DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
BCinderhuisvest 31-33, Haarlem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Zaterdagavondpraatj es.
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1907.
No. 6679, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Bij dit nummer, dat uit t ui e e
b i a d e n bestaat, wordt teuens
uerzonden de Officiëele
Kerk lijst en uoor de daarop
geabonneerden het Geïllu
streerd Zondagsblad.
Hh Arbitrage.
Hh Teekenend.
Algemeen Overzicht.
In Frankrijk begint zich opposi
tie vormen tegen het beleid van de
regeering in Marrokko
Men zal ziendat zal nog de steen
worden, waarover Clémenceau met
z'11 ministerie ten slotte struikelen
zal
Die Clémenceau houdt er maar
steeds een typische soort van bon-
h 0 m i e op naalles gaat uitstekend,
florissant in Marokko, zoo vertelt hij.
E11 hij debiteert dan tegelijkeen mop
plaatst een bonmot, en heeft de
lachers op z'n kant.
Maar nu zijn er al tal van dooden
gevallen. En dat nemen de Franschen
anders op dan Clémenceau
't Ergst van al is, dat de minis
terpresident flagrant is door de
mand gevallen als niet op de hoogte:
hij vertelde eergisteren aan de jour
nalisten, dat in Mazagan alles rustig
was,...
En op denzelfden dag is notabene
een deel der *Fransche vloot voor
Mazagan gekomen, heeft er een
groote militaire macht geland, en
daarmede is een zeer ernstige faze
ir. den strijd begonnen 1
Want die bezetting van Mazagan
is een daad van openlijke vijand
schap tegenover Moelai Hafid en
maakte op wreede wijze 'u eind
aan diens waarlijk niet ongemoti
veerde verwachtingen, dat Frankrijk
hem de hand zon treiken op zijn
weg naar den troon van den Sultan.
Een paar dagen geleden schenen
zelfs de Europeesche mogendheden
accoord te gaan ten aanzien van
het plan den tegenwoordigen Sultan
voor den veel meer daadkrachtigen
Moelai op te offeren.
Deze keer in zijn kansen zal
Moelei ten zeerste verbitteren, en
in deze stemming moet hij wel tot
een uiterste krachtinspanning over
gaan.
Gezien dus zijn vroegere dreige
menten, zal hij thans allicht tot de
proclamatie van den zoogenaamden
heiligen oorlog overgaan.
Van dat alles weet Clémenceau
blijkbaar niets!
Zoo'n onwetendheid zal hem duur
worden aangerekend, daar kan men
van opaan.
En van alle kanten komt dan
ook al de critiek, niet hot minst
van Clémenceau's groote vrienden,
de socialisten. Van deze is Jaurès
de woordvoerder, die in een heftig
artikel in zijn blad de „Humanité"
scherp tegen Clemenceau's politiek
te keer gaat, en nog eens de Acte
van Algeciras afbreekt. Jaurès vindt
het onder deze omstandigheden be
slist noodig, dat alle mogendheden,
die de acte van Algeciras onder
teekenden, tot een gemeenschappe
lijke actie met gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid opgeroepen
worden.
Doch daar wil de Fransche
regeering heelemaal niet aan
De Antwerpensche beweging
onder de stakers is nu geheel in
handen van de socialisten
Auseele, de bekende volksmen
ner, is te Antwerpen, en hij leidt
nu de beweging. Dat maakt dat de
sympathie van het publiek, die tot
nogtoe steeds is geweest voor de
arbeiders, langzamerhand door ben
wordt verloren, waartoe ook de
ontzaglijke schade die geleden wordt,
natuuilijk het hare bijdraagt.
De brand in de houthaven en
opslagplaatsen is zooals we al zeiden
bedwongen, maar de verzoening
tusschen de reeders en het werk
volk schijnt nog ver. Van eenige
arbitrage van den burgemeester wil
len de arbeiders evenmin weten als
de werkgevers: die burgemeester
maakt hier wèl een pover flguur!
En intusschen wordt van beide
zeide geld bijeengebracht om de
staking voort te zetten.
Waar zal dat eindigen?...
Japan beeft weer een opzienba-
renden streek uitgehaald het heeft
zich gerechtigd geacht een eiland
in den Stillen Oceaan in bezit te
nemen.
Welk eiland het is, en aan wien
het behoort, is uit de berichten nog
niet duidelijk.
