DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. GEBROKEN TROTS. BERICHT. Haagsche Brieuen. BUITENLAND. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem BINNENLAND. Maandag 23 september 1907. No. 6692, 329to Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Zij, die zich met 1 October uoor minstens drie maanden op de NIEUWE HAARLEM SCHE COURANT abonneeren, ontuangen de tot 1 October uerschijnende nummers gratis. Abonnementen morden aan genomen aan ons kantoor Kinderhuisuest 31-33, en bij de agenten en loopers der Courant. Damiaatjes. I. Met de politiek is 't in de Sep tembermaand, zoo-zie-je-me,^ zoo- zie-je-me niet. T iet grooten praal de lezers weten er alles van wordt de zitting der Staten-Gene- raal geopend, maar nauwelijks zijn de heeren dan een paar dagen bij een of wèg gaan ze weer. Vooral de Senatoren plegen snel te ver dwijnen, want hun collega's van 't Lagerhuis vergaderen ten minste nog wat in de afdeelingen een terugheid, waaraan echter het groote publiek weinig of niets heeft. Dit is verzot op schermutselingen tus- schen de meest slagvaardige politici, maar om het stille werken dezer heeren bekommert men zich pas als men den uitslag voor zich ziet in den vorm van een wetsontwerp welks invoering men liever niet ziet. Dan help er evenwel geen lievemoeder en meer aan. Ditmaal echter heeft de Eerste Kamer het toch van de Troonrede gewonnen in 't doen van dingen, die de aandacht trekken. Vooreerst was daar de rede van voorzitter Schimmelpeoninck, waarin het con troleerend karakter dezer „hooge vergadering" 't woord is van den heer Van Houten zoo gun stig werd geschetst. JWie intusschen daaruit mocht afleiden, dat de Se natoren, jegens wie vele vooruit strevender! zoo booze plannen koes teren, voornemens zijn alles op haren en snaren te zetten, die heeft het mis. In een volgende bijeen komst toch schrapten de heeren uit het Adres van Antwoord in de Troonrede het eenvoudige woordje „ook", omdat in het zinsverstand daaruit viel af te leiden, dat de kamer niet met de aangekondigde wetsontwerpen was ingenomen. Men ziet dusde heeren zullen hun „hooge" taak zonder kleingeestige dingen vervullen. Met dat Adres van Antwoord is het nu toch eigenlijk zonderling. De Tweede Kamer schafte het ver leden jaar af om tijd te sparen, en verzekerde zich daarbij van de in stemming der Koningin, de Eerste Kamer biedt er H. M. nog altijd een aan. Ik kan mij niet voorstel len, dat de Vorstin op het behoud van dit stuk parlementaire forma liteit gesteld is, want foitelijk be- teekent het Adres niemendal. Zeker, er kan eens iets in gezegd worden dat |de moeite waard is; het kan noodig wezen, dat de Regeering al dadelijk een wenk krijgt, maar voor zulke uitzonderingsgevallen heeft de Tweede Kamer zich de bevoegdheid voorbehouden om toch een adres-debat aan te vangen. Laat de Eerste Kamer ook zoo doen en dan kan ook het tweede deel der antwoord plechtigheid mits met toestemming der Koningin, jegens Wie het immers een beleefd heid is vervallen! 't Overbrengen van het Adres van Antwoord naar 't Paleis pleegt plechtig te geschiedenin hun galagewaad rijden een viertal Sena toren in gala-koetsen naar 't Noord einde, waar een eerewacht staat opgesteld. Zoo gaat het trouwens ook, maar dan zonder eerewacht, met de aanbieding der Tweede Kamer van de nominatie voor het presidentschap. Zooals reeds bekend is, wordt de heer Roëel opnieuw voorzitter van de Tweede Kamer. Hij neemt de functie graag waar, want de hand having van het Reglement van Orde is zijn lust en zijn leven. Bij alle mogelijke gelegenheden brengt hij het te paszijn leiding is geheel gebaseerd op aanhalingen uit dat reglement, waarvan de Kamer hem wel een prachtexemplaar mocht aanbieden. Hoe 't zijeen vaardig en onpartijdig voorzitter is de heer Roëll, wat