DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
VoorRechten Vrijheid'!
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
Van den wal in de sloot.
BUITENLAND.
DINSDAG 10 SEPTEMBER 1907.
No. 6681, 32"o Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Een meer letterlijk-op te vatten
opschrift voor dit artikeltje zou men
kunnen neerschrij ven als volgtvan
den Singel naar de Vest....
Wat we hiermee bedoelen?
Met alle permissie gezegd: de....
tonnenschuit.
We gelooven dat dit nog de
meest-euphonistische benaming is
voor dit meubel van onze gemeen-
tereiniging, dat in de jongste Raads
vergaderingen druk besproken is,
en waaraan we nu hier eens een
woordje willen wijden.
De tonnenschuit om 't ding nu
maar zóó te blijven noemen is
een voortdurende last voor al dege
nen, die van haar onfrissche geurtjes
en merkbare aanwezigheid aan den
Kampersingel moeten proliteeren-
De mensehen aan den Kamper
singel hebben en met recht
over de aanwezigheid van dien
onwelriekenden en onsmakelijken
huurman geklaagd, en dat adres
aan den Raad heeft aanleiding ge
geven, naar men weet, tot een lieele
discussie.
Ju het advies dat 't dagelijkseh
bestuur uitbracht over. die Iristorie,
heette liet apodictisch: „dat de te
genwoordige tijdelijke bergplaats
van de tonnenschuit aan den Kam
persingel moet behouden blijven".
Maar toen de Raad en vooral
de heer Modoo maakte zich in dit
opzicht verdienstelijk eens vroeg,
waaróm dat zoomaar „moest", kreeg
men geen antwoord. „Het kan niet
wel anders",zeide de wethouder.Maar
hij kreeg ten bescheid, dat er dan
maar een andere gelogenheid ge
mafxkt moet worden: zooals 't nu
is, is het een onhoudbare last voor
de klagende Kampersingel-bewor.ers.
En ongetwijfeld zoo'n stinkende
vuil-verzameliug vlak voor je deur
en je ramen is afgezien nog
van 't onhygiënische dat er toch
ongetwijfeld bijkomt eenvoudig
in een beschaafde gemeente een
lidiculiteit
De Raad heeft dat, ondanks het
verzet van het college van B. en
W., en ondanks 't onbewezen be
weren, dat de ligplaats der schuit
„moet behouden blij ven", gelukkig
ook begrepen en met slechts 8
stemmen tegen een voorstel van den
Sheer Modoo aangenomen, waarbij
werd besloten den adressanten van
den Kampersingel te berichten dat
aan bun bezwaren zuJ worden tege
moet gekomen en dat do geurige
tonnenschuit zul worden verhaald
naar elders.
Maar.... hier zit nu juist de
quintessence van deze hoek' geuirige
historie in 1
Demenschen van den KaHtpergin-
gel raken de schuit kwijt, en zullen
met hun neus in de luclst en een
verfrischt hart den Raad dunkje-
zeggen.
Doch zoo'n schuit vol.... is niet
te escamoteeren als een goochelaar
een ei doet verdwijnen! En denke
lijk zal het ongunstig praeadvies
van B. en W. op het adres der
Kam persingel bewoners wel ietwat
geïnfluenceerd zijn door het feit dat
men nu een andere ligplaats voor de
schuit moet opzoeken.
Waar?
De heer Modoo, die de redder
was van den Karapersingel, gaf
een id aan de hand leg de schuil
aan de Turfmarkt, als de groenten-
markt daar is verdwenen
En zoo zal nu, naar we vernamen,
ook hoogstwaarschijnlijk gebeuren:
de geurige tonnenschuit wil men
leggen aan de Turfmarkt, vlak
tegenover de Kerk van O.L. Vrouw.
Tegen deze bedeeling van de
Turfmarkt-bewoners wensclieu we
nu echter hier eens met nadruk op
te komen.
Wat geldt voor de menschen aan
den Kampersingel, geldt ook wel
degelijk, en precies hetzelfde, voor
de bewoners van de Turfmarkt.
