DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
KINDERHUISVEST 31-33
GEBROKEN TROTS.
BUITENLAND.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
BERICHT.
BINNENLAND.
Woensdag 25 september 1907.
No. 6694, 32ste Jaargang
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
N. V. DRUKKERIJ
DE SPAARNESTAD
BUREAUX:
Hh Lectuur.
Algemeen Overzicht.
De Antwerpsche staking
is geëindigd.
Dat is vandaag het allereerste
nieuws.
't Is nog wel een voorloopig einde,
'maar de spanning is er dan toch
mee gebroken en men mag nu te
Antwerpen met eenig vertrouwen
de toekomst tegemoet zien.
De burgemeester is de man die
het accoord als men dat zoo
noemen mag heeft opgesteld.
Dat accoord houdt in, dat de
dokwerkers allen weer op den ouden
loonstandaard, dat is voor 5 franken
per dag, aan het werk zullen gaan.
Die eisch was door de Federation
Maritime onverbindelijk gesteld
Eerst allemaal aan het werk, en
dan praten over loousverhooging.
Men zal nu aan het werk gaan,
maar de burgemeester heeft toege
zegd, dat de Federation binnen
veertien dagen het loon met een
halven frank zal verhoogen. 'tls
zijn vaste overtuiging dat de werk
gevers dat doen willen, zoo heeft
de burgemeester gezegd, en op die
toezegging hebben de leiders der
dokwerkers aan hun volk voorge
steld, den arbeid te hervaten.
Weliswaar met de bemerking erbij
dat als de gevraagde loonsverhoo-
ging 14 dagen niet komt, dan weer
do strjjd zal losbranden en nu op
nog hardnekkiger wijze.
Maar het is wel te denken, dat
de groote werkgevers zullen toe
geven en den halven frank toestaan.
De eisch der arbeiders was in de be
ginnen één heelen frank verhooging.
Met de helft te geven wordt dus
een gulden middenweg betracht.
Ook al de vreemde arbeiders
zullen binnen die 14 dagen zijn
afgedankt.
Het besluit tot toegeven is ge
nomen gisteravond in een verga
dering der stakers, bezocht door
5000 man. Morgen zal de arbeid
ten volle hervat worden, en er is
een proclamatie gericht aan de be
volking, waarin gezegd wordt, dat
men rekent op de vervulling der
gedane beloften binnen veertien
dagen; zoo niet, dan zal de arbeid
weder stilstaan.
De afgevaardigden der vakorga
nisaties te Hamburg, Londen. Luik,
Charleroi keurden óok de hervat
ting van den arbeid goed, maar
beloofden steun, zoo de beloften
niet nagekomen worden.
Het einde der staking verwekt
groote geestdrift onder de bevolking
van Antwerpen, en dat is te be
grijpen, want de levensbelangen der
stad zijn er mede gemoeid, en er was
al schade genoeg geleden!
't Wordt weer eens tijd, wat te
zeggen over de toestand in Rus
land.
Vergelijkerwijs gesproken is het
er vrij kalmwe hooren ten minste
niet zooveel meer van moorden en
doodslagen en bommen en dyna
miet, als een jaar geleden, toen de
grootwaardigbeidsbekleeders vielen
als de kegels op de kegelbaan.
Maar dat wil niet zeggen, dat
het er nu goed toegaat
Op politiek gebied, in verband
met de verkiezingen voor de Derde
Doema, schijnt eenalgeheele apathie
en onverschilligheid te zijn inge
treden, die op zichzelf ook al geen
gunstig teeken is.
Tenminste, de Russische pers
spreekt ervan, en acht dat over
't algemeen niet erg in het belang
des lands.
