DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. BCinderhuisvest 31-33, Haarlem BUITENLAND. BINNENLAND. Zaterdagavondpraatj es. ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1907. No. 6679, 32ste Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Bij dit nummer, dat uit t ui e e b i a d e n bestaat, wordt teuens uerzonden de Officiëele Kerk lijst en uoor de daarop geabonneerden het Geïllu streerd Zondagsblad. Hh Arbitrage. Hh Teekenend. Algemeen Overzicht. In Frankrijk begint zich opposi tie vormen tegen het beleid van de regeering in Marrokko Men zal ziendat zal nog de steen worden, waarover Clémenceau met z'11 ministerie ten slotte struikelen zal Die Clémenceau houdt er maar steeds een typische soort van bon- h 0 m i e op naalles gaat uitstekend, florissant in Marokko, zoo vertelt hij. E11 hij debiteert dan tegelijkeen mop plaatst een bonmot, en heeft de lachers op z'n kant. Maar nu zijn er al tal van dooden gevallen. En dat nemen de Franschen anders op dan Clémenceau 't Ergst van al is, dat de minis terpresident flagrant is door de mand gevallen als niet op de hoogte: hij vertelde eergisteren aan de jour nalisten, dat in Mazagan alles rustig was,... En op denzelfden dag is notabene een deel der *Fransche vloot voor Mazagan gekomen, heeft er een groote militaire macht geland, en daarmede is een zeer ernstige faze ir. den strijd begonnen 1 Want die bezetting van Mazagan is een daad van openlijke vijand schap tegenover Moelai Hafid en maakte op wreede wijze 'u eind aan diens waarlijk niet ongemoti veerde verwachtingen, dat Frankrijk hem de hand zon treiken op zijn weg naar den troon van den Sultan. Een paar dagen geleden schenen zelfs de Europeesche mogendheden accoord te gaan ten aanzien van het plan den tegenwoordigen Sultan voor den veel meer daadkrachtigen Moelai op te offeren. Deze keer in zijn kansen zal Moelei ten zeerste verbitteren, en in deze stemming moet hij wel tot een uiterste krachtinspanning over gaan. Gezien dus zijn vroegere dreige menten, zal hij thans allicht tot de proclamatie van den zoogenaamden heiligen oorlog overgaan. Van dat alles weet Clémenceau blijkbaar niets! Zoo'n onwetendheid zal hem duur worden aangerekend, daar kan men van opaan. En van alle kanten komt dan ook al de critiek, niet hot minst van Clémenceau's groote vrienden, de socialisten. Van deze is Jaurès de woordvoerder, die in een heftig artikel in zijn blad de „Humanité" scherp tegen Clemenceau's politiek te keer gaat, en nog eens de Acte van Algeciras afbreekt. Jaurès vindt het onder deze omstandigheden be slist noodig, dat alle mogendheden, die de acte van Algeciras onder teekenden, tot een gemeenschappe lijke actie met gemeenschappelijke verantwoordelijkheid opgeroepen worden. Doch daar wil de Fransche regeering heelemaal niet aan De Antwerpensche beweging onder de stakers is nu geheel in handen van de socialisten Auseele, de bekende volksmen ner, is te Antwerpen, en hij leidt nu de beweging. Dat maakt dat de sympathie van het publiek, die tot nogtoe steeds is geweest voor de arbeiders, langzamerhand door ben wordt verloren, waartoe ook de ontzaglijke schade die geleden wordt, natuuilijk het hare bijdraagt. De brand in de houthaven en opslagplaatsen is zooals we al zeiden bedwongen, maar de verzoening tusschen de reeders en het werk volk schijnt nog ver. Van eenige arbitrage van den burgemeester wil len de arbeiders evenmin weten als de werkgevers: die burgemeester maakt hier wèl een pover flguur! En intusschen wordt van beide zeide geld bijeengebracht om de staking voort te zetten. Waar zal dat eindigen?... Japan beeft weer