Meer nogde Katholieke Kerk
daar ter plaatse dient toch bij een
omstandigheid als deze nog wat
meer ontzien te wordeneen on
smakelijke verzameling als de „ton
nenschuit" vlak voor een kerkge
bouw te leggen, achten wij nu wel
het nee plus ultra van gemeen
telijke zorgeloosheid en wanbegrip!
't Verwondert ons dan ook, dat
niemand der raadsleden, bij al de
zotg die men had voor de bewo
ners van den Kampersingel, er aan
gedacht heeft, dat men door op 't
denkbeeld van den heer Modoo in
te gaan, van den wul in de sloot
raakte
Is 't op den Kampersingel erg,
op de Turfmarkt is het al oveneens.
En dat men den Turfmarktbewo-
ners hun groentenmarkt ontnam,
mag toch geen reden zijn om ze
nu in de plaats daarvan met de
geurige uitwasemingen van een
faecaliënscbuit te zegenen. De over
gang is wat Al te groot!
Xu zal iemand zeggenhoe je 't
draait of wendt, die schuit moet
toch ergens blijven! Dus je krijgt
die bezwaren, toch altijd weer terug!
Dat is niet geheel juist.
Vooreerst heeft de heer Van de
Kamp in de jongste raadszitting al
een correctief aan de hand gedaan,
waarvan op dat oogenhlik zoo goed
als geen notitie werd genomen,
maar dat we hier nog eens uit
drukkelijk aanbevelen.
Hij wees nl. op de mogelijkheid,
om een overdekt, met klapdeuren
voorzien schuitenhuis te maken,
waarin «le schuit afgezonderd en
zooveel mogelijk afgesloten zou
liggen, waardoor dus en 't onsma
kelijke gezicht van zoo'n tonnen
schuit èn 't onhygiënische der ver
spreiding van miasmen en geuren
al voor een deel zon worden
voorkomen.
Maar daarenbovenis het nu be
paald noodig dat zoo'n schuit mid
den in de stad ligt?
Wij hegrijpen niet waarvoor dat
zou moeten
De gemeente heeft, aan de noord
oostzijde der stad, ruimte en water,
en lig- en losplaats genoeg! Laat
men daar eens uitzien naar een
geschikte plaats, op behoorlijken af
stand van de bebouwde en bewoonde
kom gelegen! Wij zijn er zeker van
dat in een oogenhlik een goede ge
legenheid voor een schuitenhuis zal
worden gevonden als men maar
zoeken wil
En we bevelen dan ook deze min-
geurige, maar niettemin der over
weging waardigo historie dringend
aan in de aandacht onzer raads
leden.
Laat de Raad nu niet toelaten,
dat B. en W. den Kampersingel
ontlasten van de tonnenschuit en
er de Turfmarkt mee opknappen 1
Zóó komt men van den wal in
de sloot!
Ten opzichte van de omgeving,
vooral ten opzichte van de Katho
lieke kerk die er staat, deugt de
Turfmarkt al evenmin voor een
stinkende tonnenschuit, als de Kam
persingel 1
Algemeen Overzicht.
De M arok k aansch e kwestie
brengt iederen dag wat nieuws.
Nu het bericht, dat Sultan Ab-
d'ul Azis werkelijk naar Rabat, aan
zee, zal gaan
„Ik ga", heeft hij geschreven aan
zijn minister van oorlog, en de
reden van het heele uitstel is nu
gebleken te zijn, dat de man ge
wacht heeft opde nieuwe maan!
Want in Marokko is I.et, volgens
de traditie, een heel ongunstig ding
als je reizen moet in den tijd van
't laatste kwartier.
Ook 1 leeft de Sultan al een plaats
vervanger' tijdens zijn afwezigheid
benoemd en wel, ondanks de on
gunstige ervaringen, die hij met
zijn ouderen broeder heeft opgedaan,
zijn 18-jarige broeder Moeiaï Hadi,
wien als raadsman ter zijde is ge
steld een wegens zyn geleerdheid
en zijn helder inzicht algemeen
geziene oude sjerif.