Zoo zegt b.v. de „Swet", die
vroeger altijd gewoon was de daden
der regeering hemelhoog te prijzen,
dat het gebrek aan politieke vrijheid
de hoofdoorzaak is der heerschende
onverschilligheid Men leeft niet in
een vrije atmosfeer, zegt het blad,
en dit werkt terneerdrukkend. Zoo
dra er meer vrijheid van handelen
en van spreken was, zou dadelijk
de geestdrift onder het volk ont
waken.
Ook de „Retsj" geeft de regee
ring de schuld. Zij wijst er op, dat
de regeering in de Rossya bekend
maakte, dat zij van de derde Doema
geen afwijking zou dulden van het
voorgeschreven program. „Voor een
lichaam, dat louter tot een werk
tuig wordt verlaagd, kan niemand
zich interesseeren, zegt zij."
De „Golow Moskwy" acht daar
entegen de oorzaak der heerschende
onverschilligheid zeer eenvoudig.
Het volk heeft erkend, zegt ze, dat
de eerste en de tweede Doema
niets in het belang van het volk
tot stand hebben gebracht. 1 'aaruit
maakt het de gevolgtrekking, dat
voor de derde Doema mannen van
een ander slag gekozen moeten
worden. Maar die mannen van een
ander slag zijn er niet. Dienten
gevolge bevindt zich het keizers-
volk in verlegenheid en dit brengt
de onverschilligheid te weeg
Dit is ook een opvatting!
Een optimistischer kijk op de
dingen heeft de „Slowo". Zij zegt,
dat het voorbarig is nu reeds een
oordeel te vellen over de stemming
van het volk. We staan nog pas
aan het begin der verkiezingen en
er kan nog veel veranderen. Het
blad hoopt op samenwerking tus
sehen allen constitutioneelgezinden
en ziet met verlangen het oogen-
blik tegemoet, waarop alle consti
tutioneelgezinden in gesloten ge
lederen ter stembus zullen optrek
ken, om de constitutioneele idee te
doen zegevieren.
Nu, daar is het nog ver van af.
Men heeft het jongste lijstje van
aanslagen maar eens te lezen en
van beroovingen, overvallen en zoo
voorts, die nu wel zeker op zich
zelf zoo groot en zoo belangrijk niet
zijn, maar toch een merkwaardigen
kijk geven op het land.
De „Retsj" geeft zoo'noverzicht,
dat loopt van 13 Augustus tot 13
September. In dat tijdsverloop zijn
er door de Russische krijgsraden
31 doodvonnissen uitgesproken, van
welke er 28 voltrokken werden.
Bij botsingen met revolutionnai-
ren, met de politie, met de troepen
en bij gewapende overvallen wer
den in verschillende steden van
Rusland 309 personen gedood, 202
particulieren en 107 ambtenaren.
Gewond werden bij botsingen 273
personen, nl. 196 particulieren en
77 ambtenaren. Niet medegerekend
zijn de dooden en gewonden, die
te Odessa, Kief, Tomasjpoli en an
dere Russische plaatsen aaD de op
hitsingen van den „Bond van het
Russische Volk" ten offer vielen.
Het aantal dezer ongelukkigen is
niet met juistheid op te geven!
Overvallen, beroovingen enz. kwa
men 161 maal voor, het geheele
bedrag van het geroofde is iets
meer dan 500,000 Rbl. O.a. werden
18 staats drankwinkels, 16 postkan
toren en 9 dorpsgemeentehuizen
geplunderd.
Volgens verdere mededeelingen
in de bladen werden 53 maal bom
men, ontplofbare stoffen en wapen
magazijnen ontdekt, bovendien nog
6 geheime drukkerijen en verblijf
plaatsen van samenzweerders.
Dat kan!
En met zoo'n overzichtje voor
zich zal zeker niemand den toestand
van Rusland nog maar bevredigend
noemen!
Van Rusland hebben we het oog
te wenden naar onzen zuidelijken
buur, België, waar de brandende
kwestie van den dag, de overname
van den Congostaat, aanhangig is.