een opzienba- renden streek uitgehaald het heeft zich gerechtigd geacht een eiland in den Stillen Oceaan in bezit te nemen. Welk eiland het is, en aan wien het behoort, is uit de berichten nog niet duidelijk. Uit Japan heet het, dat het een onbewoond eiland is, dat Noordelijk van den 20en breedtegraad ligt, en dus tot Japan kan gerekend worden. De „Herald" meent echter, dat liet het èiland Protus of Pratas is, dat ten Zuiden van het Baschika- naal ligt en dus buiten de Japansche machtssfeer gelegen is. Dat kan weer wat geven in Ame rika. Want natuurlijk vat men dit in Amerika op als een beleediging, in verband met de uitzending dei- oorlogsschepen, waarover we al schreven Nieuwtjes in drie regels. Kamerontbinding? Naar aanleiding van het alar- meerend bericht van „De Echo", over een te verwachten verklaring van sommige groepen der Kamer, uitdrukkende ongeneigdheid om verder met deze Regeering samen te werken, zegt de Haagsche cor respondent van „De Tijd" te kunnen verzekeren, dat van dergelijk voor nemen bij menschen, die het weten kunnen, absoluut niets bekend is, dat ook vooralsnog geen enkel motief tot agressief optreden van de rechterzijde bestaat. Zeker is, dat het voor een dergelijke politieke daad noodige gezamenlijke overleg nog niet heeft plaats gehad. Ook van re- geeringswege heeft men van plannen tot Kamerontbinding nog niets vernomen. Het heele bericht waa- schijnlijk gebaseerd op losse geruch ten, die hier in Den Haag inderdaad wel geloopen hebben, heeft veel van een late komkommer. Provinciale Staten. De Staten der provincie Noord- Holland zullen dit jaar niet zooals gewoonlijk in de maand November, doch eerst in de daaropvolgende maand bijeenkomen, wellicht op Dinsdag 3 December. Een nikkelen 1 O-cents-stuk. Naar aanleiding van het bericht van een nikkelen 10 centstuk in het „Centrum", verneemt het „Utrecht's Dagblad" uit de beste bron, dat hiervan volstrekt niet3 bekend is bij hen, die van zulk een voornemen het eerst onder richt zouden moeten zijn. Jaren geleden is er over gedacht, om ook een nikkelen 10 centstuk in omloop te brengen en zijn er met het oog daarop eenige modellen vervaar digd; daarbij is 't echter gebleven. Het zou bovendien hoogt onprac- tisch zijn, nu reeds nikkelen 10 centstukken te gaan vervaardigen, daar nog ten eenemale onbekend is, hoe het nikkelen stuiverstuk in de circulatie zal bevaUen. Men dient daarvan eerst de grondige onder vinding te hebben gekregen, al vorens tot het aanmunten van 10 centstukken over te gaan. Als een bewijs, hoeveel behoefte er aan de pasmunt, het nieuwe stuiverstuk,is,diene,dat deze gisteren niet meer bij den betaalmeester te Utrecht verkrijgbaar waren. Niet ver genoeg. Het hoofdcomité der -feestviering te Goes lieeft den ingezetenen dier stad verzocht a. s. Donderdag van 0 tot 7 uur hun vlaggen uit te ste ken, opdat de paarden van de eerewacht daaraan kunnen gewen nen. De „Goesche Courant" steekt met dit verzoek den draak en voegt er aan toe: „We zouden gaarne gezien hebben, dat het lioofdcomité iets verder gegaan ware, want hoe noodig, om niet te zeggen noodzakelijk deze vlaggenrepetitie ook is, voldoende is 't niet. Er zijn toch ook andere dingen, waaraan de zenuwachtige rossen der eerewacht moeten ge wen len, zooals grootere drukte, muziek, andere ruiters, hofrijtuigen, samenscholingen, gejuich, ge schreeuw, gezwaai met hoeden, toe spraken enz. „Is 't niet noodig ook hier de edele dieren aan gewoon te maken Waarom alleen die over de paar denhoofden hangende vlaggen Dat is niet billijk, nog tegenover de paarden en ruiters, noch tegenover de andere schrikvoorwerpen. „Daarom