DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
GEBROKEN TROTS.
BERECHT.
De Troonrede.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1907.
No. 6688, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
I JE
Zij, die zich met 1 October
uoor minstens drie maanden
op de NIEUWE HAARLEM-
SCHE COURANT abonneeren,
ontuangen de tot 1 October
uerschijnende nummers gratis.
Abonnementen worden aan
genomen aan ons kantoor
Kinderhuisuest 31-33, en bij
de agenten en loopers der
Courant.
Een frisse he, sociale geest waait
er geenszins uit het uitvoerige re-
geeringsstuk, dat Hare Majesteit de
Koningin gisterenmiddag in de ver-
eonigde zitting der Staten-Generaal
heeft voorgelezen 1
De Troonrede staat in het teeken
van een naderende Grondwetswij
ziging.
De regeeriug deelt mede, dat
voorstellen tot het brengen van ver
anderingen in het Ille en IVe
Hoofdstuk der Grondwet de Kamers
„eerlang" bereiken zullen.
De befaamde Grondwetswijziging
uitbreiding van het kiesrecht
komt dus in dit jaar aan de orde.
Plan was eerst, tot het vierde jaar
van dit rogeeringstijdperk te wach
ten.
Gevoegelijk konden, met de aan
kondiging hiervan, alle andere
wetsontwerpen verder bij de Re
geering worden ingehouden; als
eenmaal Grondwetsherziening aan
de orde komt. wordt daarover zoo
lung en breed gesproken, en zijn er
zooveel formaliteiten noodig, dat
van andere wetgeving niet veel te
recht zal komen.
Wat de voorstellen-zelve betreft
der aangekondigde grondwetsher
ziening, we zullen geduld moeten
oefenen.
Want de genoemde hoofdstukken
betreffen de bepalingen over de
Staten-Generaal, Provinciale Staten,
.en Gemeentebesturen. Waarschijn
lijk zal 't gaan over de artikelen
80, 85, 90, 107 en eenige andere,
die daarmede in verhand staan.
Maar de genoemde hoofdstukken
bevatten nog zooveel meer, waarover
verschil van opinie bestaat, dat
deze aan-de-orde-stelling van bet
kiesrecht nog zeer belangrijke ge
volgen ook op ander gebied heb
ben kan
Staat de Grondwetsherziening,
waarom toch zeker het meerendeel
van ons volk niet roept, als een
éérste en dringende hervorming
voorop in deze Troonrede, de
sociale wets-ontwerpen die onge
twijfeld in zeer ruimen kring toch
veel meer belangstelling wekken
dan nieuwe uitbreidiug van 't kie
zerskorps, die sociale maatrege
len zijn vrijwel op den achtergrond
gedrongen.
Van de invaliditeitsverzekering
geen spoor, van wettelijke maatre
gelen ten behoeve van den Mid
denstand geen enkele letter!
Dat dit een zeer teleurstellende
boodschap heeten .moet. behoeft wel
geen twijfel.
Noch de arbeiders, noch de Mid
denstanders zullen reden te hebben,
zich eenigzins te verheugen over
de plannen, die liet kabinet over
het komende zittingsjaar aankon
digt.
Oneerlijke concurrentie, Zondags
rust, 't woningvraagstuk, ja, wat
er al niet meer sinds jaren gewenscht
en afgesmeekt werd door de belang
hebbenden en belangstellenden,
we hoeren er geen woord van.
't Zeerecht is aan de beuit, minis
ter van Raalte is niet voor niets
'n Rotterdammer!
En 'n Rijks ontsmettings dienst
wordt aangekondigd.
Voorts al«eer eens de Zuiderzee,
die Minister Kraus weer op zijn
eigen manier wil droogmaken... als
hij er den tijd toe hebben zal.
De scheepvaart op de Waal en
de veeartsenijkunde vinden we ter
loops nog aangeroed, maar over
de sociale wetten heet het, dat ze „in
gevorderden staat van voorberei
ding" zijn. M. a. w. dat ze dit jaar
nog wel weg zullen blijven.
