DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Voor Rechten Vrijheid!
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
V
I
DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1907.
No. 6665, 32Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
I
Hh De groentenmarkt.
Algemeen Overzicht.
Nieuwtjes in drie regels.
Gemengde Berichten.
FEUILLETON.
I 1
I I
I
1
HEINE HMRLEMSCHE C
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem fl.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65
Afzonderlijke nummersn 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËNO
Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer94®
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Op het allerlaatste oogenblik is er
een nieuwe verwikkeling gerezen in
de zaak der groentenmarkt-verplaat-
sing.
De adresseerende groen tenhandelaars
die allerlei bezwaren opperden, als ge-
Vaar te water, langeren afstand, voor
deel voor de lui uit Schoten e.d, heb
ben den Raad niet kunnen overtuigen,
dat het denkbeeld der groentenmarkt -
Verplaatsing zoo kwaad zou zijn.
Maar een hunner kwam toen op een
lumineus idée.
De groentenmarkt, zooals die nu is,
kan niet blijven.
Dat zag ook deze handige groenten-
koopman in!
Maar laten we dan, zoo stelde hij
voor, niet de plaats, maar den tij a
Van de markt veranderen!
En groentemarkt houden 's morgens
Voor achten, als de electrische tram,
die een der grootste bezwaren is, nog
niet rijdt!.
Dat leek op 't eerste gezicht zoo
eenvoudig, als de oplossing der kwestie
over het ei van Columbus,
Dat leek bevrediging van beidt
partijen. En de heer Groot vloog er
dan ook, gisteren in den Raad, glad
in!
Toch meenen we, dat alleen opper
vlakkige beschouwing leiden kan tot
aanneming van dit voorstel.
De electrische tram is dan toch in
lange niet het eenige bezwaar, dat
tegen de groentemarkt op haar tegen
woordige plaats spreekt?
En de Koudenhorn is toch niet
dk&rom alleen ingericht met groote
kosten tot een uiterst geschikt markt
terrein, omdat er geen electrische tram
loopt
Wil men een vroege groentenmarkt
men kan het probeeren. Wij voor
ons achten dat voor de kooplui mis
schien eenig voordeel, voor het publiek
zeker een nadeel. Maar een proef voor
«enigen tijd zal niet schaden.
Doch dat men dan die proef neme
aan den Koudenhorn
Een vroeg-markt v66r acht uur
en de plaats van de groentenmarkt,
zijn twee zoo ongelijksoortige zaken,
dat ze slechts gecombineerd kunnen
Worden door een belanghebbende, die
Fet eerste gebruikt om in 't tweede
z'n zin te krijgen.
Wij voor ons blijven daarom ten
sterkste verklaren voor de verplaatsing
der markt.
En tegen een verwarring en een
dooreen-mengen van de verplaatsings
kwestie met die geheel andere, zelf
standige vraagwelk uur zou voor een
groentenmarkt het meest geschikt zijn?
Al is de stemming tusschen de
mogendheden en tusschen de vor
sten van Europa in den jongsten
tijd veel verbeterd, Marokko is
op 't oogenblik toch zoowaar bezig
om roet in het eten te gooien!
Men weet het we hebben er
op deze plaats al een paar maal
over gesproken dat er althans
in Marokko zelf een beetje dis
harmonie schijnt te wezen tusschen
de Spanjaarden en de Fransehen.
De Franschen zijn vol vuur,
vechten en vallen aan, de Span
jaarden houden zich achteraf.
De Duitsche bladen en de Duitsche
correspondenten grijpen dezehistorie
aan, om op de Franschen eens flink
af te geven.
Zelfs zijn er, die weer ronduit de
reeds verleden week door ons mee
gedeelde gevolgtrekking lanceeren,
dat Frankrijk deze heele historie
expresselijk heeft uitgelokt om
vasten voet te krijgen in Marokko.
