DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Voor Rechten Vrijheid!
buitenland.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
De Bloemendaalsche
Secretaris-benoemi ng
BINNENLAND.
f)
Bandag 26 augustus 1907.
No. 6668, 32®*® Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
►F Vleiend.
Het is een verrassende historie,
die van de benoeming der Bloe-
lUendaalsehen Secretaris.
Vooral als men de dessous er-
Van nagaat.
Onder onze „Laatste Berichten"
Lebben we een en ander Zaterdag
jl. in dit blad nog uiteengezet.
We willen 't nog even herhalen.
De Bloemendaalsche Raad telt
een meerderheid van anti-Katho-
liekon. De partijzucht heeft zich
iti het schoone Bloemendaal zóó
scherp ontwikkeld, dat tegen het
Katholieke element alles wat
"lirJcsch* is (d.#.z. echt linksch,
en niet zóó, als pas een onzer ste
delijke bladen den heer van de
Kamp ten onzent tituleerde) één
lijntje trekt.
Do zes anti-Katholieken moesten
dus ook een niet-Roomsclien secre
taris hebben in Bloemendaal.
Nu, dat is hun bevoegdheid en
hun recht, en dat zij in die rich
ting stuurden, kan geen reden zijn
tot critiek.
Doch wat gebeurde?
Een der anti-clericale lieeren was
er niet. En de leider der partij, die
een staken van stemmen voorzag
(hij wist dus vooraf zeer goed, waar
de kwestie om zou gaanprobeerde
om die afwezigheid de stemming
te verdagen.
Dat de Bloemendaalsche Raad
hierop niet inging, is wel natuurlijk 1
Waar zou 't op die manier heen
moeten, als bij afwezigheid van één
Raadslid alle belangrijke bedniten
moesten worden uitgesteld?
De zoogenaamd neutrale, in
werkelijkheid uil ra-liberale en anti-
clericale „Stads-Editie" echter rekent
dat niet-uitstellen van de benoeming
den Bloemendaalschen Raad als
grief aanVerbeeld u, dat het
eens andersom geweest was, en een
Katholieke meerderheid zou hebben
gepoogd, dat spelletje uit te halen
wat Mr. Tideman probeerde te doen!
l'an zou men van diezelfde liberale
krant wat gehoord hebben!
Maar... de zaak was met 't bo
venstaande niet ui\
Na de stemming, waarbij een Katho
lieke sollicitant evenveel stemmen
kreeg als de bevoorrechte candidaat
der anticlericalen, keek men de
Gemeentewet na, die in Titel II,
Hoofdstuk II, 2, voorschriften geeft
omtrent „de orde der vergaderin
gen" van den Raad.
De leider der anticlericale partij
Mr. Tideman, die door den uilslag
der stemming niet erg in zijn humeur
was geen wonder: de liberale
candidaat zat bij Mr. Tideman
thuis op zijn benoeming, die men
zeker achtte, te wachtenlas
het bewuste artikel 51 der Gem.
Wet voor, en daaruit bleek dat
nu moest worden geloot.
Mr. Tideman trok zelf het lof,
en lootteden heer Bergman, den
candidaat der Katholieken!
Vier en twintig uur later deelde
de burgemeester mede, dat deze
benoeming ongeldig was, want
het betrokken artikel was voorge
lezen uit een oud wetboekje, waarin
de jongste wijziging van dit artikel
der Gem. Wet niet was opgenomen!
Er had nog een stemming dienen
plaats te hebben.
Dit zijn de feiten.
Wij wensclien dien loop van za
ken in geenen deele toe te schrijven
aan eenige opzettelijke vergissing.
Wij wensclien ook geen commen
taar te leveren op de houding van
den burgemeester, die geroepen is
in den Raad de wet toe te passen
bij de oi de der vergadering, hoe
wel van hem toch wel minstens
mag worden verlangd dat hij de
Gemeentewet kent! Althans,dat hij
die wet, zooals ze nü is, vóór zich
heeft liggen en gebruikt als hand
leiding.
