DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Voor Rechten Vrijheid! buitenland. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem De Bloemendaalsche Secretaris-benoemi ng BINNENLAND. f) Bandag 26 augustus 1907. No. 6668, 32®*® Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. ►F Vleiend. Het is een verrassende historie, die van de benoeming der Bloe- lUendaalsehen Secretaris. Vooral als men de dessous er- Van nagaat. Onder onze „Laatste Berichten" Lebben we een en ander Zaterdag jl. in dit blad nog uiteengezet. We willen 't nog even herhalen. De Bloemendaalsche Raad telt een meerderheid van anti-Katho- liekon. De partijzucht heeft zich iti het schoone Bloemendaal zóó scherp ontwikkeld, dat tegen het Katholieke element alles wat "lirJcsch* is (d.#.z. echt linksch, en niet zóó, als pas een onzer ste delijke bladen den heer van de Kamp ten onzent tituleerde) één lijntje trekt. Do zes anti-Katholieken moesten dus ook een niet-Roomsclien secre taris hebben in Bloemendaal. Nu, dat is hun bevoegdheid en hun recht, en dat zij in die rich ting stuurden, kan geen reden zijn tot critiek. Doch wat gebeurde? Een der anti-clericale lieeren was er niet. En de leider der partij, die een staken van stemmen voorzag (hij wist dus vooraf zeer goed, waar de kwestie om zou gaanprobeerde om die afwezigheid de stemming te verdagen. Dat de Bloemendaalsche Raad hierop niet inging, is wel natuurlijk 1 Waar zou 't op die manier heen moeten, als bij afwezigheid van één Raadslid alle belangrijke bedniten moesten worden uitgesteld? De zoogenaamd neutrale, in werkelijkheid uil ra-liberale en anti- clericale „Stads-Editie" echter rekent dat niet-uitstellen van de benoeming den Bloemendaalschen Raad als grief aanVerbeeld u, dat het eens andersom geweest was, en een Katholieke meerderheid zou hebben gepoogd, dat spelletje uit te halen wat Mr. Tideman probeerde te doen! l'an zou men van diezelfde liberale krant wat gehoord hebben! Maar... de zaak was met 't bo venstaande niet ui\ Na de stemming, waarbij een Katho lieke sollicitant evenveel stemmen kreeg als de bevoorrechte candidaat der anticlericalen, keek men de Gemeentewet na, die in Titel II, Hoofdstuk II, 2, voorschriften geeft omtrent „de orde der vergaderin gen" van den Raad. De leider der anticlericale partij Mr. Tideman, die door den uilslag der stemming niet erg in zijn humeur was geen wonder: de liberale candidaat zat bij Mr. Tideman thuis op zijn benoeming, die men zeker achtte, te wachtenlas het bewuste artikel 51 der Gem. Wet voor, en daaruit bleek dat nu moest worden geloot. Mr. Tideman trok zelf het lof, en lootteden heer Bergman, den candidaat der Katholieken! Vier en twintig uur later deelde de burgemeester mede, dat deze benoeming ongeldig was, want het betrokken artikel was voorge lezen uit een oud wetboekje, waarin de jongste wijziging van dit artikel der Gem. Wet niet was opgenomen! Er had nog een stemming dienen plaats te hebben. Dit zijn de feiten. Wij wensclien dien loop van za ken in geenen deele toe te schrijven aan eenige opzettelijke vergissing. Wij wensclien ook geen commen taar te leveren op de houding van den burgemeester, die geroepen is in den Raad de wet toe te passen bij de oi de der vergadering, hoe wel van hem toch wel minstens mag worden verlangd dat hij de Gemeentewet kent! Althans,dat hij die wet, zooals ze nü is, vóór zich heeft liggen en gebruikt als hand leiding. Evenmin wenschen we wat te zeggen van het zonderlinge feit, dat in een zoo gewichtig oogenblik een zeer bekend advocaat toevallig raadpleegt.... een verouderd wetboek, en dat een wetskenner als Mr. Ti deman de historie der jongste wij ziging van de Gemeentewet blijkbaar niet kent. Dat moge zijn reputatie als ad vocaat niet ren goede komen, maar 'tis menschelijk. Doch