trouwens uit zijn her kiezing met zoo groote meerderheid blijkt. De heer Borgesius moet wel een onaangenaam gevoel hebben gehad, toen hij slechts 1 stemmetje boven de meerderheid kon halen, vooral toen na hem de heer Kolk man voor de derde plaats op de nominatie weer zoo schitterend uit de bus kwam! De rechter zijde steekt het niet onder stoelen en banken dat zij niet vau den kabinetsformateur ge diend is Zooals ik in den aanvang zeide: in September speelt de politiek kie- keboetje. Weldra echter komt zij voorgoed te voorschijn en dan zul len we er nog eens wat over keu velen. Algemeen Overzicht. Ja, 't verveelt ons al even hard als het missichien sommigen onzer lezers verveelt: voortdurend over Marokko te moeten schrijven en hooren. Maar wat wil men? 't Lijstje van de buitenlandsche gebeurtenissen is wat uitgebreid in den laatsten tijd en men kan zeggen wat men wil, doch Marokko is on- twijfeld voor de Europeesche politiek in het algemeen de hoofdschotel! De correspondent te Tanger ont ving van Moelai Hafid, „den Sultan van Zuidelijk Marokko", een kopie van het rondschrijven dat deze tweede sultan voornemens is den diplomatieke n vertegenwoordigers der Europeesche Mogendheden in Marokko te doen geworden dezer dagen. In deze circulaire herinnert Moe lai Hafid hoe in de dagen van wijlen zijn vader Moelai Hassan rust en vrede lieerschten in Marokko. Europeanen leefden er in rust, kon den veilig het land doorreizen, door niemand lastig gevallen. En nu? Sedert den dood van zijn vader was alles anders geworden tenge volge van wanbeheer dat een toe stand van anarchie schiep. Moelai Hafid is voornemens den vreemdelingen, maar vooral den Marokkanen het verloren Paradijs te hergeven. Hij belooft een re geering die in het land zal worden geëerbiedigd, en tusschen regeering, volk en Europeanen zal weer een verhouding worden geschapen die een vreedzaam samenleven moge lijk maakt. Hoewel volkomen overtuigd dat de mogenheden niets kwaads in den zin hebben, hoopt hij dat dezen de neutraliteit van het land strikt zullen eerbiedigen, totdat God zal hebben beslist wie heerscber zal zijn over Marokko. ~.-eg§ De „Times"man zegt, dat de circu laire in zeer hoffelijke termen is geredigeerd. Moelai Hafid schrijft niet slechts aan de gezanten der Mogenheden, hij geeft ook een proclamatie uit voor de noordelijke stammen. Hun raadt hij kalm te blijven, daardoor zouden zij slechts de be langen van den Islam dienen, de handelswegen moeten worden be schermd, den Europeanen mag geen leed geschieden, hun eigendom moet worden geeerbiedigd. Volgt men dezen raad op, dan, zegt hij, bestaat er alle kans dat de positie van den Islam zal worden verbeterd, dat het den Marokkanen meer naar wensch zal gaan. Intusschen heeft zoo verzekert een gerucht de tweede sultan Ma el Anim doen arresteeren, om dat hij overtuigd is dat deze een dubbele rol speelt. In Marrakesj zou de too venaar gevangengezet zijn. Generaal Drude zou, naar de laatste berichten luiden, gisteren optrekken. Zijn plan de campagne zit als volgt in elkaar Ter zee zullen twee kruisers ope- reeren, een naar Fedala om de overgave van den stam der Zenata effectief te doen zijn, en een langs de kust, op ongeveer 70 K.M. aan weerszijden van Casablanca. Te land zullen verspreide kolon- nes tot op een afstand van ongeveer 30 K.M. het land schoonvegen, tot Medioera toe. Naar het noorden zal een kolonue uittrekken tot Man- zoerian, op ongeveer 40 KM. atstand van Casablanca. Wat het blokkeeren van de havens betreft, schijnt het gouvernement eerst eenige berichten uit Casa blanca te willen afwachten. Een Reuter telegram meldt he denochtend dat de operaties al zijn begonnen. Gisterochtend om vier uur is generaal Drude uit Casablanca ver trokken, met de helft der aanwe zige troepen. Het