Evenmin wenschen we wat te
zeggen van het zonderlinge feit,
dat in een zoo gewichtig oogenblik
een zeer bekend advocaat toevallig
raadpleegt.... een verouderd wetboek,
en dat een wetskenner als Mr. Ti
deman de historie der jongste wij
ziging van de Gemeentewet blijkbaar
niet kent.
Dat moge zijn reputatie als ad
vocaat niet ren goede komen, maar
'tis menschelijk.
Doch wat we wél wensclien op
te merken, betreft twee dingen.
Vooreerst de eisch van billijkheid
aan welken bij de definitieve be
noeming nu zal moeten worden
voldaan.
En die eisch is, dat de benoe
ming van' den heer Bergman nu
worde gehandhaafd.
Iemand, onder deze omstandig
heden benoemd, lieeft eenig recht
gekregen althans.
En hij mag nu toch van de.
vergissing die begaan is, niet het
slachtoffer zijn!
Wie of wat de heer Bergman is
doet nu niet meer ter zakede
Raad heeft hem (zij het ook, dat
er een informaliteit is begaan) toch
in zekeren zin benoemd. Die be
noeming is wegens een omissie
welke echter toch hoogstwaarschijn-
schijnlijk geen verandering zou heb
ben gebrachtonwettig naar den
vorm; dat neemt echter niet weg
dat er een zedelijke verplichting
is geboren, die bij de nieuwe be
slissing, welke slechts formeel
behoort te zijn, moet worden na
gekomen.
En 't tweede punt waarop we
wijzen willen, is de eigenaardige
houding van het liberale blad van
Haarlem, dez. g. „Stads-editie" der
Opr. Haarl. Courant.
Dit blad verdedigt natuurlijk
den candidaat der liberalen.
Dat is tot daaraan toe. Partij hij
partij.
Maar hierbij gebruikt 't argu
menten, die zeer verbijsterend zijn
Het zegt b. v. dat de Bloemendaal
sclie raadsleden (als er geen over
wegende redenen bestaan, voegt
't blad er gelukkig nog even bij!)
verplicht zijn die personen te benoe
men, die door Burg. en Weth. wor
den voorgedragen!....
Dat is wat nieuws in de gemeen
telijke huishouding.
Doch vermoedelijk geldt dat al
léén, als B. en W. een liberaal
voordragen! 't Oude liedje natuur
lijk vanwij liberalen zijn 't den
kend deel der natie, en gij, anderen,
hebt u aan ons te onderwerpen.
De voorstelling, die de liberale
Stads-editie voorts geeft van de
twee candidaten, is eveneens zoo
partijdig mogelijk.De heer Bergman,
van Spaarnwoude, heet b. v. „een
geheel onbekend persoon."
Alsof Spaarnwoude in de buurt
van Konstantinopel ligt!
Wij vertrouwen, dat de rechtvaar
digheid en billijklioid toch ten slotte
bij de Bloemendaalscheraadsleden
zal zegevieren!
En dat trots de partijdige aan
blazingen der liberale Stads-edi
tiede heer Bergman, de „onbe
kende" uit het liefelijke stukje van
ons anticlericaal zuster-orgaan, niet
de dupe wordt van deze toch in
alle opzichten zonderlinge, en voor
de betrokkenen allesbehalve vleien
de vergissingen, door den Bloemen
daalschen burgemeester en den ra
dicalen heer Tideman gemaakt.
Algemeen Overzicht.
Zoo langzamerhand begint Rus
land weer nummer een voor liet
programma van ons dagelijkscli over
zicht der buitenlandsclie gebeurte
nissen en der politieke kwesties
te worden.