wat we wél wensclien op te merken, betreft twee dingen. Vooreerst de eisch van billijkheid aan welken bij de definitieve be noeming nu zal moeten worden voldaan. En die eisch is, dat de benoe ming van' den heer Bergman nu worde gehandhaafd. Iemand, onder deze omstandig heden benoemd, lieeft eenig recht gekregen althans. En hij mag nu toch van de. vergissing die begaan is, niet het slachtoffer zijn! Wie of wat de heer Bergman is doet nu niet meer ter zakede Raad heeft hem (zij het ook, dat er een informaliteit is begaan) toch in zekeren zin benoemd. Die be noeming is wegens een omissie welke echter toch hoogstwaarschijn- schijnlijk geen verandering zou heb ben gebrachtonwettig naar den vorm; dat neemt echter niet weg dat er een zedelijke verplichting is geboren, die bij de nieuwe be slissing, welke slechts formeel behoort te zijn, moet worden na gekomen. En 't tweede punt waarop we wijzen willen, is de eigenaardige houding van het liberale blad van Haarlem, dez. g. „Stads-editie" der Opr. Haarl. Courant. Dit blad verdedigt natuurlijk den candidaat der liberalen. Dat is tot daaraan toe. Partij hij partij. Maar hierbij gebruikt 't argu menten, die zeer verbijsterend zijn Het zegt b. v. dat de Bloemendaal sclie raadsleden (als er geen over wegende redenen bestaan, voegt 't blad er gelukkig nog even bij!) verplicht zijn die personen te benoe men, die door Burg. en Weth. wor den voorgedragen!.... Dat is wat nieuws in de gemeen telijke huishouding. Doch vermoedelijk geldt dat al léén, als B. en W. een liberaal voordragen! 't Oude liedje natuur lijk vanwij liberalen zijn 't den kend deel der natie, en gij, anderen, hebt u aan ons te onderwerpen. De voorstelling, die de liberale Stads-editie voorts geeft van de twee candidaten, is eveneens zoo partijdig mogelijk.De heer Bergman, van Spaarnwoude, heet b. v. „een geheel onbekend persoon." Alsof Spaarnwoude in de buurt van Konstantinopel ligt! Wij vertrouwen, dat de rechtvaar digheid en billijklioid toch ten slotte bij de Bloemendaalscheraadsleden zal zegevieren! En dat trots de partijdige aan blazingen der liberale Stads-edi tiede heer Bergman, de „onbe kende" uit het liefelijke stukje van ons anticlericaal zuster-orgaan, niet de dupe wordt van deze toch in alle opzichten zonderlinge, en voor de betrokkenen allesbehalve vleien de vergissingen, door den Bloemen daalschen burgemeester en den ra dicalen heer Tideman gemaakt. Algemeen Overzicht. Zoo langzamerhand begint Rus land weer nummer een voor liet programma van ons dagelijkscli over zicht der buitenlandsclie gebeurte nissen en der politieke kwesties te worden. De Doema-verkiezing voor den derden keer naakt, en al hebben we verleden week al eens in onze drieregelberichten vermeld, dat het aantal kiezers alweer duchtig door de regeering is verminderd, den alge- meene belangstelling in de lande schijnt daartegenover toch juist te vermeerderen We liooren, dat ook de socialisten weer gaan meedoen bij deze ver kiezing. Die hadden eerst besloten, van de stemming weg te blijven, alu een stilzwijgend protest. Maar ze be grepen dat ze op die mannen precies in de kaart van de regeering zouden spelen. En daarom doen ze weer mee. Ook de zoogenaamde „kadet- ten" (men weet dat die naam komt van de letters K. en D.: konstitutio- neel-democraten) zullen toch maar aan de actie deelnemenalleen hebben ze zich weer eens opgelost in of omgevormd tot een andere partij, die der „gematigde progessis- ten," en ze komen nu met een programma, zoo vaag, dat er niet veel bijzonders van valt te zeggen. Men oordeele de hoofdpunten zijn volgen de Engelsche bladen Onschendbaarheid van des Czaren oppermachtverantwoording der ministers door rapporten aan de gevolmachtigden, door het Russi sche volk te kiezen; eenheid, on schendbaarheid en ondeelbaarheid van 't Russische keizerrijk met uitgestrekte concessies voor de plaatselijke administratieve autono mie. Behalve de revolutionairen zal iedereen dat haast kunnen onder schrijven! 