DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Voor Rechten Vrijheid! Kinderhuisvest 31-33, Haarlem BUITENLAND. BINNENLAND. V I DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1907. No. 6665, 32Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. I Hh De groentenmarkt. Algemeen Overzicht. Nieuwtjes in drie regels. Gemengde Berichten. FEUILLETON. I 1 I I I 1 HEINE HMRLEMSCHE C ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem fl.20 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65 Afzonderlijke nummersn 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËNO Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50 Elke regel meer94® Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Op het allerlaatste oogenblik is er een nieuwe verwikkeling gerezen in de zaak der groentenmarkt-verplaat- sing. De adresseerende groen tenhandelaars die allerlei bezwaren opperden, als ge- Vaar te water, langeren afstand, voor deel voor de lui uit Schoten e.d, heb ben den Raad niet kunnen overtuigen, dat het denkbeeld der groentenmarkt - Verplaatsing zoo kwaad zou zijn. Maar een hunner kwam toen op een lumineus idée. De groentenmarkt, zooals die nu is, kan niet blijven. Dat zag ook deze handige groenten- koopman in! Maar laten we dan, zoo stelde hij voor, niet de plaats, maar den tij a Van de markt veranderen! En groentemarkt houden 's morgens Voor achten, als de electrische tram, die een der grootste bezwaren is, nog niet rijdt!. Dat leek op 't eerste gezicht zoo eenvoudig, als de oplossing der kwestie over het ei van Columbus, Dat leek bevrediging van beidt partijen. En de heer Groot vloog er dan ook, gisteren in den Raad, glad in! Toch meenen we, dat alleen opper vlakkige beschouwing leiden kan tot aanneming van dit voorstel. De electrische tram is dan toch in lange niet het eenige bezwaar, dat tegen de groentemarkt op haar tegen woordige plaats spreekt? En de Koudenhorn is toch niet dk&rom alleen ingericht met groote kosten tot een uiterst geschikt markt terrein, omdat er geen electrische tram loopt Wil men een vroege groentenmarkt men kan het probeeren. Wij voor ons achten dat voor de kooplui mis schien eenig voordeel, voor het publiek zeker een nadeel. Maar een proef voor «enigen tijd zal niet schaden. Doch dat men dan die proef neme aan den Koudenhorn Een vroeg-markt v66r acht uur en de plaats van de groentenmarkt, zijn twee zoo ongelijksoortige zaken, dat ze slechts gecombineerd kunnen Worden door een belanghebbende, die Fet eerste gebruikt om in 't tweede z'n zin te krijgen. Wij voor ons blijven daarom ten sterkste verklaren voor de verplaatsing der markt. En tegen een verwarring en een dooreen-mengen van de verplaatsings kwestie met die geheel andere, zelf standige vraagwelk uur zou voor een groentenmarkt het meest geschikt zijn? Al is de stemming tusschen de mogendheden en tusschen de vor sten van Europa in den jongsten tijd veel verbeterd, Marokko is op 't oogenblik toch zoowaar bezig om roet in het eten te gooien! Men weet het we hebben er op deze plaats al een paar maal over gesproken dat er althans in Marokko zelf een beetje dis harmonie schijnt te wezen tusschen de Spanjaarden en de Fransehen. De Franschen zijn vol vuur, vechten en vallen aan, de Span jaarden houden zich achteraf. De Duitsche bladen en de Duitsche correspondenten grijpen dezehistorie aan, om op de Franschen eens flink af te geven. Zelfs zijn er, die weer ronduit de reeds verleden week door ons mee gedeelde gevolgtrekking lanceeren, dat Frankrijk deze heele historie expresselijk heeft uitgelokt om vasten voet te krijgen in Marokko. Zoo zegt men op gezag van Duitsehe berichtgevers, in Duitsch- land al vrij algemeen, dat de bezet ting van Casablanca en de daarbij ontstane vechtpartij eenvoudig door de Franschen vooraf is beraamd, dat het eerste schot ook van Fran- sche zijde is gelost En wat de tweede aanval op de Fransche stellingen te Casablanca