De Doema-verkiezing voor den
derden keer naakt, en al hebben
we verleden week al eens in onze
drieregelberichten vermeld, dat het
aantal kiezers alweer duchtig door
de regeering is verminderd, den alge-
meene belangstelling in de lande
schijnt daartegenover toch juist te
vermeerderen
We liooren, dat ook de socialisten
weer gaan meedoen bij deze ver
kiezing.
Die hadden eerst besloten, van
de stemming weg te blijven, alu een
stilzwijgend protest. Maar ze be
grepen dat ze op die mannen precies
in de kaart van de regeering zouden
spelen. En daarom doen ze weer
mee. Ook de zoogenaamde „kadet-
ten" (men weet dat die naam komt
van de letters K. en D.: konstitutio-
neel-democraten) zullen toch maar
aan de actie deelnemenalleen
hebben ze zich weer eens opgelost
in of omgevormd tot een andere
partij, die der „gematigde progessis-
ten," en ze komen nu met een
programma, zoo vaag, dat er niet
veel bijzonders van valt te zeggen.
Men oordeele de hoofdpunten zijn
volgen de Engelsche bladen
Onschendbaarheid van des Czaren
oppermachtverantwoording der
ministers door rapporten aan de
gevolmachtigden, door het Russi
sche volk te kiezen; eenheid, on
schendbaarheid en ondeelbaarheid
van 't Russische keizerrijk met
uitgestrekte concessies voor de
plaatselijke administratieve autono
mie.
Behalve de revolutionairen zal
iedereen dat haast kunnen onder
schrijven! 't Is mooie theorie
Maar de practijk in Rusland is
anders, dat merken we aan de
dagelijks terugkeereude politieke
woorden en roofpartijen.
Dat merken we ook aan de heele
serie misdrijven en rechtzaken,
waarvan een optelling al heel
sprekend is.
In het tijdsverloop van twee
maanden na de jongste doema-out-
binding, van 16 Juni tot 16 Augus
tus, zijn in de verschillende steden
des rijks 83 doodvonnissen geveld.
Gedurende hetzelfde tijdperk werden
bij botsingen met revolutionairen
319 personen gedood en 245 ge
wond. Eu kwamen 174 gevallen
van roof voor. Het totale bedrag
van het geroofde geld is meer dan
een millioen roebel. In 63 gevallen
we.den bom- en geheime wapen
depóts ontdekt en in 11 gevallen
geheimo drukkerijen. Het totaal
bedrag van de aan dagbladredacteu
ren opgelegde boelen beloopt 29.550
roebels
En die statistiek zouden we nog
kunnen aanvullen...
Spreekt een en ander niet voor
zichzelf?
Voor zichzelf spreken óok de be
richten uit Marokko!
Zooals we al zeiden, wordt liet
daar een warboel die met den dag
erger wordt, en de berichten bewij
zen dat we gelijk hebben met dat
te zeggen.
De wapening der Mooren duurt
voort, en als het een beetje wil,
zullen de Franschen het hard heb
ben te verantwoorden.
Bladen als de „Figaro" en andere
organen, houden dan ook krachtiger
optreden, en een expeditie naar het
binnenland, voor beslist noodig. De
befaamde Acte van Algeciras wil
wel van geen expeditie weten, maar
men rekent er op, dat koning Ed
ward bij de besprekingen met kei
zer Wilhelm en keizer Frans Josef
de moeilijkheden heeft uit den weg
geruimd, en de toestemming van
Duitschland en Oostenrijk tot een
krachtiger optieden van Frankrijk
in het onderhoud te Mariënbad aan
Clemenceau heeft medegedeeld.
In hoeverre deze veronderstelling
juist is zal wel spoedig blijken.
Voorloopig spreekt de Fransclie
regeering echter alle toespelingen
er op beslist tegen.
Maar het zou kunnen, dat de
feiten in Marokko dwingen tot straf
fer cptreden
En wat dan?
Wat dan?
