P s\ ui a
- 79 -
De grootste diamant der
hebben, dat zij het doel, meermalen vergroot, in
het oog van den schutter zal brengen. Als het ge
zicht van den schutter kunstmatig wordt versterkt,
kan ook de draagwijdte van het wapen nog wor
den verhoogd, 't geen zonder dat doelloos zou zijn,
wijl men niet op iets vuurt, dat (hen niet ziet.
Het is echter de vraag, of de optiek de taak,
die haar op dit gebied wacht, wel zal vermogen
te vervullen.
E GROOTSTE DIAMANT DER WE-
dttani\)KÏ) RELD. Ejfe wetgevende vergadering
^er Zuid-Afrikaansche Republiek heeft
NSr °P Aug. op voorstel van generaal
Botha met 42 tegen 19 stemmen be
sloten, den zoogenaamden Cullinan-diamant voor
de kroon van koning Eduard van Engeland aan te
koopen. Het kostbare juweel, dat op 26 Januari
1905 in de premier-mijn werd gevonden en naar
den ontdekker dezer mijn, den heer Cullinan, werd
genoemd, thans nog een der directeuren, weegt
3205 karaat, is derhalve de grootste tot nu toe
gevonden diamant, ook al zou hij door het slijpen
meer dan gebruikelijk is verliezen, namelijk twee
derden van zijn gewicht. De steen werd indertijd
reeds eens naar Engeland gezonden en was gedu
rende den overtocht verzekerd voor eene som van
4.800.000 gulden. De .Cullinan" zal overigens, als
kleinood gezet, in de engelsche kroon in goed
gezelschap komen hij zal er naast den beroemden
.kohinoor" (berg des lichts) stralen, die tot nu toe
de kostbaarste steen van den engelschen kroon-
schat was.
§EN TE RIJSEL INGESTORTE FA
BRIEK. Dezer dagen is een vreese-
lijk ongeluk gebeurd te Marquette-bij-
Rijsel, met een in aanbouw zijnde meel
fabriek, een groot-gebouw van 800 vierk.
meter oppervlakte, zeven verdiepingen hoog, met
muren van steen en vloeren van cement. De muren
waren ter geheele hoogte opgetrokken, 's Mor
gens had men de stutten onder de vloeren weg
genomen. Tegen den middag stortte aan de eene
zijde het gebouw met een ontzettend gedruisch
in. Vier verdiepingen van vloeren werden op elk
ander geworpen, en in den gemetselden muur
was een bres ontstaan van zes meter breedte.
Ongelukkigerwijze werden verscheiden bekla
genswaardige werklieden in den val meêgesleept.
Vijf gekwetsten werden nog levend uit het puin
opgedolvendertien anderen vonden er den dood,
De optiek kan hem dan een duidelijk beeld van
het mikpunt door spiegelwerking geven. Boven
dien kan de optische inrichting ook dit voordcel
in weerwil van de "in het werk gestelde wakkere
pogingen tot redding. Op het oogenblik, dat de
afbeelding werd genomen, door ons in dit nunmerj
wereld, op ware grootte.
gereproduceerd, lagen zij nog onder den reusachtigen
hoop steenen en cement en losgerukte en verwrongen
ijzerstaven. Slechts met de meest mogelijke moeite
en met groot gevaar heeft men de lijken kunnen
te voorschijn halen.
tET BEELD VAN MARIA. Naar het
Duitsch, door Maoda. In de haven
van Livorno lagen, veertig jaren gele
den, groote zeilschepen ter afvaart ge
reed. Hun weg leidde door de Middel-
landsche Zee naar de Scheldestad Antwerpen.
De kapitein van 't schip „Aletta" stond op het
dek, in druk gesprek met een knappen jongen
man, een Duitscher naar 't scheen, van ongeveer
vier-en-twintig jaar.
Steeds rustten zijne
blikken op een kolossale
kist, die zich op het dek
bevond en daarop met
ijzeren schroeven was vast
gezet. Vóór het vertrek
gaf hij den kapitein nog
de aanbeveling goed er
voor te zorgen.
„Ik kan u verzekeren,"
sprak de kapitein „dat de
kist stevig vast staat, en
geen mensch zal haar aan
raken I Ik heb al zóóveel
vrachten over de Middel-
landsche Zee vervoerd, ge
kunt gerust zijn."
„Ik vraag u wel excuus,
mijnheer",hernam de jonge
man beleefd, „maar u weet
niet, welk een schat ik u
heb toevertrouwd."
„Wat bevat die kist
dan wel? In den vracht
brief stond eenvoudig
„een blok marmer.""
Vertrouwelijk zag de
jongeling naar den kapi
tein op en antwoordde:
„Het is een arbeid, waar
aan ik jarenlang de groot
ste zorgen besteed heb,
een „Piëta", die ik in de
kathedraal mijner vader
stad ten geschenke wil
geven."
„Een „Piëta"! Gij be
doelt toch geen beeld?"
„Zeker, hetj is een [beeld jf van de H. Maagd
Maria." -
„Moet mijn schip dat vervoeren?"
Sprakeloos had de Duitscher dezen uitval aan
gehoord. Hij wierp voor 't laatst een liefdenvollen
blik op de kist, die al zijne hoop bevatte, en ver
liet het schip.
Drie kanonschoten weerklonken, de Belgisch-
Hollandsche schepen verlieten de haven en kozen
zee.
De kunstenaar blikte zijn schat op de kade nog
lang na.
Dien avond knielde hij in 't Lof in de Dom
kerk vóór het Allerheiligste en bad ook voor den
ongeloovigen zeeman. Als een eenvoudige, vrome
jongen was hij opgegroeid. Van jongs af had hij
een bijzonderen aanleg voor boetseeren en snij
den. Op een goeden dag had hij zijne woon
plaats vaarwel gezegd en trad hij op goed geluk de
wereld in, met het plan, om zich te voet naar
Rome te begeven.
Na tal van moeilijkheden, die hij door zijn
groote wilskracht het hoofd had geboden, had hij
zijn doel bereikt en was beeldhouwer geworden.
Hij ontving vele opdrachten, verwierf zich naam
en verdiende veel geld.
Zijn levensgroote groep was bestemd voor
zijn geliefde kerk in de vaderstad waar hij als
knaap en jongeling zoo menigmaal had neerge
knield. Thans had hij het kunstwerk aan het schip
toevertrouwd, dat na eenige weken te Antwerpen
zou aanlanden. Hij zelf zou over land naar de
havenstad reizen, om bij de aankomst'tegenwoordig
te zijn.
Eindelijk kwam de tijdingtwee schepen wa
ren vergaan en het derde, de „Aletta", was nog
niet teruggevonden.
De kunstenaar verschrok hevig. Hij begaf zich
naar de kerk en bracht daar eenige smartelijke
oogenblikken door. Allensgs voelde hij zich ge
troost, en vol vertrouweu sprak hij tot zich-zelf:
De H. Maagd zal het derde schip veilig in de
haven voeren; haar beeld zal niet vergaan zijn.
Zijn vertrouwen werd beloond. Een paar dagen
later had men de „Aletta" gezien, en na eenigen
tijd verscheen het schip in de verte. De kist stond
nog op het dek; dat was zijn „Piëta", zij was
gered
De kapitein had den kunstenaar opgemerkt en
wuilde hem toe. Hij was een ander man gewor
den eenige minuten later stond de beeldhouwer
Een ingestorte fabriek.