geven we alsnog in overweging, dat het zorg- en waak zame hoofdcomité den inwoners ook verzoeke zicli in straten zaam te proppen en te schreeuwen en te zwaaien als de cavalcade voor bijrijdt. Verder dient de eerewacht ook eenige hofrij tuigen, ordonnan- oflicieren, eerepoorten, redenaars, zingende kinderen en feest-at.tribu- ten te imiteeren." De derde herhalingsoefening. De „Milicien" het orgaan van den Miliciensbond onder redactie van liet Kamerlid Ter Laan, publiceert het volgende geheime stuk VII. :mh commit ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem f 1.20 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65 Afzonderlijke nummers„0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0.60 (contant.) f0.50 Elke regel meer0.10 Qroote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie J contant. In den laats ten tijd zit de Arbitrage in de lucht. De Vredesconferentie heeft hot er druk over. En de arbeidsconflicten, die dan hier, dan daar, aan dc orde zijn van den dag, brengen telkens het denk beeld van arbitrage op den voorgrond. Nu ziet men het weer bij de enorme sociale botsing in Antwerpen, hoe de arbitrage ondanks alle échec, telkens weer opduikt als bet eenig-mogelijk- schijnende middel, 0111 werkgever en arbeider tot elkaar te brengen. Helaas, die pogingen mislukken voort durend. En ook elders schijnt de arbitrage niet die goede werking te hebben, niet zóó te gelukken, als men zich wel bad voorgesteld. Waar dat vandaan 'komt? Dat komt eenvoudig omdat de par tijen, die arbitrage wenschen en toe passen, als stelselmatig die éénegroote kracht buitensluiten, die alléén in staat is, zulke tegenstrijdige belangen als hier zijn te verzoenende Katho lieke Kerk. De Vredesconferentie sluit den Paus van bare bijeenkomsten uit. De Vredesvorst der wereld blijft buiten deze diplomatieke comedie... gezien de resultaten ervan kan men dat niet anders dan verblijdend noe men... voor den Paris! Te A ntwerpen om ons voorbeeld, even vermeld, hier vast te houden, hoop de liberale burgemeester de arbiter te zijn. Maar bij is afhankelijk van de so cialistische partij, en zijn arbitrage mislukt herhaaldelijk. Wil men nu een ander voorbeeld, een aan Antwerpen verwant? We lazen 't gisteren ineenPranscli blad. In de haven van Montreal, de voor naamste havenplaats van Canada, is onlangs een heftig conflict uitgebroken tusschen de reeders en de dokwerkers. Om het geschil te beëindigen, be noemden beide partijen een scheids rechter, die volgens de Canadeesche wet,een derden, presideerenden scheids rechter hadden te kiezen. En als zoodanig werd dadelijk aan gewezen Mr. Bruchesi, aartsbisschop van Montreal. Welnu, binnen weinig tijus heeft Mgr. Bruchesi een oplossing weten tot stand brengen, die èn de belangen der arbeiders, èn die van de groote industrieën des lands, én die der reeders met elkaar verzoent. De publieke opinie is algemeen dankbaar gestemd voor die oplossing. En de partijen, die ieder iets hebben op te offeren, nemen baar gaarne aan. Zoo is in Canada de juiste verhou ding gevonden: de Kerkhet Volk en het Kapitaal werken er samen voor vrede tusschen de verschillende klas sen en voor de welvaart des lands. Zonder de Kerkklassenstrijd en schade, wanorde en armoê, als in Ant werpen. Mèt de Kerkvrede en eendracht, welvaart en vooruitgang In de afgeloopen week heeft, wie opmerkte en in de gelegenheid was te vergelijken, een teekenende waar neming kunnen doen! Zooais onze lezers weten, is te Breda de tweede Sociale week gehouden. Een gebeurtenis, een grootsche be tooging, die tienduizenden hier te lande met [belangstelling hebben