Neen, dit werkprogram is niet
opwekkend
'n Frissche geest gaat er niet van
uit.
't Is duf en dor, en onsympathiek
en koud, zooals dit lieele Ministerie
iedereen koud laat. Dit Ministerie,
dat door z'n vrienden verdedigd
wordt met de opmerking, dat het
toch geen kwaad doet I
Daar ontbreekt niet alleen een
persoonlijkheid, die op dit verlang
lijstje van de regeering zijn stempel
beeft gedrukt, daar ontbreekt óók
aan een stelsel, en leidende gedachte,
een kenmerkende geest die richting
geeft.
't Eenig kenmerkende ervan is,
zooals we al zeiden, de aangekon
digde Grondwetherziening. En juist
daarover kunnen wij, in deze
periode van ons politiek leven, nu
niet zoo heel erg prettig gestemd
zijnEr is zooveel te doen, dat
wacht!
Wij kunnen het derhalve niet
ontkennenèn als stuk van be-
teekenis, én als belofte voor de
toekomst maakt de Troonrede op
ons een slappen indruk 't is een
mager staatsstuk, dat niemand tot
geestdrift wekken zal en weinigen zal
voldoen
Algemeen Overzicht.
De nieuwe Encycliek van Z. H.
den Raus is Maandagavond door de
„Osservatore Romano" openbaar ge
maakt.
Zij is gericht tegen het moder
nisme.
Tegen het modernisme n.l., dat het
leven der Kerk in zijn diepste
grondslagen aantast. Dit modernis
me krachtig te bestrijden en mid
delen aan te geven om het uit
te roeien, ziedaar liet doel van den
Rausel ij ken zendbrief.
Deze Encycliek levert een nieuw
bewijs, dat alleen in de Katholieke
Kerk de waarheid voortdurend vei
lig is tegen elke dwaling, die haar
te verduisteren tracht, een nieuw
bewijs van de Vaderlijke liefde die
Z. II. de Paus aan zijn geloovigen
toedraagt, angstig om zijn kinderen
te bewaren voor elk gevaar, dat
bun eeuwig geluk zou kunnen be
dreigen.
Laten we kort maar zakelijk, aan
de hand van de „Patriote" en de
„Kölnische Volkszeitung", den in
houd van de Encycliek trachten te
weêr geven.
Het z.g.n. Modernisme is tot een
werkelijk gevaar voor de Kerk ge
wonden, waartegen bet de heiligste
plicht des Pausen is, maat
regelen te nemen. Z. H. wijst op
het wezen van het modernisme en
zijn verschillende verschijningsvor
men op het meest onderscheiden
gebied.
In de philosophieagnosticisme
en immanentisme
in het geloof: subjectivisme en
symbolisme
in ,de theologietoepassing dezer
genoemde denkbeelden
in de geschiedenis en critiek
overbrenging van het agnosticisme,
het immanentie-beginsel en het
evolutionisme op de historische cri
tiek
op het gebied der hervormingen:
een radicalisme, dat de fundamenten
der geloofsleer, der hiërarchie en
der tucht ondermijnt.
De gevolgtrekking uit dit alles
is deze
Het modernisme is slechts een
samenvatting van alle ketterijen en
moet logisch voeren tot atheïsme.
Een ongebreidelde nieuwsgierigheid,
de hoovaardigheid van het indivi
dualisme, onbekendheid met, ja
minachting voor de ware Katholieke
wetenschap en de echte Katholieke
discipline, zijn de oorzaken, die het
modernisme in een aanzienlijk deel
der Lekenwereld en ook van de
geestelijkheid hebben verbreid."
Tot bestrijding vr.n deze afdwa
lingen had reeds Pius' roemrijke
voorganger, Leo XIII, de krachtig
ste middelen aan de hand gegeven.
Z. [H. verwijst daarna met klem in
zijne Encycliek, hier herinnerend
aan de waarschuwingen van Leo
XIII, elders Diens lessen en
vermaningen aanvullend en ver
scherpend.
