DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. KINDERHUISVEST 31-33 GEBROKEN TROTS. BUITENLAND. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem BERICHT. BINNENLAND. Woensdag 25 september 1907. No. 6694, 32ste Jaargang Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. N. V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD BUREAUX: Hh Lectuur. Algemeen Overzicht. De Antwerpsche staking is geëindigd. Dat is vandaag het allereerste nieuws. 't Is nog wel een voorloopig einde, 'maar de spanning is er dan toch mee gebroken en men mag nu te Antwerpen met eenig vertrouwen de toekomst tegemoet zien. De burgemeester is de man die het accoord als men dat zoo noemen mag heeft opgesteld. Dat accoord houdt in, dat de dokwerkers allen weer op den ouden loonstandaard, dat is voor 5 franken per dag, aan het werk zullen gaan. Die eisch was door de Federation Maritime onverbindelijk gesteld Eerst allemaal aan het werk, en dan praten over loousverhooging. Men zal nu aan het werk gaan, maar de burgemeester heeft toege zegd, dat de Federation binnen veertien dagen het loon met een halven frank zal verhoogen. 'tls zijn vaste overtuiging dat de werk gevers dat doen willen, zoo heeft de burgemeester gezegd, en op die toezegging hebben de leiders der dokwerkers aan hun volk voorge steld, den arbeid te hervaten. Weliswaar met de bemerking erbij dat als de gevraagde loonsverhoo- ging 14 dagen niet komt, dan weer do strjjd zal losbranden en nu op nog hardnekkiger wijze. Maar het is wel te denken, dat de groote werkgevers zullen toe geven en den halven frank toestaan. De eisch der arbeiders was in de be ginnen één heelen frank verhooging. Met de helft te geven wordt dus een gulden middenweg betracht. Ook al de vreemde arbeiders zullen binnen die 14 dagen zijn afgedankt. Het besluit tot toegeven is ge nomen gisteravond in een verga dering der stakers, bezocht door 5000 man. Morgen zal de arbeid ten volle hervat worden, en er is een proclamatie gericht aan de be volking, waarin gezegd wordt, dat men rekent op de vervulling der gedane beloften binnen veertien dagen; zoo niet, dan zal de arbeid weder stilstaan. De afgevaardigden der vakorga nisaties te Hamburg, Londen. Luik, Charleroi keurden óok de hervat ting van den arbeid goed, maar beloofden steun, zoo de beloften niet nagekomen worden. Het einde der staking verwekt groote geestdrift onder de bevolking van Antwerpen, en dat is te be grijpen, want de levensbelangen der stad zijn er mede gemoeid, en er was al schade genoeg geleden! 't Wordt weer eens tijd, wat te zeggen over de toestand in Rus land. Vergelijkerwijs gesproken is het er vrij kalmwe hooren ten minste niet zooveel meer van moorden en doodslagen en bommen en dyna miet, als een jaar geleden, toen de grootwaardigbeidsbekleeders vielen als de kegels op de kegelbaan. Maar dat wil niet zeggen, dat het er nu goed toegaat Op politiek gebied, in verband met de verkiezingen voor de Derde Doema, schijnt eenalgeheele apathie en onverschilligheid te zijn inge treden, die op zichzelf ook al geen gunstig teeken is. Tenminste, de Russische pers spreekt ervan, en acht dat over 't algemeen niet erg in het belang des lands. Zoo zegt b.v. de „Swet", die vroeger altijd gewoon was de daden der regeering hemelhoog te prijzen, dat het gebrek aan politieke vrijheid de hoofdoorzaak is der heerschende onverschilligheid Men leeft niet in een vrije atmosfeer, zegt het blad, en dit werkt terneerdrukkend. Zoo dra er meer vrijheid van handelen en van spreken was, zou dadelijk de geestdrift onder het volk ont waken. Ook de „Retsj" geeft de regee ring de schuld. Zij wijst er op, dat de regeering in de Rossya bekend maakte, dat zij van de derde Doema geen afwijking zou dulden van het voorgeschreven program. „Voor een lichaam, dat louter tot een werk tuig wordt verlaagd, kan niemand zich interesseeren, zegt zij." De „Golow Moskwy" acht daar entegen de oorzaak der heerschende onverschilligheid zeer eenvoudig. Het volk heeft erkend, zegt ze, dat de eerste en de tweede Doema niets in het belang van het volk tot stand hebben gebracht. 