ge volgd van verre, en waar vele honder den van onze Roomsche werkers, mannen uit eiken stand, sociale weten schap practisch hebben opgedaan. Tegelijkertijd is deze week te 's-Gra- venhage een congresje gehouden van die ongelukkige scheurmakers, die als „Oud-Katholieken" hier te lande nog altijd hun bestaan voortslepen als een afgerukte stervende tak van een grooten, krachtigen boomde Room sche Kerk. Die Oud Katholieken, in heel 't land een paar duizend nog slechts in aantal, zoeken hun laatste redmiddel tegen uitsterving en ondergang in een verbintenis met allerlei kerkjes en van Rome afgescheidene secten buitenslands. Daarvoor diende dat „congres" Lees nu over die beide gebeurtenis sen de „neutrale" bladen eens 11a! Ook de Haarlemsche! Over de Sociale week '11 afdrukje van de stellingen, die in 't program- boek weken te voren al waren afge drukt. Over 't congres van de Jansenisten, kolommen vol, met heele discussiën, liefst nog die, waarin die ongeluk kige afvalligen het hardst schimpten op de Moeder die zij verguizen ten aanzien van het publiek, deH. Kerk! Die vergelijking is teekenend voor waar. Nu zijn die „neutrale" bladen na tuurlijk volkomen vrij om in hun ko lommen datgene op te nemen, wat ze willen. Maar aan óns is het, den Roomsclicn van Haarlem er op te wijzen, hoe die „neutrale" kranten, die onder onze Katholieken nog maar ;\1 te veel worden gelezen, hun publiek voorlichten Degenen, die 't masker der „neutra liteit" toch nog zoo erg niet vinden, weten vaak niet, wat daaronder schuilt. Of ze begrijpen het niet, omdat ze zich zoo eenzijdig laten voorlichten. Feiten, zoo teekenend als dit, ver scheuren dat masker echter voor wie wil zien en begrijpen!... Het Ru8sisch-Engelsch tractaat is nog niet definitief geteekond. Er is nog een en ander te regelen. Koning George van Griekenland is te Kopenhagen. Hij bezoekt daarna Berlijn en Parijs. Dinsdag a.s. beginnen de onder handelingen weer over den „Ausgleich" tusschen Oostenrijk en Hongarije. Koning Edward is vandaag over Calais van Mariënbad naar Engeland teruggekeerd. Stössel mag op bevel van den Czaar zijn verdedingsmemorie aan gaande Port-Arthur niet publiceeren. Nog eon napraatje over een feest zonder feeststemming. W'aur dr stemming er wel in was. Leden noodig! Ken exploitatie die er we,zen mag. J)e veelbesproken brug over 't Spaarne en een buitengewoon ge rat in den Daad. De, groenten- markt en de nieuwe H. B. B. Den persoonlijk feit tot slot. We leven toch maar snel in dezen tijd van automobiel en telegrafenDaar is 't me nu pas acht dagen geleden, dat het Koninginnefeest was.... en niemand in de stad denkt er haast meer' aan, behalve misschien de he .-ren die met 'n tekortje in de kas zitten. En daarom zou het ook voor mij, den wekelijkschen chroniqueur der Nieuwe JUaarlemsche, zoo iets wezen als mosterd na den maaltijd, wanneer ik weer begon over Koninginnedag te schrijven, 11a al de lange en deugdelijke verslagen, dio onze courant er Maandag van gaf. 'k Laat dan ook,— hoewel ik graag <-en en ander zeggen wou over 't ama- iteuc-eireus (dat me nu niet zoo hard is meegevallen als het den redacteur van «anze Courant schijnt geamuseerd te heh- Iben), on vooral over den prachtigen-avond der illuminatie en der concerten, een verslagje van de feestelijk ïeden buiten deze Zaterdagavondpraatjes, al kan ik me toch niet weerhouden om over 't geen ik dien dag zoo hier en daar opmerkte, 'n paar woordjes te zeggen. Koninginnei'eest, noemde ik dien dag, Ja, 't was wel een feest, maar de eigen lijke foest-stemining, de joviale vroolijk- lieid, het zoo'n beetje los-komen van het publiek, dAt was er toch niet op 31 Augustus! 