DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
VoorRechtenVrijheid!
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
Uit de Statenzaal.
BUITENLAND.
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1907.
No. 6676, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Nalezing der Raadsvergadering.
'u Imposante indruk maakt ze
niet, de oude Statenzaal, waar de
Ilaarlemscha Raad vergadert. Trots
de oude Regentenstukken, die haar
sieren, trots zelfs 't eerwaardig ka
rakter van onze vroedschap zelve...
Daar lieerscht nog een atmosfeer
van die historische intimiteit, van
dat vergaderen-in-onder-onsjes, in
deze zaal! De raadsleden zitten er
in een halven kring plechtig op te
kijken naar B. en W. die op 'n
verhevenheid tronen, de voor
zitter en zijn wethouders spreken
niet voor, althans niet tut het pu
bliek, maar hun woorden gaan ter
zijde weg, langs ons journalis
ten heen, die met moeite pogen
o]) te vangen de „mededeelingen"
't gewone begin van de raadszit
ting, welke in onverstaanbare klan
ken aan den mond des voorzitters
ontrollen.
Maar vergeefs: aan de publiciteit,
dien eisch des tijds, is in zooverre
geotterd, dat we die „mededeelin
gen" naderhand in de pers-anti
chambre (deftig woord voor een
minder deftige zaak, ondanks de
sierkunst der bodes, die de muren
met prentjes vervroolijkenkunnen
overschrijven, maar dat is ook
de eenige concessie.
Voor de rest gaat 't grootendeels
„onder ons", als in den ouden tijd.
Nu ja, men laat de voordrachten
drukken, en de prae-adviezen, en
ook sommige adressen en ingekomen
stukken.
Maar de toelichtende memories
vaak 't interessantste en meest-
wetenswaardigeblijven onge
drukt.
En wat méér is, geen on-raads-
heerlijk oog kijkt er in, zelfs niet
dat van den pers-man, den vertegen
woordiger van 't publiek!
Ja, de heer Breda Kleynenberg
wou gisteren niet eens, dat een paar
brieven en memories inzake de be
faamde kwestie-Kalbsfleisch contra
den heer Hugenholtz zouden wor
den gedrukt! Niet drukken, zeide
deze drukker, we kunnen het onder
ons wel af! Gelukkig, dat de heer
de Braai eu de burgemeester nog voor
publiciteit waren, al gaf de burge
meester hier ook het heel-typisch-
Ilaarlemsche argument, dat als die
briefwisseling gedrukt was „de hee-
ren de zaak thuis op hun gemak
konden nakijken!"
Maar laat ik eerst 't plechtige
moment van de inhuldiging der
nieuwe raadsleden even gedenken:
't plechtig opgenblik, dat de eeden
door de wet voorgeschreven, werden
afgelegd.... 'k vraag excuus: de
heeren Levert, Thiel en Middel
koop deden 't zonder „God Al
machtig" en vergenoegden zich met
de „belofte" welke de wet toe
staat. Ons nieuwe Roomsche raads-
]id, de heer Visser, was er ook, en
hij streek na het alieggen van den
eed neer in de banken aan den
anderen kant der zaal, waar we
hem haast uit 't oog verloren, zóó
donker is het er, vanaf de pers
en publieke-tribune gezien.
Ons raadsverslag onder „Stads
nieuws" geeft natuurlijk het ver
loop der zitting getrouwelijk weer
hier geven we slechts een nalezing
van 'tgeen ons frappeerde geduren
de den loop der vergadering.
En dan dient allereerst gemeld
dat de Raad een beetje in de con
tramine was. Rebellig tegen B. en
Wet-h.
'f Begon al gauw, toen de ver
ordening behandeld werd aangaande
den nieuwen Directeur en Direc
trice van 't Stedelijk Ziekenhuis. In
't voorstel van B. en \V. was de
mogelijkheid opengelaten, om dien
luidjes facultatief óf vrije woning
enz., óf vergoeding daarvoor te
geven.