Vandaar de volgende voorschrif
ten in de Encycliek
lo. Aan alle Seminariën en Ka
tholieke PTniversiteiten zullen naast
de met echt Katholieken geest
doortrokken studie der positieve the
ologie enz., de scholastieke wijsbe
geerte en godgeleerdheid worden
onderwezen.
2o. Mannen, die het modernisme
huldigen, zullen ver worden gehou
den van de leiding en het onderwijs
aan Seminariën enKatholieke kooge-
seholen.
3o. De Bisschoppen zullen in
dit geval ook als gedelegeerd door
den H. Stoel zorg dragen, de
geestelijkheid en de geloovigen te
waarschuwen tegen de met het mo
dernisme besmette Pers.
4o. In ieder bisschoppelijk gene-
raal-vicariaat zal een afzonderlijk
college van censoren worden inge
steld, om nauwkeurig de voortbren-
selen der Katholieke Pers te onder
zoeken. Het door Leo XIII uit
gevaardigde verbond voor priesters
die zonder toestemming van den
Bisschop een periodiek leiden,
blijft van van kracht; verder zal
ook gewaakt worden over de gees
telijken, die aan tijdschriften mede
werken.
5o. Priestercongressen zijn ver
boden, behoudens zeldzame uitzon
deringen, wanneer met name niet
te vreezen is, dat daar ten gunste
van het modernisme zal worden
gesproken.
6o. In ieder diocees zal een Raad
van Toezicht worden ingesteld om
liet verbreiden van moderne dwa
lingen te voorkomen. Ook zullen
de Bisschoppen dienaangaande aan
den H. Stoel bericht geven.
De Encycliek bestaat uit drie
deelen.
In het eerste zijn de d w a 1 i n g e n
v a n het modernisme vervat
het tweede behandelt de o o r z a k e 11
ervan het derde geeft de middelen
aan de hand om deze dwalingen te
bestrijden.
Z. H. besluit aldus
„De vijanden van de Kerk zullen
uit deze Encycliek weer de beschul
diging tegen de Kerk van Christus
aanvoeren, dat zij een vijandin is
van de wetenschap, een vijandin
van de beschaving."
Welnu, op deze beschuldiging
antwoordt Z. H. door daden.
Eene bijzondere instelling uit de
beroemdste beoefenaars dor Katho
lieke Wetenschap zal, door de
Katholieke waarheden verlicht en
geleid, den vooruitgang bevorderen
van alles, wat op den naam van
wetenschap en kennis aanspraak zal
mogen maken.
De Encycliek is het resultaat van
maanden arbeids. Een gansehe staf
van Godgeleerden heeft er aan mee
gewerkt, van wie verscheidenen
indertijd ook aan de Encyclieken
van Z. H. Leo XIII hun medewer
king verleenden.
Nieuwtjes in drie regels.
Gemengde Berichten.
Gebrek aan water. Tè
Hoorn is weer groot gebrek aan
drinkwater. De behoefte aan een
waterleiding doet zich hoe langer
hoe meer gevoelen. Thans wordt
het water per spoor aangevoerd en
kost 272Cts. per emmer. Men be
grijpt, dat deze kosten zeer zwaar
op den minderen man drukken.
De Arnliemscke Bank-
vereeniging. Tegen de direc
teuren der Arnkemsche Bank ver-
eeDiging De Meijier en Pliaster is
rechtsingang verleend met bevel tot
gevangenneming en gevangenhou
ding. De Meijier is gisterochtend ook
overgebracht naar het huis van
bewaring.
De elevatorkwestie. Nog
steeds ligt in de Maashaven te Rot
terdam alles stil. De fb-ma W. H.
Müller Co. ontsloeg gisteren 105
bootwerkers, die hun contract niet
waren nagekomen.
Hoewel er patrouilles loopen, er
hebben geen ongeregeldheden plaats.
Belangrijke diefstal.