'k Heb 's avonds op de Groote Markt mee staan kijken naar de illumi natie van het Stadhuis, die prachtig was, maar daar ging nu geen enkele juich kreet op uit het volk hij dat mooie schouwspel. Stil, bedaard, netjes, liepen onze Haarlemmers voetje voor voetje voorbij.... bleven dan'n oogenblikje staan voor de muziektent waar de heerKriens met zijn mannetjes z'n uiterste best deed om „de stemming" erin te brengen, en dan ging het stapvoets de Groote Hout straat in, even kalm als men de Bartel- joristraat kwam uitgewandeld. Van geest drift,van een beetje andersdangewoon, van wat feestelijke stemming geen spoor! Zijn wij, Haarlemmers, nu werkelijk zoo stijf en zoo stug als onze roep is'/ Dur ven we niet, of vinden we 't niet „netjes", om eens „leve de Koningin" te roepen, of om 't „Wiens Nêerland's bloed" mee te zingen, of zelfs om maar unaniem een hoera'tje te roepen na een „Wilhelmus?" Ik weet het niet, en ik durf niet zeggen wat het is. Maar dat we Zaterdagavond er stijf, en harterig en houterig bij liepen, ddt is zeker. D'r zaten vóór Brinkmann op de markt, 'n paar Belgen, die uit Amsterdam blijk baar waren overgekomen, en die hun verwondering uitten tegen elkaar over 't nuchtere, kalme Haarlemsche publiek, 'k Zal niet navertellen wat ik zoo opving uit hun gesprek, maar erg vleiend voor onze geestdrift was het niet! Nu zal ik niet zeggen dat de ware feeststemming en de ware liefde voor Vorstenhuis en Koningin zich uiten moet in dol gehos of schreeuwerig gejuich. Dat zij verre. Maar tusschen een dolle, luidruchtige herrie en een stijve, harkerige houding is nog wel eenig verschil, zie je. Die Bel gen hadden trouwens in onze stad ook wel heel goed een beetje prettige, joviale feeststemming kunnen zien, als ze maar eens waren opgewandeld naar't Noorder kwartier, naar de straten die „de namen der Transvaalsche helden vereeuwigen," om me nu maar eens deftig uit te druk ken, hoewel ik niet geloof dat die bou werij daar, evenmin als in de nieuwere wijken, „voor de eeuwen" bestemd is. In 't Schoterkwartier dan was de feest stemming er wèl, en zelf» later op den avond en in den nacht hier en daar een beetje al te erg! Maar wat ik zeggen wou. de vereeniging, die daar ten doel heeft den Koninginnedag waardig te vieren, mag eer hebben van haar werkze heeft met haar bescheiden middelen veel ge daan en tot aller genoegen, naar ik ver nam. Zulke buurlvereeniglngen moesten we hier wat meer hebben, en even kranig werkende als die van het Schóter- kwartier! Die zouden trouwens heel best hun inkomsten kunnen vinden, beter dan de groote vereeniging „Koninginnedag" die zelve maar altijd nog sciiijnt te moe ten bedelen! Ik wist wel, dat, „Konin ginnedag" nu nog altijd niet populair is in den zin dat Jan en alleman er lid van is. Dat kan ook niet redelijk zoo zijn, want „Koninginnedag" is te lang geweest in handen van „groote hanzen en adel lijke lui" om met Kegge uit de Camera te spieken, dan dat je er ineens een ver eeniging van maakt, die onder den klei nen man haar besten steun vindt! Dat gaat zoo niet opeensMaar toch heb ik me danig verwonderd, dat „Koninginne dag" zóó weinig leden telt onder onze burgerij, als de kranten meldden!Me dunkt het dan ook nu, nu de vereeniging zoo pas heeft getoond, dat ze er op uit is om elk jaar wat nieuws, wat noeh-uie-da- gewesene's te vinden voor de feest viering van Koninginnedag, de beste tijd om eens 'n goed woordje voor haar te doen Laat men er eens 0111 denken, dat op den duur dan toch niet elk jaar de kos- sten door betrekkelijk weinigen kunnen worden gedragen: door verdeeling