Marokkaanschn kamp van Sidibrahim, gelegen 18 K.M, ten zuiden van Casablanca, werd na een bombardement en nadat het in brand was gestoken, ingenomen. De strijd was niet zeer hardnekkig. De Marokkanen, gewaarschuwd door het vuur der Fransche voor posten, hadden namelijk het kamp verlaten voordat het meerendeel der troepen aanwezig was. De verliezen aan de zijde der Franschen bedroegen één gedood en vijf gewond, waaronder één offi cier. Een dezer dagen is door negus Menelick van Abessyuië de buitengewone gezant van den H. Stoel, pater Maria Bernard met buitengewone eerbewijzen ontvan- Sen\. Hij overhandigde den vorst een eigenhandig geschreven brief van den Paus en de insigDes van het Grootkruis van de orde van het H. Graf. Aan keizerin Taiiu werden even eens een schrijven en meerdere cadeaux overhandigd. De pater kwam uit Rome terug, waar hij voor den negus een belangrijke missie bij den Paus vervuld had. We hebben onlangs uitvoering gesproken over den schandelijken veldtocht van de anticlericale las teraars in Italië tegen de paters Salesianen. In Varazze, dat weet men, was het brandpunt van de ergerlijke agitatie: daar is de heele zaak nu neergedraaid op eenjammerlijk fiasco voor anticlericale bent. De eerw. pater Disperati, de hoofdbeschuldigde in de beweerde schandalen van Varazze, is nu door de rechtbank op de meest eervolle wijs op vrije voeten gesteld. Men heeft ook bij het scherpste onderzoek niet de minste schuld in hem kunnen ontdekken. Bij zijn terugkomst werd hij dooi de bevolking met alle blijken van hoogachting en genegenheid inge haald Van de bestraffing der lasteraars hooren we echter geen syllabe Tegen de Japanners kan nu het spreekwoord worden aangehaald wat gij niet wilt dat u geschiedt... en zoo voorts. Wat de Japanners in Amerika lijden, dat doen zij namelijk zelf den Chineezen aan, als men den Pekingschen correspondent van de Times gelooven mag. Er bestaat in Japan n.l. een kei zerlijk besluit, dat de immigratie vau vreemde arbeiders verbiedt en op grond daarvan zijn thans zeer vele Chineesche werklieden het land uitgezet die in dienst waren van Japansche aannemers bij den aanleg van spoorwegen! Men verzet zich dus in Japan tegen de immigratie van Chiueesch werkvolk om dezelfde reden waarom men aan de Amerikaansche kust van den Grooten Oceaan de Japan ners weert. Wat hebben ze dan nog te kla gen? Hofberichten. De Koningin naar de Land bouwtentoonstelling. H. M. de Koningin bezocht Zaterdagmid dag voor de tweede maal de Land bouwtentoonstelling. Thans speciaal de wetenschappelijke afdeeling, n.l. die van zaden en producten. I e heer Lovink leidde H. M. rond. De heeren Korte weg en Posthma resp. Ie en 2e secretaris der per manente tentoonstellingscommissie kregen resp. 't ridderkruis van den NederlaudschenLeeuw en de Oranje Nassau-orde. Diner ten Hove. Woensdag dineeren bij H.M. de Koningin de vlag-, opper-' en hoofdofficieren der kustmanoeuvres. De Schiedamsche Kamerzetel. Naar aanleiding van de candidaat- stelling van jhr. De Geer voor de vacature in de Tweede Kamer voor het district Schiedam schrijft de Haagsche correspondent vau „De Tijd" „Zoo is dan jhr. De Geer de eandidaat der Christelijke coalitie geworden voor het district Schiedam. De christelijk-historische partij heeft het niet van zich kunnen verkrijgen, de edelmoedigheid der anti-revolu- tionnairen, indertijd getoond, toen de Leidsche zetel van prof. v. d. Vlugt openkwam, met gelijke munt te betalen. Mag dit uit moreel oog punt te bejammeren zijn, aan de andere zijde dwingt de houding van dr. Kuyper bewondering af. Ik meen zeker te weten, dat hem de Schiedamsche zetel is aangeboden geworden en dat li ij niet ge weigerd heeft. Aangenomen mag dus gerust worden, dat hij zich wederom in het belang der Chris telijke politiek heeft