Van de oorlog dien Frankrijk
voert in zijn land, van de herrie
die er heerscht in 't Zuiden, van zijn
broer die als tegensultan tegen
hem opstaat, schijnt dus de fleg
matieke Abd'ul Azis nog niet veel
notitie te nemen.
Hij zal denken't opknappen
van die zaakjes is aan Frankrijk
best toevertrouwd.
Nu, dat is v, aar.
Maar het is de vraag, of Frank
rijk er op den duur wel zooveel
pleizier in zal hebben!
We hebben daarover gisteren al
meer gezegd.
Van de krijgsbedrijven, zelf is
niet veel bijzonders te melden van
daag.
Onder de drieregelberichten ver
telden we gisteren van de verzoe
ken der Mooren, om een wapen
stilstand te sluiten.
Generaal Drude heeft waarom
zou hij. niet? dat toegestaan, en
van de staking der vijandelijkheden
intussclien tegelijk gebruik gemaakt
om nauwkeurig vast te stellen-
waar thans de Marokkftansehe troe
pen gelegerd zijn.
Volgens door generaal Drude
ontvangen inlichting zijn sedert de
aankomst der Fransche troepen te
Casablanca ongeveer 800 Marok
kanen gesneuveld.
Intusschen is van heel de Ma-
rokkaansche kwestie het erg
ste op het oogenhlik dat er een beetje
ruzie is tusschen Duitschland
en Frankrijk!
Vooreerst al om 't Fransche ont
werp voor de reorganisatie der
nog niet eens bestaande politie in
Marokko.
Nadat de Köln. Ztg. zich er het
eerst tegen verklaard heeft, komen
ook de andere bladen, die eerst eene
afwachtende houding aannamen,
met huune meening voor den dag:
de „Lokal-Anzeiger" zegt te ver
trouwen, dat de mogendheden die
tot dusver in de Marokkaansche
kwestie Frankrijk sympathie toon
den, weinig geneigd zullen zijn, ten
gunste van Frankrijk, wijzigingen
in de acte van Algeciras te bren-
gen.
Het „Berl. Tageb'att" is van
oordeel, dat door de wijziging welke
de Acte van Algeciras door het
Fransche voorstel zou ondergaan
het politie-institimt een geheel
ander karakter zou krijgen dan de
conferentie van Algerciras er aan
wenschte te geven.
De „Tagl. Rundschau" schrijft
dat de vorderingen die Frankrijk
in Marokko maakt, ontevredenheid
en wantrouwen in het buitenland
wekken. Behalve dat het aantal
Fransche soldaten nu a! van 3500
tot 8000 gestegen is, zouden andere
maatregelen doen gelooyen dat het
Frankrijk te doen is om verove
ringen in Marokko en niet om er
de orde te herstellen.
Dat alles klinkt al erg ongunstig.
Maar er is nog meer!
Er zijn zooals men weet bij de
beschieting van Casablanca door
de Fransche troepen ook verliezen
toegebracht aan Europeesclie be
woners dier plaats. Onder meer aan
drie Duitsche kooplieden. Deze
hebben zich beklaagd bij de Duitsche
regeering, zij zijn door den Rijks
kanselier, von Biilow, in audiëntie
ontvangen, en hebben aangedron
gen op toekenning van schadeloos
stelling door Frankrijk.
Dit is de grondslag van een
nieuwe reden tot geschil tusschen
Duitschland en Frankrijk
Enkele Duitsche bladen bespreken
dit nieuwe geschil Jop scherpen
toon en op voor Frankrijk kwet
sende wijze.
De Duitsche regeering weliswaar
heeft zicli niet hierover uitgelaten, en
in den gisteren gehouden Franschen
ministerraad werd uitgemaakt dat
de Marokkaansche regeering verant
woordelijk moet worden gehouden
voor de moorden en plunderingen,
en dat de schadeloosstellingen,
welke betaald dienen te worden voor
materieele schade, moeten worden
vastgesteld door een internationale
commissie.