't Is mooie theorie Maar de practijk in Rusland is anders, dat merken we aan de dagelijks terugkeereude politieke woorden en roofpartijen. Dat merken we ook aan de heele serie misdrijven en rechtzaken, waarvan een optelling al heel sprekend is. In het tijdsverloop van twee maanden na de jongste doema-out- binding, van 16 Juni tot 16 Augus tus, zijn in de verschillende steden des rijks 83 doodvonnissen geveld. Gedurende hetzelfde tijdperk werden bij botsingen met revolutionairen 319 personen gedood en 245 ge wond. Eu kwamen 174 gevallen van roof voor. Het totale bedrag van het geroofde geld is meer dan een millioen roebel. In 63 gevallen we.den bom- en geheime wapen depóts ontdekt en in 11 gevallen geheimo drukkerijen. Het totaal bedrag van de aan dagbladredacteu ren opgelegde boelen beloopt 29.550 roebels En die statistiek zouden we nog kunnen aanvullen... Spreekt een en ander niet voor zichzelf? Voor zichzelf spreken óok de be richten uit Marokko! Zooals we al zeiden, wordt liet daar een warboel die met den dag erger wordt, en de berichten bewij zen dat we gelijk hebben met dat te zeggen. De wapening der Mooren duurt voort, en als het een beetje wil, zullen de Franschen het hard heb ben te verantwoorden. Bladen als de „Figaro" en andere organen, houden dan ook krachtiger optreden, en een expeditie naar het binnenland, voor beslist noodig. De befaamde Acte van Algeciras wil wel van geen expeditie weten, maar men rekent er op, dat koning Ed ward bij de besprekingen met kei zer Wilhelm en keizer Frans Josef de moeilijkheden heeft uit den weg geruimd, en de toestemming van Duitschland en Oostenrijk tot een krachtiger optieden van Frankrijk in het onderhoud te Mariënbad aan Clemenceau heeft medegedeeld. In hoeverre deze veronderstelling juist is zal wel spoedig blijken. Voorloopig spreekt de Fransclie regeering echter alle toespelingen er op beslist tegen. Maar het zou kunnen, dat de feiten in Marokko dwingen tot straf fer cptreden En wat dan? Wat dan? Dat mag ook gevraagd worden in Engeland, waar een nieuw con flict i» ontstaan tussclien het Hoo- ger- en het Lagorhuis, en waar het Hoogerhuis vastbesloten schijnt, niet toe te geven. Als het in die hou ding blijft volharden, wat dan? De botsing betreft het voorstel der regeering over het herstel op hun hoeven van uitgezette Iersclie pachters. Het was door het Lagerhuis aan genomen, doch het Hoogt rhuis bracht ingrijpende wijzigingen aan. De meesten dezer amendementen werden door het Lagerhuis verwor pen, maar het Hoogerhuis besloot eenige te handhaven. Er zullen nu pogingen worden aangewend om een schikking te treffen, maar de voorui tzichten van liet wetsvoorstel worden als zeer twijfelachtig beschouwd. Én dan kan de regeeriug toch lit la iger wacl.te met haar be faamde maatregelen tegen de on willige lords! Maar.wat dan Dan is een constitutioneele strijd op leven en dood gaande, die nog rare gevolgen kan hebben I Datzelfde kan nü al gezegd worden van het veelbesproken bezoek, dat een aantal Amerikaansche oorlogs schepen op het moment te Yoko hama maakt. Men weet dat president Roose velt dat doorgedreven heeft. Reeds toen liet Amerikaansche smaldeel, dat voor dit bezoek aan Japan bestemd was, nog voor Manilla lag, was uit Japan de half-ambtelijke mededeeling ontvangen, dat het aangekondigde bezoek in de gege ven omstandigheden niet gaarne zou worden gezien. Maar de Amerikaansche schepen gingen toch. En nu meldt men, dat de ont vangst in het oog loopend koel is geweest!.,.. Aan de verhouding tusschen Japan en de Vereen. Staten, die toch al niet zoo rooskleurig is, komt