DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. VoorRechtenVrijheid! Kinderhuisvest 31-33, Haarlem Uit de Statenzaal. BUITENLAND. WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1907. No. 6676, 32ste Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Nalezing der Raadsvergadering. 'u Imposante indruk maakt ze niet, de oude Statenzaal, waar de Ilaarlemscha Raad vergadert. Trots de oude Regentenstukken, die haar sieren, trots zelfs 't eerwaardig ka rakter van onze vroedschap zelve... Daar lieerscht nog een atmosfeer van die historische intimiteit, van dat vergaderen-in-onder-onsjes, in deze zaal! De raadsleden zitten er in een halven kring plechtig op te kijken naar B. en W. die op 'n verhevenheid tronen, de voor zitter en zijn wethouders spreken niet voor, althans niet tut het pu bliek, maar hun woorden gaan ter zijde weg, langs ons journalis ten heen, die met moeite pogen o]) te vangen de „mededeelingen" 't gewone begin van de raadszit ting, welke in onverstaanbare klan ken aan den mond des voorzitters ontrollen. Maar vergeefs: aan de publiciteit, dien eisch des tijds, is in zooverre geotterd, dat we die „mededeelin gen" naderhand in de pers-anti chambre (deftig woord voor een minder deftige zaak, ondanks de sierkunst der bodes, die de muren met prentjes vervroolijkenkunnen overschrijven, maar dat is ook de eenige concessie. Voor de rest gaat 't grootendeels „onder ons", als in den ouden tijd. Nu ja, men laat de voordrachten drukken, en de prae-adviezen, en ook sommige adressen en ingekomen stukken. Maar de toelichtende memories vaak 't interessantste en meest- wetenswaardigeblijven onge drukt. En wat méér is, geen on-raads- heerlijk oog kijkt er in, zelfs niet dat van den pers-man, den vertegen woordiger van 't publiek! Ja, de heer Breda Kleynenberg wou gisteren niet eens, dat een paar brieven en memories inzake de be faamde kwestie-Kalbsfleisch contra den heer Hugenholtz zouden wor den gedrukt! Niet drukken, zeide deze drukker, we kunnen het onder ons wel af! Gelukkig, dat de heer de Braai eu de burgemeester nog voor publiciteit waren, al gaf de burge meester hier ook het heel-typisch- Ilaarlemsche argument, dat als die briefwisseling gedrukt was „de hee- ren de zaak thuis op hun gemak konden nakijken!" Maar laat ik eerst 't plechtige moment van de inhuldiging der nieuwe raadsleden even gedenken: 't plechtig opgenblik, dat de eeden door de wet voorgeschreven, werden afgelegd.... 'k vraag excuus: de heeren Levert, Thiel en Middel koop deden 't zonder „God Al machtig" en vergenoegden zich met de „belofte" welke de wet toe staat. Ons nieuwe Roomsche raads- ]id, de heer Visser, was er ook, en hij streek na het alieggen van den eed neer in de banken aan den anderen kant der zaal, waar we hem haast uit 't oog verloren, zóó donker is het er, vanaf de pers en publieke-tribune gezien. Ons raadsverslag onder „Stads nieuws" geeft natuurlijk het ver loop der zitting getrouwelijk weer hier geven we slechts een nalezing van 'tgeen ons frappeerde geduren de den loop der vergadering. En dan dient allereerst gemeld dat de Raad een beetje in de con tramine was. Rebellig tegen B. en Wet-h. 'f Begon al gauw, toen de ver ordening behandeld werd aangaande den nieuwen Directeur en Direc trice van 't Stedelijk Ziekenhuis. In 't voorstel van B. en \V. was de mogelijkheid opengelaten, om dien luidjes facultatief óf vrije woning enz., óf vergoeding daarvoor te geven. De heer van de Kamp met z'n sympathiek g-luid en gemak kelijke voordracht vond dat die functionarissen i'\ 't huis moesten wonen, en daarin vielen andere leden hem dadelijk bij. Zelfs met minder slaande en curieuze amen dementen, als dat van den heer Sneltjes die ze in het gesticht wilde doen inwonen om zedenzelfden kost te laten eten als de verpleeg den Mr. Bijvoet (die een poosje de raadzitting bijwoonde, voor 't eerst weer na zijn langdurige on