DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
GEBROKEN TROTS.
l€£ndei*iiui$ire$t 31-33, Haarlem
BUITENLAND.
feuilleton.
WOENSDAG 2 OCTOBER 1907.
No. 6700, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
(nterc. Telefoonnummer 1426.
Voor den Boerenstand.
Algemeen Overzicht.
Tusscheu Amerika en Japan is
hel, zoowaar weer aan 'tspoken!
De buitenlandsche bladen, de
Eiansche althans die we in handen
krijgen, hebben heele artikelen
met vette, dikke regels er lusschen-
in, opzienbarend genoeg, die even
dikke woorden als „Oorlog in 't
verschiet", „Roosevelt en Japan",
„Men stuurt op oorlog aan", en
dergelijke liefelijkheden méér be
vatten 1
De kwestie men begrijpt het
reeds gaat om de uitzending van
de befaamde slagschepenvloot naar
den .Stillen Oceaan.
Eu de anti-Roosevelt-bladen zijn
opeens een campagne begonnen, die
den president rauw op het lijf zal
vallen. Roosevelt is juist uit Was
hington vertrokken om een rondreis
te maken.door de Midden-westelijke
staten. Hij zal te Kanton (Ohio)
een standbeeld onthullen van Mac
Kiuley, Dam scheept hij zich in op
een rivierboot om de Missisippi af
le zakken.
Men- mag bij de standbeeld-ont
hulling een karakteristieke rede van
den Président verwachten.
Vermoedelijk zal Roosevelt van
de gelegenheid gebruik maken om
de oppositiekranten terdege op haar
plaats te zetten. Maar daarmee zal
het kwaad niet zijn verholpen, door
die artikelen nu reeds gesticht
Want alsof er een wachtwoord is
gegeven, legt haast heel de groote
pers van Amerika, behalve die dan
Roosevelt zeer bijzonder gezind is,
het voor de deur staande vertrek
van de slagschepenvloot' naar den
Stillen Oceaan als een bedreiging
aan het adres der Japanners!
De „New York Sun" beweert
zelfs, dat Roosevelt in werkelijkheid
den oorlog met Japan wil. Daar
tegenover meent genoemd blad
beteekenen minister Tafts vrede
lievende en vriendschappelijke woor
den niemendal.
Dat blad brengt ook in herinne
ring, de woorden van vrede en
vriendschap, door admiraal Oer vera
tot de Amerikanen gericht, aan
boord van den Spaanscben kruiser
Vizcaya, vóór hij met dat schip uit
de New Yorksche haven vertrok.
Tachtig dagen later brak tusschen
de Vereenigde Staten en Spanje de
oorlog uit!...
In Antwerpen is liet, nog al
lesbehalve in orde.
Oogenschijnlijk is de ritst er, er
wordt gewerkt, maar liet smeult
en brandt onder de werklui zoowel
als onder de patroons toch nog steeds
stilletjes voort.
Een trbep Engelschen zijil door
de Federation maritime nog als
reserve op een logementschip teil
onder gebracht, en deze hebben
order, in te schieten telkens als liet
plaatselijke werkvolk liét werk zou
stil leggen of de patroonseischen
niet zou aanvaarden. Men ziet, alles
is nog niet bij liet oude, en liet,
is wel te vreezen, dat de wrok van
weerkanten nog lang zal voortwoe
keren.
Dé Federatie heeft, zoo wordt
verzekerd, een nieuw millioen ge
stemd als strijdfonds.
Het rommelt ook nog bij de
werklieden onderling.
De socialisten maken voortdurend
lawaai en stoken nu ook tegen de
Katholieke dokwerkers.
Indien dus al voorloopig alles
rustig is, moet men tocli voorzien
das de thans smeulende vlam een
of anderen dag weer uitbreekt.
Tot meerder schade van de haven
en den handel van de groote Bel
gische koopstad 1
Over den toestand in Rusland
zijn we nog niet veel wijzer dan
giste 'en.