Zoo zegt men op gezag van
Duitsehe berichtgevers, in Duitsch-
land al vrij algemeen, dat de bezet
ting van Casablanca en de daarbij
ontstane vechtpartij eenvoudig door
de Franschen vooraf is beraamd,
dat het eerste schot ook van Fran-
sche zijde is gelost
En wat de tweede aanval op de
Fransche stellingen te Casablanca
aangaat, wordt al dezelfde opmer
king gemaakt
Generaal Drude zou 't er om
gedaan hebben, zou althans de
Mooren tot den strijd hebben ge
lokt.
Dat leggen de Duitschers dan
uit als volgt:
Drude zond expres een veel te
kleine afdeeling, één kapitein met
60 Spahis, op verkenning uit.
Dit kleine getal gaf den Marok-
nanen moed; een 2000-tal ruiters
rukten aan, en poogden de Spahis
te omsingelen. Deze trokken terug
en nu werden de Marokkanen on
der vuur genomen door de Spahis,
de scherpschutters en door de jagers.
Ten slotte kwam geschut aanrijden,
waarna de Arabieren op de vlucht
gingen.
De „Voss. Ztg." zegt naar aan
leiding hiervan: „Dit is eenvoudig
een door de telegrammen verbloem
de moordpartij, die daar voor de
oogeu der beschaafde wereld werd
afgespeeld.
En een ander Duitsch blad
vertelt
„Wij Duitschers vertrouwen op
het woord van onzen Keizer „Casa
blanca zal nog van mij hooren"
wij hopen, dat dit keizerlijk woord
geen holle klank is, en dat het den
Duitschers een krachtige en gerecht
vaardigde ondersteuning toezegt.
„Thans waait de Fransche drie
kleur van het gouvernementsgebouw
en thans is het voor de Duitsche
diplomatie zaak, de Duitsehe koo] -
lieden te beschermen tegen de ver
liezen, die van het Fransche optredei,
het gevolg zijn, en voor den Duit
sclien handel in Marokko de deu.
open te houden
Zooals men ziet; 't wantrouwen
tegen Frankrijk is grootmen ziet
wel dat de Fransche koloniale partij
met welgevallen de ontwikkeling
der gebeurtenissen volgt en men
zegt in Duitschland, dat deze partij
wenscht een veldtocht, die moet
uitloopen op de verovering'! van
Marokko 1
Zeker is het, dat er in Frankrijk
zijn die zóó denken.
Maar of de regeering zoo denkt
dat zal de vraag nog zijn
Wat den toestand in het overig*
deel van Marokko aangaat: de
regeeringen van Engeland, Frank
rijk, Spanje en Duitschland hebben
al aan haar consuls te Fes, de
heofdplaats van het land, toegestaan
zich, in geval van nood, met alle
landgenooten uit die plaats te ver
wijderen.
En de heele Fransche kolonie te
Fez heeft voorzichtigheidshalve op
raad van den consul reeds de stad
verlaten
De Fransche militairen zullen in-
tusschen nog te Fez blijven.
Dat duidt erop, dat de toestand
hoe langer hoe erger wordt.
Naar 't heet is bovendien de
broer van den Sultan, Moelai Hafid,
die in Zuid-Marokko tot sultan is
uitgeroepen, met 6000 man en ge
schut op weg naar Casablanca, om
de Franschen ook aan te vallen
Om nu van Marokko eindelijk
eens af te stappen, nemen we dan
ineens maar een grooten stap en
gaan over naar Amerika.
Gisteren vertelden we wat van
den minister Taft, die speculeert op
Roosevelt's baantje als president,
wanneer die aftreedt.
Taft laat tegenwoordig wèl van
zich spreken I
Hij redevoert, dat 't zelfs de
Amerikanen verwondert, zóó vaak,
en dat wil in Amerka nog al
wat zeggen.
En daarbij is hij van plan (en
trouwens reeds op weg) om een
diplomatieke reis om de wereld te
maken.
M9n vraagt zich nu af, wat daar
weer achter zou zitten.
De op zichzelf geenszins onaan
nemelijke veronderstelling, dat Taft
met zijn groote reis enkel beoogt
zichzelf en zijn kansen als presi-
dentscandidaat op den voorgrond
te plaatsen, komt velen onvoldoende
voor.
