt
een curieuze zaak in San Francisc'
Daaruit hooren we nu warempi
dat de socielistische arbeid,
bonden zoowaar voor de vacatu
van burgemeestér, ontstaan do,
het in de gevangenis stoppen V£>
den aartsbedrieger en knoei'
Schmidt, als burgemeester aanb
velendezen zelfden Schmidt
De president van het arbeidei'
syndicaat achtte Schinidt, die tha:
in de gevangenis zit wegens wède'
rechtelijke ambtelijke handelinge^
een ideëel candidaat, die zoudra 1
beschikbaar zal zijn, d. w. z. als 1
de gevangenis heeft verlaten, ht'
kozen zal worden!...
Van de toestanden, die zulk e<
knoeierij mogelijk maken, hebbi
we hier gelukkkig geen t
grip-
Over den nieuwen oorlog in D u i't»
Zuid- Afrika, die de Duitsche
hebben te voeren, spraken we g.
teren al.
Ook over dien gevaarlijken Moreng,
die de aanvoerder is.
Het blijkt nu, dat de Engelsch-
Morenga in de Kaapkolonie geh
hebben, en dat hij daar moest bl
ven, maar dat hij ontsnapt is
Duitsch gebied en daar nu den 0(
log predikt.
De Engelschen zitten met c
ontsnapping, die de Duitschers vc
last geven zal, wel een beetje
de war.
In het Kaapsche parlement deel
Jameson er al een en ander ov
mede
Toen Morenga zich overgegev
had, werd hij ontwapend en ge
terneerd. Toen echter de vijan,
lijkheden in Duitsch-Afiika eind
den, kon de regeering hem n:
langer vasthouden. Duitschla
verlangde zijrl uitlevering, maar
Kaapsche regeering was niet
FEUILLETON.
onderbrak Roman in vollen ernst.
pet"
9709
el Ie
elk 1
16145
)0
4 655!
- 86471'
008543
7703'
9584
1498»
2942»
79996
70810
Tanv«
id vel'
«t \v;i'
•teeici'
NIEUWE HURLEKSCHE Ml
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem fl.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco "per post 1.65
Afzonderlijke nummers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.50 j!
Elke regel meer»".10 I
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
f3.70
is
(Speciaal voor dit blad bewerkt
BOEIENDE ROMAN
uit den jongsten Poolschen vrijheidsstrijd.
Naak het Duitsch van
GERD. VON OSTEN.
2)
Zij behoorde tot de laagste standen;
haar grove kleeding kon evenwel haar
opvallende schoonheid niet misvormen,
evenmin haar gevlochten schoenen de
sierlijkheid der kleine voeten.
Het loopen en de prikkeling van 't
oogenblik gaven aan het donkere oog
een vroolijke, vurige uitdrukking, en aan
de gebruinde wangen een hoogeren gloed.
Haar veyolger was een student van
Roman's jaren, toch scheen hij veel ouder
te zijn door die scherp geteekende trek
ken, die ietwat diepliggende oogen en
de uitdrukking van zijn gelaat. Een oogen
blik stonden beiden tegenover elkaar, de
eene misnoegd, vol van verwijten, de an
dere spotachtig en lichtzinnig.
Spoedig wendde hij den blik af. „Ex
cuus, broederEn daarna zei hij: „Ik
wi9t niet, dat gij de hupsche Anka hier
yerwachttetl" Waarom doet gij ook zoo
geheimzinnig, men zou je voor een halven
heilige„Ik verwachtte Anka niet!"
„Maar ik ben toch blij, dat ik toeval
lig gelegenheid heb haar bescherming te
bieden.
Betaamt deze handewijze voor een lid
van onzen bond? Vindt het vaderland in
lichtzinnige zonen de redders, waaraan
het zoo'n behoefte heeft?"
Thaddiius Linanowicz barstte in lachen
uit. „Wilt ge mij misschien van woord
breuk aanklagen, omdat ik een lief meisje
wilde zoenen?
„Ik kan het niet dulden, dat onze goede
zaak door onwaardige werktuigen bena
deeld wordt."