Doch het is de vraag, of de mo
gendheden hiermee accoord zullen
gaan
Duitschland heeft naar Reuter
heden seint in zake de politie
reorganisatie, waarover we boven
spraken, een vrij ontwijkende nota
aan Frankrijk gezonden.
De Duitsche regeeriug neemt n.l.
aan, dat die maatregelen slechts een
tijdelijk karakter dragen en niet in
strijd zijn met de acte van Alge
ciras.
De Duitsche regeering zoo
heet het verder is niet van plan,
Frankrijk bij zijn optreden, in
verband met de gebeurtenissen in
Casablanca, moeilijkheden in den
weg te leggen; zij hoopt echter, dat
er niet meer, zooals in Casablanca,
aan vreemde kooplieden zwaar nadeel
zal worden t legebracht
Men ziet liet't is zuurzoet
vriendelijk
Zaterdag vertelden we, dat deze
week in Oosten rij k-Hon ga rij e
de onderhandelingen over den Mis-
gleich" zullen hervat worden.
En daar is nu zoowaar op dien
zelfden dag door een polemiek in
de Oostenrijksche en Hongaarsche
pers een oogenschijulijk ernstig
conflict tus'chen de beide regeerin
gen uitgebroken.
Volgens de „Neue Freie Presse"
schuilt het geschil in de „Bnnk-
quoten "-kwestie.
Op de audiëntie van de beide
minister-presidenten bij den keizer
te lscbl kwam de kwestie ter sprake
en verklaarde de Hongaarsche mi
nister-president Weckerle op besliste
wijze den keizer, dat voor een
langer voortbestaan van één algo-
meene circulatiebank voor Oosten
rijk en voor Hongarije en een
verhooging van quotum (het aan
deel) van Hongarije in de algemeene
lasten onder geen enkele voorwaarde
in i'en Hongaarschen Rijksdag een
meerderheid zou te vinden zijn.
Naar aanleiding hiervan schreef
het „Fremdenblatt" in een sterk
officieus artikel: De Oostenrijksche
opvatting kent geen Ausgleieh zon
der gelijktijdige regeling van de
Bank- en qnotiunkwestie. Alle par
tijen zijn het met dezen priucipi-
eelen eiseh eens en geen Oosten
rijksche regeering zou dien eiseh
durven verloochenen, geen Oosten
rijksche Rijksraad zou zijn goed
keuring durven hechten aan een
Ausgleieh, waarin aan dezen kar
dinalen eiseh niet werd voldaan.
Van Hongaarsche zijde wordl
hierop niet minder scherp geant
woord: Wij hebben Oostenrijk met
noodig; wij kunnen ook zondei
Oostenrijk leven en als het niet
anders mogelijk is, ook tegen Oos
tenrijk!
De agitatie tegen de Japan
ners, die zoolang heeft geheerscht
in de Vereenigde Staten, en er nog
lang niet is gedoofd, is ook naar
Canada overgeslagen, en wel
met ernstige gevolgen.
Canada is Engelsch, zooals
men weet, en de Engelsch-Ame-
rikanen hebben het nu ook kras
tegen 'tgele ras aaugepakt.
Te Londen vreeet men dan ook
al, dat het Britsche rijk tegenover
een gevaarlijke agitatie tegen het'
gele ras komt te staan.
De hiitorie zit als volgt in el
kaar: ernstige opstootjes hebben te
Vancouver plaats gehad. Het ge
peupel verbrandde een pop voor
stellende den Engelschen gouver
neur, die zijn toestemming weigerde
aan een wetsbepaling van het Britsch-
Canadeesche gouvernement, om
Chineesche en Japansche emigran
ten te werenl Vervolgens gingen
de oproermakers naar het Chinee
sche kwartier, waar zij aanzienlijke
schade aanrichtten. De gearresteer
de belhamels werden weder dooi
hen bevrijd.