aangaat, wordt al dezelfde opmer king gemaakt Generaal Drude zou 't er om gedaan hebben, zou althans de Mooren tot den strijd hebben ge lokt. Dat leggen de Duitschers dan uit als volgt: Drude zond expres een veel te kleine afdeeling, één kapitein met 60 Spahis, op verkenning uit. Dit kleine getal gaf den Marok- nanen moed; een 2000-tal ruiters rukten aan, en poogden de Spahis te omsingelen. Deze trokken terug en nu werden de Marokkanen on der vuur genomen door de Spahis, de scherpschutters en door de jagers. Ten slotte kwam geschut aanrijden, waarna de Arabieren op de vlucht gingen. De „Voss. Ztg." zegt naar aan leiding hiervan: „Dit is eenvoudig een door de telegrammen verbloem de moordpartij, die daar voor de oogeu der beschaafde wereld werd afgespeeld. En een ander Duitsch blad vertelt „Wij Duitschers vertrouwen op het woord van onzen Keizer „Casa blanca zal nog van mij hooren" wij hopen, dat dit keizerlijk woord geen holle klank is, en dat het den Duitschers een krachtige en gerecht vaardigde ondersteuning toezegt. „Thans waait de Fransche drie kleur van het gouvernementsgebouw en thans is het voor de Duitsche diplomatie zaak, de Duitsehe koo] - lieden te beschermen tegen de ver liezen, die van het Fransche optredei, het gevolg zijn, en voor den Duit sclien handel in Marokko de deu. open te houden Zooals men ziet; 't wantrouwen tegen Frankrijk is grootmen ziet wel dat de Fransche koloniale partij met welgevallen de ontwikkeling der gebeurtenissen volgt en men zegt in Duitschland, dat deze partij wenscht een veldtocht, die moet uitloopen op de verovering'! van Marokko 1 Zeker is het, dat er in Frankrijk zijn die zóó denken. Maar of de regeering zoo denkt dat zal de vraag nog zijn Wat den toestand in het overig* deel van Marokko aangaat: de regeeringen van Engeland, Frank rijk, Spanje en Duitschland hebben al aan haar consuls te Fes, de heofdplaats van het land, toegestaan zich, in geval van nood, met alle landgenooten uit die plaats te ver wijderen. En de heele Fransche kolonie te Fez heeft voorzichtigheidshalve op raad van den consul reeds de stad verlaten De Fransche militairen zullen in- tusschen nog te Fez blijven. Dat duidt erop, dat de toestand hoe langer hoe erger wordt. Naar 't heet is bovendien de broer van den Sultan, Moelai Hafid, die in Zuid-Marokko tot sultan is uitgeroepen, met 6000 man en ge schut op weg naar Casablanca, om de Franschen ook aan te vallen Om nu van Marokko eindelijk eens af te stappen, nemen we dan ineens maar een grooten stap en gaan over naar Amerika. Gisteren vertelden we wat van den minister Taft, die speculeert op Roosevelt's baantje als president, wanneer die aftreedt. Taft laat tegenwoordig wèl van zich spreken I Hij redevoert, dat 't zelfs de Amerikanen verwondert, zóó vaak, en dat wil in Amerka nog al wat zeggen. En daarbij is hij van plan (en trouwens reeds op weg) om een diplomatieke reis om de wereld te maken. M9n vraagt zich nu af, wat daar weer achter zou zitten. De op zichzelf geenszins onaan nemelijke veronderstelling, dat Taft met zijn groote reis enkel beoogt zichzelf en zijn kansen als presi- dentscandidaat op den voorgrond te plaatsen, komt velen onvoldoende voor. Men zoekt er wat meer en wat anders achter. Trouwens, het reisplan van den minister van oorlog is zoo breed en gewichtig van opzet, dat inderdaad de vraag moet rijzen „met welke gewichtige internationale zending kan Taft belast zijn?" De minister zal, na de Filippijnen bezocht te hebben, een onderhoud hebben met den keizer van Japan te Tokio, met den keizer van China te Peking, met keizer Wilhelm U Berlijn en met koning Eduard ti Londen. Vermoedelijk zal ook me Russische en Fransche mannen vai beteekenis worden geconfereerd. Waarover die conferenties zullei loopenj? Het wordt nieF'gemeld. En in Amerika schijut^men hel óók niet tejweten. Nog wat over Amerika. Gisteren spraken we nog over de corruptie, die in San