opgeofferd, door, bij het geringste teeken van tegenzin, om den zetel voor hem af te staan, zich bescheiden op den achtergrond te houden. Moge deze edele taktiek hare belooning vinden door een van nu af eendrachtig samengaan der rechtsche partijen. De liberale eandidaat, de oud burgemeester, is een niet te verach ten tegenpartij. Vooral voor onze mensehen zal het zaak zijn, zich niet in grootmoedigheid te laten overtreffen. Mogen zij al eenige gegronde redenen hebben, om wat vertoornd te zijn op den christelijk- historischen eandidaat, wegens de meer dan slappe houding van „De Nederlander" (waarvan jhr. De Geer hoofdredacteur is), bij de jongste raadsverkiezingen in Rotterdam, zij dienen daarom te meer te toonen, dat het hun heilige ernst is met het christeljjk-politiek beginsel. Door zich nu eens krachtig voor jhr. De Geer in te spannen, vinden zij een schoone gelegenheid, kolen vuur te stapelen op het hoofd van den niet altijd edelmoedigen vriend". De a.r. kiesvereeniging te Vlaar- dingen nam de volgende motie aan „De a.r. kiesvereeniging „Neder land en Oranje" te Vlaardingen, vergaderd op 20 Sept. 1907, besluit de candidatuur-De Geer niet te steunen, en stelt aan het bestuur der centrale a.r. kiesvereeniging voor, zoo mogelijk een eigen eandidaat te FEUILLETON. EUWE HAARLEMSCHE COU ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem fl.20 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers 1.65 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50 .Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Avond na avond klingelen de „Da miaatjes" uit onzen toren. Op de oude Roomsche kerk van Haarlem hangen ze, nog als een reli kwie van vroegere tijden, en als ze hun stemmen laten hooren, klinkt er iets in als herinnering aan een grootsch verleden,iets zonderlings en uitheemsch van klank, een interval van vreemde harmonie, maar tevens óók een accoord dat bevredigt en in hooge, ijle twinke ling van tonen een ongemeene be koring heeft voor hem, die dat lied uit hoogen toren-trans wil leeren en verstaan. Onze „Nieuwe Haarlemsche Cou rant" is en kan niet zijn als een oude kathedraal van imposanten bouw, maar ze wil toch wezen als een solied gebouw, waar 't cement der Katho lieke leer sterkte, en 't kruis op den toren de wijding aan geeft. Onze „Damiaatjes" die heden voor de eerste maal uit onzen toren klin gelen, zijn ook geen stemmen uit grijze oudheid, maar integendeel hel dere klokkentonen van onzen tijd. Of ze daarom in sommiger oor niet zullen twinkelen in vreemden toon, en met voor een krant wat uit- heemsche bekoring?.... We durven het niet voorzeggen. Maar dat weten we, dat ze in har- monisclien toonaard een echt-Room- schen klank aanslaan, en dat ze liede ren zullen zingen vol melodie van toon, die klinken als den groet van goed vriend! Onze „Damiaatjes" zijn hiermede ingeleid hij onze lezerswat ze te zeg gen hebben, zullen ze zélve wel laten weten Men zie het eerste stuk der „Da miaatjes" op de laatste pagina van ons blad vau bed er. POLITICUS. 4) De vreemde was blijven staan, maar bad luitenant Maubourg zelfs met geen ■blik verwaardigd. Wat kon het hem sche len, wie het was, die hem toesprak, als die man de Fransche uniform droeg en dan nog wel die gehate douane- uniform. Dat Hij Maubourg verstaan bad, bleek duidelijk. Hij antwoordde in het Duitsch zacht maar goed verstaanbaar kwamen de woorden) uit de smalle borst en van do kleurlooze lippen. „.Ik ben een Duitscher, een Hambur ger. Te verstaan wat Frankrijk van ons vordert, daartoe dwingt ons de noodza kelijkheid. Tot antwoorden echter ver plicht ons niets of niemand, tenzij er een keizerlijke bepaling komt, die kruit en lood als tuchtroede voor weerspannige scholieren aanwijst. Spreek dus Duitsch, als ge van een Duitscher antwoord ver