Na afloop van het galadiner aan
de Koningin te Middelburg aange
boden, werd door den ondernemer
van het diner eenig tafelzilver
vermist. Onmiddellijk werd een
ernstig onderzoek ingesteld, dat
aanvankelijk geen resultaat ople
verde. Men herinnerde zicli echter
dat het stafmuziek van het 5e reg.
uit Bergen op Zoom het diner met
muziek had opgeluisterd en na afloop
aan dezelfde tafel eenige gerechten
had gebruikt. Onmiddellijk werd
een onderzoek in die richting in
gesteld, hetgeen tot het resultaat
leidde, dat men vernam, dat bij een
zilverhandelaar te Bergen op Zoom
de vermiste voorwerpen te koop
waren aangeboden. Het onderzoek
dat hierop vanwege de militaire
autoriteiten is ingesteld, leidde tot
de arrestatie van een 5 tal muzi
kanten.
Een ernstig onge-luk.
Terwijl de landbouwer A. Hasselaar
aan den Munnikenweg onder Rens-
woude langs do „lei-sloot" in de
Groep bezig was zijn wagen met
strooisel te beladen, schrok het paard
van een door de Grift varende
schuit met hooi. Het dier zwenkte
zoo plotseling „van de hand" om,
dat daardoor wagen en paard beide
in den sloot kantelden en de ruim
60-jarige man zich in zijn doodsangst
van de andere zijde naar beneden
liet vallen, echter met het onge
lukkig gevolg, dat hij op twee
plaatsen zijn linkerbeen brak en
slechts met veel moeite naar zijn
woning kon worden vervoerd, waar
doktor J. G. Kets uit Veenendaal
de eerste geneeskundige hulp ver
leende.
De staking te Deventer.
Tot heden s de stand dezer
staking onveranderd. Er zijn thans
194 stakers en uitgestotenen.
Van een trap gevallen.
Een S5 jarige grijsaard te Goes is
de vorige week Dinsdag van een
trap gevallen waarbij hij een arm
brak en zich inwendig verwondde.
De man is Zaterdag in het gasthuis
aldaar aan de gevolgen overleden.
Verdronken. Te Veendarn
FEUILLETON,
KIK HMRUEMSCHE COVMIT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem 11.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130
Voor ile overige plaatsen in Nederland franco per post ,1,65
Afzonderlijke nummers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
j Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer0.10
öroote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
De crisis te Antwerpen nadert hare
oplossiDg. Volgens de „Etoile Beige"
is zij nog slechts eene zaak van uren.
De „Poolster" is uit Kopenhagen
vertrokken, om den Czaar en zijn gezin
aan boord te nemen.
Minister Burns van Engeland is te
Berlijn aangekomen om daar de ge
meentelijke instellingen te bezichtigen.
Het bericht, dat keizer Wilhelm en
koning Alfonso elkander in Oostenrijk
zullen ontmoeten, blijkt onwaar.
De mannen, verdacht van medeplich
tigheid aan den treinaanslag te Straus-
berg, schijnen niet de daders te zijn.
President Roosevelt stelt zich op
nieuw candidaat. En wel ter rechtvaar
diging zijner politiek tegen de trusts.
Te Conetantinopel dreigt er een op
roer uit te breken. Het volk is woe
dend over het stijgen der broodprijzen.
Kamerverkiezing te Franeker.
De Centrale Antirevolutionaire
Kiesvereenigiug heeft thans als can
didaat gesteld den heer J. van der
Molen, schoolopziener te Dokkum.
De Schiedamsche Kamerzetel.
De liberaleKiesvereenigingVlaar-
dingen caudideerde tot lid der
Tweede Kamer den lieer H. J.
Versteegh, oud-burgemeester van
Schiedam.
Uit de Staatscourant.