gesteldheid: onze welgemeende ge luk vvenschen!) argumenteerde de gelijker dat zelfs bij de voorgestelde redactie het Directors echtpaar de keus zou hebben om binnen- of buiten huis te wonen, wat toch te gek zou zijn: de wanhopige verde diging des wethouders Kruseman, die maar bang was om vooruit te loopen op de bouwplannen, mocht dan ook niet baten. De heer van de Kamp had succss raet z'n voor stel en 't kwam er glansrijk door. Aldus was de eerste nederlaag toegebr#»ht aan B. en W. Maar het zou uog erger worden de Raad was nu eenmaal aan den tegensporterenden kant, en liet dat blijken Alleen op één punt hadden B. en W. succes: de verplaatsing van de groentenmarkt naar den Kou- denhorn ging er door.... met accla matie! Zelfs de lieer Groot, die zich een vorig maal kop-over-bol had laten bekeeren door 'n ingezonden stuk, was door meer-degelijke ar gumenten die ze, naar hij vertelde, bij 'm thuis haddeu voorgebracht, voor de tweede maal bekeerd, dus 't nu weer roerend eens met B. en W. Dies trok hij z'n voorstel in, daarmede erkennend dat hij wel wat onberaden en al te haastig was geweest. En de greentenmarkt werd toen zonder stemming naar den Koudenhorn verplaatst, die er ook voor is gemaakt en die naar aller meening, behalve dan van een paar caféhouders on pakhuis-eigenaars aan de Turfmarkt, de beste plaats er voor biedt. Hadden B. en W. daarmee suc ces, bij de volgende voordrach ten kwam de oppositiegeest van den Raad eerst recht los Daar was allereerst die door onze krant ook verme'de historie van „het buitengewone geval", de bis torie van het pakhuis dat de Doops gezinde gemeente wil bouwen in de Peuzelaarsteeg een beetje hooger dan de bouwverordening permitteert, en dan B. en W. wilden toestaan. Natuurlijk kwam daarbij de heer Rinkema uit den hoek. Én die had een wets-interpretatie, waarvan een jurist rilt en waarvan 'n gewoon sterveling niets begrijpt, maar die klaarblijkelijk voor dit geval was gefabriceerd. Wat was de kwestie? B. en W. hebben die vergunning om liooger te bouwen dan de ver ordening toestaat, geweigerd. Nu is er echter een artikel in de ver ordening dat zegt: „in buitengewone gevallen kan de Raad evenwel toestaan een afwijking der veror dening." Mr. Thiel zei later terecht, dat dit natuurlijk staat op extra ordi naire bouwwerken, als b.v. 'n schouwburg of 'n kerk, van die bouwerijen die de normale geval len geheel te buitengaan. Maar de heer Rinkema wist er wat anders op. Neen zeide hij alle bouwerij is een gewoon geval (dus B. en W. hebben alles te be slissen, en de Raad niets), behalve als....", de Raad vindt dat 't een buitengewoon geval is!Je reinste anarchie Wederom zeer juist zeide Mr. Thiel, dat hiermee den Raad eigen lijk in alle gevallen 't recht van beroep zou worden gegeven, terwijl het betrokken artikel juist is ge maakt, om dat beroep van den Raad op B. en W. over te brengen Maar de heer Rinkema was niet te overtuigen en draafde maar door: als je zóó streng de hand houdt aan deze verordening zei hij dan zal 't onmogelijk wezen om langer zaken te doen in Haarlem, ja zelfs onmogelijk om hier in 't leven te blijven riep hij hartstochtelijk uitWaarom natuurlijk hartelijk werd gelachen 't Was merkwaardig dat de prin- cipiëele vraag: hebben B. en W. de bevoegdheid, of heeft de Raad hier te oordeelen, niet scherp werd gesteld van de tafel van 't dagelijksch bestuur. De wethouder Nieuwenhuyzen Kruseman en bur gemeester Boreel jammerden wel: 't is zoo lastig, die bouwverordening na te komen, enje mo st eens weten hoe graag we eraf waren, maar dat zijn geen argumenten. Scherp formuleerden alleen mr. Thiel en mr. van Stvrum de kwes tie: hier kan geen buitengewoon geval zijn, noch volgens de letter noch volgens den geest van 't arti kel. De Raad is dus niet bevoegd, en al betreurt men ook 't weigerend antwoord van B. en W.de Raad kan daar niets aan doen. In dit stadium kwam de lieer