Gisteren is de commissie uit de
beide Kamers, die over de Congo-
zaak te rapporteeren beeft, begon
nen te beraadslagen, en de com
missie behandelde eerst de wets
voorstellen door de regeering daar
omtrent ingediend.
Men kwam 't allereerst op de
reeds uitvoeriger door ons besproken
kwestie van het kroondomein en
de naaml. vennootschap die daar
omtrent is opgericht en de commissie
besloot, aan de regeering van den
Congo te vragen welke de juiste
beteekenis is ten aanzien van België
van het decreet waarbij de Koning-
souverein een gedeelte van het
kroondomein vervreemdt.
De commissie meent, dat de wet
gevende macht alléén maar aan den
Koning zal worden overgedragen
het parlement zal dus altijd wetten
kunnen maken, die verschillen van
de organieke wetten.
De woorden: „rechtspersoonlijk
heid, afgescheiden van die van den
Belgischen staat", sluiten stilzwijgend
financieele onafhankelijkheid in zich.
En zoo kan naar het oordeel der
Congocommissie, België zich ook
niet aansprakelijk stellen ten aan
zien van de geldschieters voor de
mogelyke schulden van den Congo
staat.
De geldschieters van den Congo
hebben dit laatste wèl gedacht!
En men kan er op rekenen, dat
ook dit punt tot veel debat zal
aanleiding geven
De roerigheid over den Congo,
die onzen zuidelijken buren nog
heel wat te doen zal geven, is hier
mee ingeluid!
Nieuwtjes in drie regels.
Hofberichten.
H. M. de Koningin Moeder is
voornemens omstreeks half October
van Soestdijk te vertrekken om
6nkele weken in het buitenland te
gaan doorbrengen.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl. is
lo. benoemd tot gewoon hooglee
raar in de organische scheikunde
en hare toepassingen en de analy
tische scheikunde aan de Technische
Hoogeschool te Delft, dr. J. Böe-
seken, thans lector aan de Rijks
universiteit te Groningen
2o, met ingang van den dag
waarop hij zijn lessen als hoogleeraar
aan de Technische Hoogeschool te
Delft zal aanvangen, aan dr. J.
Böeseken voornoemd eervol ontslag
verleend als lector aan de Rijks
universiteit te Groningen.
Bij Kon. Besl. is, voor het tyd vak
van 1 October tot en met 31 Aug.
1910, benoemd tot rector-magnificus
der Technische Hoogeschool te Delft
S. G. Everts, civiel-ingenieur, ge
woon hoogleeraar aan die Hooge
school.
De Amsterdamsche burgemeester.
De burgemeester van Leeuwen
vertoeft op 't oogenblik te Venetië
en heeft een verlof voorloopig voor
twee maanden aangevraagd. Dit
verlof dreigt voor Amsterdam van
veel ernstiger beteekenis te wezen,
dan vermoed werd. De heer van
Leeuwen heeft zich totaal overwerkt
en door zijn familie wordt er met
allen ernst bij hem op aangedrongen,
dat hij zijn ambt als burgemeester
der hoofdstad zal neerleggen. Ver
wacht wordt, dat mr. van Reeuwen
ditmaal aan dien aandrang zal
oegeven.
Een Zweedscb feest te Amsterdam.
Maandagavond vereenigde de af
gevaardigde van den Zweedschen
Rijksdag, consul C. J. F. Ljunggren
voor diens afscheid het hoofdbestuur
der Maatschappij van Nijverheid,
verschillende commissieleden der
intern, tentoonstelling voor am
bachtswerktuigen, den waarn. con
sul van Zweden in de hoofdstad
den Belgischen afgevaardigde, K. v.
d. Cruyssen, alsmede eenige ge-
noodigden aan een gezelligen feest-
disch.
De directeur der Kunstnijverheid
school te Haarlem, dr. Von Saber,
wees op de verplichting van Neder
land ten opzichte der stichtingen
te Ntias en den Zweedschen hand
werkersvriendenkring.