Dat mag ook gevraagd worden
in Engeland, waar een nieuw con
flict i» ontstaan tussclien het Hoo-
ger- en het Lagorhuis, en waar het
Hoogerhuis vastbesloten schijnt, niet
toe te geven. Als het in die hou
ding blijft volharden, wat dan?
De botsing betreft het voorstel
der regeering over het herstel op
hun hoeven van uitgezette Iersclie
pachters.
Het was door het Lagerhuis aan
genomen, doch het Hoogt rhuis
bracht ingrijpende wijzigingen aan.
De meesten dezer amendementen
werden door het Lagerhuis verwor
pen, maar het Hoogerhuis besloot
eenige te handhaven.
Er zullen nu pogingen worden
aangewend om een schikking te
treffen, maar de voorui tzichten van
liet wetsvoorstel worden als zeer
twijfelachtig beschouwd.
Én dan kan de regeeriug toch
lit la iger wacl.te met haar be
faamde maatregelen tegen de on
willige lords!
Maar.wat dan
Dan is een constitutioneele strijd
op leven en dood gaande, die nog
rare gevolgen kan hebben I
Datzelfde kan nü al gezegd worden
van het veelbesproken bezoek, dat
een aantal Amerikaansche oorlogs
schepen op het moment te Yoko
hama maakt.
Men weet dat president Roose
velt dat doorgedreven heeft. Reeds
toen liet Amerikaansche smaldeel,
dat voor dit bezoek aan Japan
bestemd was, nog voor Manilla lag,
was uit Japan de half-ambtelijke
mededeeling ontvangen, dat het
aangekondigde bezoek in de gege
ven omstandigheden niet gaarne
zou worden gezien.
Maar de Amerikaansche schepen
gingen toch.
En nu meldt men, dat de ont
vangst in het oog loopend koel is
geweest!.,..
Aan de verhouding tusschen
Japan en de Vereen. Staten, die
toch al niet zoo rooskleurig is, komt
dit stellig niet ten goede!
Nieuwtjes in drie regels.
flet Kouinklijk Echtpaar in Mecklenburg.
Ter herdenking van de inwijding
van het nieuwe kasteel, te Schwe-
ring, vijftig jaar geleden, heeft er
een plechtige dienst in de slotkerk
plaats, waarbij H. M. de Koningin
en Z. II. de Prins der Nederlanden
tegenwoordig waren.
Bij het galadiner, dat op de plech
tigheid volgt, zat H. M. de Konin
gin naast den groothertog, de groot
hertogin naast Z. K. H. Prins Hen
drik.
De tweede Vredesconferentie.
De Belgische gedelegeerde ter
vredesconferentie Beernaert is Za
terdagmiddag in de residentie aan
gekomen.
De verwachting blijft, dat de
Vredesconferentie nog vóór de helft
van September zal uiteengaan.
Een week vóór de opening der
FEUILLETON.
OWE HURLEMSGHE COMKT
ABONNEMENTSPRIJS:
('er 3 maanden voor Haarlem fl.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) „130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post ,,3.05
Afzonderlijke nummers 0.05
PRTJS DHR ADVERTENTIËN
Van 1—6 regels10.60 (contant) f0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
Alp >t socialistische „Volk" wat af
bekt, ergens zijn haat tegen uit-
wt, wees dan zeker ervan, dat
oor hen die prijs stellen op gods-
op behoud der maatschappij,
?P orde, op zedelijkheid, in den regel
|!'ts goeds is in datgene wat 'tsocia-
'stische hoofdorgaan afbreekt!
Lof van dien kant is verdacht,
'laar blaam van die zijde is vaak
'F'*" eerebewijs!
^oo is Het Volk nu bezig, z'n
&d uit te spuwen tegen de „Tentoon-
Velling voor Ambachtswerktuigen" te
Amsterdam.
Die noemt het blad „het bankroet
Vin 't ambacht".