langt of verwacht. „Dank zij mijn voortreffelijke Duitsche bloeder, kan ik aan uw verzoek voldoen," antwoord te Maubourg. „Ook zij was een Hamburgsche." Voor de eerste maal keek de vreemde ling thans den luitenant aan. Een oogen- blik lang flikkerden de scherpe grauwe °ogen, toen ze zich onderzoekend op de gelaatstrekken van den luitenant richtten. „Welnu dan, mijnheer," sprak hij, „laat mij U dan antwoorden, dat ik in deze streek bekend ben en de landsgewoonten ken. En bovendien, sinds de dagen der Fransche tirannie zijn wij aan benauwd heid en verdrukking wel gewoon. Goeden avond!" Een nauwelijks merkbare hoofdknik, en de vreemde wilde verder gaan. Vlak bij de deur haalde de luisteraar hem in. „Mijnheer, sprak hij. Wat wellicht gij nog?" vroeg de vreem de op scherpen toon. „O, moet ik mij legitimeeren Ja, ik vergat, dat de doua nier tegelijk politieagent is. Nu, hier is mijn pas. Ik moet den ouden Nielsen over een levering van visch spreken en tegelijk een paar ilinke jonge borsten voor mijn schepen aanmonsteren, als keizer Napoleon ze mij ten minste niet allen voor den neus heeft weggekaapt. Morgen vroeg ga ik weer terug naar Hamburg. Mijn naam is „Thomas Ehrenkrans, mijn ooml" Er klonk bedwongen ontroering in de stem van den jongen man, maar op het gelaat van den Hamburger koopman vertrok zich geen spier. „Ik bedroog mij dus niet, toen ik be kende trekken vóór mij meende te zien," luidde bet ijskoude antwoord. „Daar gij echter zekerheid scheent te hebben, hadt ge u zelf en mij een onaangename scène kunnen besparen. Ik wensch den zoon mijner zuster alle goeds, zelfs als ik hem ontmoet in de uniform van den lands- vijand. Overigens hebben wij al vroeger met elkander afgerekend. Vaarwel!" De officier maakte een beweging, alsof hij den arm van den ouden heer wilde aanraken, maar een ijskouden blik hield hem terug. „Sinds maanden sta ik hier aan het hoofd van een detachement douaniers," ging de jonge officier voort. „Het is een onderscheiding, die ik waarlijk niet be geerd heb. Het ware gemakkelijk voor mij geweest, mij naar Hamburg te doen verplaatsen om daar met u in aanraking te kunnen komen. Ik lieb het niet ge daan, Ik heb de nabijheid gemeden van den man, die geen vriendelijk woord had voor zijn stervende zuster, slechts onbuig zame strengheid voor haar zoon. Toch meen ik, in onze ontmoeting van dit oogenblik een werk der Voorzienigheid te moeten zien „Beteugel uw fantasie, luitenant," klonk het koel. „Ik ken de kloof niet, die het heden van het verleden scheidt, en die mij Henri Deplaut doet ontmoeten in de uniform van den meest gehaten vijand der Hamburger kooplieden. Gij noemt u eenzaam, maar klaag dan uwen keizer aan, als de discipline u niet veroorloofde, te doen wat gij wilt. Het schijnt u onder den soldatenrok dan al niet beter te gaan dan eens op het kantoor van den Ham burger koopman." „Och, spreek mij niet over dien tijd," antwoordde de luitenant ongeduldig. „Hadt ge mij nog handelsgeest geleerd, in plaats van dien drogen vorm. Ik dorscht naar begrippen, en ge hebt mij koude cijfers daarvoor in de plaats gegeven. Dat ik dit niet verdragen kon, was mijn mis drijf, en ge hebt het mij zwaar genoeg doen boeten. De koopman haalde de schouders op. „Ik deed mijn plicht," sprak hij kortaf. „Wat. ik gedaan heb, kan ik nog heden verantwoorden. En wat er ook gebeurd ware, voor den berouwhebbenden zoon mijner zuster zou ik mijn huis weer ge opend hebben, voor den Franschen douane-officier nooit „Omdat hij u kwetst op uw gevoelige plek, iu uw beurs, nietwaar!" smaalde de luitenant in de hoogste drift. „Ik be grijp het. Shids de invoering van het Continentaal stelsel zijn er geen heviger vijanden dan koopman en douanier, na tuurlijk! Gij zoudt Thomas Ehrenkrans niet zijn, als ge op den regel een uit zondering