Francisco heersckte en die geleid heeft het de veroordeeling van den burgemees ter Schmidt. Het blijkt echter, dat zelfs New- York niet vreemd daarvan is. Naar een officieel onderzoek uitwees, is door den chef der politie in New- York geconstateerd, dat de New- yorksche politie per jaar 10 a 12,000,000 gulden opsteekt, als be taling voor het oogluikend onge moeid laten van de exploitanten van speelholen en andere, nog min der fatsoenlijke inrichtingen I 'n Lief land De algemeene staking in Ant werpen is afgekondigd. Alleen Engel- schen werken in 't dokbedrijf. Keizer Wilhelm zal zijn minister van oorlog meenemen bij het bezoek aan Engeland. Weer een vorstenontmoeting in 't zicht: de koning Edward en Victor Ema nuel, bij vlootmanoevres [nabij Sicilië. De koning van Siam vertoeft nu in Parijs. Gisteren bracht hij president Fallières 'n bezoek te Rambouillet. Clemenceau heeft gisteren in Ma- rienbad met koning Edward gedejeu neerd. Vriendelijkheden wederzijds! De Schotsche Landwet is door de Engelsche regeering, uit vrees voor obstructie, ingetrokken. Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besluit is benoemdtot notaris binnen het arr. Zutijhen, ter standplaats Apeldoorn, jhr. W. Bas Backer, vroeger notaris te Zwolle, thans gemeente-ontvanger te Apel doorn tot ingenieur bij de Staatsmijnen in Limburg de tijdelijke ingenieur L. Davidson voor het tijdvak van 1 Septem ber 1907 tot en met 31 Augustus 1908, tot leeraar aan de Rijks- H. B. S. te Zwolle, H. van Cleeff, lee raar aan de H. B. S. te Apendoorn, met vergunning om te gelijken met zijne betrekking van leeraar aan de Rijks- H. B. S. te Zwolle die van leeraar aan H. B. S. te Apeldoorn te bekleeden; voor het tijdvak van 1 Septem ber 1907 tot en met 31 Aug. 1908 tot leeraar aan de Rijks- H. B. S. te Middelburgdr. H. A. W. van Ier Vecht, leeraar aan het gymna sium aldaar; M. van Breen, leeraar aan de Rijks- H. B. S. te Goes, en D. Kruyder, tijdelijk leeraar aan de Rijks- H B. S. te Middelburg, met machtiging aan dr. II. A. W. van der Vecht yoornoemd, om de betrek king van leeraar aan het gymna sium te Middelburg gelijktijdig te bekleeden met die van leeraar aan Rijks- H."B, S. aldaar; tijdelijk tot leerares aan de Rijks- H. B. S. te Sappemeer, mej. I. A. Thomése, te 's Gravenhage. Aan den Commissaris der Koning in in de provincie Zeeland, mr. H. J. Dijckmeester is vergunning verleend tot het aannemen van de versierselen van groot officier der Leopolds-orde; waartoe hij door Z. M. den Koning der Belgen is be noemd. De Landbouw Tentoonstelling te 's-Gravenhage. Men behoeft niet bevreesd te zijn dat er in September a.s. niets te doen zal wezen al mag er geen vee komen. Het hoofdbestuur heeft een aller aardigst plan opgevateen wedstrijd van oogst- en groetewagens. Zoo iets is, meenen we, nieuw voor ons land, maar men mag er bet aardigste van verwachten. Automobielgevaar. Mr. G. J. Salm, te Amsterdam, schrijft n de „Nieuwe Ct. o.a. De eenige remedie, welke ra. i. nog kan worden toegepast, is deze de wetgever bepale, dat elke auto mobiel moet voorzien zijn vaneen toestel, hetwelk het rijden met een groolere snelheid dan bijv. 40K.M, per uur absoluut onmogelijk maakt! Een toestel dus in den zin van de bekende balsnelheidsregulateur bij stoommachines. Reeds nu bestaan, om een enkel voorbeeld te noemen, uitvoerige bepalingen op het stuk van veiligheidskleppen op stoom ketels: in het belang van gebrui kers en omwonenden. Zóó moeten, in het belang van gebruikers en voorbijgangers, dergelijke bepalin gen in het leven worden geroepen betreffende een automatische rem aan automobielen. De technische bezwaren zijn gering; zelfs een leek kan zich verschillende systemen denken: verbetering van den voor de onsteking benoodigden stroom, afsluiting der bezine-toevoej, direct remmen. Ik geef het denkbeeld ter over weging, voornamelijk omdat het mijn vaste overtuigiug is, dat ver- eenïgingen