Men zoekt er wat meer en wat
anders achter.
Trouwens, het reisplan van den
minister van oorlog is zoo breed en
gewichtig van opzet, dat inderdaad
de vraag moet rijzen „met welke
gewichtige internationale zending
kan Taft belast zijn?"
De minister zal, na de Filippijnen
bezocht te hebben, een onderhoud
hebben met den keizer van Japan
te Tokio, met den keizer van China
te Peking, met keizer Wilhelm U
Berlijn en met koning Eduard ti
Londen. Vermoedelijk zal ook me
Russische en Fransche mannen vai
beteekenis worden geconfereerd.
Waarover die conferenties zullei
loopenj?
Het wordt nieF'gemeld.
En in Amerika schijut^men hel
óók niet tejweten.
Nog wat over Amerika.
Gisteren spraken we nog over
de corruptie, die in San Francisco
heersckte en die geleid heeft het
de veroordeeling van den burgemees
ter Schmidt.
Het blijkt echter, dat zelfs New-
York niet vreemd daarvan is. Naar
een officieel onderzoek uitwees, is
door den chef der politie in New-
York geconstateerd, dat de New-
yorksche politie per jaar 10 a
12,000,000 gulden opsteekt, als be
taling voor het oogluikend onge
moeid laten van de exploitanten
van speelholen en andere, nog min
der fatsoenlijke inrichtingen I
'n Lief land
De algemeene staking in Ant
werpen is afgekondigd. Alleen Engel-
schen werken in 't dokbedrijf.
Keizer Wilhelm zal zijn minister
van oorlog meenemen bij het bezoek
aan Engeland.
Weer een vorstenontmoeting in 't
zicht: de koning Edward en Victor Ema
nuel, bij vlootmanoevres [nabij Sicilië.
De koning van Siam vertoeft nu
in Parijs. Gisteren bracht hij president
Fallières 'n bezoek te Rambouillet.
Clemenceau heeft gisteren in Ma-
rienbad met koning Edward gedejeu
neerd. Vriendelijkheden wederzijds!
De Schotsche Landwet is door
de Engelsche regeering, uit vrees voor
obstructie, ingetrokken.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besluit is benoemdtot
notaris binnen het arr. Zutijhen, ter
standplaats Apeldoorn, jhr. W. Bas
Backer, vroeger notaris te Zwolle,
thans gemeente-ontvanger te Apel
doorn
tot ingenieur bij de Staatsmijnen
in Limburg de tijdelijke ingenieur
L. Davidson
voor het tijdvak van 1 Septem
ber 1907 tot en met 31 Augustus
1908, tot leeraar aan de Rijks- H.
B. S. te Zwolle, H. van Cleeff, lee
raar aan de H. B. S. te Apendoorn,
met vergunning om te gelijken met
zijne betrekking van leeraar aan de
Rijks- H. B. S. te Zwolle die van
leeraar aan H. B. S. te Apeldoorn
te bekleeden;
voor het tijdvak van 1 Septem
ber 1907 tot en met 31 Aug. 1908
tot leeraar aan de Rijks- H. B. S.
te Middelburgdr. H. A. W. van
Ier Vecht, leeraar aan het gymna
sium aldaar; M. van Breen, leeraar
aan de Rijks- H. B. S. te Goes, en
D. Kruyder, tijdelijk leeraar aan de
Rijks- H B. S. te Middelburg, met
machtiging aan dr. II. A. W. van
der Vecht yoornoemd, om de betrek
king van leeraar aan het gymna
sium te Middelburg gelijktijdig te
bekleeden met die van leeraar aan
Rijks- H."B, S. aldaar;
tijdelijk tot leerares aan de Rijks-
H. B. S. te Sappemeer, mej. I. A.
Thomése, te 's Gravenhage.
Aan den Commissaris der Koning
in in de provincie Zeeland, mr.