Het bericht van den opstand der
Zwarte zee-vloot wordt door het
officieuze Telegraafagentschap der
Russische regeering formeel tegen
gesproken, maar we hebben wel
eens meer van die tegenspraak ge-
bad, die naderhand bleek zelve ge-
gelogen te zijn!...
Wat de zaak voor de regeering
nog meer verdacht maakt, is dat
telegrammen van de redacties van
Londensche bladen aan bun corres
pondenten te Sebastopol en te Odessa
onbeantwoord zijn gebleven. Als er
niets te verbergen is, waarom treedt
de censuur dan op
Een nader bericht van bet Sint-
Petersburgsche telegraafagentschap
meldt inmiddels nog een duistere
geschiedenis:
Er kwamen te Odessa plotseling
eenige gewapende kerels, als officier
verkleed, de kazerne binnenstormen
zoo heet het onder liet geroep
„de commandant is gedood, de of
ficieren zijn gevangen genomen."
En daarbij zijji twee officieren
gedood.'
't Is volstrekt niet duidelijk wat
dit heeft te beteekenen, Was het
eer. poging tot het maken van op
roer in verban'! met de muiterij
op de schepen óf eenvoudig een
op zich zelf staande daad van re-
volutionuairen, die met de gemelde
muiterij niets uitstaande had? Dit
is nog niet opgelost.
Ook is het vreemd, dat, terwijl
er eerst gesproken werd van drie
vreemde indringers, (die nota bene
na de vermoording van twee of
ficieren wisten te ontkomen!) in
een volgend bericht van het tele
graafagentschap gesproken wordt
van negen gewapenden oader wie
een luitenant die, in verband
met liet gebeurde, in hechte
nis zijn genomen!
Enfin 't is een duister zaakje,
waarover de brieven, later te ont
vangen, alleen oplossing kunnen
geven.
Intusschen komt de Czaar eerlang
terug van zijn zeetochtje.
Alsdan zal Stolypin het wetge
vend program van het kabinet aan
de keizerlijke goedkeuring onder
werpen. De hervorming der gerechts
hoven en de weiten op de indivi-
dueele vrijheid nemen hierin de
eerste plaats indaarop volgt de
hervorming van de lokale regeering.
De wet op de gewetensvrijheid,
welke liet Jodenvraagstuk in zicli
bevat, zal waarschijnlijk wouden
uitgesteld.
Dit program is al veel minder
eerzuchtig dan dat, hetwelk voor de
tweede Doema in gereedheid werd
gebracht! Men gelooft echter niet,
dat de derde Doema, met haar
meerdeiheid van conservatieve
grondeigenaren, gelukkiger zijn dan
de vorige. Wat de pers betreft, deze
is zoo pessimistisch mogelij k gestemd!
Qndertusschen gaan de verkie
zingen kalm haar gang; de uitsla
gen van die van den eersten graad
wijzen op een overwicht van de
zoogenaamd gematigden.
BINNENLAND.
Hofberichten.
De Koningin-Moeder zal zich, bij
de begrafenis van den Groothertog
van Baden op Maandag 7 October,
laten vertegenwoordigen door den
kamerheer graaf Van Limburg
Stirum.
Prins Hendrik zal Maandag
aanwezig zijn bij de begrafenisplech
tigheid van den groothertog van
Baden en tegelijkertijd daarbij de
Koningin vertegenwoordigen.
Uit de Staats-courant.
Bij Koninklijk besluit is J. C.
Robertson, hoofdcommies, chef der
afdeeling Militaire Zaken ter ge
meentesecretarie van 's-Gravenhage
benoemd tot ridder in de orde van
Oranje Nassau;
tot directeur van het Rijksland
bouwproefstation te Groningen is
benoemd J. G. Masclihaupt, thans
scheikundige aan het Rijksland-
bouwproefstatión te Goes.
De Kamerverkiezing te Schiedam.
Naar aanleiding van de quaestie
of dr. Kuyper zou vetklaard heb
ben, een eventueele candidatuur
zich te zullen laten aanleunen,
schrijft ce Stand.