Zondagochtend bestormden zij dt
Japansche winkels en vernielden
de vensterruitsn, waardoor eveneens
veel schade werd aangericht.
De Japanners vielen daarop hun
nerzijds het gepeupel met stokken
en messen aan, onder het geschreeuw
van „Banzai". Zij dreven de menigtt
terug, waarbij veischeidene ernstig
gewond en vier man door dj Ja
panners werden gestoken. Een Ja
panner werd doodelijk gewon 1.
Gedurende het gevecht kwamen
400 Japansche werklieden van een
schip, dat in de haven lag: de op
gewonden menigte viel hen aan en
wierp zes hunner in de baai
Een 3000 Chineezen en Japan
ners zijn al buiten de stad ge
vlucht.
Dat kan dus wat worden 1
En dat is teitelijk nog erger dan
de herrie in California, die nog
niet zoo kras tot gewelddadigheden
overgegaan is
Nieuwtjes in drie regels.
FEUILLETON
REOWE HMRLEMSCHE COURANT
A BONNE M ENTSPR IJ S:
l'er 3 maanden voor Haarlem fl.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,(55
Afzonderlijke nummers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer„0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie il contant.
Er zijn nu ruim drieduizend vreem
de dokwerkers te Antwerpen aan het
werk. Ook Hollanders.
De Engel sche consulgeneraal te
Antwerpen heeft weer geklaagd over
onvoldoende beschei ming.
Het bericht over de bezetting van
Pratos eiland bij de Filippijnen door Ja
panners, wordt bevestigd.
De Koreaansehe „opstand'' tegen
Japan is nu in een guerillaoorlog over
gegaan Ze geven geen kamp 1
(Speoiaal voor dit blad bewerkt K
BOEIENDE PiOMAN
Uit den jongs ten Poolsclien vrijheidsstrijd.
Naar het Dujtscf. van
GERD. VON OS' PEN.
15)
Zij allen verwaehttemi- n spanning, maar
ook met groot mismoicjt ,en den opperbe
velhebber, wiens koniefthun uit Warschau
was aangekondigd:
Jelsinski gaf aam r.de/.e stemming in
woorden 1 u cüï.
„De nationale regei ring moet weten
wat zij doet," sprak hitj. „RAatir ik beken
ronduit, dat ik sheohtf, matig vertrouwen
stel in dezen vrwgeresn gainsteling des
zart-n \V i,. zoolang- d e Russische hof-
als hij, is geen
ni êts meer voor
-lucht heeft ingeademd
Pool n'.eer, voelt althans
'"ju eigen vaderland."
"Mijnheer, gij vergwt
geboren Rus ben on 6«xrl
Polens bevrijding," bi-iamst
op.
„O, maar gij zijt awJ
wonderaar des Czareinggr
de Tribuiski. „Overigens
ben ik overtuigd, dat g^j
recht aandoet door hen#
Hij beeft niet ons,. m«i
regeering bedrogen, die- ia
dat ook ik een
i warm voel voor
,e Abramowitseh
nooit een be-
vveest," verklaar-
i, mijne heeren,
Siemawski on-
te wantrouwen,
ir de Russische
i hem oen trou
wen aanhanger meende te hebben. Hij
is altijd een sluwerd geweest, maar ook
een trouw patriot. Ik ken hem van jongs
af aan
Tot nu toe had niemand den bevel
hebber, die verwacht werd, er van ver
dacht een werktuig der Russische regee
riug te zijn, maar zoodra de gedachte
eenmaal uitgesproken was, gaven allen
zich den schijn er geheel van doordron
gen te zijn. Vooral Jegor Karpowitz kon
zijn antipathie tegen Sieniawski niet be
dwingen, al benijdde hij dan ook Roman
het commando niet, zooals de anderen
deden. Karpowitz was trouwens zijn me
dewerking aan de zaak des opstands en
aan den guerilla-krijg, die de kracht dei-
Polen uitmaakt, allang moede, ofschoon
hij dit noch zichzelf, noch anderen be
kennen wilde. -.