1 'aaruit maakt het de gevolgtrekking, dat voor de derde Doema mannen van een ander slag gekozen moeten worden. Maar die mannen van een ander slag zijn er niet. Dienten gevolge bevindt zich het keizers- volk in verlegenheid en dit brengt de onverschilligheid te weeg Dit is ook een opvatting! Een optimistischer kijk op de dingen heeft de „Slowo". Zij zegt, dat het voorbarig is nu reeds een oordeel te vellen over de stemming van het volk. We staan nog pas aan het begin der verkiezingen en er kan nog veel veranderen. Het blad hoopt op samenwerking tus sehen allen constitutioneelgezinden en ziet met verlangen het oogen- blik tegemoet, waarop alle consti tutioneelgezinden in gesloten ge lederen ter stembus zullen optrek ken, om de constitutioneele idee te doen zegevieren. Nu, daar is het nog ver van af. Men heeft het jongste lijstje van aanslagen maar eens te lezen en van beroovingen, overvallen en zoo voorts, die nu wel zeker op zich zelf zoo groot en zoo belangrijk niet zijn, maar toch een merkwaardigen kijk geven op het land. De „Retsj" geeft zoo'noverzicht, dat loopt van 13 Augustus tot 13 September. In dat tijdsverloop zijn er door de Russische krijgsraden 31 doodvonnissen uitgesproken, van welke er 28 voltrokken werden. Bij botsingen met revolutionnai- ren, met de politie, met de troepen en bij gewapende overvallen wer den in verschillende steden van Rusland 309 personen gedood, 202 particulieren en 107 ambtenaren. Gewond werden bij botsingen 273 personen, nl. 196 particulieren en 77 ambtenaren. Niet medegerekend zijn de dooden en gewonden, die te Odessa, Kief, Tomasjpoli en an dere Russische plaatsen aaD de op hitsingen van den „Bond van het Russische Volk" ten offer vielen. Het aantal dezer ongelukkigen is niet met juistheid op te geven! Overvallen, beroovingen enz. kwa men 161 maal voor, het geheele bedrag van het geroofde is iets meer dan 500,000 Rbl. O.a. werden 18 staats drankwinkels, 16 postkan toren en 9 dorpsgemeentehuizen geplunderd. Volgens verdere mededeelingen in de bladen werden 53 maal bom men, ontplofbare stoffen en wapen magazijnen ontdekt, bovendien nog 6 geheime drukkerijen en verblijf plaatsen van samenzweerders. Dat kan! En met zoo'n overzichtje voor zich zal zeker niemand den toestand van Rusland nog maar bevredigend noemen! Van Rusland hebben we het oog te wenden naar onzen zuidelijken buur, België, waar de brandende kwestie van den dag, de overname van den Congostaat, aanhangig is. Gisteren is de commissie uit de beide Kamers, die over de Congo- zaak te rapporteeren beeft, begon nen te beraadslagen, en de com missie behandelde eerst de wets voorstellen door de regeering daar omtrent ingediend. Men kwam 't allereerst op de reeds uitvoeriger door ons besproken kwestie van het kroondomein en de naaml. vennootschap die daar omtrent is opgericht en de commissie besloot, aan de regeering van den Congo te vragen welke de juiste beteekenis is ten aanzien van België van het decreet waarbij de Koning- souverein een gedeelte van het kroondomein vervreemdt. De commissie meent, dat de wet gevende macht alléén maar aan den Koning zal worden overgedragen het parlement zal dus altijd wetten kunnen maken, die verschillen van de organieke wetten. De woorden: „rechtspersoonlijk heid, afgescheiden van die van den Belgischen staat", sluiten stilzwijgend financieele onafhankelijkheid in zich. En zoo kan naar het oordeel der Congocommissie, België zich ook niet aansprakelijk stellen ten aan zien van de geldschieters voor de mogelyke schulden van den Congo staat. De geldschieters van den Congo hebben dit laatste wèl gedacht! En men kan er op rekenen, dat ook dit punt tot veel debat zal aanleiding geven De roerigheid over den Congo, die onzen zuidelijken buren nog heel wat te doen zal geven, is hier mee ingeluid! Nieuwtjes in drie regels. Hofberichten. H. M. de Koningin Moeder is voornemens omstreeks half October van Soestdijk te vertrekken om 6nkele weken in het buitenland te gaan doorbrengen. Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besl. is lo. benoemd tot gewoon hooglee raar in de organische scheikunde en hare toepassingen en de analy tische scheikunde aan de Technische Hoogeschool te Delft, dr. J. Böe- seken, thans lector aan de Rijks universiteit te Groningen 2o, met ingang van den dag waarop hij zijn lessen als hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft zal aanvangen, aan dr. J. Böeseken voornoemd eervol ontslag verleend als lector aan de Rijks universiteit te Groningen. Bij Kon. Besl. is, voor het tyd vak van 1 October tot en met 31 Aug. 1910, benoemd tot rector-magnificus der Technische Hoogeschool te Delft S. G. Everts, civiel-ingenieur, ge woon hoogleeraar aan die Hooge school. De Amsterdamsche burgemeester. De burgemeester van Leeuwen vertoeft op 't oogenblik te Venetië en heeft een verlof voorloopig voor twee maanden aangevraagd. Dit verlof dreigt voor Amsterdam van veel ernstiger beteekenis te wezen, dan vermoed werd. De heer van Leeuwen heeft zich totaal overwerkt en door zijn familie wordt er met allen ernst bij hem op aangedrongen, dat hij zijn ambt als burgemeester der hoofdstad zal neerleggen. Ver wacht wordt, dat mr. van Reeuwen ditmaal aan dien aandrang zal oegeven. Een Zweedscb feest te Amsterdam. Maandagavond vereenigde de af gevaardigde van den Zweedschen Rijksdag, consul C. J. F. Ljunggren voor diens afscheid het hoofdbestuur der Maatschappij van Nijverheid, verschillende commissieleden der intern, tentoonstelling voor am bachtswerktuigen, den waarn. con sul van Zweden in de hoofdstad den Belgischen afgevaardigde, K. v. d. Cruyssen, alsmede eenige ge- noodigden aan een gezelligen feest- disch. De directeur der Kunstnijverheid school te Haarlem, dr. Von Saber, wees op de verplichting van Neder land ten opzichte der stichtingen te Ntias en den Zweedschen hand werkersvriendenkring. De Bond van Post- en Telegraaf- beambten. Gisterenochtend werd te Utrecht de vergadering van „De Post" voortgezet. Verschillende voorstellen betreffende positie verbetering wer den behandeld. Verzocht zal worden bij overgang in een anderen rang alle dienstjaren te doen medetellen en dit voor alle beambten te doen gelden. Aange nomen werd een voorstel bedoelende het geven van advies door de or ganisatie voor het regelen van den dienst. Voorts werd besloten te verzeke ren een milderen strafdienst, dien vooral niet op Zondag te doen plaats hebben en een uniforme regeling daarvan voor alle kanto ren en de boeten aan te wenden tot bestrijding der tuberculose onder het personeel. Ook zal verzocht worden vol traktement bij ziekte. De Internationale Tentoonstelling van Ambachtswerktuigen. Tegen betaling van tien cents per persoon wordt toegang verleend aan groepen werklieden of beambten van leden der Maatschappij van Nijverheid, te Amsterdam of elders. FEUILLETON. (Wordt v*rv»lqdj. NEUK HtMLEMSCHE COBRA A B O N N E M E N T S P R IJ S: Per 3 maanden voor Haarlem fl.20 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 180 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,65 Afzonderlijke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.60 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. 