Uit Japan heet het, dat het een
onbewoond eiland is, dat Noordelijk
van den 20en breedtegraad ligt, en
dus tot Japan kan gerekend worden.
De „Herald" meent echter, dat
liet het èiland Protus of Pratas is,
dat ten Zuiden van het Baschika-
naal ligt en dus buiten de Japansche
machtssfeer gelegen is.
Dat kan weer wat geven in Ame
rika.
Want natuurlijk vat men dit in
Amerika op als een beleediging, in
verband met de uitzending dei-
oorlogsschepen, waarover we al
schreven
Nieuwtjes in drie regels.
Kamerontbinding?
Naar aanleiding van het alar-
meerend bericht van „De Echo",
over een te verwachten verklaring
van sommige groepen der Kamer,
uitdrukkende ongeneigdheid om
verder met deze Regeering samen
te werken, zegt de Haagsche cor
respondent van „De Tijd" te kunnen
verzekeren, dat van dergelijk voor
nemen bij menschen, die het weten
kunnen, absoluut niets bekend is,
dat ook vooralsnog geen enkel
motief tot agressief optreden van
de rechterzijde bestaat. Zeker is, dat
het voor een dergelijke politieke daad
noodige gezamenlijke overleg nog
niet heeft plaats gehad. Ook van re-
geeringswege heeft men van plannen
tot Kamerontbinding nog niets
vernomen. Het heele bericht waa-
schijnlijk gebaseerd op losse geruch
ten, die hier in Den Haag inderdaad
wel geloopen hebben, heeft veel
van een late komkommer.
Provinciale Staten.
De Staten der provincie Noord-
Holland zullen dit jaar niet zooals
gewoonlijk in de maand November,
doch eerst in de daaropvolgende
maand bijeenkomen, wellicht op
Dinsdag 3 December.
Een nikkelen 1 O-cents-stuk.
Naar aanleiding van het bericht
van een nikkelen 10 centstuk in
het „Centrum", verneemt het
„Utrecht's Dagblad" uit de beste
bron, dat hiervan volstrekt niet3
bekend is bij hen, die van zulk
een voornemen het eerst onder
richt zouden moeten zijn. Jaren
geleden is er over gedacht, om ook
een nikkelen 10 centstuk in omloop
te brengen en zijn er met het oog
daarop eenige modellen vervaar
digd; daarbij is 't echter gebleven.
Het zou bovendien hoogt onprac-
tisch zijn, nu reeds nikkelen 10
centstukken te gaan vervaardigen,
daar nog ten eenemale onbekend
is, hoe het nikkelen stuiverstuk in
de circulatie zal bevaUen. Men dient
daarvan eerst de grondige onder
vinding te hebben gekregen, al
vorens tot het aanmunten van 10
centstukken over te gaan.
Als een bewijs, hoeveel behoefte
er aan de pasmunt, het nieuwe
stuiverstuk,is,diene,dat deze gisteren
niet meer bij den betaalmeester te
Utrecht verkrijgbaar waren.
Niet ver genoeg.
Het hoofdcomité der -feestviering
te Goes lieeft den ingezetenen dier
stad verzocht a. s. Donderdag van
0 tot 7 uur hun vlaggen uit te ste
ken, opdat de paarden van de
eerewacht daaraan kunnen gewen
nen. De „Goesche Courant" steekt
met dit verzoek den draak en voegt
er aan toe:
„We zouden gaarne gezien hebben,
dat het lioofdcomité iets verder
gegaan ware, want hoe noodig, om
niet te zeggen noodzakelijk deze
vlaggenrepetitie ook is, voldoende
is 't niet. Er zijn toch ook andere
dingen, waaraan de zenuwachtige
rossen der eerewacht moeten ge
wen len, zooals grootere drukte,
muziek, andere ruiters, hofrijtuigen,
samenscholingen, gejuich, ge
schreeuw, gezwaai met hoeden, toe
spraken enz.
„Is 't niet noodig ook hier de
edele dieren aan gewoon te maken
Waarom alleen die over de paar
denhoofden hangende vlaggen Dat
is niet billijk, nog tegenover de
paarden en ruiters, noch tegenover
de andere schrikvoorwerpen.