Thaddaus wierp uit zijn donkere
oogen een boosaardigen blik op den hoog
moedige. den trotschen deugdprediker.
„Het is een onvruchtbare kibbelarij,
waarmede we ons hier in laten. Ik vind
je bovendien te vervelend en geef als
oudere je toe.
„Tot vanavond."
Toen verdween hij in 't boscage.
Roman ging ontstemd op het gras der
helling liggen. Thaddaeus Limanowicz was
zoo begaafd jammer, dat zijn karakter
niet overeen kwam met de bekwaamhe
den van zijn geest! Het vaderland had
aan hem een krachtigen steun gehad.
Maar het verzette zich tegen Roman's
meening iemands privaat karakter van
zijn politieke geneigdheid en werkzaam
heid te scheiden.
Voor de bevrijding van 't vaderland
waren noodig reine harten, niet alleen
heldere koppen en sterke armen.
Jegens Thaddaus gevoelde hij immer
een soort van afkeer, zonder zich dit
goed te kunnen verklaren. Want als de
open, vrije blik van den jongen man dien
van anderen ontmoette, was er heelemaal
geen genoegzame grond voor dien afkeer.
Maar thans in zijn toorn vond hij dien
afkeer werkelijk toch gerechtvaardigd.
Het liefst zou hij'met Thaddaeus niets
meer uit te staan hebben.
Anka ging naar haar redder; vol schrik
zag zij bloed aan zijn voorhoofd. Het
wondje was weer opengegaan. Bezorgd
knielde 't meisje naast hem neder; droogde
de roode druppels met haar voorschoot
af en legde daarna er eenige fijngewreven
weegbreeblaren op, bij gebrek aan een
verband, en hield deze met de hand op
zijn voorhoofd vast.
Hij beschouwde hakr daarbij met alle
aandacht, haar reine gelaatsuitdrukking,
haar regelmatige trekken waren hem nog
nooit zoo opgevallen als heden mis
schien omdat zij bijna altijd angstig je
aankeek. De prikkeling van het oogen
blik gaf evenwel eerst het reoht boeiende
aan haar mooi gezichtje, toen kwam er
leven en geest in. Er zit anders gewoon
lijk «oo weinig geest, zoo weinig verstand
in een overigens volmaakt mooi mo
delletje van een jong meisje,'t arme kind
mist die verstandige opvoeding, die be
drijvigheid welke dikwijls een betrekkelijk
gewoon gezichtje nog zoo aantrekkelijk
maakt. Zonder deze toch zullen zelfs de
mooiste lijnen en schoonste tinten iemand,
die zijn ideaal zoekt in een mooi meisje
gewoonlijk koud laten. Het was een som
bere gedachte, die in Roman's brein op
kwam, de gedachte, dat 't noodlot het
arme meisje had toebedeeld met een op
vallende schoonheid, met een gave, waar
aan voor haar zooveel noodlottigs was
verbonden. Toch wilde hij haar immer
beschermen en behoeden voor elk ge
vaar. Of dat plan te verwezenlijken zou
zijn, daaraan dacht hij voorloopig n et;
hy' gevoelde slechts, dat zy hem na, zeer
na aan 't hart lag. Het was alsof hij haar
reeds van kindsbeen af gekend had, alsof
zijne min en hare moeder zusters waren
geweest.
Haar schamele kleeding, geheel en al
haar schoonheid onwaardig, stemde hem
bijkans droevig; hij zag in dat schoone
meisje de verpersoonlijking van zijn ya-
derland, dat hem ook geleek op een maagd
in de nederigste kleedij.
Weliswaar hielp zij hem om die onbe
duidende wond, maar toch deed het hem
goed. In hoe langen tijd had geen vrou
welijk wezen zich niet meer liefdevol om
hem bekommerd! Lang reeds, sinds zijn
moeder uit de ellende verlost was!