De heer van de Kamp met
z'n sympathiek g-luid en gemak
kelijke voordracht vond dat die
functionarissen i'\ 't huis moesten
wonen, en daarin vielen andere
leden hem dadelijk bij. Zelfs met
minder slaande en curieuze amen
dementen, als dat van den heer
Sneltjes die ze in het gesticht wilde
doen inwonen om zedenzelfden
kost te laten eten als de verpleeg
den Mr. Bijvoet (die een poosje
de raadzitting bijwoonde, voor 't
eerst weer na zijn langdurige on
gesteldheid: onze welgemeende ge
luk vvenschen!) argumenteerde de
gelijker dat zelfs bij de voorgestelde
redactie het Directors echtpaar de
keus zou hebben om binnen- of
buiten huis te wonen, wat toch te
gek zou zijn: de wanhopige verde
diging des wethouders Kruseman,
die maar bang was om vooruit te
loopen op de bouwplannen, mocht
dan ook niet baten. De heer van
de Kamp had succss raet z'n voor
stel en 't kwam er glansrijk door.
Aldus was de eerste nederlaag
toegebr#»ht aan B. en W.
Maar het zou uog erger worden
de Raad was nu eenmaal aan den
tegensporterenden kant, en liet dat
blijken
Alleen op één punt hadden B.
en W. succes: de verplaatsing van
de groentenmarkt naar den Kou-
denhorn ging er door.... met accla
matie! Zelfs de lieer Groot, die zich
een vorig maal kop-over-bol had
laten bekeeren door 'n ingezonden
stuk, was door meer-degelijke ar
gumenten die ze, naar hij vertelde,
bij 'm thuis haddeu voorgebracht,
voor de tweede maal bekeerd, dus
't nu weer roerend eens met B. en
W. Dies trok hij z'n voorstel in,
daarmede erkennend dat hij wel
wat onberaden en al te haastig was
geweest. En de greentenmarkt werd
toen zonder stemming naar den
Koudenhorn verplaatst, die er ook
voor is gemaakt en die naar aller
meening, behalve dan van een paar
caféhouders on pakhuis-eigenaars
aan de Turfmarkt, de beste plaats
er voor biedt.
Hadden B. en W. daarmee suc
ces, bij de volgende voordrach
ten kwam de oppositiegeest van den
Raad eerst recht los
Daar was allereerst die door onze
krant ook verme'de historie van
„het buitengewone geval", de bis
torie van het pakhuis dat de Doops
gezinde gemeente wil bouwen in de
Peuzelaarsteeg een beetje hooger dan
de bouwverordening permitteert,
en dan B. en W. wilden toestaan.
Natuurlijk kwam daarbij de heer
Rinkema uit den hoek. Én die had
een wets-interpretatie, waarvan een
jurist rilt en waarvan 'n gewoon
sterveling niets begrijpt, maar die
klaarblijkelijk voor dit geval was
gefabriceerd. Wat was de kwestie?
B. en W. hebben die vergunning
om liooger te bouwen dan de ver
ordening toestaat, geweigerd. Nu
is er echter een artikel in de ver
ordening dat zegt: „in buitengewone
gevallen kan de Raad evenwel
toestaan een afwijking der veror
dening."
Mr. Thiel zei later terecht, dat
dit natuurlijk staat op extra ordi
naire bouwwerken, als b.v. 'n
schouwburg of 'n kerk, van die
bouwerijen die de normale geval
len geheel te buitengaan. Maar de
heer Rinkema wist er wat anders
op. Neen zeide hij alle
bouwerij is een gewoon geval
(dus B. en W. hebben alles te be
slissen, en de Raad niets), behalve
als....", de Raad vindt dat 't een
buitengewoon geval is!Je reinste
anarchie
Wederom zeer juist zeide Mr.