Ook begonnen de vermoeienissen en
ontberingen van het kampleven hem hoe
langer hoe meer tegen te staan. Zelfs de
hoop op Leokadia's bezit zou dan ook
waarschijnlijk niet voldoende geweest zijn
om hem aan de zaak des opstands trouw
te doen blijven. Maar zijn handelingen
waren ondanks alle voorzorgen niet ge
heim gebleven, en de regeering had zijn
goederen al verbeurd verklaard.
Zoo zou hij dan ook om derwille van
het succes der opstandelingen, aan wie
hij nu eenmaal onverbreekbaar verbon
den was, de komst van een talentvol man
als Roman Sieniawski met vreugde lieb-
benbegroet, ware het niet, dat de sluwe
Thaddeus hem ingefluisterd had„Zie
zoo, nu heeft Leokadia ten minste hier
een vereerder, die de I'oolsche zaak van
harte toegedaan isl"
Jegor vloog toornig op. Ja, waarom ook
eigenlijk zou Roman zijn schitterende
positie aan het Peterskurgsche hof voor
de twijfelachtige eer van opstandelingen
chef hebben verruild? Was dat enkel
liefde voor de nationale idee van Polen
of Want zoo iemand, dan kon tool)
Roman Sieniawski weten, dat de zaak
des opstands bijna zeker van voren af
aan verloren was.
Zoo kwam het dan, dat Roman meer
dan koel, ja zelfs met beleedigend wan
trouwen ontvangen v erd. De hieuwe aan
voerder achtte ïret intussclien ver bene
den zich, van de koele ontvangst die hem
bereid werd, notitie te nemen. Hij be
greep intusschen dadelijk, dat van 'leze
lieden gehoorzaamheid volstrekt niet en
samenwerking in tijd van nood slechts
ten deele te wachten was.
Jelsiaski zou hij misschien kunnen win
nen; de vroegere Russische luitenant zou
-.vel tot discipline te brengen zijn, maai
de anderen? Hij fronste het voor
hoofd.
De bestuurder van het landgoed was
niet alleen gedwongen geworden, den
heeren nachtverblijf te verschaffen, maar
ook hun een stevig ontbijt voor te zetten.
Zeer tegen zijn zin overigens, want noch
de eigenaar, noch de bestuurder voelden
eenige sympathie jegens de opstande
lingen.
Uit de nrededeelingen zijner vrienden
had Sieniawski vernomen, dat de geza
menlijke strijdkrachten, die te zijner be
schikking waren, geen tienduizend man,
maar slechts een derde daarvan bedroe
gen. En alleen zyn eigen afdeeling bevond
zich in de nabijheid: eenige honderden
slecht gewapende mannen en jongelieden,
sommige nauwelijks zestien jaar oud en
daarbij nog zeer gebrekkig gewapend.
Bijna onbruikbare geweren in handen, die
nog haast met geen vuurwapen wisten
om te gaan
Alleen de cavalerie, zeventig man sterk,
was goed bewapend en ten deele door den
jongen edelman, die ze aanvoerde, zelf
uitgerust. Het lei-rein was echter voor
de ruiterij weinig geschiktveeleer had
men scherpschutters en kanonnen noo
dig gehad.
Wat was er uit te voeren met die wei
nige lieden, wel allen vol goeden wil
maar slecht gewapend en onbekwaam in
het oorlogvoeren. Men had niet eens
wachten uitgezet.
Juist wilde Rbman dezen voorzichtig
heidsmaatregel invoeren, toen liet al te
laat scheen. Er knetterden geweerscho
ten een bende Russen was ongemerkt
genaderd. In een panischen schrik wilden
de meeste opstandelingen hun wapenen
wegwerpen en op d3 vlucht gaan, maar
Roman's donderende stem bracht hen tot
staan.
Met vertwijfelende heftigheid wierp
Roman zicli midden in hot gevecht.