„Daarom geven we alsnog in
overweging, dat het zorg- en waak
zame hoofdcomité den inwoners
ook verzoeke zicli in straten zaam
te proppen en te schreeuwen en
te zwaaien als de cavalcade voor
bijrijdt. Verder dient de eerewacht
ook eenige hofrij tuigen, ordonnan-
oflicieren, eerepoorten, redenaars,
zingende kinderen en feest-at.tribu-
ten te imiteeren."
De derde herhalingsoefening.
De „Milicien" het orgaan van den
Miliciensbond onder redactie van
liet Kamerlid Ter Laan, publiceert
het volgende geheime stuk
VII.
:mh commit
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem f 1.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65
Afzonderlijke nummers„0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf0.60 (contant.) f0.50
Elke regel meer0.10
Qroote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie J contant.
In den laats ten tijd zit de Arbitrage
in de lucht.
De Vredesconferentie heeft hot er
druk over.
En de arbeidsconflicten, die dan
hier, dan daar, aan dc orde zijn van
den dag, brengen telkens het denk
beeld van arbitrage op den voorgrond.
Nu ziet men het weer bij de enorme
sociale botsing in Antwerpen, hoe de
arbitrage ondanks alle échec, telkens
weer opduikt als bet eenig-mogelijk-
schijnende middel, 0111 werkgever en
arbeider tot elkaar te brengen.
Helaas, die pogingen mislukken voort
durend.
En ook elders schijnt de arbitrage
niet die goede werking te hebben, niet
zóó te gelukken, als men zich wel
bad voorgesteld.
Waar dat vandaan 'komt?
Dat komt eenvoudig omdat de par
tijen, die arbitrage wenschen en toe
passen, als stelselmatig die éénegroote
kracht buitensluiten, die alléén in
staat is, zulke tegenstrijdige belangen
als hier zijn te verzoenende Katho
lieke Kerk.
De Vredesconferentie sluit den Paus
van bare bijeenkomsten uit.
De Vredesvorst der wereld blijft
buiten deze diplomatieke comedie...
gezien de resultaten ervan kan men
dat niet anders dan verblijdend noe
men... voor den Paris!
Te A ntwerpen om ons voorbeeld,
even vermeld, hier vast te houden,
hoop de liberale burgemeester de
arbiter te zijn.
Maar bij is afhankelijk van de so
cialistische partij, en zijn arbitrage
mislukt herhaaldelijk.
Wil men nu een ander voorbeeld,
een aan Antwerpen verwant?
We lazen 't gisteren ineenPranscli
blad.
In de haven van Montreal, de voor
naamste havenplaats van Canada, is
onlangs een heftig conflict uitgebroken
tusschen de reeders en de dokwerkers.
Om het geschil te beëindigen, be
noemden beide partijen een scheids
rechter, die volgens de Canadeesche
wet,een derden, presideerenden scheids
rechter hadden te kiezen.
En als zoodanig werd dadelijk aan
gewezen Mr. Bruchesi, aartsbisschop
van Montreal.
Welnu, binnen weinig tijus heeft
Mgr. Bruchesi een oplossing weten
tot stand brengen, die èn de belangen
der arbeiders, èn die van de groote
industrieën des lands, én die der reeders
met elkaar verzoent.
De publieke opinie is algemeen
dankbaar gestemd voor die oplossing.
En de partijen, die ieder iets hebben
op te offeren, nemen baar gaarne aan.
Zoo is in Canada de juiste verhou
ding gevonden: de Kerkhet Volk en
het Kapitaal werken er samen voor
vrede tusschen de verschillende klas
sen en voor de welvaart des lands.
Zonder de Kerkklassenstrijd en
schade, wanorde en armoê, als in Ant
werpen.
Mèt de Kerkvrede en eendracht,
welvaart en vooruitgang
In de afgeloopen week heeft, wie
opmerkte en in de gelegenheid was
te vergelijken, een teekenende waar
neming kunnen doen!
Zooais onze lezers weten, is te Breda
de tweede Sociale week gehouden.
Een gebeurtenis, een grootsche be
tooging, die tienduizenden hier te
lande met [belangstelling hebben ge
volgd van verre, en waar vele honder
den van onze Roomsche werkers,
mannen uit eiken stand, sociale weten
schap practisch hebben opgedaan.