waart. Welnu, het zij zoo. Maar" en als een bliksemstraal schoot zijn blik over het onbewegelijke gelaat van Thomas Ehrenkrans „wacht u dan ook voor den Franschen douane-offi cier. Meer dan eens is uw naam reeds genoemd in verband met den smokkel handel, meer dan ooit bloeit de smok kelarij aan deze kusten en steeds stren ger worden mijn orders. Tot nu toe heb ik, bewijzen vragend,- alle verdachtma kingen afgewezen. Maar ik zal zekerheid weten te krijgenwij beiden, Thomas Ehrenkrans, zullen handelen zonder aan zien des persoons, gij voor de eer en de grootheid van uw huis, ik voor de eer van mijn stand!" Hij keerde zich om en verwijderde zich met driftige schreden. Zonder het hoofd om te wenden, ging hij heen. De dorpe lingen weken vreesachtig uiteen kleine jongen strekte vol vreugde de handjes naar des luitenants sabelkwast uit, maar verschrikt trok de moeder liet uit de nabijheid van den somber uitzienden man terug en droeg het kind naar binnen. De zon was achter de wolken schuil gegaan, welker randen zij purper kleurde. Een koude herfstwind streek over de vlakte. De frissehe lucht scheen den ouden heer weldadig aan te doen: hij nam zijn hoed af en liet zich het voor hoofd afkoelen. Nu hij zich alleen wist, kwam er een trek van ontroering over het harde gelaat. „Het is dan toch de zoon mijner zus ter," sprak hij bij zichzelf. „Hij mag dan wat lichtzinnig geweest zijn, ook ik heb wellicht schuld. Ik ben te hard voor hem geweest. En toch toegeven kan ik niet. Maar om zijnentwil zal ik...," „Kijk, kijk, Thomas Ehrenkrans, dat is een verrassing! Komt ge zoo op de bruiloft! Wat een eer voor den bruids- vader! De schotels zijn weliswaar leeg, maar een kop koffie zal er toch nog wel voor u te krijgen zijn?" „Hoe weet ge mijn naam?" vroeg luj. „Uw naam? Maar zijt ge dan oude Marie vergeten Ik heb immers bij uw zuster Meta gediendHoe gaat het met haar zoon, die ge van u weggestooten hebt? En uw eigen zoon? Die is zeker zelf al een groote heer geworden, evenals £»y Scherp keek Thomas Ehrenkrans de oude vrouw aan. De herinneringen, die hij hem opkwamen, schenen mi juist niet van de aangenaamste te zijn. Moest dan vandaag het verleden, voor de tweede maal zijn aanklager worden! „Ja," sprak hij tot de oude. „Nu her ken ik u weer. Morgen, voordat ik Scharn- rode verlaat, kom ik u een bezoek bren gen. Hebt ge mij niet eens gezegd, dat ge nog een kleinzoon hebt?" „Zeker, heer Ehrenkrans, het is een flinke, brave jongen. Wilt ge hem zien „Op het oogenblik niet, maar zorg, dat hij morgenochtend thuis is. Dan wil ik hem spreken!" Onbewegelijk en met fonkelende oogen zag de oudé hem na. „Nog steeds zoo hard als ijzer," sprak ze. „Maar ge zult wel veranderen, Thomas Ehrenkrans. Oude Marie kent het middel om ijzer weekte maken, ik ga naar den luitenant om schipper Frans aan te ge ven. En zoo snel haar beenen haar dragen konden, ijlde ze voort door de duisternis. Bliksemsnel verbreidde zich het ge rucht, dat do rijke koopman Thomas Ehrenkrans uit Hamburg aangekomen was. Al de gasten snelden den nieuw- aangekomene, die reeds meermalen den geheelen oogst der streek met éen slag had opgekocht om het kostbare ooft naar Engeland te verzenden, tegemoet. „Ehrenkrans!" zoo gonsde het door heel de feestzaal. En al de gasten bogen eerbiedig, toen hij hen voorbijging. Een blik, koud als ijs en hard als staal, viel op schipper Frans en zijn Anna, toen de trotsche koopman hen voorbijkwam „God zij ons genadig, Frans," fluisterde Anna, „die man heeft geen hart!" De jonge man antwoordde niet; hij was zeer bleek en drukte de lippen vast op elkaar. Ook hern scheen zijn vader harder en onverzoenlijker dan ooit. De koopman had geweigerd in de zjj- ïamer aan den eerediseh plaats te nemen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1