De dood zou hem een welkome vriend
geweest zijn, nu hij zich eenmaal er van
overtuigd had, dat zijn donkerste ver
wachtingen verwezenlijkt stonden te wor
den. En bovendien was hij overtuigd,
dat alleen een voorbeeld van doodsver
achting in staat zou zijn, zijn mannen
moed en strijdlust in te storten. Zijn on
derbevelhebbers hielpen hem dappei cn
de Russen werden dan ook, hoezeer de
meerderen door hun getal en dooi den
overval, teruggedreven.
Aan krachtige vervolging door de op
standelingen was evenwel met te denken.
De soldaten wendden zicli naar het
landgoed aan den zoom van het woud.
De Polen verdcahten den bestuurder, dat
hij hun verblijfplaats aan de Russen ver
raden zou hebben. Dit was echter onge
twijfeld niet waar, want reeds uit de
verte zag men, dat de Russen op liet
landgoed vreeselijk huishielden.
„Voorwaarts, mijne heeren!" sprak Ro
man, en 1 lij verdeelde daarna zijn solda
ten in drie afdeelingen ten einde de
Russen ten tweeden male op het lijf' te
vallen.
„Waarom generaal vroeg er een. „Die
kerel daar op het goed krijgt immers
niet anders dan zijn verdiende loon!
Roman vloog op.
Strijden wij voor de vrijheid of niet?"
vroeg hij met bliksemend oog. Nimmer
mogen wij toestaan, dat dien man daar
onrecht geschiedt,ai is hij dan ook onze
vriend niet!"
Reeds waren zijn mannen begeesterd,
cn onder den kreet van „Oyczyzna" snel
den ze voorwaarts. Roman gevoelde zicli
innerlijk terneergedrukt, dat hij eerst
zoo moest spreken om dezen strijders
voor de vrijheid tot gehoorzamen te
dwingen. Zijn onderbevelhebbers echter
hadden hun wantrouwen jegens den chef
voelen wijken.
Op het landgoed zag het er vreeselijk
uit. Bijna geen meubel was er onge
schonden gebleven; tapijten, spiegels,
alles was door de woeste bende vernield,
en de inhoud der provisiekamer, voor
zoover niet geroofd, lag lier- en derwaarts
verspreid.
Veel vreeselijker nog zag het er in de
woning van den bestuurder uit.
Dood, tot onkenbaar wordens toe ver
minkt lag de man naast zijn door een
geweerschot gedood kindje. Jammerend
drukte de arme moeder, zelf uit verschei
dene wonden bloedend, zich tegen de
lijken aan.
De man was met de kolven der gewe
ren doodgeslagen, omdat hij, over zijn
stervend kind gebogen, geweigerd had te
drinken op de gezondheid van den keizer
aller Russen
Juist gaat de zon op. Hoe vroeg het'
met den zomerdag ook nog is, in het
kamp der opstandelingen heerscht al
drukke beweging. De insurgenten zijn
bezig hun schraal ontbijt te bereiden.
Reeds ziet liet kamp er geheel anders
uit dan toen wij er voor het eerst bin-
nentiaden. De ongeordende bende dag-
looners, handwerkslieden en jongelieden
is tot een flink georganiseerde schaar ge
worden, die wel is waar nog niet op den
naam van een geoefend corps aanspraak
mag maken, maar toch al met succes
tegen dappere geregelde troepen gestre
den heeft
Zij weten dat en zijn er trotsch op,
trotscli vooral ook op hunnen aanvoer
der. Ze hebben overmachtige vijanden
de wapenen ontnomen om zich zelf te
voorzien. Velen hunner zijn reeds geval
len, maar telkens zijn de gedunde gele
deren hier aangevuld en versterkt door
mannen, die gaarne onder Sieniawski
dienen wilden. En glansrijk heeft Hij dan
ook gestreden, want zelfs waar de te
groote overmacht tot wijken dwong, dors
ten de Russen hen slechts voorzichtig
te achtervolgen.
(Wordt vervolgd.)