7\\. die zich met I October uoor minstens 3 maan den op de ^Nieuwe Haarlemsche Cou rant abonneeren. ontuangen de tot I October uerschij- nende nummers gratis. Abonnementen worden aangeno men aan ons kan toor, bij de agenten en de loopers. Met de nadering van het winter seizoen begint ook de behoefte aan ontspaningslectuur weer te stijgen. Wel jammer, dat verreweg het meeren- deel der menschen in hun vrije uren uren liever naar romanlectuur grijpen dan naar wat degelijker en frisscher kost! Nog meer jammer, dat velen zoo weinig kieskeurig zijn in de keuze hunner boeken en in hun huiskamer op dit stuk maar van alles toelaten, dat hoogstens een plaats in den vuil nisbak verdiende. En die schadelijke boeken er is zoo gemakkelijk aan te komen! Een ernstige waarschuwing, om vooral kinderen en jongelieden onder geen voorwaarde te laten putten uit bibliotheken van wier vertrouwbaar heid men niet absoluut overtuigd is, kan dan ook allerminst overbodig heeten. Zoo licht wordt in onzen tijd van overproductie op het gebied der zin nenprikkelende romanlectuur de reine ziel van het kind besmet En iedere poging om echt-Roomsche of althans volstrekt onschadelijke lectuur onder de menschen te brengen, verdient dan ook tenvolle door onze Katholieken van allen rang en stand naar vermogen te worden gesteund. Het heeft ons verheugd, in een der voorgaande nummers van dit blad weer de aankondiging te vinden van de opening der St. Vincentiusbiblio- theek, waar tot zeer geringen prijs het publiek zich van lectuur kan voorzien. En het deed ons goed, in hetzelfde nummer van ons blad te zien gewagen omtrent de poging van een katholiek boekhandelaar hier ter stede, die even eens naar vermogen tracht katholieke lectuur te doen circuleeren in onze gezinnen. Zulke pogingen het zij nog eens herhaald verdienen gesteund, zoowel in het belang der afzonderlijke ka tholieke familie als ten bate van heel ons Roomsche leven. De Roomsche courant kan veel doen, in de behoefte aan katholieke lec tuur geheel voorzien kan zij echter niet. D&t is de taak van volksbibliothe ken en Katholieke ondernemers, als waarvan we hierboven gewaagden. Ernstige studie van maatschappe lijke, Roomsch-sociale-, literaire jen apologetische vraagstukken is hoog noodig in Haarlemwat dafirvoor o.i. kan en moet gedaan worden, hebben we Zondag j.l. in ons hoofdartikel uiteengezet. Maar daarnevens is ook nuttig en noodig de verspreiding vanKatholieke, althans voor ziel en geest onschade lijke volkslectuur. En de pogingen die daartoe worden gedaan, steunen wij dan ook gaarne en bevelen we aan onze Roomsche huisvaders en huismoeders ten drin gendst aan. De toestand in Marroko is niet ver anderd. Generaal Drude wacht at wat de Mooren zullen doen. De Japansche regeering eischt 37.500 francs schadevergoeding voor de slachtoffers der herrie te Vancouwer. Dr. Althoff, directeur van onder wijs in Pruissen, krijgt met 1 October zijn ontslag als zoodanig. - 't Stedelijk grondbedrijf bloeit in Duitschland: Berlijn wil voor 40 mil- lioen deboschrijke Wullheide koopen. 6) De luitenant ging om het huis heen, •opende een kleine zijdeur, en stond een oogenblik later op den drempel van zijn woonvertrek. Een met olie gevulde hanglamp ver spreidde een gezellig licht in het kleine vertrek, die de luitenant met bijna vrou welijken smaak een prettig aanzien had weten te geven. Fransehe en Duitsche boeken stonden op den stofvrijen boe kenhanger netjes gerangschikt; in een eenvoudige vaas prijkten de laatste herfst bloemen; op de stevige schrijftafel lagen papieren en portefeuilles netjes gerang schikt. Midden op stond het portret eener tengere, bijna lijdend uitziende dame in een witte japon. In zijn alkoof ontdeed Manbourg zich van muts en mantel en trad daarna met een gevoel van verlichting zijn kamer binnen. Het eerste waar zijn oog op viel, was een groote enveloppe, met ambtelijk zegel gesloten. Aarzelend strekte hij de hand er naar uit, bijna verschrikt ver brak hij het zegel en doorvloog den in houd. Toen hij den brief gelezen had, lag een uitdrukking van