Tegelijkertijd is deze week te 's-Gra-
venhage een congresje gehouden van
die ongelukkige scheurmakers, die als
„Oud-Katholieken" hier te lande nog
altijd hun bestaan voortslepen als
een afgerukte stervende tak van een
grooten, krachtigen boomde Room
sche Kerk.
Die Oud Katholieken, in heel 't
land een paar duizend nog slechts in
aantal, zoeken hun laatste redmiddel
tegen uitsterving en ondergang in
een verbintenis met allerlei kerkjes
en van Rome afgescheidene secten
buitenslands. Daarvoor diende dat
„congres"
Lees nu over die beide gebeurtenis
sen de „neutrale" bladen eens 11a!
Ook de Haarlemsche!
Over de Sociale week '11 afdrukje
van de stellingen, die in 't program-
boek weken te voren al waren afge
drukt.
Over 't congres van de Jansenisten,
kolommen vol, met heele discussiën,
liefst nog die, waarin die ongeluk
kige afvalligen het hardst schimpten
op de Moeder die zij verguizen ten
aanzien van het publiek, deH. Kerk!
Die vergelijking is teekenend voor
waar.
Nu zijn die „neutrale" bladen na
tuurlijk volkomen vrij om in hun ko
lommen datgene op te nemen, wat
ze willen.
Maar aan óns is het, den Roomsclicn
van Haarlem er op te wijzen, hoe
die „neutrale" kranten, die onder
onze Katholieken nog maar ;\1 te
veel worden gelezen, hun publiek
voorlichten
Degenen, die 't masker der „neutra
liteit" toch nog zoo erg niet vinden,
weten vaak niet, wat daaronder
schuilt.
Of ze begrijpen het niet, omdat ze
zich zoo eenzijdig laten voorlichten.
Feiten, zoo teekenend als dit, ver
scheuren dat masker echter voor wie
wil zien en begrijpen!...
Het Ru8sisch-Engelsch tractaat
is nog niet definitief geteekond. Er is
nog een en ander te regelen.
Koning George van Griekenland
is te Kopenhagen. Hij bezoekt daarna
Berlijn en Parijs.
Dinsdag a.s. beginnen de onder
handelingen weer over den „Ausgleich"
tusschen Oostenrijk en Hongarije.
Koning Edward is vandaag over
Calais van Mariënbad naar Engeland
teruggekeerd.
Stössel mag op bevel van den
Czaar zijn verdedingsmemorie aan
gaande Port-Arthur niet publiceeren.
Nog eon napraatje over een
feest zonder feeststemming.
W'aur dr stemming er wel in
was. Leden noodig! Ken
exploitatie die er we,zen mag.
J)e veelbesproken brug over 't
Spaarne en een buitengewoon ge
rat in den Daad. De, groenten-
markt en de nieuwe H. B. B.
Den persoonlijk feit tot slot.
We leven toch maar snel in dezen tijd
van automobiel en telegrafenDaar is 't
me nu pas acht dagen geleden, dat het
Koninginnefeest was.... en niemand in de
stad denkt er haast meer' aan, behalve
misschien de he .-ren die met 'n tekortje
in de kas zitten. En daarom zou het ook
voor mij, den wekelijkschen chroniqueur
der Nieuwe JUaarlemsche, zoo iets wezen
als mosterd na den maaltijd, wanneer
ik weer begon over Koninginnedag te
schrijven, 11a al de lange en deugdelijke
verslagen, dio onze courant er Maandag
van gaf. 'k Laat dan ook,— hoewel ik graag
<-en en ander zeggen wou over 't ama-
iteuc-eireus (dat me nu niet zoo hard is
meegevallen als het den redacteur van
«anze Courant schijnt geamuseerd te heh-
Iben), on vooral over den prachtigen-avond
der illuminatie en der concerten, een
verslagje van de feestelijk ïeden buiten
deze Zaterdagavondpraatjes, al kan ik me
toch niet weerhouden om over 't geen
ik dien dag zoo hier en daar opmerkte,
'n paar woordjes te zeggen.