Het staat vast, dat dr. Kuyper
verklaard heeft, alleen ingeval
de drie partijen rechts zich op zijn
candidatuur vereenigden, haar in
ernstige overweging te kunnen
nemen, en zulks onder bijvoeging,
dat ook daii zelfs zijn onderhanden
studiën de aanneming ervan zeer
zouden bemoeilijken.
Ned. Journalistenkring.
Zondag 29 September werd te
Scbeveningen in een der zalen van
het Kurliaus daartoe door de directie
welwillend beschikbaar gesteld de
jaarvergadering van den Ned. Jour
nalistenkring gehouden, onder lei
ding van den voorzitter van bet
bestuur, de heer J. Doorman.
Verschillende verslagen werden
uitgebracht, waaruit van gestadige
vermeerdering van liet ledental en
vooruitgang van de financien
bleek.
Naaraanleiding daarvan werd de aan
dacht opnieuw gevestigd op de tot
stand gekomen pensioen verzekering,
die blijkens mededeelingen uit de
vergadering zelve aanleiding heeft
gegeven tot verblijdende verbetering
Op dit gebied aan enkele bladen.
Na de voorlezing der verschil
lende verslagen bracht de voorzit
ter een hartelijk woord- van dank
aan de bestuursleden die hetzij
periodiek hadden aftetreden en niet
beschikbaar waren, hetzij den wensch
te kennen hebben gegeven van huil
bestuursfunctie te worden ontslagen.
Met name geld die dank den heer
0. K. Elout, die in de laatste jaren
het penningmeesterschap heeft be
kleed, na te voren zich met bet
secretariaat te hebben belast in welke
beide functies bij zich jegens den
kring zeer verdienstelijk heeft ge
maakt.
Met groote meerderheid werden
bij eerste stemming in liet bestuur
gekozen de heeren: J. W. Helmer
te Amsterdam, Mr. A. Meyroos te
Rotterdam, Mr. L. J. Plemp van
Duiveland te 's-Gravenhage en M
A. Sipma, te Arnhem.
Wegens het bedanken van den
lieer G. Keller Jr. werd de redactie
commissie voor de „Mededeelingen"
aangevuld met den lieer E. A. Au-
kersmit.
Tot leden der Commissie van
advies werden ("gekozen de heeren
Joh. L. van de Pauwert te Mid
delburg, Mr. J. A. van Gilse, te
Arnhem, J. Boersma te Groningen
G. Nannes Gorter te Alkmaar en
F. G. van Pesch te Zwolle.
Tot lid der Commissie voor bet
ondersteuningsfonds werd herkozen
de heer L. A. Zoethout te Amster
dam.
Daarna werden verschillende
vakbelangen besproken.
Gemengde Berichten.
De kermis op.Zondag
middag na de plechtige opening.
Nauw don hellebaardier gepas
seerd 'n dubbeltje
voor 'n programmaboekje ('t
aardige joggie neemt met alle ple
zier ook '11 kwartje aan)
'n dubbeltje voor een kneopsgat-
bloempje (van zoo'n sprookjes-
kind als 't kleine bloemenmeisje
moet je nu eenmaal wel wat koo-
pen, al'zou xi 'n gulden vragen)
'n dubbeltje voor 'n ratel en toeter
„hou maar, kleine koopman,
verkoop ze nog maar eens voor 't
goede doel 1
en je bent op de kermis.
Eerst ben ik echter even de ten
toonstelling gaan bezichtigen
En „keurig."
En „interessant."
Dat zijn eigenschappen^ die
niet elke tentoonstelling bezit, bij
de opening
Maar d'r heeft ook een onver
moeibare feestcommissie achterbeen
gezeten 'n commissie, die men
steeds druk doende vond geld
was er niet de Gonzagavereeni-
ging is nu eenmaal niet rijk er
viel dus veel te riskeeren daarbij
was' de medewerking voor de ten
toonstelling strikt tot de leden be
perkt
Als je dat alles bedenkt, dan zie
je de enkele tekortkomingen gaarne
door de vingers!