Zulke domme lui toch, die juist
'"eenden dat 't ambacht door die
'"eerdere kennis welke hier wordt
'l;mgeboden en verschaft, beter den
Vrijd om 't bestaan zou kunnen
l'oeren
Het Volk profeteertde Midden
stand, de klein-industrie moet en zal
onder gaan.
Tenzij.die Middenstand z'n toe
vlucht neemt tot 't socialisme.
Nu probeert men het echter, ook
door deze expositie, zonder socialis
tische, schreeuwende theoriën, maar
"iet de hulp der practijk.
En nu heet het: de tentoonstelling
's „een totale mislukking"!
Hebben we geen gelijk, als we dit
Schampere geschrijf een vleiend ge
tuigenis noemen vóór deze werkelijk
"utlige tentoonstelling, waar het klein
bedrijf in verschillend opzicht zooveel
leeren kan?
Clemenceau is van zijn badreisje
gisteren weer teParijs teruggekeerd.Hij
confereerde dadelijk met alle ministers.
Het Stuttgartsche socialisten-con
gres is gesloten. Groote geestdrift, na
veel onderling gekrakeel.
Koning George van Griekenland is
heden te Parijs aangekomen, na ziju
gewone badkuur in Aix-les-Bains.
Koning Chulalonghorn van Siarn
(met dien onuitsprekelij ken voornaam)
is uit Parijs naar Hamburg vertrokken.
In Kingstown in Ierland zijn hef
tige aardschokken gevoeld. Is het nu
nógal niet genoeg?
De koning en koningin van
Rumenië zijn op reis gegaan naar Wee-
nen, en vandaar Duitschland in.
De bekende Amerikaansche mi
nister Root, Roosevelt's rechterhand,
is ernstig ongesteld. Overwerkt.
(Sjteiiaal voor dit blad bewerkt).
BOEIENDE ROMAN
uit den jongsten Poolschen vrijheidsstrijd.
Naak hkt Duitsch van
GERD. VON OSTEN.
Het is te begrijpen, dut de „Vereeniging
tot eigen vorming en veredeling" bij de
uitgewekenen in Parijs en Londen niet
onopgemerkt was gebleven. Wie zou
geen aanspraak maken op zoo'n grooten
steun, van een zoo werkzaam lichaim
a's dit jongelingsverbond en v.in een
a Aderen kant, wie |zou die evenzoo en
thousiaste, als onervaren jongelui niet
met blijdschap de taak laten aanvaarden,
die bij een toekomstigen opstand hun
ten deel viel: het land aan te voeren
tegen den verdrukker?
Voorloopig sprak men niet over dit
dor 1 en deze plannen. Toen de vergade
ring voltallig was, trad een uit hen mid
den op Thaddilus Linanowicz toe met de
beschuldiging, dat hij niet de bondsbe-
lofte hield, die voor iedereen de hoogste
zedelijkheid tot plicht maakt;dath ij speelde
en ronk en navolgde de buitensporig
heden der voorname, jonge Russen.
Reeds eenmaal waren dergelijke klach
ten legen hem ingebracht; hij had toen
tot zijn verontschuldigiug aangebracht,
dat hij op deze wijze een wantrouwige
regeeringsspion op een dwaalspoor
wilde brengen, 't masker der valschheid
voordeed om het geheim van 't bondge
nootschap zoo heter te verzekeren.
Men huldigde hier intusschen geen
dubbelzinnige beginselen; ook zelfs voor
den schijn mag niemand iets onwaardigs
doen. Pit naam van allen gaf Roman
hem een geduchte vermaning en knoopte
daaraan 't verlangen vast, dat hij nimmer
meer aanstoot of ergernis zou geven.
Bleek en met fonkelende oogen had
Thaddaus tot nu toe gezwegen. Reeds
van het binnenkomen in de vergadering
af was liij van streek geweest en ver
anderde telkens van gelaatskleur. Nog
minder dan anders vermocht zijn ver
anderlijk oog den open blik der anderen
en den scherpen oogopslag van Roman te
ontmoeten.