van arbeid komt men 't verst, maar óók door verdeeling van de onkosten over allen! Je merkt het dan zoo niet, en voor vijftig centen per jaar kun-je zelfs lid van de vereeniging zijn Wie niet weet waar hij terecht moet daarvoor, laat hij zich maar voegen op ons bureauik geloof dat de Redactie graag hem den weg zal wijzen En dan krijgen we vanzelf, als alle Haar lemmers mee willen doen, ook een feest voor allen, en een feest dat klinkt als een klok, en dat nog veel mooier zal worden als 't amateur-circus was, dat dan toch ten slotte steeds amateurs- werk bleef. 'n Vast nummer op 't feestprogram van Koninginendag is ook altijd het vuurwerk in 't Brongebouw. Ddt is een volksver makelijkheid, die door talloozen nooit wordt overgeslagen. 'n V o 1 ks-vermakelijkheid mag ik ge rust zeggen. Want duizenden profiteeren ervan ook buiten de hekken van 't Bronge bouw, en met niet minder genoegen en en instemming dan het „deftige" publiek binnen Trouwens, dat Brongebouw is waarlijk ook in andere opzichten voor 't „buiten- publiek" een heele attractie. Daar had-je laatst, toen de beroemde Italiaansche te nor Isalberti zong Wel, wel, wat stond het er vol: vier- vijf rijen dik, langs de hekken van de BronDat was toen ook 'n bijzonder buitenkansje, di« prachtige zomeravond, een der mooiste van heel dit ongelukkige seizoen, zóó mooi, dat de beroemde tenor er niet tegen opzag, om in Gods vrije natuur z'n heerlijke stem te laten weerklinkenOnze lezers hebben in de krant er al een verslag over gehad, en daar behoef ik, die van muziek geen verstand heb, nu niets meer bij te voe gen. Maar ik mag dan toch wel, dunkt me, een woordje van lof spreken voor de directie vsn het Brongebouw I Je kunt zeggen wat je wilt, maar die Directie ver zuimt nu letterlijk niets, om het Bron- gebouw te maken tot een verzamelplaats van „tout-Harlem", zooals de Eranschman zou zeggen. Juist door zulke attracties van den allereersten rang als nu weer dat optreden van Isalberti was, worden de menschen gewonnen voor „de Bron", voor zoover dat nog noodig is. En dan dunkt me, dat al degenen, die tneenen dat ze geen goede Haarlemmers zijn als ze niet bij tijd en wijle eens smalen op 't „Staalbad", toch in het diepst van hun hart moeten erkennen, dat de manier waarop de tegenwoordige Directie de exploitatie aanpakt, maar je ware is! Als je den boel maar goed aanpakt, dan lukt het wel. Dat bewijst 't Brongebouw, hoop ik, op den duur zeker! Dat bewijst ook de bouw van ons spoorwegstation en de plaatsing van de nieuwe brug, waarover in onze krant zooveel is te doen geweest. Nu, de brug ligt er over, en ik heb 'n deskundige hooren zeggen, dat het een werkje was zooals F er weinig hier in het land zult zien uitgevoerd. Op het ge bied van bruggebouw, schijnen we trou wens hier in de buurt tóch al kranig voor den dag te komen, wanneer men let op de twee reuzenbruggen over 't Noord- zeekanaal, en nu weer dit eigenaardige brugge-werk, .dat wel is waar veel kleiner is, maar dan tocli van een heel nieuw systeem hier te lande. Gelukkig, dat we door de Nieuwe Haarlemsche zijn gerustgesteld betreffende die oude brug over 't Spaarne. Ik had óók al ver nomen van een „hooge oome" der Hol- land3che Spoor, dat men aan die oude brug druk aan 't werk was, en in mijn eenvoud dacht ik: waartoe dat oude ding nog oplappen, ais je het straks toch voor oudijzer verkoopen moet? Maar onze krant berichtte het oude ding was zóó zwak, dat 't bij het drukke verkeer gevaar zou gaan opleveren! Zie-je, dat is wat anders! En daarom kan men slechts den ijver en de voortvarendheid en de dege lijkheid onzer spoorwegmannen