in deze niets kunnen uitrichten, dan ophitsen en eigen richting aanprijzen. Baldadigheid. Te Rotterdam hebben baldadige jongens brand ge sticht in een hooischelf van 10,000 kilogram, staande op bet terrein van de wedrennen op Woudenstein en toe- behoorende aan W. Zuidmeer an J. Allemanskinderen. De jongensnamen terstond daarop de vlucht. De brand werd door twee spuiten gebluscht; het hooi was echter geheel onbruikbaar geworden. De nabijgelegen renstallen cf „boxes" verkeerden in gevaar en moesten ont ruimd worden. Afgekeurde visch. Te Kam pen werden in den laajtsten tijd her haaldelijk partijen schel visch uitlJmui- den algez.mden, door den stadskeur- meester voor het verbruik afgekeurd en in den grond gestopt. Gisteren waren het zeven manden met schar,per stoomboot uit Urk aap- gebracht en mede voor de rookerjjèn bestemd. Ook deze visch werd óp 'tje gebruikelijke wijze vernietigd. Eep teleurgestelde karn ton t c h t e r. De Kantongerechtzifting te Wageningen nam gister een uxfr later aanvkng dan aangekondigd was. Oorzaak daarvan was, dat de ambte naar van het Op. Min., die te Arnhem woont, te Ede de aansluiting gemist had met de stoomtram, die vertrok ken was vóórdat de trein aankwam. Naar aanleiding daarvan uitte de ambtenaar bij den aanvang der zitting een woord van protest tegen de hoogst treurige wijze waarop de Staatsspoor- wegmaatschappij de belangen van het publiek behartigt. In het openbaar wensèhte spreker aldus tevens1 te be wijzen op de toenemende verontacht- zaming van de door de Regeering vast gestelde dienstregeling. Ernstig ongeluk op Zorg vliet. Een ernstig ongeluk is gis teren gebeurd op het terrein van het Vredespaleis. Vijf werklieden waren onder toe zicht van een opzichter den gehee- len ochtend bezig geweest om den muziekkoepel af te breken. Toen het ongeluk gebeurde, was de op zichter juist de stad in om gereed schappen te halen. Vermoed wordt dat door het ondergraven van de hoofdbogen en het betongevaarte, dat ruim 12 M. hoog was, zijn steun hééft verloren en door het rukken uit verband was gescheurd. De werk lieden hebben blijkbaar niet ver moed dat het gevaarte daardoor reeds zoodanig verzwakt was dat Voor instorten gevaar dreigde. Al thans op het oogenblik dat de schelpvormige koepel inéén stortte, moeten 2 werklieden zich boven op den koepel bevonden hebben en de drie anderen er onder. Plot seling scheurde het bovengedeelte van de betonschelp en met donde rend geraas stortten de beide helf ten ineen, in hun val medesleurend en bedelvend onder puin en beton- massa's de 5 werklieden. Een der werklieden, die boven op den koe pel had gezeten, werd bij het voorover vallen van het gevaarte een eind weggeslingerd en viel du3 in het vrije veld. Zijn toestand is 't minst ernstig. Maar de toestand van zijn kameraden die onder de ineenge storte kap lagen, was allertreurigst. Het opruimen van de beton- massa's waarbij brandweermannen en personeel van de gemeentewerf, geholpen door vele rappe handen, ijverig werkzaam waren, eischte ontzaglijk veel moeite, maar boven dien ook groote zorg en behoed zaamheid in het belang van de bedolven om hulp roepende werk lieden. Door 'het schoren met palen en Het gebruik maken van windassen, slaagde men er ten slotte in een deel van het puin, waaronder de slachtoffers bekneld lagen, weg te (Speciaal voor dit blad bewerkt). BOEIENDE ROMAN Uit den jongsten Poolschen vrijheidsstrijd. Naar het Duitsoh van GERD. VON OSTEN. 