De Bond van Post- en Telegraaf-
beambten.
Gisterenochtend werd te Utrecht
de vergadering van „De Post"
voortgezet. Verschillende voorstellen
betreffende positie verbetering wer
den behandeld.
Verzocht zal worden bij overgang
in een anderen rang alle dienstjaren
te doen medetellen en dit voor alle
beambten te doen gelden. Aange
nomen werd een voorstel bedoelende
het geven van advies door de or
ganisatie voor het regelen van den
dienst.
Voorts werd besloten te verzeke
ren een milderen strafdienst, dien
vooral niet op Zondag te doen
plaats hebben en een uniforme
regeling daarvan voor alle kanto
ren en de boeten aan te wenden
tot bestrijding der tuberculose onder
het personeel. Ook zal verzocht
worden vol traktement bij ziekte.
De Internationale Tentoonstelling van
Ambachtswerktuigen.
Tegen betaling van tien cents
per persoon wordt toegang verleend
aan groepen werklieden of beambten
van leden der Maatschappij van
Nijverheid, te Amsterdam of elders.
FEUILLETON.
(Wordt v*rv»lqdj.
NEUK HtMLEMSCHE COBRA
A B O N N E M E N T S P R IJ S:
Per 3 maanden voor Haarlem fl.20
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 180
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65
Afzonderlijke nummers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.60
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
7\\. die zich met
I October uoor
minstens 3 maan
den op de ^Nieuwe
Haarlemsche Cou
rant abonneeren.
ontuangen de tot
I October uerschij-
nende nummers
gratis.
Abonnementen
worden aangeno
men aan ons kan
toor, bij de agenten
en de loopers.
Met de nadering van het winter
seizoen begint ook de behoefte aan
ontspaningslectuur weer te stijgen.
Wel jammer, dat verreweg het meeren-
deel der menschen in hun vrije uren
uren liever naar romanlectuur grijpen
dan naar wat degelijker en frisscher
kost!
Nog meer jammer, dat velen zoo
weinig kieskeurig zijn in de keuze
hunner boeken en in hun huiskamer
op dit stuk maar van alles toelaten,
dat hoogstens een plaats in den vuil
nisbak verdiende.
En die schadelijke boeken er is
zoo gemakkelijk aan te komen!
Een ernstige waarschuwing, om
vooral kinderen en jongelieden onder
geen voorwaarde te laten putten uit
bibliotheken van wier vertrouwbaar
heid men niet absoluut overtuigd is,
kan dan ook allerminst overbodig
heeten.
Zoo licht wordt in onzen tijd van
overproductie op het gebied der zin
nenprikkelende romanlectuur de reine
ziel van het kind besmet
En iedere poging om echt-Roomsche
of althans volstrekt onschadelijke
lectuur onder de menschen te brengen,
verdient dan ook tenvolle door onze
Katholieken van allen rang en stand
naar vermogen te worden gesteund.
Het heeft ons verheugd, in een der
voorgaande nummers van dit blad
weer de aankondiging te vinden van
de opening der St. Vincentiusbiblio-
theek, waar tot zeer geringen prijs
het publiek zich van lectuur kan
voorzien.
En het deed ons goed, in hetzelfde
nummer van ons blad te zien gewagen
omtrent de poging van een katholiek
boekhandelaar hier ter stede, die even
eens naar vermogen tracht katholieke
lectuur te doen circuleeren in onze
gezinnen.
Zulke pogingen het zij nog eens
herhaald verdienen gesteund, zoowel
in het belang der afzonderlijke ka
tholieke familie als ten bate van heel
ons Roomsche leven.
De Roomsche courant kan veel doen,
in de behoefte aan katholieke lec
tuur geheel voorzien kan zij echter niet.
D&t is de taak van volksbibliothe
ken en Katholieke ondernemers, als
waarvan we hierboven gewaagden.