Van de Kamp opdagen met 'n uit reddend idee voor die heeren, die toch de Doopsgezinde gemeente maar haar zin wilden geven, 'n Motie, die B. en W. uitnoodigde, om de hand maar over 't hart te strijken. Er waren al meer moties gesteldde heer Rinkema had z'n buitengewone opvatting van 't „buitengewone ge val" in 'n motie gegoten, de heer Kleinenberg wou besluiten: „dit geval is nu eens een buitengewoon geval!", de heer Schram wou zelfs „betreuren" dat B. en W. de ver ordening handhaafdenVan al dit mooi's was 't denkbeeld des hee ren Van de Kamp nog 't beste, en ondanks de ditmaal zeer scherp geformuleerde bestrijding des bur gemeesters won de heer Van der Kamp 'n meerderheid voor z'n mo tie. Daarmee zitten B. en W. nu in een lastig parket, dunkt me Want de burgemeester zei 't zeer uitdrukkelijk B. en W. hebben de verordening uitgelegd en toege past naar hun geweten: de Raad wil nu, dat ze wat meer elastisch zullen worden, dat wil zeggendat ze zullen doen, wat ze volgens ge weten niet mogen doen! Zullen B. en W. na de motie- Van der Kamp 't nu maar op een accoordje gooien met bun geweten, omdat de Raad dat wenscht? We zijn benieuwd! Als 't gebeurt, dan is dat ongetwijfeld, omdat 't hier de Doopsgezinde gemeente geldt.... 'n gevaarlijk precedent voor later, als een particulier eens iets vraagt. Het bespottelijke argument of ten minste als zoodanig gebruikt van den heer Sneltjes, door den heer Kleynenberg herhaald, dat de gemeente de verordening hier niet moet toepassen omdat de Doops gezinde Gem. daar ter plaatse een gevaarlijk petroleumpakhuis op ruimde, dus bij wijze van bedankje, is een staaltje van huiselijke om- springerij met wet en verorde ning, dat curiositeitshalve nog wel mag worden vermeld. Daar waren nu B. en W. „uitge- noodigd" door de motie-van de Kamp, om de zaak nog eens te bekijken, 't Logisch gevolg bad moeten zijn, dat B. en W. hun voor stel om aan de Doopsgez. Gein. te berichten, dat deze zaak bij B. en W. thuis behoort en niet bij den Raad, hadden moeten intrekken Want een antwoord heeft nu nog den tijd, tot na de nieuwe bekijking. Maar dat deden ze niet. En toen werd 't een verwarring zonder weêrga! Voornamelijk, omdat ver schillende raadsleden klaarblijkelijk meenden,dat aanneming van 't voor stel om den Raad te doer, verklaren „Wij zijn niet-competent" betzelfde zou wezen als een afwijzing van 't verzoek. Natuurlijk was 't dat niet. Eu zelfs de beer Van de Kamp bad, door in z'11 motie B. en W. „uit te noodigen" de band over 't hart te strijken, de competentie van B. en W. en de incompetentie van den Raad erkend!... Toch stemde bij, en vele anderen, tegen 't voor stel van B. en W. dat wilde xneu correct zijn ingetrokken had moe ten worden, doch dat nu 't er bleef, precies in de lijn lag der motie-Van den Kamp. Gelukkig was de meer derheid er toch nog voor, anders hadden we een nóg vreemder ver warring beleefd Nog een laatste nederlaag werd aan B. en W. toegebracht door toe doen van den heer Modoo. Zooals men weet had deze de vorige maal de beslissing over 't verzoek dei- bewoners van den KampersiDgel, om de tonnenschuit voor hun deur weg te nemen, willen u tstellen. Dat voorstel-Modoo tot uitstel kreeg evenwel stemmen vóór als tegen, zoodat de zaak van zelf was uitge steld tot deze vergadering. Nu was er geen reden meer voorde beer Modoo bad 't uitstel door de wet zelve al gekregen, en dus werd 't voorstel nu verworpen. Maar daar mee kwam de eigenlijke voordracht van B. en W. aan de ordeden adressanten te berichten dat met hun bezwaren rekening zal worden gehouden. Neen, zeide de beer Modoo, laten we wat radicaler zijD, en zeggen menschenje krijgt je zin En zoowaar, de Raad was nu eenmaal in de contramine, en met groote meerderheid ging ze dien ra dicalen kant op! 