Benoemd tot voorzitter van den
Raad van Beroep der personeele belas
ting te Assen jhr. mr. Van Holten
tot Echten, lid der Staten van Drenthe
wethouder van Assen. Benoemd tot
burgemeester van Hoevelaken A. van
Arkel, secretaris; tot ridder in de
Orde van den Ned. Leeuw jhr. De
Marees van Swinderen, raadsheer te
's Hertogenbosch, wien op verzoek eer
vol ontslag is verleend, onder dank
betuiging.
Benoemd tot notaris te Utrecht,
standplaats Woerden, jhr. P. van
Winter, candidaat te Utrecht, en tot
notaris te Utrecht, standplaats aldaar,
Ph. J. C. Tissen, candidaat aldaar.
Benoemd bij het wapen der infan
terie tot kapitein bij het tiende reg.
inf. P. van Weeren, va.n de Grenadiers
en Jagers.
Benoemd tot ridder 4de kl. der
Willemsorde de sergeant der infanterie
J. Abbink, op Timor, posthouder te
Memboro, wegens zijn gedrag te West-
Soembah en de gepens. sergeant der
marechaussee H. de Jong, wegens zijn
houding te Atjeh, beiden in 1906 ge
steld ter beschikking van den Gou
verneur-Generaal voor werktuigkundig
electrotechnisch ingenieur voor de tin-
ontginning op Banka, G. J. G. Brandt.
i)
„Leva de bruidsvader!" riep een der
krachtige boerenknapen, die met de fraai
opgesmukte boerendeerns vóór het brui
loftshuis ronddansten. De muzikanten
verwelkomden iederen nieuwen gast met
een luidruchtig gespeelden marsch.
In reusachtige ketels kookten de dorps
slagers, die natuurlijk voor deze taak als
aangewezen waren, drie vette ossen: het
gold hier toch niets meer of minder dan
driehonderd menschen te verzadigen I
Up die oudenvetsche bruiloften in liet
land tusschen Wezer en Elbe komen heel
die overtalrjjke böerenfamiliën bij elkan
der, te meer daar deze kostbare bruilofts-
maaltijden hoe langer hoe zeldzamer wor
den en bij de meeste huwelijksplechtig
heden kottie en koek de voornaamste
tafelvreugde uitmaken.
Zoo is het nog heden in die landstreek,
eenige mijlen van Hamburg verwijderd,
die door haar ooftcultuur een der vruch-
tenschuren van Duitschland genoemd
mag worden. Nog strenger dan tegen
woordig hield men zich overigens honderd
jaren geleden aan de oude zeden en ge
bruiken, die in het toenmalige keurvor
stendom Hannover heerschende waren.
De herfstzon van het jaar 1808 bescheen
de toebereidselen tot een bruiloft bij een
der grootste boej-eu uit den omtrek, waar
ondanks de bitter slechte tijden toch nog
geld genoeg zat om een overvloedig maal
te kunnen aanrechten.
Ook in het dorp Scharnrode, evenals
in bijna geheel West-Duitschland, lag
een detachement Fransche soldaten, on
der aanvoering van luitenant Manbourg.
Het waren douaniers, met de bewaking
der kuststrook van het kleine gebied be
last.
Trots of misschien juist door liet con
tinentaal stelsel van Napoleon hadden de
Fransche soldaten met de smokkelaars,
die Engelsclie koopwaren met gevaar
voor hun leven trachtten in te voeren,
de handen bijna dag en nacht vol. De
rijke kooplieden van het machtige Ham
burg waren er juist de mannen ïiaar om
hun medewerking te verleenen tot onder
nemingen, die als zij slaagden, naast aan
zienlijke winst ook de voldoenig aan
brachten, den vijand des vaderlands een
poets te hebben gebakken.
De ligging der streek, met de vele
bochten in de rivier en de hooge dijken
maakte verder het terrein voor de stout
moedige smokkelaars bijzonder gunstig.
E11 steeds waren zij to voren van de aan
komst der Fngelsche vaartuigen onder
richt, die da,nk zij de diepte van het
Elbewater in de nabijheid der kust
onder bescherming' van den nacht het
anker konden uitwerpen.