Ernstige studie van maatschappe
lijke, Roomsch-sociale-, literaire jen
apologetische vraagstukken is hoog
noodig in Haarlemwat dafirvoor o.i.
kan en moet gedaan worden, hebben
we Zondag j.l. in ons hoofdartikel
uiteengezet.
Maar daarnevens is ook nuttig en
noodig de verspreiding vanKatholieke,
althans voor ziel en geest onschade
lijke volkslectuur.
En de pogingen die daartoe worden
gedaan, steunen wij dan ook gaarne
en bevelen we aan onze Roomsche
huisvaders en huismoeders ten drin
gendst aan.
De toestand in Marroko is niet ver
anderd. Generaal Drude wacht at wat de
Mooren zullen doen.
De Japansche regeering eischt
37.500 francs schadevergoeding voor de
slachtoffers der herrie te Vancouwer.
Dr. Althoff, directeur van onder
wijs in Pruissen, krijgt met 1 October
zijn ontslag als zoodanig.
- 't Stedelijk grondbedrijf bloeit in
Duitschland: Berlijn wil voor 40 mil-
lioen deboschrijke Wullheide koopen.
6)
De luitenant ging om het huis heen,
•opende een kleine zijdeur, en stond een
oogenblik later op den drempel van zijn
woonvertrek.
Een met olie gevulde hanglamp ver
spreidde een gezellig licht in het kleine
vertrek, die de luitenant met bijna vrou
welijken smaak een prettig aanzien had
weten te geven. Fransehe en Duitsche
boeken stonden op den stofvrijen boe
kenhanger netjes gerangschikt; in een
eenvoudige vaas prijkten de laatste herfst
bloemen; op de stevige schrijftafel lagen
papieren en portefeuilles netjes gerang
schikt. Midden op stond het portret eener
tengere, bijna lijdend uitziende dame in
een witte japon.
In zijn alkoof ontdeed Manbourg zich
van muts en mantel en trad daarna met
een gevoel van verlichting zijn kamer
binnen.
Het eerste waar zijn oog op viel, was
een groote enveloppe, met ambtelijk
zegel gesloten. Aarzelend strekte hij de
hand er naar uit, bijna verschrikt ver
brak hij het zegel en doorvloog den in
houd. Toen hij den brief gelezen had,
lag een uitdrukking van diepe treurig
heid op zijn. gelaat.
„Dus weg van hier!" sprak hij zachtjes,
„En zoo juist was het mij nog zoo wèl
te moe in deze rustige kamer. Maar mis
schien is het beter zooDaarvoor ben ik
immers soldaat. Wie weet, hoeveel roem
er voor mij in Spanje nog te behalen
valt. Ik vraag immers naar niemand,
en niemand bekommert zich ook om mij,
dus vooruit maar!"
Hij schelde den officier, die zich in het
voorvertrek bevond. De geroepene ver
scheen; het was een net uitziend jong-
rnensch met energiek gelaat, een van
die mannen, die zooals men zegt, den
maarschalksstaf in den ransel dragen.
„De la Croix", sprak de luitenant, „dat
schrijven uit het hoofdkwartier bevat in
structies, die ook voor u van groot be
lang zyn. Voor [mij bevat het de order,
zoo spoedig mogelijk naar Spanje te ver
trekken. Ik zal bij het leger van koning
Jozef worden ingedeeld. Bij mijn vertrek
moet ik u het bevel overdrageneen
luitenantspatent voor u volgt in den loop
dezer week."
De oogen van den jongen soldaat fon
kelden. „Ik hoop mij het vertrouwen
waardig te maken, dat mijn superieuren
in mij stellen," sprak hij op bevenden
toon.