't Voorstel van B. en Wwerd verworpen „Je hebt 'n goeden dag," zei de heer Groot tot den heer Modoo. En hij had gelijk. Daarna ging de Raad aan 't be noemen. Wie daarvan meer wil weten, zie er ons „Stadnieuws" maar op na. Dit artikel is al lang genoeg Algemeen Overzicht. Ons overzicht moet vandaag kort zijn. Het is gisteren de dag geweest van de traditioneele September- gemeenteraadsvergaderiugen en an dere groote verslagen hebben daarbij onze ruimte beperkt, zoodat het buitenlandsche nieuws wat moet in gekort. 't Belangrijkste en \*oor ons meest interessante nieuws komt wel uit Antwerpen. 't Is daar zoowaar een foriueele revolutie De stakers doen wat ze willen: de vrijheid van arbeid is er illusoir geworden! Geen enkele „natie" durft er meer arbeiden eu alle werk ligt stil. Komt er etn wagen I op straat dan vernielen de stakers dien, en aan de dokken heerscht hun schrikbewind. De houding van den liberalen burgemeester is allerzonderlingst. De man weigert in te grijpen, bij staat blijkbaar („bloc"-histories onder den invloed der socialisten en durft ze niet aan. Zoo weigerde hij tot nog toe maar steeds, de burger wacht in 't geweer te roepen. Zelfs bleef bij heel kalm op z'n villa bui ten de stad, en vond daar, dat het dan toch zoo erg niet was. Er zijn nu zelfs al verschillende zwaargewonden, en dat schijnt hem ten slotte genoopt te hebben, dan toch eindelijk de burgerwacht onder de wapens te roepen. Dat is gister avond gebeurd. Intusschen blijft 1 et schrikbewind voortduren charges van de politie, brandstichtingen, gekwetsten en zelfs één doode dat is do inhoud der jongste telegram men Uit Marokko komt het bericht dat de toestand steeds ernstiger wordt. De historie van Moelai Hafid komt eerstdaags tot een crisis, en wel door het volgende: teMazagan liggen twee millioen patronen waar van Moelai Hafid, de nieuwe sultan, de uitlevering verlangt. Zij belmoren aan de regeering, maar de bevol king is op Moelai's hand en wil dat ze hem overgegeven worden. De Fransche overheid i: nu vast besloten, de uitlevering van de patronen met geweld te verhinde ren en wil den schietvoorraad aan boord van een oorlogsschip laten brengen. Daai zal dus een conflict komen, dat tot wie-weet-wat leiden zal! Generaal Drude slaat een vast kamp bij Casablanca op Men vreest dat de spoedig invallende stormen de oorlogschepen zullen dwingen, van ankerplaats te veranderen, waardoor hun kanonnen niet meer mee zouden kunnen werken. De „Petit Parisien" meldt dat de regeering aan generaal Drude last heeft gegeven, aanvallend tegen da Marokkanen te werk gaan eu zijne troepen troepen zoo noodig tot 30 K.M. van de kust het bin nenland in te voeren. Met name zou de generaal een op 24 K. M. van de kust gelegen heuvelrug moeten bezetten, van waar hij het omliggende land kan beheerschen. En Raisoeli dreigt ook alle bergstammen hebben zich bij Rai soeli aangesloten, en hij moet nu over een indrukwekkende macht gebieden Intusschen zal Spanje overeen komstig het verdrag met Fi-ankrijk, de steden Tanger, Tetouan, Larrajs en Aleazarkebir militair beze ten FEUILLETON. vir. IEUWE H1MLEMSCHE COMMIT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) „130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers fl.20 1.65 0.05 PRIJS DÉR ADVERTENTIËN Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50 Elke regel meer0:10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie il contant. (Speciaal voor dit blad bemerkt). BOEIENDE ROMAN uil den jongsteu Poolschen vrijheidsstrijd. Naak het Düitsch Van GERD. VON OSTEN. 