Dl noch de Fransche soldaten noch
hun jeugdige aanvoerder bij de bewoners
der streek bijzonder gunstig aangeschre
ven stonden, laat zich begrijpen.
Voor het oogenblik echter soheen de
vroolijke stemming van 't feest, don an
ders openlijken afkeer van het volk, dat
bekend stond om zijne gehechtheid aan
hel vorstenhuis, eenigszins gematigd te
hebben want tusschen de genoodigde
en ongenoode gasten zag men eenige
Fransche Douanebeambten, wier frissche
uniformen de prachtige kleurschakeering
der nationale kleederdracht nog verhoog
den.
„Leve de bruidsvader!" Jubelend schal
de het uit honderden kelen door de lucht,
terwijl de muziek een schetterende fan
fare blies. Dra ging zij echter over in een
vroolijken wals die de jeugd in beweging
bracht, terwijl de jubilaris v. aardig en een
weinig trots door die rijen der gasten
schreed.
Hooger en uitgelatener klonken de
vroolijke tonen, alsof 't Lento was en
niet overal de bloedige oorlog nood en
ellende bracht, maar ook oog of oor zich
keerde in het Duitsche vaderland of ver
over zijne grenzen.
In de nabijheid van de dansenden zat,
achter een dikken beuk eene vrouw van
ongeveer zestig jaren op een houten bank.
Zij droeg den korten, nauw sluitenden
rok der boerinnen uit de streek, maar-
van zwarte wol, waarbij scherp afstak de
helroode kleur van den hoofddoek, die
naar de zede des lands, het gelaat met
zijne scherpe trekken omsloot.
Het was Oude Marie, de „wijze vrouw"
uit de streek, de weduwe van een dorps
schoolmeester. Door voorspellingen, die
uitgekomen waren, en door toevallig
goed gelukte genezingen had „Oude
Marie zich een klein vermo ,en en eene
zekere bevoorrechting weten te verwer
ven. Haar niet uit te noodigen tot een
feest, beteekende voor de Scharnroders
evenveel als een ramp, die men zelf over
zich afgeroepen had.
Zij keerde den feestvierenden den rug
toe, niet om het dansen der jeugd maar
omdat zij zich gewend had tot een jonge
borst van ongeveer negentien jaren, die
eveneens door den zwaren beukestam
gedekt, bewogenloos naar het gewemel
dor dansenden staarde.
Het was een flinke jonge man met
goedige trekkenhij keek echter zoo
treurig voor zich uit of hij uit den vroo
lijken kring gestooten was en zang en
dans hem niet gegund waren.
De muziek begon eene nieuwen zang,
de jongeling slaakte een diepen zucht.
De oude vrouw hief liet hoofd meer naar
hem op: er lag eene uitdrukking van
meewarige liefde in den blik, dien zij op
den trenrigen jongeling richtte, als wilde
zij in zijne ziel lezen.
Frits, moet gij niet dansen?" vroegzy
en hare anders zoo scherpe stem, -klonk
zacht en vriendelijk, ik zie II gaarne on
der uwe gelijken. Men is vroolijk vandaag
in Scharnrode, zelfs de Fransohman krijgt
zijn deel, En gij?"
Frederik de zoon der eenige dochter
van „Oude Marie", wiens ouders kort na
zijn geboorte waren gestorven, schudde
het blonde hoofd.
„Laat mij bij U blijven, grootmoeder,"
zei hij. Het was mij wel zoo lief geweest,
als ik rustig bij U in Uw tuintje had
kunnen zitten den laatsten keer, groot
moeder, voor wij scheiden. Wie weet of
we ooit nog naast elkander zullen zitteD
in onzen tuin. Mijn hart is bedroefd,
grootmoeder, nu meer dan anders. Laten
wij naar hij is gaan,"
„Frits, Frits, meent ge, dat ik verheugd
ben en genoegen vind in de muziek?"
zei de oude? Maar ik kon de uitnoodi-
ging niet afslaan en dacht, dat het soms
u verstrooien en opvroolijken zou. Spreek
mij niet van scheiden, Frits.