„Ik hoop, dat gij op deze plaats geluk
kiger zult zijn dan ik," sprak de luitenant
lachend. „Men schijnt voor mijn bekwaam
heden als douanier niet veel lof te heb
ben. Deze instructie zinspeelt er op, dat
binnenkort een Hamburgscli schip, van
New-York komend en met Engelsche
koopwaren geladen, de Elbe zal trachten
op te varen. De scherpste waakzaamheid
wordt ons aanbevolen en verder onver
biddelijke gestrengheid: den dood voor
de aanvoerders der smokkelpartijen, ge
vangenisstraf voor de medeplichtigen
zonder aanzien des persoons. De keizer
streeft or met meer energie dan ooit naar,
het continentaal stelsel te handhaven.
„Wij moeten 's keizers wil eeren," sprak
de la Borse. „Hoe gaarne ik ook bij den
aanvang van mijn commando een schit
terende daad zou willen verrichten, mijn
plicht gebiedt mij toch u mee te deelen, dat
in de kamer hiernaast al sinds geruimen
tijd een oude vrouw op u wacht, die u
een mededeeling van gewicht heeft te
doen omtrent een onderneming, die dezen
nacht zou moeten plaats hebben. Zooals
ik uit haar praten alieidde, geldt het hier
een smokkelaarsbende te betrappen."
Dit bericht van den ondergeschikte
scheen den luitenant maar matig te be
vallen. Slechts met tegenzin en uit dis
cipline had hij dezen post als douanier
hier aanvaard, en nu zou hij nog in het
laatste uur een menschenjacht moeten
leiden, zooals hij het bij zichzelf noemde.
Onwillekeurig kwam hem de gestalte
van zijn oom weer voor den geest. Waar
toe was de oude heer naar Scharnrode
gekomen? Met een rood kruis geteekend,
stond de naam Ehrenkrans op de lijst
van verdachte Hamburgsche koopmans
huizen, hem van hoogerhand toegezonden.
Tegenover zijn ondergeschikte echter
mocht luitenant Maubourg niet eens too-
nen, dat de kans op betrapping der smok
kelaars hem niet aangenaam was.
„Waarschijnlijk zullen het wel weer
zoowat oude wij venpraatjes zijn, waarmee
men ons lastig valt," sprak hij. „Intus-
schen is het mijn plicht, alle inlichtingen
aan te hooren. Laat die vrouw binnen
komen."
Eenige oogenblikken later verscheen
oude Marie op den deurpost, met den
ordonnanee achter haar, die bij de deur
bleef staan.
„Moet ik alles opschrijven, luitenant?"
vroeg hij.
Do oude vrouw wendde zich om.
„Wat ik te zeggen heb, is slechts voor
twee ooren bestemd," sprak zij opscher
pen toon. „Met uw schrijven kunt uwel
wachten tot ik klaar ben, als het ten
minste nog noodig is."
Vragend keek de secretaris Maubourg
aan. De luitenant wenkte, en in mili
taire houding verliet de ordonnanee het
vertrek.
Henri was aan de geïmproviseerde
schrijttafel gaan zitten.
„Ik kom niet in den nacht hier om u
sprookjes te vertellen," sprak de oude op
brommerigen toou. „Ook ik moet kort
zijn, want als Friede thuis komt, mag
hij niet merken, dat ik afwezig geweest
ben. Ik kom om u een onderneming van
smokkelaars aan te geven.
Maubourg's borst ging zwaar op 'en
neer.
„Gij weet immers, dat de Fransehe re
geering voor de ontdekking van zoo
vloekwaardig bedrijf, als de schuldigen
gegrepen worden, een aanzienlijke be
looning uitkeert 1" vroeg hij kortaf.
De oude stiet een hatelijken lach uit.