Een rustige wandeling langs de
verschillende standen doet veel
moois aanschouwen: stijlvolle meu
belen van A. P. de Waart, bewon
derenswaardig stiickwerk derstuca-
doors J. G. Griinning en Zoon;'n
smakelijke etaleering van allerlei
fijne broodsoorten die den bakker
J. IJ. Santen alle eer aandoen
mineraalwateren ('n lieele pyramide)
van J. Henkusverlichtings-artike-
len van Parmentier; gewapend
beton-werk ('n lieele kelder) van
J. Meester en 'n mooie inzending
van den aannemer en bouwmees
ter L. Mohrmaim, (Zaterdag schreef
ik reeds uitvoeriger over een en
ander)haarden van Alink enz..enz.
Niet minder dan 103 werken
waaronder reeds zeer oude perio
dieken als de „Maandrozen" enz.
telt de fondsenexpositie van den
uitgever Borg. En de beer L. Kuy-
pers heeft een uitgebreide collectie
religieuze artikelen tentoongesteld
op zijn stand, waar ieder 'n mooi
prentje cadeau krijgt. Hier kan
men tenminste nog iets „gratis"
krijgen. Want ook bij den stand
van den heer E. F. Apol werd me
'n fieschje poelsgoed in de handen
geduwd heb beloofd een mijner
huisgenooten 't later te doen ha
len
„Wie Apol is?" Wel, als je
waterleiding gesprongen is, stuur
je naar Apol als je 'n gasleiding
moet hebben aangelegd, stuur je om
Apolen wil men zich prachtige
gaskronen of andete artikelen op
verlichting-, verwarming-of sanitair
gebied aanschaffen ook dan ga
je naar Apol... hier kunt ge reeds
zien wat men krijgt. Toen keek
ik even naar m'n schoenen bij
den stand van den'sohoeneuhtynle-
laar J. B. Muller werd me aange
boden gratis ze te (metsen met
'n doosje „nugget pollish" erbij...
Ze waren nog glimmend, en
daarom ben ik maar doorgeloopen
om nog even de seboenetalage van
den heer Schouten le bekijken, van
wien men 'n kaart krijgt, waarop
men binnen 3 maanden in zijn
magazijn 10 pet korting geniet...
Jammer was ik niet meer in
stemming om de waarde der artis
tieke schilderstukjes van de inzen
ders Takx en Ruck te beoordeelen.
't opstijgend geróesemoes, 't kennis-
lawaai trok me
„Gaat dat zien! gaat dat zien!"
'n Clown hier, 'n potsierlijke
kermisklant daarze bieden tegen
elkander op „nog nooit ver
toond" ,,'t grootste wonder dei-
wereld!''.. 't wonderbaarlijkste
der wonderbaarlijkste dingen I"...
In 'n omzien ben je't specialitei
tentbeater binnengeloost om daar
te lachen bij de diverse voordrachten
en eerste-ransgeld te betalen voor
'n slaanplaatsje achteraan
Het levend sprekend meusehen-
hoofdje grieselt ervan 'n
Sinjeur in 't rood en een mensclien-
hoofd op 'n tafel weten de veil ei
genste geheimen uit de toekomst
en verleden en de verborgenste
geldstukjes uitje zak op te delven
Monotoon opdreunend als lie
waarder en uitlegger van merkwaar
digheden eigen is, wees me in het
antiquiteitententje 'n grijs bebaard
en bebaaid heerschap tal van
„hoogst merkwaardige" zaken
'n stuk stal van Mozes (de.vorige
week is 'n expeditie vertrokken om
de rest op te sporen). 'n gebeent
door met name genoemde Duitsche
professoren bestudeerd en voor 't
gebeente van Adam gehouden
'n fieschje Egyptische duisternD.
Naast deze tent heb ik Zondag
nog 'n afdeeling naar 't midden
punt dtr aarde medegemaakt, maar
door 'n mijnstorting kan dat nu
niet meer gebeuren en krijgt men
er een panorama van Napels...