Koninginnei'eest, noemde ik dien dag,
Ja, 't was wel een feest, maar de eigen
lijke foest-stemining, de joviale vroolijk-
lieid, het zoo'n beetje los-komen van
het publiek, dAt was er toch niet op 31
Augustus! 'k Heb 's avonds op de Groote
Markt mee staan kijken naar de illumi
natie van het Stadhuis, die prachtig was,
maar daar ging nu geen enkele juich
kreet op uit het volk hij dat mooie
schouwspel. Stil, bedaard, netjes, liepen
onze Haarlemmers voetje voor voetje
voorbij.... bleven dan'n oogenblikje staan
voor de muziektent waar de heerKriens
met zijn mannetjes z'n uiterste best deed
om „de stemming" erin te brengen, en
dan ging het stapvoets de Groote Hout
straat in, even kalm als men de Bartel-
joristraat kwam uitgewandeld. Van geest
drift,van een beetje andersdangewoon,
van wat feestelijke stemming geen spoor!
Zijn wij, Haarlemmers, nu werkelijk zoo
stijf en zoo stug als onze roep is'/ Dur
ven we niet, of vinden we 't niet „netjes",
om eens „leve de Koningin" te roepen,
of om 't „Wiens Nêerland's bloed" mee
te zingen, of zelfs om maar unaniem een
hoera'tje te roepen na een „Wilhelmus?"
Ik weet het niet, en ik durf niet zeggen
wat het is. Maar dat we Zaterdagavond
er stijf, en harterig en houterig bij liepen,
ddt is zeker.
D'r zaten vóór Brinkmann op de markt,
'n paar Belgen, die uit Amsterdam blijk
baar waren overgekomen, en die hun
verwondering uitten tegen elkaar over 't
nuchtere, kalme Haarlemsche publiek,
'k Zal niet navertellen wat ik zoo opving
uit hun gesprek, maar erg vleiend voor
onze geestdrift was het niet! Nu zal ik
niet zeggen dat de ware feeststemming
en de ware liefde voor Vorstenhuis en
Koningin zich uiten moet in dol gehos
of schreeuwerig gejuich. Dat zij verre.
Maar tusschen een dolle, luidruchtige
herrie en een stijve, harkerige houding
is nog wel eenig verschil, zie je. Die Bel
gen hadden trouwens in onze stad ook
wel heel goed een beetje prettige, joviale
feeststemming kunnen zien, als ze maar
eens waren opgewandeld naar't Noorder
kwartier, naar de straten die „de namen
der Transvaalsche helden vereeuwigen,"
om me nu maar eens deftig uit te druk
ken, hoewel ik niet geloof dat die bou
werij daar, evenmin als in de nieuwere
wijken, „voor de eeuwen" bestemd is.
In 't Schoterkwartier dan was de feest
stemming er wèl, en zelf» later op den
avond en in den nacht hier en daar een
beetje al te erg! Maar wat ik zeggen wou.
de vereeniging, die daar ten doel heeft
den Koninginnedag waardig te vieren,
mag eer hebben van haar werkze heeft
met haar bescheiden middelen veel ge
daan en tot aller genoegen, naar ik ver
nam.
Zulke buurlvereeniglngen moesten we
hier wat meer hebben, en even kranig
werkende als die van het Schóter-
kwartier! Die zouden trouwens heel best
hun inkomsten kunnen vinden, beter dan
de groote vereeniging „Koninginnedag"
die zelve maar altijd nog sciiijnt te moe
ten bedelen! Ik wist wel, dat, „Konin
ginnedag" nu nog altijd niet populair is
in den zin dat Jan en alleman er lid van
is. Dat kan ook niet redelijk zoo zijn,
want „Koninginnedag" is te lang geweest
in handen van „groote hanzen en adel
lijke lui" om met Kegge uit de Camera
te spieken, dan dat je er ineens een ver
eeniging van maakt, die onder den klei
nen man haar besten steun vindt! Dat
gaat zoo niet opeensMaar toch heb ik
me danig verwonderd, dat „Koninginne
dag" zóó weinig leden telt onder onze
burgerij, als de kranten meldden!Me dunkt
het dan ook nu, nu de vereeniging zoo
pas heeft getoond, dat ze er op uit is om
elk jaar wat nieuws, wat noeh-uie-da-
gewesene's te vinden voor de feest
viering van Koninginnedag, de beste tijd
om eens 'n goed woordje voor haar te
doen
Laat men er eens 0111 denken, dat op
den duur dan toch niet elk jaar de kos-
sten door betrekkelijk weinigen kunnen
worden gedragen: door verdeeling van
arbeid komt men 't verst, maar óók
door verdeeling van de onkosten over
allen! Je merkt het dan zoo niet, en voor
vijftig centen per jaar kun-je zelfs lid van
de vereeniging zijn Wie niet weet waar
hij terecht moet daarvoor, laat hij zich
maar voegen op ons bureauik geloof
dat de Redactie graag hem den weg zal
wijzen
En dan krijgen we vanzelf, als alle Haar
lemmers mee willen doen, ook een feest
voor allen, en een feest dat klinkt als
een klok, en dat nog veel mooier zal
worden als 't amateur-circus was, dat
dan toch ten slotte steeds amateurs-
werk bleef.