Zijn moeder! Een diepe smart drong
in zijn binnenste op. Een wees was hij
zeker door dien dood niet geworden. Want
op haar sterfbed had zij hem gezegd:
„Jou moeder is 't vaderland. Bemin het,
bescherm het, wanneer ge een man zult
geworde* zijn." Een woord, dat ieder
Poolsche moeder haren kinderen levend
of stervend inprent. Een woord, dat
het kind nimmer, of toch alleen slechts
hoogst zelden vergeet, omdat dat woord,
wanneer 't kind een man is geworden,
hem voert naar ellende en verbanning,
naar den nood en den dood.
Wat nemen die Poolsche vrouwen m
het maatschappelijk leven toch een heel
andere stelling in dan de Duitsche, even
zoo in de politiek.
Zonder hare, byna fanatiek geworden,
vaderlandsliefde zou het ongelukkige Po
len niet zoo gedurig de vruchtelooze
pogingen om zich te bevrijden herhaald
hebben.
De gebeurtenissen van vroeger rukten
weer al die diepe wonden in Roman's
hart open.
Hij dacht weer aan zijn vader, die tijdens
zijn verbanning gestorven was; aan zijn
moeder, die vader's dood niet lang over
leefde, en wier dood bovendien nog ver
haast werd door gebrek en ellende.
Over zijn eigen ontberingen bekommer
de hij zich weinig; dat waren slechts bij
zaken, hoe zwaar zij ook in den beginne
het verwende kind van 't keizerrijk
toeschenen.
Maar de tweede moeder onder wat
een zwaren druk zuchtte zij! Druk, in
dat was nog niet het goede, juist uitge
drukte woord.
Evenals het trotsche gespan van den
Russischen beambte het arme kind van
't volk nedersmakte, het overreed en heel
gewoon doordraafde, zoo sloeg ook 't
Ozarendom zijn volk neder in 't stof, liet
kleineerend en vernietigend.
Nooh zijn taal, noch zijn zeden, ja zelfs
zijn godsdienst liet men't volk niet meer
behouden de kerken werden omverge
worpen en de priesters werden verbannen
naar Siberië.
Maar welk* smartelijke herinneringen
aan het verledene en welke bittere ge
voelens uit het tegenwoordige ook op
wellen in 't hart van een jongen man:
er blijft toch in dit lrrt niet alleen een
genoegzame ruimte over voor de hoop
op betere tijden, maar ook voor de licht
zijden van 't oogenblik.
Daarvoor is het immers jong; het wendt
zich liever tot de toekomst dan naar het
verledene, het hecht zich eerder aan de
hoop dan aan de herinnering.
Het was Mei, zoowel in Roman's bin
nenste, als in de natuur. Een licht koeltje
speelde door de Wipfel.
Krachtig ritselden de teere blaadjes
van de populieren en lager gingen han
gen de dik bebladerde berkentwijgen,
vogelkoor gaf een concert in het bos.se
ge, en de lentebloemen in 't gras
spreidden hare milde, heerlijke geurë
De vreugde der lente, de zoete gewa
wording, die er in elke ziel ontstaat,
vatbaar is voor indrukken, vereende zi
met de zoete droomen der jeugd, me
plannen en voornemens; die ook gew;
wordingen zijn gewaarwordingen,
zoo dikwerf bedriegen en teleurstellen
Hoe heerlijk was de blik op de.sf.aci:
hare torens, op de hoogten daar rond
op de ruïnen van de oude grootvori
residentie die een dier hoogten, den 8
berg, omkransen op de Wilia, die c.
in zonneschijn badend, als zilver b
kerde en in de schaduwen der bergei
boomen zich tooide met het verruk)
lijke donkerblauw, met dezelfde klc.
als daarboven 't firmament, dat zich <i
deze landstresk uitstrekte.
Wat was de streek waar Romanier
toch heerlijk schoon 1 zoo schoon,'
zelfs de aanblik van gindschen slotko
achter het frissche groen van den c
gaarde op den duur de harmonie van
totalen indruk niet verstoren kon. P
de gedachte aan de Russische heerscha.
vermocht dat thans niet meer. Zijn va
land was niet'gedoemd tot een eeu l
slaafschhe'id —het kon, het moest
maal weer vrij wordenZoo had
hem dat van de wieg af geleerd
hoopte bij, dank zij de volle, wanne ge'
drift der jeugd.
.(Wordt vervolg