- 70 - Het poortje van het Amsterdamsche Beggijnhof, aan de Bagijnhofsteeg. Het nieuwe poorthuis van het Amsterdamsche Beggijnhof. Aan het Spui. vijftal illustraties toe. Zooals wij bereids in ons vorig artikel zeiden, is op initiatief van den tegenwoor- digen beggijnenvader, den Hoogeerw. heer Mgr B. H. Klönne, het oude poortje aan de Beggijnensteeg gerestaureerd en werd be gonnen met den bouw van een nieuw poort huis aan het Spui. Een der illustraties van de nieuwe reeks stelt voor het gerestaureerde poortje, twee andere geven in beeld het nieuwe poorthuis, de voorzijde op het Hof en de achterzijde aan het Spui, en de resteerende twee beelden stellen een paar momenten voor van de plechtigheid der eerste-steenlegging voor dit laatste. van oude brocaat en zijde waren verwerkt tot kussens en tafelkleeden, enkele stukken porselein prijkten op schoorsteen en étagère, een paar fa milieportretten versierden de wanden. Ze waren geschilderd door miss Campbell zelve, onder lei ding van een meester. Miss Harriet was in har monie met haar kamer. Zij was bijna 60 jaar en zag er ook naar uit. Een zwart kanten kapscltje rustte op het haar, dat zacht en zilverachtig was, een zacht blosje kleurde nog haar innemend ge laat. De zwarte japon was aan hals en mouwen van kraag en manchetten voorzien, die even blank waren als de ziel der draagster. Miss Harriet legde de courant op tafel en be gaf zich naar de aangrenzende kamer. Zij ont sloot een houten kist en legde den inhoud ervan één voor één op het bed, totdat een bruin papie ren pak, met een touwtje vastgemaakt, zichtbaar was geworden. Haar hand beefde toen ze de papieren verwij derd had, en er eene kartonnen doos te voorschijn kwam. Harriet legde de doos ter zijde en lichtte een punt op van de kant: fijne point d'Alenjon. De sluier was zeer groot, in de hoeken van de doos lagen twee of drie takjes oranjebloesem. Miss Campbell zat in gedachten; de taak, die zij op zich genomen had, viel haar zwaar. Ar moede had ze gedragen zonder klacht, maar nu weer een nieuwe winter vóór de deur stond, voelde ze zich zwak. De kant was van groote waarde, maar voor haar beteekende zij het leven. Het was een zinne beeld van lietde en begraven hoop; nu echter als door een wonder werd de sluier weer door het dag licht beschenen. Haar geschiedenis was niet ongewoon: twee zeer aan elkaar gehechte menschen, door hen, die hun scheiding wenschten, opgestookt, wat eindigde in een verbroken engagement, slechts enkele we ken vóór den voor het huwelijk vastgestelden dag. Miss Campbell's aanstaande echtgenoot had daarop onmiddellijk dienst genomen in het leger en was naar Indië vertrokken. Van dien tijd af had zij hem uit het gezicht verlorenhaar leven was een aaneenschakeling geweest van werken en strijd; de oude roman was nooit vrijwillig op gehaald, maar toch ook nooit vergeten.' Van al de inkoopen voor haar huwelijk gedaan behield zij alleen den sluier; hij had toebehoord aan haar moeder, een Fransche adellijke dame. Thans, nu zij dat geld, dat het voorwerp waard gemeubeld. Een geur van rozenbladen ging van de overtrekken van stoelen en gordijnen uitrestjes Het nieuwe poorthuis van het Amsterdamsche Beggijnhof. Aan de zijde van het hof. haar bruidssluier nog wel niet gekocht hebben. De woning van miss Campbell kon op niet veel kostbaars bogenhet vertrek was echter met smaak was, zoo goed zou knnnen gebruiken, twijfelde zij eraan, of zij de kracht en het recht zou heb ben het langer te bewaren. De gedachte, het voorwerp aan een handelaar te verkoopen, was haar pijnlijkmaar Lady Violet Gray, dat was een andere zaak. Zij zou bij den sluier een briefje voegen hoeveel zou zij vragen? Twintig pond? Dat bedrag was ver beneden de waarde, maar zij was bang te veel te vragen. Lady Gray, naar haar kamer gaande, om zich voor het diner te kleeden, zag op haar schrijftafel een pakje liggen. „Dezen middag gebracht door een oude dame", zei de kamenier; „zij verzocht, het dadelijk aan u te. geven, maar daar u niet thuis was, kon dat natuurlijk niet gebeuren." Lady Violet nam het briefje, dat het pakje vergezelde, op, bezag het mooie handschrift en het adres en maakte het couvertje open. „Aan Lady Violet Gray! Ik hoor dat u plan hebt spoedig te gaan trouwen; ik zend u een reliquie uit mijn eigen jeugd, in de hoop dat u ze wilt koopen. Het is een sluier van point d'Alen^on, ik zou hem u voor twintig pond willen laten. Harriet Campbell. 3 West-Villas, Kensington." Lady Gray was aan zulke briefjes gewend, maar hierin was toch iets, dat haar door zijn eenvoud trof. Bovendien, ze was zoo bijzon der gelukkig, en geluk slaat bij jonge men schen licht over naar edelmoedige sympathie. „Arm oud mensch! Zeker een deftige dame! Een reliquie uit haar jeugd! Ik ben benieuwd ik denk niet dat de kant waarde heeft maar, we zullen zien." Daar kwam de gele kant te voorschijn, als een bode van een geleden verdriet kwam zij het meisje voor. De oude takjes oranjebloesem lagen nog in de hoeken. Tranen welden in Violet's oogen. Voorzichtig lichtte ze een punt op en bracht haar blanke, goed verzorgde hand onder het patroon, zooals Harriet een paar uur vroeger gedaan had. E SLUIER VAN POINT D'ALE- QON. Vrij naar het Engelsch, door Magda. „De bruid droeg een kostbaren sluier van fijne point d'Alengon De woorden van dit bericht vermengden zich in de oogen van miss Harriet Campbell met die van een andere aankondiging vlak eronder: „Er is sprake van een huwelijk uit de groote wereld tusschen Lady Violet Gray, dochter van der graaf van Graybourne, en graaf"De rest interesseerde miss Campbell niet. „Een sluier van fijne point d Alengon!"... Deze woorden deden haarterugdenken aan vroe gere tijden, waaraan de herinnering alleen haar nu nog deed blozen, maar zij kwam er ook door tot een practische overweging, noodig, maar niet welkom en tot nu toe uitgesteld. Point d'Alen^on was zeer in de mode. Zij zag maar zelden een courant, en dit blad, dat haar toevallig in handen gekomen was, was al een week oud; maar Lady Gray zou nu toch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 16