3) Had Griekenland zich ook niet vrijge maakt der eeuwenlange Turksche heer schappij, had ook België zich niet losge maakt van Nederland Dikwijls wenschte hij, dat hij vijftien jaar vroeger ter wereld was gekomen. Als kind van vijf jaren schreide hij heete tranen, dat hy te klein was om mee op te trekken ten strijde, Met vroolyken trotsoh en met den diepsten weemoed tevens drukte zijn moe der toen haar eenigen zoon aan haar '•Qrst, hem troostend en hoop gevend op de toekomst. Dan zal ook hij, zooals vader, bloedverwanten en vrienden nu, door een geliefde vrouw gewapend, het vurige ros bestijgen en voor de vrijheid ten strijde trekken wanneer de tijd zal z(jn gekomen, dat zyn zwakke arm, die vroeger tevergeefs trachtte zijns vaders sabel te zwaaien, sterk genoeg zal zjjn om de zware wapens te hanteerenwanneer zijne vrienden en magen op den zolder I zullen gaan staan om ook hem een laat- sten groet to» te roepen, zooals vroeger zijn 1 moeder en hij zelf ook, de teere knaap zijn vader een „Leefwel" toewuifden. En daarna knielden zij dan neder, hieven de gevouwen handen ten Hemel, richtten de tranende oogen en kloppende harten tot God en de H. Maagd, Polen's Bescherm vrouwe. Dan smeekten zij vurig in het gebed, dat God hun wapens zou zeeg'nen. „Dan zullen er toch geen vijanden meer overblijven!" onderbrak hij 't gebed vol kindeiïjjke vrees. „Vader zal ze toch allen dooden met zijn groote sabel," meende hij. Moeder stelde hem dan gerust met een liefdevol lachje, maar haar weemoed be sefte hij toen nog niet. Zij verzekerde dan, dat er voor zijn zwaard genoeg vijanden zouden over blijven, misschien zou hij zelfs al te veel vijanden voor zich vinden. „Te veel?" vroeg hij; „hoe meer, hoe beter Klaar en zonnig in de levendigste kleu renschittering stond dat uitrukken nog voor zjjn geest en toch was het reeds ge schied op een donkeren herfstdag in het late najaar van 1830. In donkere rouwsluiers gehuld, lachte hem daarentegen de heldere zomerdag toe, waarop vader, als banneling, de opstand was verlorenvoor altijd afscheid nam van zijn vrouw en kind iets, wat de kleine heelemaal niet kon of wilde begrijpen. Maar, toen dat ongelooflijke dan een maal door den knaap beseft en begrepen werd, hoe hartstochtelijk en hoe vurig had de knaap er zich toen op beroemd, dat hij eens het vruchteloos gebleven ge vecht weer zou opnemen! En hoe dik wijls had Roman sindsdien die belofte hernieuwd I Nu was hij volwassen, zijn arm sterk ,'enoeg om 't zwaard te hanteeren de gelegenheid niet meer zoo veraf. Het was niet zoo, zooals hij in kinder rijke onnoozelheid gemeend had, dat er <een vijanden voor hem zouden over blijven; er waren er nog genoeg, zooals Moeder hem dat voorspeld had. Hij begreep het nu, waarom zij vroeger zoo weemoedig, glimlachte. Maar te veel, neen, te veel wkren er nochtans niet! Want voor een negentienjarigen jonge man bestaat er bijna nimmer een onver winbaren vijand, al is diens overmacht ook nog zoo beduidend. Wel bevond zich zijn volk in een niet minder verschrikkelijken toestand, als het arme kind onder de hoeven der paarden van den Russischen waardigheidsbekle der. Maar zooals dat kind ongedeerd voor de paarden weggetrokken werd, zoo kan men immers ook den nood en 't gevoel van iedereen afwenden. En hij zelf zal daarvoor niet minder in de weer zijn dan bij dat kleine voorval, zijn leven, zijn bloed, al zijn gedachten, zijn geheele persoon zonder aarzelen wilde hij volgaarne opofferen voor dat ééne groote doel. Er moest nog zooveel ge wroken worden voor zich, voor de zijnen, zijn volk en zijn landl Het is te begrijpen, dat de rol lang niet van de kleinste was, die hij zich bij den opstand toebedeelde. Zijn grootvader was een beroemd gene raal geweest in den verwoeden krijg om de nationale onafhankelijkheid tegen het einde deryorige eeuw zijn vader was de ziel van den Lithauer opstand tegen grootvorst Konstantün.Alle andere leden zjjnerfamilie waren wakkere stryders voor ae vrijheid, hoewel niet iedereen zoo gelukkig was, om voor de wereld uit te schitteren. Eeuwen lang werd in de geschiedenis van zijn volk op een roemvolle wijze ge wag gemaakt van den naam Sieniawski. Maar, de laatste spruit uit het roem volle geslacht wilde allen roem, alle ver diensten zijner voorvaderen vereenigen, om ze ofwel als een erfstuk te schenken aan zijn nageslacht, of wel om ze bij de graven der heengeganen neder