diepe treurig heid op zijn. gelaat. „Dus weg van hier!" sprak hij zachtjes, „En zoo juist was het mij nog zoo wèl te moe in deze rustige kamer. Maar mis schien is het beter zooDaarvoor ben ik immers soldaat. Wie weet, hoeveel roem er voor mij in Spanje nog te behalen valt. Ik vraag immers naar niemand, en niemand bekommert zich ook om mij, dus vooruit maar!" Hij schelde den officier, die zich in het voorvertrek bevond. De geroepene ver scheen; het was een net uitziend jong- rnensch met energiek gelaat, een van die mannen, die zooals men zegt, den maarschalksstaf in den ransel dragen. „De la Croix", sprak de luitenant, „dat schrijven uit het hoofdkwartier bevat in structies, die ook voor u van groot be lang zyn. Voor [mij bevat het de order, zoo spoedig mogelijk naar Spanje te ver trekken. Ik zal bij het leger van koning Jozef worden ingedeeld. Bij mijn vertrek moet ik u het bevel overdrageneen luitenantspatent voor u volgt in den loop dezer week." De oogen van den jongen soldaat fon kelden. „Ik hoop mij het vertrouwen waardig te maken, dat mijn superieuren in mij stellen," sprak hij op bevenden toon. „Ik hoop, dat gij op deze plaats geluk kiger zult zijn dan ik," sprak de luitenant lachend. „Men schijnt voor mijn bekwaam heden als douanier niet veel lof te heb ben. Deze instructie zinspeelt er op, dat binnenkort een Hamburgscli schip, van New-York komend en met Engelsche koopwaren geladen, de Elbe zal trachten op te varen. De scherpste waakzaamheid wordt ons aanbevolen en verder onver biddelijke gestrengheid: den dood voor de aanvoerders der smokkelpartijen, ge vangenisstraf voor de medeplichtigen zonder aanzien des persoons. De keizer streeft or met meer energie dan ooit naar, het continentaal stelsel te handhaven. „Wij moeten 's keizers wil eeren," sprak de la Borse. „Hoe gaarne ik ook bij den aanvang van mijn commando een schit terende daad zou willen verrichten, mijn plicht gebiedt mij toch u mee te deelen, dat in de kamer hiernaast al sinds geruimen tijd een oude vrouw op u wacht, die u een mededeeling van gewicht heeft te doen omtrent een onderneming, die dezen nacht zou moeten plaats hebben. Zooals ik uit haar praten alieidde, geldt het hier een smokkelaarsbende te betrappen." Dit bericht van den ondergeschikte scheen den luitenant maar matig te be vallen. Slechts met tegenzin en uit dis cipline had hij dezen post als douanier hier aanvaard, en nu zou hij nog in het laatste uur een menschenjacht moeten leiden, zooals hij het bij zichzelf noemde. Onwillekeurig kwam hem de gestalte van zijn oom weer voor den geest. Waar toe was de oude heer naar Scharnrode gekomen? Met een rood kruis geteekend, stond de naam Ehrenkrans op de lijst van verdachte Hamburgsche koopmans huizen, hem van hoogerhand toegezonden. Tegenover zijn ondergeschikte echter mocht luitenant Maubourg niet eens too- nen, dat de kans op betrapping der smok kelaars hem niet aangenaam was. „Waarschijnlijk zullen het wel weer zoowat oude wij venpraatjes zijn, waarmee men ons lastig valt," sprak hij. „Intus- schen is het mijn plicht, alle inlichtingen aan te hooren. Laat die vrouw binnen komen." Eenige oogenblikken later verscheen oude Marie op den deurpost, met den ordonnanee achter haar, die bij de deur bleef staan. „Moet ik alles opschrijven, luitenant?" vroeg hij. Do oude vrouw wendde zich om. „Wat ik te zeggen heb, is slechts voor twee ooren bestemd," sprak zij opscher pen toon. „Met uw schrijven kunt uwel wachten tot ik klaar ben, als het ten minste nog noodig is." Vragend keek de secretaris Maubourg aan. De luitenant wenkte, en in mili taire houding verliet de ordonnanee het vertrek. Henri was aan de geïmproviseerde schrijttafel gaan zitten. „Ik kom niet in den nacht hier om u sprookjes te vertellen," sprak de oude op brommerigen toou. „Ook ik moet kort zijn, want als Friede thuis