'n Vast nummer op 't feestprogram van
Koninginendag is ook altijd het vuurwerk
in 't Brongebouw. Ddt is een volksver
makelijkheid, die door talloozen nooit
wordt overgeslagen.
'n V o 1 ks-vermakelijkheid mag ik ge
rust zeggen. Want duizenden profiteeren
ervan ook buiten de hekken van 't Bronge
bouw, en met niet minder genoegen en
en instemming dan het „deftige" publiek
binnen
Trouwens, dat Brongebouw is waarlijk
ook in andere opzichten voor 't „buiten-
publiek" een heele attractie. Daar had-je
laatst, toen de beroemde Italiaansche te
nor Isalberti zong Wel, wel, wat stond
het er vol: vier- vijf rijen dik, langs de
hekken van de BronDat was toen ook
'n bijzonder buitenkansje, di« prachtige
zomeravond, een der mooiste van heel
dit ongelukkige seizoen, zóó mooi, dat de
beroemde tenor er niet tegen opzag, om
in Gods vrije natuur z'n heerlijke stem
te laten weerklinkenOnze lezers hebben
in de krant er al een verslag over gehad,
en daar behoef ik, die van muziek geen
verstand heb, nu niets meer bij te voe
gen. Maar ik mag dan toch wel, dunkt
me, een woordje van lof spreken voor de
directie vsn het Brongebouw I Je kunt
zeggen wat je wilt, maar die Directie ver
zuimt nu letterlijk niets, om het Bron-
gebouw te maken tot een verzamelplaats
van „tout-Harlem", zooals de Eranschman
zou zeggen. Juist door zulke attracties
van den allereersten rang als nu weer dat
optreden van Isalberti was, worden de
menschen gewonnen voor „de Bron",
voor zoover dat nog noodig is. En dan
dunkt me, dat al degenen, die tneenen
dat ze geen goede Haarlemmers zijn als
ze niet bij tijd en wijle eens smalen op
't „Staalbad", toch in het diepst van hun
hart moeten erkennen, dat de manier
waarop de tegenwoordige Directie de
exploitatie aanpakt, maar je ware is! Als
je den boel maar goed aanpakt, dan lukt
het wel. Dat bewijst 't Brongebouw, hoop
ik, op den duur zeker! Dat bewijst ook de
bouw van ons spoorwegstation en de
plaatsing van de nieuwe brug, waarover
in onze krant zooveel is te doen geweest.
Nu, de brug ligt er over, en ik heb 'n
deskundige hooren zeggen, dat het een
werkje was zooals F er weinig hier in
het land zult zien uitgevoerd. Op het ge
bied van bruggebouw, schijnen we trou
wens hier in de buurt tóch al kranig voor
den dag te komen, wanneer men let op
de twee reuzenbruggen over 't Noord-
zeekanaal, en nu weer dit eigenaardige
brugge-werk, .dat wel is waar veel kleiner
is, maar dan tocli van een heel nieuw
systeem hier te lande. Gelukkig, dat we
door de Nieuwe Haarlemsche
zijn gerustgesteld betreffende die oude
brug over 't Spaarne. Ik had óók al ver
nomen van een „hooge oome" der Hol-
land3che Spoor, dat men aan die oude
brug druk aan 't werk was, en in mijn
eenvoud dacht ik: waartoe dat oude ding
nog oplappen, ais je het straks toch voor
oudijzer verkoopen moet? Maar onze krant
berichtte het oude ding was zóó zwak,
dat 't bij het drukke verkeer gevaar
zou gaan opleveren! Zie-je, dat is wat
anders! En daarom kan men slechts den
ijver en de voortvarendheid en de dege
lijkheid onzer spoorwegmannen prijzen,
die dadelijk verbetelen, wat er te verbe
teren valt.