11) „En toch houd ik mij overtuigd, dat Ik op mijn tegenwoordige plants mijn vaderland het meest nuttig kan zijn. Weet ge wat het beteekent, het vertrouwen des Ozaren ie genieten? Juist daardoor kan ik Polen onberekenbaar groote dien sten bewijzen. En zelfs datgene wat schijnbaar alleen Rusland voordeelig is, ikomt ons ten goede. Iedere maatregel, die de verheffing en beschaving des volks bereikt, werkt ook voor Polen ten goede. Een beschaafd land kan met een ver overd rijk niet handelen zooals een lialf- barbaarsehe, nog grootendeels Aziatisch Rusland tot lieden doet. Wanneer wij er in kunnen slagen, Polen een afzonder lijke grondwet te verschaften en in ■die richting werkt keizer Alexander •dan zal ons vaderland niet langer de dienstbare v.Rusland zijn,maar integeudeel aan de spits staan der onder één scepter veieenigde Slavische volkeren. „WielopolskiPanslavismo en anders niet:" zuchtte zij. Wielopolski's denkbeelen zijn grootsch en koen en verheven, al oogst hij dan ook van geen van beide partijen veel dank er voor in! Onze eeuw is nog niet rijp voor het Panslavisme, of zeggen we liever: de Slaven zijn er nog niet rijp voor. Maar enfin: mogelijk zijn mijn drooinen «nvervulbaar, die wensehen een consti tutioneel Rusland en een constitutioneel Polen, door een persoonlijke Unie veree- nigd, en samen op elkaar steunend en voorwaarts schrijdend, in plaats van elkaar in haat te bestrijden. Maar houden we ons aan het positieve. Hier is mijn werkzaamheid nu van groot nut, waarom zou ik die ruilen met een vruchtelooze vernietigingvan mijn kracht,misschien met een vruehteloozen dood? „O, ge vreest dan den dood? Don hel dendood voor vaderland en vrijheid..." Hij trok de schouders op. Die uitroep leek hem haast komisch toe. „Gij zijt nog zeer jong" zeide hij eindelijk bijna wee moedig. „Op uw leeftijd zocht ik ook den dood bij een onmogelijke, ja zelfs, vergun me het woord, dwaze onderneming. Maar ik ben nu wijzer. Ik zal nu mijn tijd en mijn kracht slechts benutten om iets reëels tot stand, waarbij opoffering en vernedering dan toch een positief doel kunnen bereiken. En dat kan ik in de Poolsche beweging zooals gij ze opvat niet zien. Wat zou ik ook daarbij doen? Mee doen aan processies en requiems, verbo den liederen zingen, de czamarka in de conföderetka dragen en de nationale kleu ren om mijn lioed binden?.... Kom, dat is geen werk voor een ernstig man!" Tranen van ontgoocheling en smarte blonken in Leokadia's oogen. Een rood wit zijden band, dat ze waarschijnlijk al voor Roman had meegebracht, viel op den grond uit haar handen. „We hebben toch degelijke eenheids- en lierkenningsteekens noodig. Iedere ge dachte behoeft nog een symbool, en de menigte heeft vooral symbolen noodig, om zich ergens aan vast te houden. Smaadt toch onze liederen, als het roe rende „Bose cor Polske" niet! Die ma ken het slapende eergevoel van ons volk wakker. En als dat volk wakker is, dan begint een andere strijd tegen de onder drukte, en dien strijd kunt gij, met een groote gave, nu reeds strijden!" Hoe diep geroerd bij ook was, hoezeer zijn gevoel hem ook naar hare partij drong, het nuchtere verstand behield de overhand op hem. „Ik ben niet geschÏKt voor een geheim zendeling, voor een agitatorik ben rechtscha en man en ik heb den keizer trouw gezworen. Daarenboven ken ik de agitatie nu volkomen, ik ken hare leiders en ik heb door mijn werkzaamheden en door mijn jaren thans een beteren kijk op de dingen dan in mijn geestdriftige jeugd. Laat nu eens de rechtskwestie ter zijde. Doch zie d:\n eens: afgezien daar van dat een groot deel van de Poolsche oproerpartij niet het belang van het land, maar alleen het eigen belang in het oog houdt en ervoor werkt, hoe scherp staan democratie en aristocratie in ons ongelukkig land tegenover elkaar! Hoe verschillend is het doel, dat ze beoogen! Waarheen zou en moet ook een reeds op foutieven grondslag gestelde opstand voeren tegenover een macht als Rusland, wiens enorme hulpbronnen echter nie mand van de revolutiepartij zoo goed kent als ik die kenEénige mogelijkheid vau goed gevolg zou er aèieeri kunnen zijn, als ook de grootste eenheid en over eenstemming heerschte bij de partij van de opstand. Maar daarop te hopen, zou de grootste dwaasheid wezen, en een algeheele misvatting van het Poolsche karakter! En zelfs al waren alle Polen één, en geen enkele