Dat viel Roman dadelijk op. Hij hield
dezen onrust echter voor schaamte en
verlegenheid, en toen later de klacht
over den liederlijken levenswandel ten
tweeden male zou ingediend worden, voor
een teeken van zijn hoos geweten. Maar
nadat Roman zelf hem op zoo grove
lichtzinnigheid betrapt had, kon de schul
dige met zijn vroeger voorwendsel niet
meer voor den dag komen. Het onwaar
dige bondslid werd gedreigd met uit
banning, als hij zicli niet zou beteren.
Met minachting wendden nu reeds zich
allen van hem af. Maar daar verdween
die onrust, die hen tot nu toe was bij
gebleven.
Vermetel en boosaardig, alsof hij er
voor klaar stond, keek Tliaddaus om zich
heen. Ken vreemd lachje speelde om zijn
mond, toen men er over sprak hem uit
de vergaderingen te zullen bannen, totdat
hij door vlijt en ingetogenheid bewijzen
van beterschap hafgegeven. De statuten
van den bond schreven dat voor.
Aan mogelijke verklikking van een
gedeballoteerd lid dacht geen der jonge
lieden.
Had niet iedereen aan 't vaderland en
den Bond trouw gezworen,? Zondigde
ook Tliaddaus of iemand anders in be
treurenswaardige listzinnigheid jegens de
zedenleer en moest hij dan bestraft wor
den, dan had hij zich toch nóg niet
schuldig gemaakt aan meineed of ver
raad.
Een kloppen trok aller opmerkzaam
heid naar de zijdeur. „Om der Moeder
God's wille, Roman, dadelijk weg!'An ka
stond op den drempel.
„Gendarmen. Kozakken. weet
ik wat?. Hemel, te laat!" gilde zij.
Stooten van geweerkolven bonsden
tegen de dunnen plankjes der kleine
vensters, zware voetstappen tegen de
enkele buitendeur. Anka, die door de
luiken wilde loeren, totdat de studenten
zich verwijderen zouden, had gewapenden
gezien. Hare waarschuwing kwam te laat
het huis was omsingeld en door zoo'n
groote overmacht, dat aan ontvluchten
niet meer te denken viel.
Als gevangenen keerden de jonge lui
naar de stad terug. Ook de bewoners der
hut werden meegesleept.
III.
Zoo'n opgewekt leven als had er sinds
jaren niet meer geheerscht op Swiagask,
het kasteel van Vorst Nasimow.
De oude meester en zijn jonge gemalin
met haar broer waren voor eenigen tijd
met een grooten stoet lakeien en ander
hofpersoneel aangekon e ï.De officieren van
het nabijgelegen garnizoen werden uitge-
noodigd tot de jacht in de steppen. Zoo
kwam een staatsraad mee, eiuit het
Westen om inspektie te houden naar
Zuid-Rusland werd gezonden.
De jonge keizer wenschte nauwkeurig
ingelicht te worden omtrent den toestand
van zijn rijk.
De beambte reisde mét zijn gehe le
gezin en al zijn bedienden.
Hij nam graag zijn intrek onder het
gastvrije dak van den vorst, wiens gema
lin hij en zijne gade nog Wilna uit-
kenden.
Men had fijn gesoupeerd, en men raakte
zoowat uitgeput over de hedendaagsche
toestanden n gebeurtenissen, over de
vroegere jachtavonturen, enz.
De vorstin had eerst haar klein jon
gentje laten bewonderen en hield zich
nu, misschien wel om de officieren te pla
gen, die haar voortdurend hethof wilden
maken,op een beminnelijke wijze bezig met
de familie van den beambte.