H. J. Dijckmeester is vergunning
verleend tot het aannemen van de
versierselen van groot officier der
Leopolds-orde; waartoe hij door Z.
M. den Koning der Belgen is be
noemd.
De Landbouw Tentoonstelling
te 's-Gravenhage.
Men behoeft niet bevreesd te zijn
dat er in September a.s. niets te
doen zal wezen al mag er geen
vee komen.
Het hoofdbestuur heeft een aller
aardigst plan opgevateen wedstrijd
van oogst- en groetewagens.
Zoo iets is, meenen we, nieuw
voor ons land, maar men mag er
bet aardigste van verwachten.
Automobielgevaar. Mr.
G. J. Salm, te Amsterdam, schrijft
n de „Nieuwe Ct. o.a.
De eenige remedie, welke ra. i.
nog kan worden toegepast, is deze
de wetgever bepale, dat elke auto
mobiel moet voorzien zijn vaneen
toestel, hetwelk het rijden met een
groolere snelheid dan bijv. 40K.M,
per uur absoluut onmogelijk maakt!
Een toestel dus in den zin van de
bekende balsnelheidsregulateur bij
stoommachines. Reeds nu bestaan,
om een enkel voorbeeld te noemen,
uitvoerige bepalingen op het stuk
van veiligheidskleppen op stoom
ketels: in het belang van gebrui
kers en omwonenden. Zóó moeten,
in het belang van gebruikers en
voorbijgangers, dergelijke bepalin
gen in het leven worden geroepen
betreffende een automatische rem
aan automobielen. De technische
bezwaren zijn gering; zelfs een leek
kan zich verschillende systemen
denken: verbetering van den voor
de onsteking benoodigden stroom,
afsluiting der bezine-toevoej, direct
remmen.
Ik geef het denkbeeld ter over
weging, voornamelijk omdat het
mijn vaste overtuigiug is, dat ver-
eenïgingen in deze niets kunnen
uitrichten, dan ophitsen en eigen
richting aanprijzen.
Baldadigheid. Te Rotterdam
hebben baldadige jongens brand ge
sticht in een hooischelf van 10,000
kilogram, staande op bet terrein van
de wedrennen op Woudenstein en toe-
behoorende aan W. Zuidmeer an J.
Allemanskinderen. De jongensnamen
terstond daarop de vlucht.
De brand werd door twee spuiten
gebluscht; het hooi was echter geheel
onbruikbaar geworden.
De nabijgelegen renstallen cf „boxes"
verkeerden in gevaar en moesten ont
ruimd worden.
Afgekeurde visch. Te Kam
pen werden in den laajtsten tijd her
haaldelijk partijen schel visch uitlJmui-
den algez.mden, door den stadskeur-
meester voor het verbruik afgekeurd
en in den grond gestopt.
Gisteren waren het zeven manden
met schar,per stoomboot uit Urk aap-
gebracht en mede voor de rookerjjèn
bestemd. Ook deze visch werd óp 'tje
gebruikelijke wijze vernietigd.
Eep teleurgestelde karn
ton t c h t e r. De Kantongerechtzifting
te Wageningen nam gister een uxfr
later aanvkng dan aangekondigd was.
Oorzaak daarvan was, dat de ambte
naar van het Op. Min., die te Arnhem
woont, te Ede de aansluiting gemist
had met de stoomtram, die vertrok
ken was vóórdat de trein aankwam.
Naar aanleiding daarvan uitte de
ambtenaar bij den aanvang der zitting
een woord van protest tegen de hoogst
treurige wijze waarop de Staatsspoor-
wegmaatschappij de belangen van het
publiek behartigt. In het openbaar
wensèhte spreker aldus tevens1 te be
wijzen op de toenemende verontacht-
zaming van de door de Regeering vast
gestelde dienstregeling.
Ernstig ongeluk op Zorg
vliet. Een ernstig ongeluk is gis
teren gebeurd op het terrein van
het Vredespaleis.