prijzen, die dadelijk verbetelen, wat er te verbe teren valt. Trouwens, je ziet toch maai', dat gelukkig zulke spoorwegongelukken als waarvan we dagelijks lezen dat in 't bui tenland voorkomen, hier overgroote zeld zaamheden zijnAanpakken, daar' houden onze spoorwegmannen van, en alles in 't groot doen óók. Dat zie-je trouwens duidelijk aan dat groote station, een bouwwerk van betee- kenis, dat ongetwijfeld volgens onze bouw verordening een „buitengewoon geval" zou kunnen genoemd worden, zooals van de week in den Rrad werd gezegd. Dat was me ook een discussie, die over het „buitengewoon geval", waarvan ik in de „nalezing" over de raadsvergadering zoo uitvoerig de bijzonderheden las 1 Die heeren van de Doopsgezinde gemeente hebben blijkbaar wel een schreefje voor bij onze raadsleden, dat is zeker! Enfin, ze zullen het er, als Uilenspiegel, zeker ook wel naar maken, en dan heb ik er ook niets tegen. In zooverre leek me dm ook die ellenlange praterij over dat me- tertje liooger op een pakhuis in een steeg waar geen blind paard schade kan doen, wel wat overdreven! Neen, ze hadden daar in de Statenzaal dat zaakje maar even handig moeten afdoen als de ver plaatsing van de groentenmarkt, die er nu zonder slag of stoot doorkwam. Oók gocheni van die meneer Groot, dat-ie mi weer zijn voorstel introk! Hij zag blijk baar dat-ie waarschijnlijk heelemaal alleen zon komen te staan en dat men hem verdenken zou, de juistheid van de mo tieven die vóór de verplaatsing der groen tenmarkt -spreken, niet te willen zien. En nu kan hij tot de menschen die aan de Turfmarkt wonen en die 'm voor den eersten keer bekeerd hebben, toch altijd zeggen: ik heb m'n best gedaan, luidjes, maar 't wou niet! Ofschoon er genoeg anderen zullen wezen, die 't zullen houden met den schrijver van de raads-nalezing in onze Nieuwe Haarlemsche, en zullen zeggendie meneer Groot heeft blijkbaar ingezien dal-ie wat dl te gauw en zonder 't voor en tegen te wikken, zonder goed nadenken dus,' zich heeft laten ompratenEnfin, de nieuwe markt op de Koudenhorn komt er nu, en ik verwacht, dat-ie daar zal bloeien, en dat-ie tot algemeen welzijn zal strek ken. Hetzelfde hoop ik ook te mogen wen schen voor dat nieuwe paleis dat voor óhs middelbaar neutraal onderwijs ver regen is. Tot het algemeen welzijn.... Wij katholieken kunnen met dat Hoo- gereBurgerschool-onderwijs zonder reserve niet zooveel op hebben, dat weet men. We zouden wenschen, dat het anders was, maar 't ligt er nu toe. En onze jon gens hebben voor hun carrière de H. B. S. ook vaak noodig, zonder welke de toegang naar andere onderwijs-inrichtin- gen of naar betrekkingen en examens gesloten is. Nu ligt het echter ook dik wijls aan de wijze vvaarop de leeraren aan zoo'n inrichting hun taak opvatten, en daarom kan ik als een goede noot voor onze H. B. S. ongetwijfeld noemen de aanstelling van een onzer jongere Room sche letterkundigen, den heer Gerard Brom uit Utrecht, als leeraar aan die school, 't Is m'n gewoonte niet om namen te noemen in deze gemoedelijke praatjes van den Zaterdagavond. Maar ditmaal wijk ik er voor ééns toch van af, en heet den heer Brom hartelijk welkom. Zijn arbeid aan de H. B. S. zal voor de Haarlemsche jeugd van elke religie on getwijfeld een zegen zijn: en dat een onzer jongere literatoren met zoo'n goe den Roomschen naam als hij, hier te Haarlem het personeel der II. B. S. komt versterken, kan ons niet anders dan ver blijden, nu het er eenmaal toch zóó voor staat, dat de Hoogere Burgerscholen ook voor onze Roomsche jongens dienen moeten. 7 September 1907.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1