'k Heb nog koek moeten hakken...
thee moeten drinken bij de Clii-
ncesclie dames... me laten wegen...
Toen kwam de plunderingsweg
MEUK HAARLEM» COURT
ABONNE M E N T S P E IJ S
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
f 1.20
PRIJS DER ADVERTENT!ËN
Van 1—li regelsfo.GO (contant) 10.50
Elke regel meer„0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie :l contant.
Aan Roomsche Congressen hebben
we dit najaar geen gebrek! En aan
sociaal werk evenmin.
Gelukkig, dat ten slotte na de
arbeiders, de Middenstanders, de in-
dur-trieëlen, de drankbestrijders ook
do Christelijke Boerenstand zijn con
gres gaat houden I
Heden komt liet tweede congres
van den Ned. Boerenbond te Nijmegen
hijeen.
En bet belooft vruchtbaar te zijn.
De pachktwestie wordt er door Mi-
Diepenhorst, een der voor-mannen van
de Universiteit te Amsterdam, behan
deld.
Do verzekering, de zedelijke verhef
fing van den boerenstand, vervalsching
van veevoeder, arbeidscontract, orga
nisatie, boerenleenbanken, dat alles
staat óók op het programma, dat uit
gebreid genoeg is 1
Zoo mag verwacht worden, dal het
Boen-neongres te Nijmegen, onder
goede leiding, de beste vruchten zal
opleveren.
Hetgeen we onzen boerenstand van
harte toewensclien 1
„Af."
H)
■Gered? En gij dan?
I i; O, bekommer u om mij nietMeent
gfc dan dat ik die verwisseling wagen zou,
als mijn leven er bij op bet spel stond?
Iedereen heeft zijn kind lief, hoor, zij hij
.koopmanszoon of een arme boerenjongen.
Ik weet bovendien dat mijn wakkeren
vrienden in Scharnrode mij niet in den
steek zullen laten. Alles is reeds afge
sproken. En in liet ergste gevalt heb ik
zooals gij, nog ouders, vrouw en kind?
Spreek Óiiij niet van mijn grootmoeder,"
ging hij snel voort, „er bestaat voor mij
nog maar één middel om haar in vrede
te gedenken, en dat is: u te redden!"
„Eriede, ik vrees dat ge voor mij een
offer gaat brengen, zóo groot, zóo om
zettend Ik heb het in het gelaat,
van den luitenant gelezen, hij weet.
Luitenant Maubourg is boter en ver
standiger dan gij," viel Eriede hem in
de rede, „bij weet dat beter is een alleen
staande te doen sterven, dan een, wiens
dood een kind vaderloos, een vrouw tot
een arme weduwe maakt.
„Houd op, Eriede, ge foltert mij Ik zal
'dan gelooven, blindelings goloovon, dat
gij geen gevaar loopt hij dit vreeselijk
spel. Geef mij uw kleeien. Maar Eriede
wanneer bet gelukt, wanneer ik vilig
naar Amerika ontkom en ook gij onge
deerd uit dit huis te voorschijn komt,
dan zal ik u beloonen, niet met goud,
want wat ware goud in ruil voor zulk
een vriendschap - maar met de trouwste
liefde, die ooit een broeder voor zijnen
broeder gevoeld heeft. Zelfs uw groot
moeder zal ik vergeving schenken om
uwentwil
„Als ge mij danken wilt, Frans" klonk
het hoog ernstig, „leer dan uw kind een
gebed voor mij storten, en als Duitsch-
lands bodem weer van vijanden gezui
verd zal zijn, iaat Anna dan een krans
„Maar i's het nu tijd voor zulke gedach
ten?" viel hij zich zelf plotseling in de
rede. „Dat komt immers allemaal wel
terecht. De hoofdzaak is, dat wij nu de
rollen verwisselen. Gauw wat, ik hoor
voetstappenAls men ons overvalt
is alles verloren."
Eenige oogenblikken later was de ver
andering geschied. Ze hadden echter geen
oogenblik langer moeten talmen, want
juist ging de middendeur open en luite
nant Maubourg verscheen op den drempel.