Thiel, dat hiermee den Raad eigen
lijk in alle gevallen 't recht van
beroep zou worden gegeven, terwijl
het betrokken artikel juist is ge
maakt, om dat beroep van den Raad
op B. en W. over te brengen
Maar de heer Rinkema was niet te
overtuigen en draafde maar door:
als je zóó streng de hand houdt aan
deze verordening zei hij dan
zal 't onmogelijk wezen om langer
zaken te doen in Haarlem, ja zelfs
onmogelijk om hier in 't leven
te blijven riep hij hartstochtelijk
uitWaarom natuurlijk hartelijk
werd gelachen
't Was merkwaardig dat de prin-
cipiëele vraag: hebben B. en W.
de bevoegdheid, of heeft de Raad
hier te oordeelen, niet scherp
werd gesteld van de tafel van 't
dagelijksch bestuur. De wethouder
Nieuwenhuyzen Kruseman en bur
gemeester Boreel jammerden wel:
't is zoo lastig, die bouwverordening
na te komen, enje mo st eens
weten hoe graag we eraf waren,
maar dat zijn geen argumenten.
Scherp formuleerden alleen mr.
Thiel en mr. van Stvrum de kwes
tie: hier kan geen buitengewoon
geval zijn, noch volgens de letter
noch volgens den geest van 't arti
kel. De Raad is dus niet bevoegd,
en al betreurt men ook 't weigerend
antwoord van B. en W.de Raad
kan daar niets aan doen.
In dit stadium kwam de lieer
Van de Kamp opdagen met 'n uit
reddend idee voor die heeren, die
toch de Doopsgezinde gemeente maar
haar zin wilden geven, 'n Motie, die
B. en W. uitnoodigde, om de hand
maar over 't hart te strijken. Er
waren al meer moties gesteldde
heer Rinkema had z'n buitengewone
opvatting van 't „buitengewone ge
val" in 'n motie gegoten, de heer
Kleinenberg wou besluiten: „dit
geval is nu eens een buitengewoon
geval!", de heer Schram wou zelfs
„betreuren" dat B. en W. de ver
ordening handhaafdenVan al
dit mooi's was 't denkbeeld des hee
ren Van de Kamp nog 't beste,
en ondanks de ditmaal zeer scherp
geformuleerde bestrijding des bur
gemeesters won de heer Van der
Kamp 'n meerderheid voor z'n mo
tie. Daarmee zitten B. en W. nu
in een lastig parket, dunkt me
Want de burgemeester zei 't zeer
uitdrukkelijk B. en W. hebben
de verordening uitgelegd en toege
past naar hun geweten: de Raad
wil nu, dat ze wat meer elastisch
zullen worden, dat wil zeggendat
ze zullen doen, wat ze volgens ge
weten niet mogen doen!
Zullen B. en W. na de motie-
Van der Kamp 't nu maar op een
accoordje gooien met bun geweten,
omdat de Raad dat wenscht? We
zijn benieuwd! Als 't gebeurt, dan
is dat ongetwijfeld, omdat 't hier
de Doopsgezinde gemeente geldt....
'n gevaarlijk precedent voor later,
als een particulier eens iets vraagt.
Het bespottelijke argument of
ten minste als zoodanig gebruikt
van den heer Sneltjes, door den
heer Kleynenberg herhaald, dat de
gemeente de verordening hier niet
moet toepassen omdat de Doops
gezinde Gem. daar ter plaatse een
gevaarlijk petroleumpakhuis op
ruimde, dus bij wijze van bedankje,
is een staaltje van huiselijke om-
springerij met wet en verorde
ning, dat curiositeitshalve nog wel
mag worden vermeld.
Daar waren nu B. en W. „uitge-
noodigd" door de motie-van de
Kamp, om de zaak nog eens te
bekijken, 't Logisch gevolg bad
moeten zijn, dat B. en W. hun voor
stel om aan de Doopsgez. Gein. te
berichten, dat deze zaak bij B. en
W. thuis behoort en niet bij den
Raad, hadden moeten intrekken
Want een antwoord heeft nu nog
den tijd, tot na de nieuwe bekijking.