te leggen. Overwinning of dood! Iets anders kan men zich niet voorstellen op 19 jarigen leeftijd. Overwinning en vrijheid, daar re kende hij vast op. En zelfs wanneer hij zou komen te vallenhoe heerlijk zou de heldendood voor de vrijheid zijn, gelijk aan het hoogste goed, dat de overmoed der jeugd zich kan voorstellen onster felijke roem. Wanneer hij zal uittrekken, dan zal zeker niemand hem met betraande oogen nastaren, niemand hem groetend met den zakdoek nawuiven en na den laatste groet biddend nederknielen. Maar ook deze ge dachte verkoelde ziin geestdrift niet, ver hoogde en verheerlijkte slechts een weinig zijn weemoed, zooals de heldere maan lichtglans een landschap soms een mooier aanzien geeft dan het helderste zonnelicht. De zegen der stervende moeder bleef hem immer bij; ook de moeder van den knaap, dien hij vandaag gered had, zij knielde zeker dikwijls bij de poort neer, die Ostra Brama heet, in de kapel, waar in een Lievevrouwenbeeld stond, dat uit de grijze oudheid nog bewaard was. Maar misschien was er toch iemand, die hem bij het scheiden met betraande oogen zou toewuiven, voor hem zou bid den. Anka misschien? Hoe stil en aandach tig sprak zij haar woorden uit: vandaag en altijd, toen hij haar sprak! En hij sprak graag tot haar over zijn droomen en wenschen, over zijn verwaclitigen en ideeën, zelfs over zijn voornemens en plannen, zij stoorde hem niet door geen tegenwerping, geen tegenspraak, geen kwetsende, alledaagsche, maar toch nuch tere bemerking, zooals zelfs zijn beste v ienden en makkers, zijn medestrijders hem die maakten. Vast en onafgebroken waren hare oogen, die wonderbare, diepe oogen op zijne lip pen, gevestigd. En wanneer dan zijn eigen blik, zich afwendend van het schoone landschapstafreel daar rondom zich heen, overging als het ware in een droom naar herinneringen of toekomstidealen, dan hechtte die blik zich onbewust op die reine, (kinderlijk onschuldige, trekken. Hij wist en dacht er niet aan, dat de onopgevoede, verwaarloosde dochter van den lijfeigene hem niet verstaat, hem niet verstaan kon, dat zij slechts luisterde naai den weeken toon zyner stem, die tot in haar harte doordrong, terwijl de woorden voor haar onontwikkelden geest veel te hoog waren. En zelfs al wist hij dat misschien had hij dan in zijn vervoex-ing toch doorgesproken. Er zijn oogenblikken in het leven, waarin men zijn opgekropte, overvolle hart moet uitstorten en opluchten door te spreken, om het even of er ontwikkelde nienschen, die die woorden kunnen begrijpen, naar luisteren of niet; er zijn oogenblikken, waarin de verbeeldingskracht zelfs zoover gaat, dat zij den dooden 't leven, en de zielloozen een ziel kan schenken. I I i 1 II. Middelerwijl bevonden zich in een der vele hutten, nabij den diergaarde, een man met zijn vrouw. Zij beiden deden gedurig een geduchten aanval op een flesch brandewijn. „Anka is zeker dien mijnheer Roman weer tegen het lijf geloopen. Dat je me toch niet toegeeft, dat dat in de toekomst misloopt en dat ge in het algemeen niet meer op dat meisje past!" mopperde hij. Zij keek hem verwonderd aan. „Heilige Moeder Gods van Ostra Brama „Wat hebt gij dan tegen mijnheer Ro man „Hij is arm, Anka is een mooi meisje i geworden, moeier, dan men dat verwach ten zou van onze kinderenis het niet zoo, oudje?" Er vertoonde zich een lachje op haar dom uitziend gelaat. „Of zij mooi gewoi-den isEn met'den dag wordt zij nog mooier. De menschen blijven op straat voor haar staan, als ze voorbijgaat, en niet alleen doodgewone menschen, maar pas geleden nog zelfs de jonge graaf „Onze jonge graaf? ziet ge, dat het met mijnheer Roman heelemaal niets gedaan is? Ja, als hij zijn goederen nog had!" «Hij zal ze evenwel wel weer krijgen, als de goede Heiligen hem zullen bijstaan." „O, maar dat kan lang duren langer, dan Anka's gezichtje glad en blank zal blij en. i! 31 (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1