Vijf werklieden waren onder toe
zicht van een opzichter den gehee-
len ochtend bezig geweest om den
muziekkoepel af te breken. Toen
het ongeluk gebeurde, was de op
zichter juist de stad in om gereed
schappen te halen. Vermoed wordt
dat door het ondergraven van de
hoofdbogen en het betongevaarte,
dat ruim 12 M. hoog was, zijn steun
hééft verloren en door het rukken
uit verband was gescheurd. De werk
lieden hebben blijkbaar niet ver
moed dat het gevaarte daardoor
reeds zoodanig verzwakt was dat
Voor instorten gevaar dreigde. Al
thans op het oogenblik dat de
schelpvormige koepel inéén stortte,
moeten 2 werklieden zich boven
op den koepel bevonden hebben
en de drie anderen er onder. Plot
seling scheurde het bovengedeelte
van de betonschelp en met donde
rend geraas stortten de beide helf
ten ineen, in hun val medesleurend
en bedelvend onder puin en beton-
massa's de 5 werklieden. Een der
werklieden, die boven op den koe
pel had gezeten, werd bij het voorover
vallen van het gevaarte een eind
weggeslingerd en viel du3 in het
vrije veld. Zijn toestand is 't minst
ernstig. Maar de toestand van zijn
kameraden die onder de ineenge
storte kap lagen, was allertreurigst.
Het opruimen van de beton-
massa's waarbij brandweermannen
en personeel van de gemeentewerf,
geholpen door vele rappe handen,
ijverig werkzaam waren, eischte
ontzaglijk veel moeite, maar boven
dien ook groote zorg en behoed
zaamheid in het belang van de
bedolven om hulp roepende werk
lieden.
Door 'het schoren met palen en
Het gebruik maken van windassen,
slaagde men er ten slotte in een
deel van het puin, waaronder de
slachtoffers bekneld lagen, weg te
(Speciaal voor dit blad bewerkt).
BOEIENDE ROMAN
Uit den jongsten Poolschen vrijheidsstrijd.
Naar het Duitsoh van
GERD. VON OSTEN.
3)
Had Griekenland zich ook niet vrijge
maakt der eeuwenlange Turksche heer
schappij, had ook België zich niet losge
maakt van Nederland
Dikwijls wenschte hij, dat hij vijftien
jaar vroeger ter wereld was gekomen.
Als kind van vijf jaren schreide hij heete
tranen, dat hy te klein was om mee op
te trekken ten strijde,
Met vroolyken trotsoh en met den
diepsten weemoed tevens drukte zijn moe
der toen haar eenigen zoon aan haar
'•Qrst, hem troostend en hoop gevend
op de toekomst. Dan zal ook hij, zooals
vader, bloedverwanten en vrienden nu,
door een geliefde vrouw gewapend, het
vurige ros bestijgen en voor de vrijheid
ten strijde trekken wanneer de tijd zal
z(jn gekomen, dat zyn zwakke arm, die
vroeger tevergeefs trachtte zijns vaders
sabel te zwaaien, sterk genoeg zal zjjn om
de zware wapens te hanteerenwanneer
zijne vrienden en magen op den zolder I
zullen gaan staan om ook hem een laat-
sten groet to» te roepen, zooals vroeger zijn 1
moeder en hij zelf ook, de teere knaap
zijn vader een „Leefwel" toewuifden. En
daarna knielden zij dan neder, hieven de
gevouwen handen ten Hemel, richtten de
tranende oogen en kloppende harten tot
God en de H. Maagd, Polen's Bescherm
vrouwe. Dan smeekten zij vurig in het
gebed, dat God hun wapens zou zeeg'nen.
„Dan zullen er toch geen vijanden meer
overblijven!" onderbrak hij 't gebed vol
kindeiïjjke vrees.
„Vader zal ze toch allen dooden met
zijn groote sabel," meende hij.
Moeder stelde hem dan gerust met een
liefdevol lachje, maar haar weemoed be
sefte hij toen nog niet.
Zij verzekerde dan, dat er voor zijn
zwaard genoeg vijanden zouden over
blijven, misschien zou hij zelfs al te veel
vijanden voor zich vinden.