Maar dat deden ze niet. En toen
werd 't een verwarring zonder
weêrga! Voornamelijk, omdat ver
schillende raadsleden klaarblijkelijk
meenden,dat aanneming van 't voor
stel om den Raad te doer, verklaren
„Wij zijn niet-competent" betzelfde
zou wezen als een afwijzing van 't
verzoek.
Natuurlijk was 't dat niet. Eu
zelfs de beer Van de Kamp bad,
door in z'11 motie B. en W. „uit
te noodigen" de band over 't hart
te strijken, de competentie van B.
en W. en de incompetentie van
den Raad erkend!... Toch stemde
bij, en vele anderen, tegen 't voor
stel van B. en W. dat wilde xneu
correct zijn ingetrokken had moe
ten worden, doch dat nu 't er bleef,
precies in de lijn lag der motie-Van
den Kamp. Gelukkig was de meer
derheid er toch nog voor, anders
hadden we een nóg vreemder ver
warring beleefd
Nog een laatste nederlaag werd
aan B. en W. toegebracht door toe
doen van den heer Modoo. Zooals
men weet had deze de vorige maal
de beslissing over 't verzoek dei-
bewoners van den KampersiDgel,
om de tonnenschuit voor hun deur
weg te nemen, willen u tstellen.
Dat voorstel-Modoo tot uitstel kreeg
evenwel stemmen vóór als tegen,
zoodat de zaak van zelf was uitge
steld tot deze vergadering. Nu was
er geen reden meer voorde beer
Modoo bad 't uitstel door de wet
zelve al gekregen, en dus werd 't
voorstel nu verworpen. Maar daar
mee kwam de eigenlijke voordracht
van B. en W. aan de ordeden
adressanten te berichten dat met
hun bezwaren rekening zal worden
gehouden.
Neen, zeide de beer Modoo, laten
we wat radicaler zijD, en zeggen
menschenje krijgt je zin
En zoowaar, de Raad was nu
eenmaal in de contramine, en met
groote meerderheid ging ze dien ra
dicalen kant op! 't Voorstel van
B. en Wwerd verworpen
„Je hebt 'n goeden dag," zei de
heer Groot tot den heer Modoo. En
hij had gelijk.
Daarna ging de Raad aan 't be
noemen. Wie daarvan meer wil
weten, zie er ons „Stadnieuws" maar
op na. Dit artikel is al lang genoeg
Algemeen Overzicht.
Ons overzicht moet vandaag kort
zijn.
Het is gisteren de dag geweest
van de traditioneele September-
gemeenteraadsvergaderiugen en an
dere groote verslagen hebben daarbij
onze ruimte beperkt, zoodat het
buitenlandsche nieuws wat moet in
gekort.
't Belangrijkste en \*oor ons meest
interessante nieuws komt wel uit
Antwerpen.
't Is daar zoowaar een foriueele
revolutie
De stakers doen wat ze willen:
de vrijheid van arbeid is er illusoir
geworden! Geen enkele „natie"
durft er meer arbeiden eu alle
werk ligt stil. Komt er etn wagen I
op straat dan vernielen de stakers
dien, en aan de dokken heerscht
hun schrikbewind.
De houding van den liberalen
burgemeester is allerzonderlingst.
De man weigert in te grijpen, bij
staat blijkbaar („bloc"-histories
onder den invloed der socialisten en
durft ze niet aan. Zoo weigerde hij
tot nog toe maar steeds, de burger
wacht in 't geweer te roepen. Zelfs
bleef bij heel kalm op z'n villa bui
ten de stad, en vond daar, dat het
dan toch zoo erg niet was.
Er zijn nu zelfs al verschillende
zwaargewonden, en dat schijnt hem
ten slotte genoopt te hebben, dan
toch eindelijk de burgerwacht onder
de wapens te roepen. Dat is gister
avond gebeurd. Intusschen blijft 1 et
schrikbewind voortduren charges
van de politie, brandstichtingen,
gekwetsten en zelfs één doode dat
is do inhoud der jongste telegram
men
Uit Marokko komt het bericht
dat de toestand steeds ernstiger
wordt.