Deze familie bestond uit vier meisjes
van tien tot vijftien jaren en een hup-
schen, vijfjarigen knaap, die bij allen, die
hem aankeken, in den smaak viel. Van
daag was hij evenwel, zooals Mama en
zijn zusjes eenstemmig verklaarden, zoo
slecht gestemd om eens gezellig te bab
belen, hij was wat schor en had hoofd
pijn. Dat was wel te zien aan zijn gloeiend
voorhoofd.
De knapste der jonge officiertjes, Bora
Semen Kondratisch Ladrin, die er zich
op beroemde, dat zijn compiinentj es ma
kerij wel niet zonder indruk zou blijven
op de dames verliet moedeloos de
salon, misschien wel om deze door zijn
tijdelijke afwezigheid er aan te herinne
ren dat hij er werkelijk was. Hij slenteide
door de verlichte appartementen in de
Bibliotheek.
Zijn stem trilde van verontwaardiging,
toen hij daar een soldaat zag, die in een
boek verdiept was: het was wel is waar
een onderofficier, maar toch altijd een
soldaat, die den overste als ordonnans tot
hier gevolgd was.
„Wat een brutaliteit, kerel! Maak, dat
je oogenblikkelijk verdwijnt, waarheen je
thuis hoort!"
De man was in de houding gesprongen.
Het was een prachtige verschijning, zelfs
in zijn soldatenpak.
De kapitein trad onwillekeurig een stap
achteruit voor den blik van zijn Onder
geschikte. Zoo had hij dien man, die hem
reeds meer dan eens opgevallen was door
zijn voortreffelijke krijgsmanshouding, nog
niet gezien; zijn anders altijd onverschil
lige oogen fonkelden thans met een bui
tengewonen glans, alsof zij zich heelemaal
in deze vreemde plaats niet thuis gevoel-
den.
Intusschen kon hij hier de zaak niet
verder afhandelen. En de soldaat had
intusschen ook reeds het appartement
verlaten, hij nat* zieh voor, voodra hij in
het garnizoen was teruggekeerd, 't geval
te rapporteeren aan den kapitein zijner
compagnie. Nieuwsgierig wierp hij tegelijk
een blik in het boek een Fransch
werk over de krijgskunde.
„Wonderbaar, dat de kerel het boek
niet verkeerd hield. Ik geloof eerder dat
hij het stelen dan lezen wou."
Graaf Jeger Karpovitsch, de broeder
der gastvrouw, hield zich inmiddels on
ledig door zich te onderhouden met de
dochters vair den Staatsraad, of liever
dochter, want de jongere kwamen niet
in aanmerking; deze waren schuwe on
beholpen kinderen met allen dezelfde
gezichten.
De oudste, achttienjarige, vormde daar
entegen een opvallend conttastzij geleek
heelemaal niet op een barer verwanten.
En die tegenstelling sprak zelfs uit haar
kleeding en haartooi. De kleeding was
zwart, van eenvoudige wollen stof, met
wit lint gegarneerd. Het bruine haar, dat
zij zoo kort hadden laten kappen, dat het
tot aan de schouders reikte, was met een
zwarten riuweelen strik vastgebonden,
die zonder zich aan de heerschende mode
te storen, om het gewelfle voorhoofd
was gewonden.
Donkerblauwe oogen keken ernstig,
haast somber, onder lange, donkere wim
pers uit. De gelaatstrekken waren niet
regelmatig, maar fijn en beweeglijk, de
slanke gestalte was nog kinderlijk, maar
toch schoon en bevallig. Hij hield haar
zucht om zich telkens aan 't gezelsohap
te onttrekken voor jeugdige schuch
terheid; maar weldra kwam de ervaren
man van de wereld en de van 't leven ken
ner tot de ontdekking, dat hij zich daarin
bedroog. Haar oogen blikten zoo pein
zend ovtr hem en het geselschap, als
wijlden hare gedachten in verre streken.
Zij hield zich daarna zoo koel en onver
schillig, omdat zij ergens in iets, of mis
schien hier in alles een tegensin lmd.
(Wordt vervolgd).