dit stellig niet ten goede! Nieuwtjes in drie regels. flet Kouinklijk Echtpaar in Mecklenburg. Ter herdenking van de inwijding van het nieuwe kasteel, te Schwe- ring, vijftig jaar geleden, heeft er een plechtige dienst in de slotkerk plaats, waarbij H. M. de Koningin en Z. II. de Prins der Nederlanden tegenwoordig waren. Bij het galadiner, dat op de plech tigheid volgt, zat H. M. de Konin gin naast den groothertog, de groot hertogin naast Z. K. H. Prins Hen drik. De tweede Vredesconferentie. De Belgische gedelegeerde ter vredesconferentie Beernaert is Za terdagmiddag in de residentie aan gekomen. De verwachting blijft, dat de Vredesconferentie nog vóór de helft van September zal uiteengaan. Een week vóór de opening der FEUILLETON. OWE HURLEMSGHE COMKT ABONNEMENTSPRIJS: ('er 3 maanden voor Haarlem fl.20 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) „130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post ,,3.05 Afzonderlijke nummers 0.05 PRTJS DHR ADVERTENTIËN Van 1—6 regels10.60 (contant) f0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. Alp >t socialistische „Volk" wat af bekt, ergens zijn haat tegen uit- wt, wees dan zeker ervan, dat oor hen die prijs stellen op gods- op behoud der maatschappij, ?P orde, op zedelijkheid, in den regel |!'ts goeds is in datgene wat 'tsocia- 'stische hoofdorgaan afbreekt! Lof van dien kant is verdacht, 'laar blaam van die zijde is vaak 'F'*" eerebewijs! ^oo is Het Volk nu bezig, z'n &d uit te spuwen tegen de „Tentoon- Velling voor Ambachtswerktuigen" te Amsterdam. Die noemt het blad „het bankroet Vin 't ambacht". Zulke domme lui toch, die juist '"eenden dat 't ambacht door die '"eerdere kennis welke hier wordt 'l;mgeboden en verschaft, beter den Vrijd om 't bestaan zou kunnen l'oeren Het Volk profeteertde Midden stand, de klein-industrie moet en zal onder gaan. Tenzij.die Middenstand z'n toe vlucht neemt tot 't socialisme. Nu probeert men het echter, ook door deze expositie, zonder socialis tische, schreeuwende theoriën, maar "iet de hulp der practijk. En nu heet het: de tentoonstelling 's „een totale mislukking"! Hebben we geen gelijk, als we dit Schampere geschrijf een vleiend ge tuigenis noemen vóór deze werkelijk "utlige tentoonstelling, waar het klein bedrijf in verschillend opzicht zooveel leeren kan? Clemenceau is van zijn badreisje gisteren weer teParijs teruggekeerd.Hij confereerde dadelijk met alle ministers. Het Stuttgartsche socialisten-con gres is gesloten. Groote geestdrift, na veel onderling gekrakeel. Koning George van Griekenland is heden te Parijs aangekomen, na ziju gewone badkuur in Aix-les-Bains. Koning Chulalonghorn van Siarn (met dien onuitsprekelij ken voornaam) is uit Parijs naar Hamburg vertrokken. In Kingstown in Ierland zijn hef tige aardschokken gevoeld. Is het nu nógal niet genoeg? De koning en koningin van Rumenië zijn op reis gegaan naar Wee- nen, en vandaar Duitschland in. De bekende Amerikaansche mi nister Root, Roosevelt's rechterhand, is ernstig ongesteld. Overwerkt. (Sjteiiaal voor dit blad bewerkt). BOEIENDE ROMAN uit den jongsten Poolschen vrijheidsstrijd. Naak hkt Duitsch van GERD. VON OSTEN. Het is te begrijpen, dut de „Vereeniging tot eigen vorming en veredeling" bij de uitgewekenen in Parijs en Londen niet onopgemerkt was gebleven. Wie zou geen aanspraak maken op zoo'n grooten steun, van een zoo werkzaam lichaim a's dit jongelingsverbond en v.in een a Aderen kant, wie |zou die evenzoo en thousiaste, als onervaren jongelui niet met blijdschap de taak laten aanvaarden, die bij een toekomstigen opstand hun ten deel viel: het land aan te voeren tegen den verdrukker? Voorloopig sprak men niet over dit dor 1 en deze plannen. Toen de vergade ring voltallig was, trad een uit hen mid den op Thaddilus Linanowicz toe