Trouwens, je ziet toch maai', dat
gelukkig zulke spoorwegongelukken als
waarvan we dagelijks lezen dat in 't bui
tenland voorkomen, hier overgroote zeld
zaamheden zijnAanpakken, daar' houden
onze spoorwegmannen van, en alles in
't groot doen óók.
Dat zie-je trouwens duidelijk aan dat
groote station, een bouwwerk van betee-
kenis, dat ongetwijfeld volgens onze bouw
verordening een „buitengewoon geval"
zou kunnen genoemd worden, zooals van
de week in den Rrad werd gezegd.
Dat was me ook een discussie, die over
het „buitengewoon geval", waarvan ik in
de „nalezing" over de raadsvergadering
zoo uitvoerig de bijzonderheden las 1 Die
heeren van de Doopsgezinde gemeente
hebben blijkbaar wel een schreefje voor
bij onze raadsleden, dat is zeker! Enfin,
ze zullen het er, als Uilenspiegel, zeker
ook wel naar maken, en dan heb ik er
ook niets tegen. In zooverre leek me dm
ook die ellenlange praterij over dat me-
tertje liooger op een pakhuis in een steeg
waar geen blind paard schade kan doen,
wel wat overdreven! Neen, ze hadden
daar in de Statenzaal dat zaakje maar
even handig moeten afdoen als de ver
plaatsing van de groentenmarkt, die er
nu zonder slag of stoot doorkwam. Oók
gocheni van die meneer Groot, dat-ie mi
weer zijn voorstel introk! Hij zag blijk
baar dat-ie waarschijnlijk heelemaal alleen
zon komen te staan en dat men hem
verdenken zou, de juistheid van de mo
tieven die vóór de verplaatsing der groen
tenmarkt -spreken, niet te willen zien.
En nu kan hij tot de menschen die aan
de Turfmarkt wonen en die 'm voor den
eersten keer bekeerd hebben, toch altijd
zeggen: ik heb m'n best gedaan, luidjes,
maar 't wou niet! Ofschoon er genoeg
anderen zullen wezen, die 't zullen houden
met den schrijver van de raads-nalezing
in onze Nieuwe Haarlemsche, en
zullen zeggendie meneer Groot heeft
blijkbaar ingezien dal-ie wat dl te gauw
en zonder 't voor en tegen te wikken,
zonder goed nadenken dus,' zich heeft
laten ompratenEnfin, de nieuwe
markt op de Koudenhorn komt er nu,
en ik verwacht, dat-ie daar zal bloeien,
en dat-ie tot algemeen welzijn zal strek
ken.
Hetzelfde hoop ik ook te mogen wen
schen voor dat nieuwe paleis dat voor
óhs middelbaar neutraal onderwijs ver
regen is. Tot het algemeen welzijn....
Wij katholieken kunnen met dat Hoo-
gereBurgerschool-onderwijs zonder reserve
niet zooveel op hebben, dat weet men.
We zouden wenschen, dat het anders
was, maar 't ligt er nu toe. En onze jon
gens hebben voor hun carrière de H.
B. S. ook vaak noodig, zonder welke de
toegang naar andere onderwijs-inrichtin-
gen of naar betrekkingen en examens
gesloten is. Nu ligt het echter ook dik
wijls aan de wijze vvaarop de leeraren aan
zoo'n inrichting hun taak opvatten, en
daarom kan ik als een goede noot voor
onze H. B. S. ongetwijfeld noemen de
aanstelling van een onzer jongere Room
sche letterkundigen, den heer Gerard
Brom uit Utrecht, als leeraar aan die
school, 't Is m'n gewoonte niet om namen
te noemen in deze gemoedelijke praatjes
van den Zaterdagavond. Maar ditmaal
wijk ik er voor ééns toch van af, en
heet den heer Brom hartelijk welkom.
Zijn arbeid aan de H. B. S. zal voor de
Haarlemsche jeugd van elke religie on
getwijfeld een zegen zijn: en dat een
onzer jongere literatoren met zoo'n goe
den Roomschen naam als hij, hier te
Haarlem het personeel der II. B. S. komt
versterken, kan ons niet anders dan ver
blijden, nu het er eenmaal toch zóó voor
staat, dat de Hoogere Burgerscholen ook
voor onze Roomsche jongens dienen
moeten.
7 September 1907.