„Ik heb het Fransehe goud niet noo
dig," sprak zij minachtend. „Waarom ik
het doe, daar behoeft gij niets van te
weten. Voor u is het voldoende, dat van
nacht precies twaalf uur uit de hut van
den ouden Nietsen een troep vastberaden
visscherslui onder commando van schip
per Frans uittrekt, in de naastbijzijnde
bocht der rivier een boot zal bemannen
en dan naar een in de nabijheid liggend
Engelsch schip gaat om de koopwaren,
die zich daarin bevonden, voor rekening
van het huis Ehrenkrans in Nielsen's
hut op te stapelen. Het wachtwoord
luidtHuis Ehrenkrans. Doe nu wat gij
aan uw ambt verplicht xijt. Aan de ach
terzijde van den kerkhofmuur is een
klein poortje. Als ge dat opent, komt ge
op een smal pad, dat in de nabijheid
van Nielsen's hut uitkomt. Laat het u
gezegd r\jn. Goeden avond 1"
Zij wendde zich om en wilde het ver
trek verlaten, maar Maubourg was opge
staan en hield haar terug.
„Nu ge eenmaal zoover gegaan zijt, ben
ik wel gedwongen, u nog verdere inlich
tingen te vragen omtrent de ligging van
het poortje en ook hiervoor, of bij deze
smokkelaarsonderneming ook de oude
heer Ehrenkrans, die dezen avond te
Scharnrode is aangekomen, betrokken is."
„Weet ik het?" sprak de oude. „En al
wist ik het, dan kan nog geen macht ter
wereld mij dwingen te zeggen wat ik
niet zeggen wil. Als de oude heer er in
vliegt, heeft hij trouwens zijn verdiende
loonwat behoeft hij bij zijn rijkdom zich
met zulke waagstukken af te geven! En
bovendien, hij heeft aan zijn arme zuster
en zijn neef wel wat verdiend 1 Waarom
verstiet hij haar, toen zij tegen zijn zin
met den Franschen edelman lïuwde, dien
zij liefhad?"
Een zenuwachtig trillen doorvloog de
gansche gestalte van den jongen officier.
„Was Déplacet een edelman?" vroeg
hij nauwelijks verstaanbaar.
„Zek;r was hij een edelman," beves
tigde de oude. „Maar natuurlyk. Thomas
Ehrenkrans zal zich wel gewacht hebben,
den neef van een adellijken titel te spre
ken, dien de moeder, toen ze een arme
weduwe was, al had afgelegd.
Dit moet ik u nog zeggen: het poortje
staat dicht bij het graf van pastoor Som-
I mer. Het is met dicht klimop begroeid.
En nu, luitenant, zeg ik er geen woord
meer over, al laat ge mij doodslaan. Geef
de belooning maar aan de armenhet
eenige wat ik verlang is, dat ge er over
zwijgt, hoe Duitsche landskinderen hun
broeder aan deti erfvijand verraden. Goe
den avond!"
Zij verliet de kamer. Maubourg hoorde
haar in de voorkamer nog eenige woor
den met den secretaris wisselendaarna
stierf het geluid van haar schreden weg.
Nog eens was het eenzaam om hem heen.
Hij trad op het miniatuurportret der
dame toe en staarde langen tijd in de
fijne, lijdende trekken zijner moeder.
„Moeder," riep hij uit, „gij weet, dat
het geen wraak of haat van mij is, als
ik het huis Ehrenkrans vervolg. De He
mel bedient zich van mij als van een
werktuig en ik moet eenvoudig den weg
van den plicht bewandelen. Laat gebeu
ren wat wil, ik sluit de oogen en doe
wat mij is opgelegd!"
Hij legde de hand op de schel, om den
secretaris te ontbieden. Maar nog eens
trok hij ze terug.
„Wat zei de oude ook weer? Zou ik
van adellijke geboorte zijn? Zou een wa
pen den naam der Déplacet's sieren? Nu,
het komt er ook niet op aan, alles wat
achter mij ligt is dood. Maubourg is thans
mijn naam en er zal wel geen Maubourg
meer na mij komen!"
Hij schelde: de secretaris verscheen,
in militaire houding, maar zichtbaar op
gewonden.