.e 0, £)ik^£2 ÏÏIÈkéWWïï ZONDAGSBLAD „N. Haarl. Crt." 1 Sept. 1907. ZONDAGSBLAD „Stad en Land" 1 Sept. 1907. *wxx%\x%^8)xxxx v\it\t\\«V «xxxxxigixxxxxxxxxx fnwxxxxxxxxx' X^Sj xxxxxx»\X»<(nft .xxxxxxxxvx l».^eS.CMJta-Ji STlCH;r;/yg ■^K-Avande.Raver.t ifa)r////////// Inhoud. Moorsche gebruiken (met illustratie). „Het dier in den spiegel der taal''. P. L. Tak f (met portret). Te Casablanca (met twee illustraties). Rozenolie. Twee hoofdfiguren van het Kath. Dranubestrijders-congres (met illustratie). Bloemen. Bij ondervinding (met teekening van Van Geldorp). Theod. Herzl (met portret). Pastoor J. C. van Grossel (met portret). Koninginnida gedicht van X. Nog eens het Amsteidamsche Beggijnhof (met vijf illustraties). De sluier van point d'Alengon, vrij naar het Engelscli, van Magda. Geschikte gelegenheid (met illustratie). Nieuwe geneesmiddelen voor ruggegraatsverkrom- mingen (met illustratie). Hartjesdag! (met illustratie). Kruimkens voor verstand en hart. Anecdoten. Schaakspel. OORSCHE GEBRUIKEN. Wanneer de Mooren joden geld willen afpersen I dan bezigen zij daartoe het middel, om dezer rechterhand door zout te doen verdorren. De hand wordt gestoken in een leeren zak met een stuk zout erin, en wordt dan vastgeketend op den rug van het slachtoffer, zoodat dit ze niet bewegen kan. De ongelukkige jood weet, dat elke dag vertraging in betaling van het geeischte zijne hand grooter gevaar doet loopen. In omstreeks vier maanden zal zijne hand hopeloos zijn weggeschrompeld. De gevangenissen van Marokko zijn niet bij zonderlijk gebouwd voor het doel, maar zijn ge meenlijk het plein van eenig -niet meer bewoond particulier huis. De plaats is overdekt met een traliewerk, ten einde de gevangenen te beletten over den muur te klau teren. De gevangenen moeten door hun vrienden worden onderhouden of hun kost verdienen door het maken van mandewerk of door houtsnijkunst. Er zijn geen geregelde cipiers, maar de deur wordt bewaakt door een gewapenden schildwacht. Het inbrengen van gevangenen geschiedt nu juist niet op bijzonder zachtzinnige wijze. Onze illustratie daarop betrekking hebbende geeft een persoon te zien, die zooeven door den schildwacht naar binnen is.getrapt. ET DIER IN DEN SPIEGEL DER TAAL". Onder dien titel heeft 1 de duitschc professor Riegler een werk uitgegeven bij C. A. Koch, te Dresden. In welke verhouding onze voorouders tegenover onze „broeders in bosch en veld en lucht" stonden, is hier in rijke vol heid van voorbeelden neergelegd, zoodat het werk, afgescheiden van zijn taai-historische waarde, als modelverzameling van het materiaal, ook voor de psychische geschiedenis van het volk, de kuituur- en kunstgeschiedenis groote waarde heeft. Met welk een haat hebben b.v. de Duitschers der laatste eeuwen en trouwens dezen zeker niet alleen een grimmigen vijand van hun velden, den wolf, vervolgd. Geen enkele der vele verbin dingen, waarin zijn naam voorkomt, zegt iets gunstigs van hem. Men spreekt van „wolvenaard", „hij vreet als een wolf", „een wolf in schaapsklee- deren" enz. De oude Germanen evenwel hebben hem een roemvolle plaats in hun mythologie, een eervolle vermelding in hun eigennamen toegewezen en de Romeinen vereerden den wolf, die Romulus en Remus gevoed heeft. Een Moorsche gevangenis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 11