„De vijftien minuten zijn om," sprak
hij, en zijn blik gleed onderzoekend over
de beide jongelieden, „het is tijd."
Frieda boog bijna onmerkbaar hethoofd
„God zij mij genadig," duisterde bij.
Maubourg sidderde, zijn oog viel op
het stuk papier, dat op de schrijftafel
lag, het bevatte een zwart kruis, het
afgesproken teeken.
„Sergeant Bredeau 1"
Dq geroepene, een jonge man, die nog
maar kort te Scharnrode was, trad voor.
Door de geopende deur zag men de la
Croix aan een tafel zitten', druk bezig
met liet sorteereu van papieren. Mau
bourg was handig genoeg geweest om
hem met dienstaangelegenheden, te be
lasten, Hie hem als aanstaand comman
dant in den hoogsten graad moesten in
teresseeren.
„Gij zult het executie-peloton comnian-
deeren, Bredeau, sprak de luitenant in
het Eranseh, „Neem vertrouwbare lieden
en rapporteer, als alles afgeloopen' is!"
Sergeant Bredeau salueerde.
„Onze mannen staan al klaar in den
tuin," sprak hij; „een Eranseh soldaat
mist ook bij fakkellicht zijn doSl niet!"
„Kom!" zoo wendde hij zich tot Eriede,
die met den hoed van schipper Frans
diep in de OO' en gedrukt en het onder
ste gedeelte van het gelaat door den
kraag zijner jas bedekt, buiten den licht
cirkel in een donkeren hoek stond.
Tegelijkertijd opende de sergeant de
achterdeur, en de daar geposteerde wach
ten traden, nu als escorte dienst doende,
den veroordeelde terzijde.
In spanning volgde Maubourg's blik de
beide jongelieden. Hij zag, hoe een van
de twee naar den ander wilde terugkomen.
Maar deze hief de hand op en sprak
duisterend slechts dit éene woord„Anna"!
Bijna ineenzinkend, hield de achter
blijvende zich vast aan de leuning van
een stoel. Maubourg wendde zich tot he:n
in het Duitsch en sprak op scherpen
toon
„En nu gij, jongmensch
Hij kreeg geen antwoordde toegespro-
kene luisterde naar de wegstervende
schreden.
„Ilc raad li, u ten spoedigste uit de
voeten te maken," ging de officier voort;
„ons kunt ge in geen enkel opzicht meer
van dienst zijn, en venter loopt gij zelfs
gevaar, door de dorpelingen bont en blauw
te worden geslagen. Ik zou me maar uit
de voeten makenuw grootmoeder zal
ik wel bericht zenden. Hier hebt ge uw
deel van het verradersloon. En nu
vooruit
Hij reikte den psendo-Eriede twee gou-
de Napoleons en wees, met uitgestrekte
hand naar de deur.
Met een gebaar van afkeer wees de
aangesprokene het goud af; daarna wan
kelde hij meer dan hij ging, de kamer
uit, Ongehinderd liet men hem passeeren
de la Croix keek nauwelijks van zijn
papieren op. Naar den adem hijgend be
reikte hij de deur en trad de straat op.
Daar kraakte een salvo door de stilte
van den nachtdat scheen hem plotse
ling als uit een droom te doen ontwaken.
Met een luiden kreet schrikte Frans
uit zijn lethargie op en bedekte zijn ge
laat met beide handen.
„Zich opgeofferd 0111 mijnentwil,"
steunde hij. „Ik ben een ellendeling, dat
ik het niet verhinderd heb. En toch, het
was zijn wil, dat ik leven zou voor vrouw
en kind. Laat ik het dus beproeven!"
Hij streek met de hand over het voor
hoofd, als wilde liij alle gedachten aan
het verleden verjagen. Den landweg ver
latend, drong hij een kreupelboscbje bin
nen. Van daaruit was het voor iemand,
die de streek kende, gemakkelijk om
zonder opgemerkt te worden, (luxhafen
le bereiken.