„Te veel?" vroeg hij; „hoe meer, hoe
beter
Klaar en zonnig in de levendigste kleu
renschittering stond dat uitrukken nog
voor zjjn geest en toch was het reeds ge
schied op een donkeren herfstdag in het
late najaar van 1830.
In donkere rouwsluiers gehuld, lachte
hem daarentegen de heldere zomerdag
toe, waarop vader, als banneling, de
opstand was verlorenvoor altijd afscheid
nam van zijn vrouw en kind iets, wat
de kleine heelemaal niet kon of wilde
begrijpen.
Maar, toen dat ongelooflijke dan een
maal door den knaap beseft en begrepen
werd, hoe hartstochtelijk en hoe vurig
had de knaap er zich toen op beroemd,
dat hij eens het vruchteloos gebleven ge
vecht weer zou opnemen! En hoe dik
wijls had Roman sindsdien die belofte
hernieuwd I
Nu was hij volwassen, zijn arm sterk
,'enoeg om 't zwaard te hanteeren de
gelegenheid niet meer zoo veraf.
Het was niet zoo, zooals hij in kinder
rijke onnoozelheid gemeend had, dat er
<een vijanden voor hem zouden over
blijven; er waren er nog genoeg, zooals
Moeder hem dat voorspeld had.
Hij begreep het nu, waarom zij vroeger
zoo weemoedig, glimlachte.
Maar te veel, neen, te veel wkren er
nochtans niet!
Want voor een negentienjarigen jonge
man bestaat er bijna nimmer een onver
winbaren vijand, al is diens overmacht
ook nog zoo beduidend.
Wel bevond zich zijn volk in een niet
minder verschrikkelijken toestand, als het
arme kind onder de hoeven der paarden
van den Russischen waardigheidsbekle
der. Maar zooals dat kind ongedeerd voor
de paarden weggetrokken werd, zoo kan
men immers ook den nood en 't gevoel
van iedereen afwenden.
En hij zelf zal daarvoor niet minder in de
weer zijn dan bij dat kleine voorval, zijn
leven, zijn bloed, al zijn gedachten, zijn
geheele persoon zonder aarzelen wilde
hij volgaarne opofferen voor dat ééne
groote doel. Er moest nog zooveel ge
wroken worden voor zich, voor de
zijnen, zijn volk en zijn landl
Het is te begrijpen, dat de rol lang
niet van de kleinste was, die hij zich bij
den opstand toebedeelde.
Zijn grootvader was een beroemd gene
raal geweest in den verwoeden krijg om
de nationale onafhankelijkheid tegen het
einde deryorige eeuw zijn vader was de ziel
van den Lithauer opstand tegen grootvorst
Konstantün.Alle andere leden zjjnerfamilie
waren wakkere stryders voor ae vrijheid,
hoewel niet iedereen zoo gelukkig was,
om voor de wereld uit te schitteren.
Eeuwen lang werd in de geschiedenis
van zijn volk op een roemvolle wijze ge
wag gemaakt van den naam Sieniawski.
Maar, de laatste spruit uit het roem
volle geslacht wilde allen roem, alle ver
diensten zijner voorvaderen vereenigen,
om ze ofwel als een erfstuk te schenken
aan zijn nageslacht, of wel om ze bij de
graven der heengeganen neder te leggen.
Overwinning of dood! Iets anders kan
men zich niet voorstellen op 19 jarigen
leeftijd. Overwinning en vrijheid, daar re
kende hij vast op. En zelfs wanneer hij
zou komen te vallenhoe heerlijk zou de
heldendood voor de vrijheid zijn, gelijk
aan het hoogste goed, dat de overmoed
der jeugd zich kan voorstellen onster
felijke roem.
Wanneer hij zal uittrekken, dan zal
zeker niemand hem met betraande oogen
nastaren, niemand hem groetend met den
zakdoek nawuiven en na den laatste groet
biddend nederknielen. Maar ook deze ge
dachte verkoelde ziin geestdrift niet, ver
hoogde en verheerlijkte slechts een weinig
zijn weemoed, zooals de heldere maan
lichtglans een landschap soms een mooier
aanzien geeft dan het helderste zonnelicht.