De historie van Moelai Hafid
komt eerstdaags tot een crisis, en
wel door het volgende: teMazagan
liggen twee millioen patronen waar
van Moelai Hafid, de nieuwe sultan,
de uitlevering verlangt. Zij belmoren
aan de regeering, maar de bevol
king is op Moelai's hand en wil
dat ze hem overgegeven worden.
De Fransche overheid i: nu vast
besloten, de uitlevering van de
patronen met geweld te verhinde
ren en wil den schietvoorraad aan
boord van een oorlogsschip laten
brengen.
Daai zal dus een conflict komen,
dat tot wie-weet-wat leiden zal!
Generaal Drude slaat een vast
kamp bij Casablanca op Men vreest
dat de spoedig invallende stormen
de oorlogschepen zullen dwingen,
van ankerplaats te veranderen,
waardoor hun kanonnen niet meer
mee zouden kunnen werken.
De „Petit Parisien" meldt dat
de regeering aan generaal Drude
last heeft gegeven, aanvallend tegen
da Marokkanen te werk gaan eu
zijne troepen troepen zoo noodig
tot 30 K.M. van de kust het bin
nenland in te voeren.
Met name zou de generaal een
op 24 K. M. van de kust gelegen
heuvelrug moeten bezetten, van
waar hij het omliggende land kan
beheerschen.
En Raisoeli dreigt ook alle
bergstammen hebben zich bij Rai
soeli aangesloten, en hij moet nu
over een indrukwekkende macht
gebieden
Intusschen zal Spanje overeen
komstig het verdrag met Fi-ankrijk,
de steden Tanger, Tetouan, Larrajs
en Aleazarkebir militair beze ten
FEUILLETON.
vir.
IEUWE H1MLEMSCHE COMMIT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) „130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
fl.20
1.65
0.05
PRIJS DÉR ADVERTENTIËN
Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer0:10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie il contant.
(Speciaal voor dit blad bemerkt).
BOEIENDE ROMAN
uil den jongsteu Poolschen vrijheidsstrijd.
Naak het Düitsch Van
GERD. VON OSTEN.
11)
„En toch houd ik mij overtuigd, dat
Ik op mijn tegenwoordige plants mijn
vaderland het meest nuttig kan zijn. Weet
ge wat het beteekent, het vertrouwen
des Ozaren ie genieten? Juist daardoor
kan ik Polen onberekenbaar groote dien
sten bewijzen. En zelfs datgene wat
schijnbaar alleen Rusland voordeelig is,
ikomt ons ten goede. Iedere maatregel,
die de verheffing en beschaving des volks
bereikt, werkt ook voor Polen ten goede.
Een beschaafd land kan met een ver
overd rijk niet handelen zooals een lialf-
barbaarsehe, nog grootendeels Aziatisch
Rusland tot lieden doet. Wanneer wij er
in kunnen slagen, Polen een afzonder
lijke grondwet te verschaften en in
■die richting werkt keizer Alexander
•dan zal ons vaderland niet langer de
dienstbare v.Rusland zijn,maar integeudeel
aan de spits staan der onder één scepter
veieenigde Slavische volkeren.
„WielopolskiPanslavismo en anders
niet:" zuchtte zij.
Wielopolski's denkbeelen zijn grootsch
en koen en verheven, al oogst hij dan
ook van geen van beide partijen veel
dank er voor in! Onze eeuw is nog niet
rijp voor het Panslavisme, of zeggen we
liever: de Slaven zijn er nog niet rijp
voor.
Maar enfin: mogelijk zijn mijn drooinen
«nvervulbaar, die wensehen een consti
tutioneel Rusland en een constitutioneel
Polen, door een persoonlijke Unie veree-
nigd, en samen op elkaar steunend
en voorwaarts schrijdend, in plaats van
elkaar in haat te bestrijden. Maar houden
we ons aan het positieve. Hier is mijn
werkzaamheid nu van groot nut, waarom
zou ik die ruilen met een vruchtelooze
vernietigingvan mijn kracht,misschien met
een vruehteloozen dood?