komt, mag hij niet merken, dat ik afwezig geweest ben. Ik kom om u een onderneming van smokkelaars aan te geven. Maubourg's borst ging zwaar op 'en neer. „Gij weet immers, dat de Fransehe re geering voor de ontdekking van zoo vloekwaardig bedrijf, als de schuldigen gegrepen worden, een aanzienlijke be looning uitkeert 1" vroeg hij kortaf. De oude stiet een hatelijken lach uit. „Ik heb het Fransehe goud niet noo dig," sprak zij minachtend. „Waarom ik het doe, daar behoeft gij niets van te weten. Voor u is het voldoende, dat van nacht precies twaalf uur uit de hut van den ouden Nietsen een troep vastberaden visscherslui onder commando van schip per Frans uittrekt, in de naastbijzijnde bocht der rivier een boot zal bemannen en dan naar een in de nabijheid liggend Engelsch schip gaat om de koopwaren, die zich daarin bevonden, voor rekening van het huis Ehrenkrans in Nielsen's hut op te stapelen. Het wachtwoord luidtHuis Ehrenkrans. Doe nu wat gij aan uw ambt verplicht xijt. Aan de ach terzijde van den kerkhofmuur is een klein poortje. Als ge dat opent, komt ge op een smal pad, dat in de nabijheid van Nielsen's hut uitkomt. Laat het u gezegd r\jn. Goeden avond 1" Zij wendde zich om en wilde het ver trek verlaten, maar Maubourg was opge staan en hield haar terug. „Nu ge eenmaal zoover gegaan zijt, ben ik wel gedwongen, u nog verdere inlich tingen te vragen omtrent de ligging van het poortje en ook hiervoor, of bij deze smokkelaarsonderneming ook de oude heer Ehrenkrans, die dezen avond te Scharnrode is aangekomen, betrokken is." „Weet ik het?" sprak de oude. „En al wist ik het, dan kan nog geen macht ter wereld mij dwingen te zeggen wat ik niet zeggen wil. Als de oude heer er in vliegt, heeft hij trouwens zijn verdiende loonwat behoeft hij bij zijn rijkdom zich met zulke waagstukken af te geven! En bovendien, hij heeft aan zijn arme zuster en zijn neef wel wat verdiend 1 Waarom verstiet hij haar, toen zij tegen zijn zin met den Franschen edelman lïuwde, dien zij liefhad?" Een zenuwachtig trillen doorvloog de gansche gestalte van den jongen officier. „Was Déplacet een edelman?" vroeg hij nauwelijks verstaanbaar. „Zek;r was hij een edelman," beves tigde de oude. „Maar natuurlyk. Thomas Ehrenkrans zal zich wel gewacht hebben, den neef van een adellijken titel te spre ken, dien de moeder, toen ze een arme weduwe was, al had afgelegd. Dit moet ik u nog zeggen: het poortje staat dicht bij het graf van pastoor Som- I mer. Het is met dicht klimop begroeid. En nu, luitenant, zeg ik er geen woord meer over, al laat ge mij doodslaan. Geef de belooning maar aan de armenhet eenige wat ik verlang is, dat ge er over zwijgt, hoe Duitsche landskinderen hun broeder aan deti erfvijand verraden. Goe den avond!" Zij verliet de kamer. Maubourg hoorde haar in de voorkamer nog eenige woor den met den secretaris wisselendaarna stierf het geluid van haar schreden weg. Nog eens was het eenzaam om hem heen. Hij trad op het miniatuurportret der dame toe en staarde langen tijd in de fijne, lijdende trekken zijner moeder. „Moeder," riep hij uit, „gij weet, dat het geen wraak of haat van mij is, als ik het huis Ehrenkrans vervolg. De He mel bedient zich van mij als van een werktuig en ik moet eenvoudig den weg van den plicht bewandelen. Laat gebeu ren wat wil, ik sluit de oogen en doe wat mij is opgelegd!" Hij legde de hand op de schel, om den secretaris te ontbieden. Maar nog eens trok hij ze terug. „Wat zei de oude ook weer? Zou ik van adellijke geboorte zijn? Zou een wa pen den naam der Déplacet's sieren? Nu, het komt er ook niet op aan, alles wat achter mij ligt is dood. Maubourg is thans mijn naam en er zal wel geen Maubourg meer na mij komen!" Hij schelde: de secretaris verscheen, in militaire houding, maar zichtbaar op gewonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1