met de beschuldiging, dat hij niet de bondsbe- lofte hield, die voor iedereen de hoogste zedelijkheid tot plicht maakt;dath ij speelde en ronk en navolgde de buitensporig heden der voorname, jonge Russen. Reeds eenmaal waren dergelijke klach ten legen hem ingebracht; hij had toen tot zijn verontschuldigiug aangebracht, dat hij op deze wijze een wantrouwige regeeringsspion op een dwaalspoor wilde brengen, 't masker der valschheid voordeed om het geheim van 't bondge nootschap zoo heter te verzekeren. Men huldigde hier intusschen geen dubbelzinnige beginselen; ook zelfs voor den schijn mag niemand iets onwaardigs doen. Pit naam van allen gaf Roman hem een geduchte vermaning en knoopte daaraan 't verlangen vast, dat hij nimmer meer aanstoot of ergernis zou geven. Bleek en met fonkelende oogen had Thaddaus tot nu toe gezwegen. Reeds van het binnenkomen in de vergadering af was liij van streek geweest en ver anderde telkens van gelaatskleur. Nog minder dan anders vermocht zijn ver anderlijk oog den open blik der anderen en den scherpen oogopslag van Roman te ontmoeten. Dat viel Roman dadelijk op. Hij hield dezen onrust echter voor schaamte en verlegenheid, en toen later de klacht over den liederlijken levenswandel ten tweeden male zou ingediend worden, voor een teeken van zijn hoos geweten. Maar nadat Roman zelf hem op zoo grove lichtzinnigheid betrapt had, kon de schul dige met zijn vroeger voorwendsel niet meer voor den dag komen. Het onwaar dige bondslid werd gedreigd met uit banning, als hij zicli niet zou beteren. Met minachting wendden nu reeds zich allen van hem af. Maar daar verdween die onrust, die hen tot nu toe was bij gebleven. Vermetel en boosaardig, alsof hij er voor klaar stond, keek Tliaddaus om zich heen. Ken vreemd lachje speelde om zijn mond, toen men er over sprak hem uit de vergaderingen te zullen bannen, totdat hij door vlijt en ingetogenheid bewijzen van beterschap hafgegeven. De statuten van den bond schreven dat voor. Aan mogelijke verklikking van een gedeballoteerd lid dacht geen der jonge lieden. Had niet iedereen aan 't vaderland en den Bond trouw gezworen,? Zondigde ook Tliaddaus of iemand anders in be treurenswaardige listzinnigheid jegens de zedenleer en moest hij dan bestraft wor den, dan had hij zich toch nóg niet schuldig gemaakt aan meineed of ver raad. Een kloppen trok aller opmerkzaam heid naar de zijdeur. „Om der Moeder God's wille, Roman, dadelijk weg!'An ka stond op den drempel. „Gendarmen. Kozakken. weet ik wat?. Hemel, te laat!" gilde zij. Stooten van geweerkolven bonsden tegen de dunnen plankjes der kleine vensters, zware voetstappen tegen de enkele buitendeur. Anka, die door de luiken wilde loeren, totdat de studenten zich verwijderen zouden, had gewapenden gezien. Hare waarschuwing kwam te laat het huis was omsingeld en door zoo'n groote overmacht, dat aan ontvluchten niet meer te denken viel. Als gevangenen keerden de jonge lui naar de stad terug. Ook de bewoners der hut werden meegesleept. III. Zoo'n opgewekt leven als had er sinds jaren niet meer geheerscht op Swiagask, het kasteel van Vorst Nasimow. De oude meester en zijn jonge gemalin met haar broer waren voor eenigen tijd met een grooten stoet lakeien en ander hofpersoneel aangekon e ï.De officieren van het nabijgelegen garnizoen werden uitge- noodigd tot de jacht in de steppen. Zoo kwam een staatsraad mee, eiuit het Westen om inspektie te houden naar Zuid-Rusland werd gezonden. De jonge keizer wenschte nauwkeurig ingelicht te worden omtrent den toestand van zijn rijk. De beambte reisde mét zijn gehe le gezin en al zijn bedienden. Hij nam graag zijn intrek onder het gastvrije dak van den vorst, wiens gema lin hij en zijne gade nog Wilna uit- kenden. Men had fijn gesoupeerd, en men raakte zoowat uitgeput over