1 Ik kan er niet aan denken, dat go
morgen vroeg je oude grootmoeder in
Scharnrode reeds ver achter je zult heb
ben om je leven toe te vertrouwen aan
de zee en daar genezing te zoeken voor
het leed, dat Anna je heeft aapgedaan.
Is die schipper Frans dan waard, dat je
voor hem het veld ruimt? Let maar eens
op, Friede, zijn overmoed zal nog eens
een rechtmatige straf vinden.
Ook zijn dag zal eens komen, en zijn
trots.
„Niet verder, grootmoederI" onderbrak
de jongeling haar.
„Zeg niets van Anna; kan zij het hel
pen, dal ze van den eerlijken, trouwen
schipper Frans meer hield da n vau mij 1"
„Ge zijt een brave jongen, Friede,"
sprak de oude, „en ik weet dat ge, al zij t,
ge ver weg, uw oude moeder niet zult
vergeten. Maar voor schipper Frans moei
ge u toch in acht nemen, 't ls een fijn
heertje uit de stad, zooals we ze al meer
verkleed hier gehad hebben om den
smokkelhandel te leiden. Als ik iets wist,
dan behoefde ik slechts een woord te
spreken tot luitenant Marbourg 0111 het
heerschap, dat ik veel liever hier kwyl
was, uit den weg te ruimen."
De jonge man, die eerst vol teederheid
zijn grootmoeder den arm om den hals
had geslagen, trok dezen plotseling terug.
„Grootmoeder," sprak hij eenvoudig,
„ik heb op heel de wereld geen andere
vrienden dan u en schipper Frans. Maai
dat, zeg ik u, als door uw broeders Frans
ooit een haar op het hoofd gekrenkt
werd, ik zou u onmogelijk meer kunnen
liefhebben. Dat kan ook mijn grootmoe
der niet gezegd hebben. Dat iemand een
ander aan de galg zou helpen, is vreese-
lijk; maar hoe het mogelijk zou zijn, dat
Duitsch bloed een Duitscher aan den
vreemdeling verraadt, voor die gedachte
is bij mjj geen plaats.
En wat schipper Frans betreft, ik ver
zeker 11, dat het een kerel is.
„Ik vertrouw niemand behalve mijn
Frits," sprak de grootmoeder knorrig.
„En meent ge dan wellicht, dat luitenant
Marbourg, zoo ijoiig als hij ook nog
is, door het lot steeds mot zachte hand
is aangevat? Ik ken die uitdrukking
zijner oogen wel. Ook Meta Ehrenkrans,
de eenige zuster van den rijken Ham
burger koopman, had zulke oogen, en
veel verdriet er bij, het arme kind."
„Ja, ik ken die geschiedenis," onder
brak Friede zijn grootmoeder. Meta Ehren
krans is tegen den zin haars broeders
gehuwd met een Fransch edelman. Tho
mas Ehrenkrans weigerde zijn meerder
jarige zuster van dien dag af den toegang
in zijn huis, en nadat ziekte en tegen
spoed haar tot den bedelstaf hadden ge
bracht, zelfs de geringste ondersteuning.
Eerst toen zij, 11a langen tijd weduwe te
zijn geweest, op haar sterf bed lag wendde
zij zich daarna weer tot Thomas Ehren
krans om hem haar zoon aan te bevelen.
Maar laten wij het verledene rusten,
grootmoeder: het heden is droevig ge
noeg.
Maar oude Marie scheen aan het tegen
woordige als ontrukt. „Ja," sprak ze voor
zich heen, „wèl is Thomas Ehrenkrans
altijd een hard man geweest. Wel heeft
hij den knaap bij zich in huis genomen,
maar op vijf-en-twintigjarigen leeftyd
heeft hij den zoon willen dwingen, hoe
veel hij aan de moeder gebracht had,
en ook toen is de breuk gekomen.
Wordt vervolgd