De zegen der stervende moeder bleef
hem immer bij; ook de moeder van den
knaap, dien hij vandaag gered had, zij
knielde zeker dikwijls bij de poort neer,
die Ostra Brama heet, in de kapel, waar
in een Lievevrouwenbeeld stond, dat uit
de grijze oudheid nog bewaard was.
Maar misschien was er toch iemand,
die hem bij het scheiden met betraande
oogen zou toewuiven, voor hem zou bid
den.
Anka misschien? Hoe stil en aandach
tig sprak zij haar woorden uit: vandaag
en altijd, toen hij haar sprak! En hij
sprak graag tot haar over zijn droomen
en wenschen, over zijn verwaclitigen en
ideeën, zelfs over zijn voornemens en
plannen, zij stoorde hem niet door geen
tegenwerping, geen tegenspraak, geen
kwetsende, alledaagsche, maar toch nuch
tere bemerking, zooals zelfs zijn beste
v ienden en makkers, zijn medestrijders
hem die maakten.
Vast en onafgebroken waren hare oogen,
die wonderbare, diepe oogen op zijne lip
pen, gevestigd. En wanneer dan zijn eigen
blik, zich afwendend van het schoone
landschapstafreel daar rondom zich heen,
overging als het ware in een droom naar
herinneringen of toekomstidealen, dan
hechtte die blik zich onbewust op die
reine, (kinderlijk onschuldige, trekken.
Hij wist en dacht er niet aan, dat de
onopgevoede, verwaarloosde dochter van
den lijfeigene hem niet verstaat, hem niet
verstaan kon, dat zij slechts luisterde naai
den weeken toon zyner stem, die tot in
haar harte doordrong, terwijl de woorden
voor haar onontwikkelden geest veel te
hoog waren. En zelfs al wist hij dat
misschien had hij dan in zijn vervoex-ing
toch doorgesproken.
Er zijn oogenblikken in het leven, waarin
men zijn opgekropte, overvolle hart moet
uitstorten en opluchten door te spreken,
om het even of er ontwikkelde nienschen,
die die woorden kunnen begrijpen, naar
luisteren of niet; er zijn oogenblikken,
waarin de verbeeldingskracht zelfs zoover
gaat, dat zij den dooden 't leven, en de
zielloozen een ziel kan schenken.
I I
i
1
II.
Middelerwijl bevonden zich in een der
vele hutten, nabij den diergaarde, een
man met zijn vrouw.
Zij beiden deden gedurig een geduchten
aanval op een flesch brandewijn.
„Anka is zeker dien mijnheer Roman
weer tegen het lijf geloopen. Dat je me
toch niet toegeeft, dat dat in de toekomst
misloopt en dat ge in het algemeen niet
meer op dat meisje past!" mopperde hij.
Zij keek hem verwonderd aan.
„Heilige Moeder Gods van Ostra Brama
„Wat hebt gij dan tegen mijnheer Ro
man
„Hij is arm, Anka is een mooi meisje
i geworden, moeier, dan men dat verwach
ten zou van onze kinderenis het niet
zoo, oudje?"
Er vertoonde zich een lachje op haar
dom uitziend gelaat.
„Of zij mooi gewoi-den isEn met'den
dag wordt zij nog mooier. De menschen
blijven op straat voor haar staan, als ze
voorbijgaat, en niet alleen doodgewone
menschen, maar pas geleden nog zelfs de
jonge graaf
„Onze jonge graaf? ziet ge, dat het met
mijnheer Roman heelemaal niets gedaan
is? Ja, als hij zijn goederen nog had!"
«Hij zal ze evenwel wel weer krijgen,
als de goede Heiligen hem zullen bijstaan."
„O, maar dat kan lang duren langer,
dan Anka's gezichtje glad en blank zal
blij en.
i! 31
(Wordt vervolgd).