de hedendaagsche toestanden n gebeurtenissen, over de vroegere jachtavonturen, enz. De vorstin had eerst haar klein jon gentje laten bewonderen en hield zich nu, misschien wel om de officieren te pla gen, die haar voortdurend hethof wilden maken,op een beminnelijke wijze bezig met de familie van den beambte. Deze familie bestond uit vier meisjes van tien tot vijftien jaren en een hup- schen, vijfjarigen knaap, die bij allen, die hem aankeken, in den smaak viel. Van daag was hij evenwel, zooals Mama en zijn zusjes eenstemmig verklaarden, zoo slecht gestemd om eens gezellig te bab belen, hij was wat schor en had hoofd pijn. Dat was wel te zien aan zijn gloeiend voorhoofd. De knapste der jonge officiertjes, Bora Semen Kondratisch Ladrin, die er zich op beroemde, dat zijn compiinentj es ma kerij wel niet zonder indruk zou blijven op de dames verliet moedeloos de salon, misschien wel om deze door zijn tijdelijke afwezigheid er aan te herinne ren dat hij er werkelijk was. Hij slenteide door de verlichte appartementen in de Bibliotheek. Zijn stem trilde van verontwaardiging, toen hij daar een soldaat zag, die in een boek verdiept was: het was wel is waar een onderofficier, maar toch altijd een soldaat, die den overste als ordonnans tot hier gevolgd was. „Wat een brutaliteit, kerel! Maak, dat je oogenblikkelijk verdwijnt, waarheen je thuis hoort!" De man was in de houding gesprongen. Het was een prachtige verschijning, zelfs in zijn soldatenpak. De kapitein trad onwillekeurig een stap achteruit voor den blik van zijn Onder geschikte. Zoo had hij dien man, die hem reeds meer dan eens opgevallen was door zijn voortreffelijke krijgsmanshouding, nog niet gezien; zijn anders altijd onverschil lige oogen fonkelden thans met een bui tengewonen glans, alsof zij zich heelemaal in deze vreemde plaats niet thuis gevoel- den. Intusschen kon hij hier de zaak niet verder afhandelen. En de soldaat had intusschen ook reeds het appartement verlaten, hij nat* zieh voor, voodra hij in het garnizoen was teruggekeerd, 't geval te rapporteeren aan den kapitein zijner compagnie. Nieuwsgierig wierp hij tegelijk een blik in het boek een Fransch werk over de krijgskunde. „Wonderbaar, dat de kerel het boek niet verkeerd hield. Ik geloof eerder dat hij het stelen dan lezen wou." Graaf Jeger Karpovitsch, de broeder der gastvrouw, hield zich inmiddels on ledig door zich te onderhouden met de dochters vair den Staatsraad, of liever dochter, want de jongere kwamen niet in aanmerking; deze waren schuwe on beholpen kinderen met allen dezelfde gezichten. De oudste, achttienjarige, vormde daar entegen een opvallend conttastzij geleek heelemaal niet op een barer verwanten. En die tegenstelling sprak zelfs uit haar kleeding en haartooi. De kleeding was zwart, van eenvoudige wollen stof, met wit lint gegarneerd. Het bruine haar, dat zij zoo kort hadden laten kappen, dat het tot aan de schouders reikte, was met een zwarten riuweelen strik vastgebonden, die zonder zich aan de heerschende mode te storen, om het gewelfle voorhoofd was gewonden. Donkerblauwe oogen keken ernstig, haast somber, onder lange, donkere wim pers uit. De gelaatstrekken waren niet regelmatig, maar fijn en beweeglijk, de slanke gestalte was nog kinderlijk, maar toch schoon en bevallig. Hij hield haar zucht om zich telkens aan 't gezelsohap te onttrekken voor jeugdige schuch terheid; maar weldra kwam de ervaren man van de wereld en de van 't leven ken ner tot de ontdekking, dat hij zich daarin bedroog. Haar oogen blikten zoo pein zend ovtr hem en het geselschap, als wijlden hare gedachten in verre streken. Zij hield zich daarna zoo koel en onver schillig, omdat zij ergens in iets, of mis schien hier in alles een tegensin lmd. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1