„O, ge vreest dan den dood? Don hel
dendood voor vaderland en vrijheid..."
Hij trok de schouders op. Die uitroep
leek hem haast komisch toe. „Gij zijt nog
zeer jong" zeide hij eindelijk bijna wee
moedig. „Op uw leeftijd zocht ik ook den
dood bij een onmogelijke, ja zelfs, vergun
me het woord, dwaze onderneming. Maar
ik ben nu wijzer. Ik zal nu mijn tijd en
mijn kracht slechts benutten om iets
reëels tot stand, waarbij opoffering en
vernedering dan toch een positief doel
kunnen bereiken. En dat kan ik in de
Poolsche beweging zooals gij ze opvat niet
zien. Wat zou ik ook daarbij doen? Mee
doen aan processies en requiems, verbo
den liederen zingen, de czamarka in de
conföderetka dragen en de nationale kleu
ren om mijn lioed binden?.... Kom, dat
is geen werk voor een ernstig man!"
Tranen van ontgoocheling en smarte
blonken in Leokadia's oogen. Een rood
wit zijden band, dat ze waarschijnlijk al
voor Roman had meegebracht, viel op
den grond uit haar handen.
„We hebben toch degelijke eenheids-
en lierkenningsteekens noodig. Iedere ge
dachte behoeft nog een symbool, en de
menigte heeft vooral symbolen noodig,
om zich ergens aan vast te houden.
Smaadt toch onze liederen, als het roe
rende „Bose cor Polske" niet! Die ma
ken het slapende eergevoel van ons volk
wakker. En als dat volk wakker is, dan
begint een andere strijd tegen de onder
drukte, en dien strijd kunt gij, met een
groote gave, nu reeds strijden!"
Hoe diep geroerd bij ook was, hoezeer
zijn gevoel hem ook naar hare partij
drong, het nuchtere verstand behield de
overhand op hem.
„Ik ben niet geschÏKt voor een geheim
zendeling, voor een agitatorik ben
rechtscha en man en ik heb den keizer
trouw gezworen. Daarenboven ken ik de
agitatie nu volkomen, ik ken hare leiders
en ik heb door mijn werkzaamheden en
door mijn jaren thans een beteren kijk
op de dingen dan in mijn geestdriftige
jeugd. Laat nu eens de rechtskwestie ter
zijde. Doch zie d:\n eens: afgezien daar
van dat een groot deel van de Poolsche
oproerpartij niet het belang van het land,
maar alleen het eigen belang in het oog
houdt en ervoor werkt, hoe scherp
staan democratie en aristocratie in ons
ongelukkig land tegenover elkaar! Hoe
verschillend is het doel, dat ze beoogen!
Waarheen zou en moet ook een reeds
op foutieven grondslag gestelde opstand
voeren tegenover een macht als Rusland,
wiens enorme hulpbronnen echter nie
mand van de revolutiepartij zoo goed
kent als ik die kenEénige mogelijkheid
vau goed gevolg zou er aèieeri kunnen
zijn, als ook de grootste eenheid en over
eenstemming heerschte bij de partij van
de opstand. Maar daarop te hopen, zou
de grootste dwaasheid wezen, en een
algeheele misvatting van het Poolsche
karakter! En zelfs al waren alle Polen
één, en geen enkele verrader onder hen,
zelfs dan worden toch de Europeesclie
mogendheden den opstand moeten be
gunstigen, wilde die tot een resultaat
voeren. En daaraan is nu heeleniaal niet
te denken 1 Waarom is men niet gedu
rende den Krim-oorlogopgestaan? Toen
was het tijd, toen de Westersche mo
gendheden Rusland in het duister de
handen vol werk gaven. Dat is altijd der
Polen vloek, dat zij het beste oogenblik
laten voorbijgaan en hun kwaad vertellen
als het niet noodig en niet gewenscht is
Bij deze toestanden een opstand tegen
Rusland provoceeren, dat is niets dan
dolhuiswerkEn daarbij doe i k niet
mee!"
Hij was heftiger geworden, dan hij be
doeld had.