Onbewegelijk, als oen steenon beeld
zat oude Marie in baar grooten stoel.
Sinds haar kleinzoon afscheid genomen
had, had zij daar gezeten, met de handen
zwaar op de leuningen van haar armstoel
gedrukt. Zij kende Eriede en wist, dat
hij zijn leven in het minst niet ontzien
zou om den veroordeelde te redden.
Er klonken naderende schreden. Nog
eer <r gekli p kon worden, opende de
oude het venster al.
„Ik ben het, Oude Marie, Jorhem, de
knecht van juffrouw Holmen, waar die
Eransche luitenant woont," klonk het.
„Wij zijn allen uit ons bed gejaagd. Er
heeft zooeven een terechtstelling plaats
gehad, schipper Frans! God straffe
zijne moordenaars!"
De oude vrouw sidderde.
„üat's erg," sprak zmaar wat kan
ik er aan doen? Ik kan heel veel, zelfs
ziekten en wonden genezen, maar toch
geen do oden levend maken."
„Nu ja, niemand roept u dan ook. I
heb u alleen een pakj-J over te geven,
dat tie luitenant van den veroordeelde
ontving, eer ze hem ter dood voerden.
Hebt gij de salvo's niet gehoord? Het
pakje is voor u bestemd. Hier, neem aan.
Ik moet naar huis, want de na"ht is mij
te koud."
Hij reikte door het geopende venster
de oude vrouw een met roode zegellak
gesloten couvert.
Oude Marie nam het niet aan. „Wat
zou ik daarmee doen?" vroeg ze. „Ik
moet toch van de doode niet erven? fk
heb in zijn leven niets met hem te ma
ken gehad en wil het ook nu niet."
„De wil van een doode moet ons heilig
zijn," sprak Jochem ernstig.
„Nu dan, geef maar hier, dan sluit ik
liet venster, want het tocht hier vreeselijk!"
Zij nam het pakje aan en sloot hel.
venster. Brommend over de gierigheid
der oude, die hem niet eens een fooi of een
glaasje anizettegaf, ging de knecht terug.
Oude Marie had den brief terstond op
de tafel gelegd, als of hij in haar vingers
brandde.
Zij stak de lamp aan en bekeek het
pakje. Het droeg geen opschrift. Met be
vende hand verbrak zij liet. zegel en nam
het dooi*Eriede beschrevene blad uit het
couvert. Ze had haar hoornen bril onbe
zet, om het schrift heter le kunnen out-
cijferen; haar eerste blik viel op het nood
lottige knus, de tweede deed haar den
schi ijver herkennen. De veroordeelde
had den brief geschreven, had Jn.-hem
geze.d
Ze deukte de lippen vast op elkander
en las: „Grootmoeder, er bestaat een ver-
ge ding! Een toeval deed het mij ont
dekken: gn hebt schippeuErans verraden,
gij kunt het met loochenen! Als ik m
het leven bleef, zou ik toch dood zijn
voor u, grootmoeder!"
De oude hield op.
„Zou hij dood zijn voor mij? En ik
heb hem tich zoo lief!"
Ze las ve:de>',
„Daarom is h -t heter, dat ik met Gods
hulp goedmaak, wat gij misdreven hebt.
ik zat een zoon, echtgenoot en vader
t'igflijk reddenik maak vier gelukkigen
en geel daarvo ir n ets dan een leven, dat
toch mets dan ellende meer voor mij be
vatten zou. Alleen wanneer gij verzwijgt,
dat ik vi or Frans Eluenkrans gestorven
hen en dat li ij in mijn p taais naar Ame
rika vertrokken is, zal ik u kunnen ver
geven, zal ook God u vergeven, wat gij
misdreven hebt. Lieve Grootmoeder, Ik
kan niet andersVerzwijgt gij nu aan
onze vijanden wat, d; gedaan heb en maak
daardoor mijn «flor niet vruchteloos
Vaarwel! Uw Eriede!
Wordt vervolgdj