verrader onder hen, zelfs dan worden toch de Europeesclie mogendheden den opstand moeten be gunstigen, wilde die tot een resultaat voeren. En daaraan is nu heeleniaal niet te denken 1 Waarom is men niet gedu rende den Krim-oorlogopgestaan? Toen was het tijd, toen de Westersche mo gendheden Rusland in het duister de handen vol werk gaven. Dat is altijd der Polen vloek, dat zij het beste oogenblik laten voorbijgaan en hun kwaad vertellen als het niet noodig en niet gewenscht is Bij deze toestanden een opstand tegen Rusland provoceeren, dat is niets dan dolhuiswerkEn daarbij doe i k niet mee!" Hij was heftiger geworden, dan hij be doeld had. En het meisje was geraakt, gekrenkt. „Is dat liw laatste woord?" „In deze aangelegenheden, ja!" met moeite hekampte hij het beven van zijn stem. „Dan hebben we elkander niets meer te zeggen," zeide ze hard. En trotscli richtte ze zich op om heen te gaan. „Ja, toch riep hij, en strekte zijn hand naar haar uit: „zeg me eerst.... De scherpe stem van graaf' Jegor, die met fonkelende oogen voor hem stond, onderbrak hem. «Zeg gij mij eerst „Ga, Roman Sieniawski, oogenblikke- lijk!" riep Leokadia gebiedend uit. Hij aarzelde. „Willigt ge mij zelfs dat niet in? Ik verzoek u, ga! En geen enkel woord!" Hij boog cïiep en ging. „Laat mij los, knarstte Jegor, en poogde zijn arm, die zij vast hield, vrij te maken. „Laat me los: ik moet weten wat deze man, die met mijn zuster huwen gaat, hier deed".... De toon en de ijverzucht deden hem haast stikken! „O, daarom dus daarom zoo dacht het meisje, en ze legde de hand op haar kloppend hart, als om een sto kende pijn te onderdrukken. Toch, plotseling, verhief Leokadia zich. „Ik zal u zelf zeggen, zeide ze, wat zij hier doet. Ik wilde hem winnen voor de vrijheid, voor de Poolsche beweging, voor het Poolsche vaderland, maar uw schoone zuster heeft hem zoo strak aan zich en aan de Russische belangen weten vast te boeien, dat hij mij afwees! Ga nu maar, en, denonceer mij maar bij het gouver nement!.... Daar ligt het lint, dat hij versmaadde 1" Jegor ademde vrijer op. „Dus ge wilt dan alleen uw hand .schen ken aan een man, die meedoet aan den opstand, die voor Polen wil strijden zeide hij. Zij maakte een afwerende beweging en lachte bitter. „Ik vrees, dat geen enkel man zoo'n prijs voor me betalen zal 1" De tranen stegen op in haar oogen, tranen van brandenden gekrenkten trots en van een gewond hart. Des te hoog moediger wierp zij het hoofd achterover, en ze was op dat oogenblik werkelijk een genius van haar vaderland. Jegor werd betooverd door hare schoon heid. Hij raapte het lint op, en het bij zich stekend zeide hij vol heteekenis: „Welnu, laat me dat dan eens probee- ren: dat zal het pand zijn, en gij zult het ielossen 1" Ze zag en begreep nauwelijks, wat ei- gebeurde. Ze keek niet naar hem. Droo- merig staarde ze voor niet uit, en het suisde in haar ooren: „Déarom dus.... diiaroni „Haal mij een rijtuig" beval zij op hoo- gen toon, en Jegor waagde het niet, het gebod te minachten. Intusschen was Roman reeds weggere den. Hij bood zijn gloeiend voorhoofd aaii den koelen wind, tevreden dat hij tenminste alloen was met zijn gedachten in zijn donkere stede. Door de stilte heen, en door het geklapper der paardenhoeven en het weergeklap van den Iswoschnik suisde hein een woord alleen in het oor: „Oyczyznal" Op de witte sneeuw der stra ten en op den sterrenfonkerenden liemel zag hij slechts een beelddat van Leoka dia in hare prachtige nationale kleeder- dracht. Maar.... hij kdn niet andersI Uit de Zinuazka, een der stralen van het vroegere jodenkvvartier in Wilna, kwam een man het Kathedraal plein op. Terwijl hij daar aan een huis aanklopte en op liet opengaan der deur wachtte, staarde zijn oog vol gedachten over de omgeving. Een historische boden is het kathe draalplein van Wilna 1 (Wordt vervoljd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1