En het meisje was geraakt, gekrenkt.
„Is dat liw laatste woord?"
„In deze aangelegenheden, ja!" met
moeite hekampte hij het beven van zijn
stem.
„Dan hebben we elkander niets meer
te zeggen," zeide ze hard. En trotscli
richtte ze zich op om heen te gaan.
„Ja, toch riep hij, en strekte zijn
hand naar haar uit: „zeg me eerst....
De scherpe stem van graaf' Jegor, die
met fonkelende oogen voor hem stond,
onderbrak hem.
«Zeg gij mij eerst
„Ga, Roman Sieniawski, oogenblikke-
lijk!" riep Leokadia gebiedend uit. Hij
aarzelde.
„Willigt ge mij zelfs dat niet in? Ik
verzoek u, ga! En geen enkel woord!"
Hij boog cïiep en ging.
„Laat mij los, knarstte Jegor, en poogde
zijn arm, die zij vast hield, vrij te maken.
„Laat me los: ik moet weten wat deze
man, die met mijn zuster huwen gaat,
hier deed".... De toon en de ijverzucht
deden hem haast stikken!
„O, daarom dus daarom zoo
dacht het meisje, en ze legde de hand
op haar kloppend hart, als om een sto
kende pijn te onderdrukken.
Toch, plotseling, verhief Leokadia zich.
„Ik zal u zelf zeggen, zeide ze, wat zij
hier doet. Ik wilde hem winnen voor de
vrijheid, voor de Poolsche beweging, voor
het Poolsche vaderland, maar uw schoone
zuster heeft hem zoo strak aan zich en
aan de Russische belangen weten vast te
boeien, dat hij mij afwees! Ga nu maar,
en, denonceer mij maar bij het gouver
nement!.... Daar ligt het lint, dat hij
versmaadde 1"
Jegor ademde vrijer op.
„Dus ge wilt dan alleen uw hand .schen
ken aan een man, die meedoet aan den
opstand, die voor Polen wil strijden
zeide hij.
Zij maakte een afwerende beweging en
lachte bitter.
„Ik vrees, dat geen enkel man zoo'n
prijs voor me betalen zal 1"
De tranen stegen op in haar oogen,
tranen van brandenden gekrenkten trots
en van een gewond hart. Des te hoog
moediger wierp zij het hoofd achterover,
en ze was op dat oogenblik werkelijk een
genius van haar vaderland.
Jegor werd betooverd door hare schoon
heid. Hij raapte het lint op, en het bij
zich stekend zeide hij vol heteekenis:
„Welnu, laat me dat dan eens probee-
ren: dat zal het pand zijn, en gij zult het
ielossen 1"
Ze zag en begreep nauwelijks, wat ei-
gebeurde. Ze keek niet naar hem. Droo-
merig staarde ze voor niet uit, en het
suisde in haar ooren: „Déarom dus....
diiaroni
„Haal mij een rijtuig" beval zij op hoo-
gen toon, en Jegor waagde het niet, het
gebod te minachten.
Intusschen was Roman reeds weggere
den. Hij bood zijn gloeiend voorhoofd
aaii den koelen wind, tevreden dat hij
tenminste alloen was met zijn gedachten
in zijn donkere stede. Door de stilte heen,
en door het geklapper der paardenhoeven
en het weergeklap van den Iswoschnik
suisde hein een woord alleen in het oor:
„Oyczyznal" Op de witte sneeuw der stra
ten en op den sterrenfonkerenden liemel
zag hij slechts een beelddat van Leoka
dia in hare prachtige nationale kleeder-
dracht.
Maar.... hij kdn niet andersI
Uit de Zinuazka, een der stralen van
het vroegere jodenkvvartier in Wilna,
kwam een man het Kathedraal plein op.
Terwijl hij daar aan een huis aanklopte
en op liet opengaan der deur wachtte,
staarde zijn oog vol gedachten over de
omgeving.
Een historische boden is het kathe
draalplein van Wilna 1
(Wordt vervoljd.)