DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. GEBROKEN TROTS. l€£ndei*iiui$ire$t 31-33, Haarlem BUITENLAND. feuilleton. WOENSDAG 2 OCTOBER 1907. No. 6700, 32ste Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: (nterc. Telefoonnummer 1426. Voor den Boerenstand. Algemeen Overzicht. Tusscheu Amerika en Japan is hel, zoowaar weer aan 'tspoken! De buitenlandsche bladen, de Eiansche althans die we in handen krijgen, hebben heele artikelen met vette, dikke regels er lusschen- in, opzienbarend genoeg, die even dikke woorden als „Oorlog in 't verschiet", „Roosevelt en Japan", „Men stuurt op oorlog aan", en dergelijke liefelijkheden méér be vatten 1 De kwestie men begrijpt het reeds gaat om de uitzending van de befaamde slagschepenvloot naar den .Stillen Oceaan. Eu de anti-Roosevelt-bladen zijn opeens een campagne begonnen, die den president rauw op het lijf zal vallen. Roosevelt is juist uit Was hington vertrokken om een rondreis te maken.door de Midden-westelijke staten. Hij zal te Kanton (Ohio) een standbeeld onthullen van Mac Kiuley, Dam scheept hij zich in op een rivierboot om de Missisippi af le zakken. Men- mag bij de standbeeld-ont hulling een karakteristieke rede van den Président verwachten. Vermoedelijk zal Roosevelt van de gelegenheid gebruik maken om de oppositiekranten terdege op haar plaats te zetten. Maar daarmee zal het kwaad niet zijn verholpen, door die artikelen nu reeds gesticht Want alsof er een wachtwoord is gegeven, legt haast heel de groote pers van Amerika, behalve die dan Roosevelt zeer bijzonder gezind is, het voor de deur staande vertrek van de slagschepenvloot' naar den Stillen Oceaan als een bedreiging aan het adres der Japanners! De „New York Sun" beweert zelfs, dat Roosevelt in werkelijkheid den oorlog met Japan wil. Daar tegenover meent genoemd blad beteekenen minister Tafts vrede lievende en vriendschappelijke woor den niemendal. Dat blad brengt ook in herinne ring, de woorden van vrede en vriendschap, door admiraal Oer vera tot de Amerikanen gericht, aan boord van den Spaanscben kruiser Vizcaya, vóór hij met dat schip uit de New Yorksche haven vertrok. Tachtig dagen later brak tusschen de Vereenigde Staten en Spanje de oorlog uit!... In Antwerpen is liet, nog al lesbehalve in orde. Oogenschijnlijk is de ritst er, er wordt gewerkt, maar liet smeult en brandt onder de werklui zoowel als onder de patroons toch nog steeds stilletjes voort. Een trbep Engelschen zijil door de Federation maritime nog als reserve op een logementschip teil onder gebracht, en deze hebben order, in te schieten telkens als liet plaatselijke werkvolk liét werk zou stil leggen of de patroonseischen niet zou aanvaarden. Men ziet, alles is nog niet bij liet oude, en liet, is wel te vreezen, dat de wrok van weerkanten nog lang zal voortwoe keren. Dé Federatie heeft, zoo wordt verzekerd, een nieuw millioen ge stemd als strijdfonds. Het rommelt ook nog bij de werklieden onderling. De socialisten maken voortdurend lawaai en stoken nu ook tegen de Katholieke dokwerkers. Indien dus al voorloopig alles rustig is, moet men tocli voorzien das de thans smeulende vlam een of anderen dag weer uitbreekt. Tot meerder schade van de haven en den handel van de groote Bel gische koopstad 1 Over den toestand in Rusland zijn we nog niet veel wijzer dan giste 'en. Het bericht van den opstand der Zwarte zee-vloot wordt door het officieuze Telegraafagentschap der Russische regeering formeel tegen gesproken, maar we hebben wel eens meer van die tegenspraak ge- bad, die naderhand bleek zelve ge- gelogen te zijn!... Wat de zaak voor de regeering nog meer verdacht maakt, is dat telegrammen van de redacties van Londensche bladen aan bun corres pondenten te Sebastopol en te Odessa onbeantwoord zijn gebleven. Als er niets te verbergen is, waarom treedt de censuur dan op Een nader bericht van bet Sint- Petersburgsche telegraafagentschap meldt inmiddels nog een duistere geschiedenis: Er kwamen te Odessa plotseling eenige gewapende kerels, als officier verkleed, de kazerne binnenstormen zoo heet het onder liet geroep „de commandant is gedood, de of ficieren zijn gevangen genomen." En daarbij zijji twee officieren gedood.' 't Is volstrekt niet duidelijk wat dit heeft te beteekenen, Was het eer. poging tot het maken van op roer in verban'! met de muiterij op de schepen óf eenvoudig een op zich zelf staande daad van re- volutionuairen, die met de gemelde muiterij niets uitstaande had? Dit is nog niet opgelost. Ook is het vreemd, dat, terwijl er eerst gesproken werd van drie vreemde indringers, (die nota bene na de vermoording van twee of ficieren wisten te ontkomen!) in een volgend bericht van het tele graafagentschap gesproken wordt van negen gewapenden oader wie een luitenant die, in verband met liet gebeurde, in hechte nis zijn genomen! Enfin 't is een duister zaakje, waarover de brieven, later te ont vangen, alleen oplossing kunnen geven. Intusschen komt de Czaar eerlang terug van zijn zeetochtje. Alsdan zal Stolypin het wetge vend program van het kabinet aan de keizerlijke goedkeuring onder werpen. De hervorming der gerechts hoven en de weiten op de indivi- dueele vrijheid nemen hierin de eerste plaats indaarop volgt de hervorming van de lokale regeering. De wet op de gewetensvrijheid, welke liet Jodenvraagstuk in zicli bevat, zal waarschijnlijk wouden uitgesteld. Dit program is al veel minder eerzuchtig dan dat, hetwelk voor de tweede Doema in gereedheid werd gebracht! Men gelooft echter niet, dat de derde Doema, met haar meerdeiheid van conservatieve grondeigenaren, gelukkiger zijn dan de vorige. Wat de pers betreft, deze is zoo pessimistisch mogelij k gestemd! Qndertusschen gaan de verkie zingen kalm haar gang; de uitsla gen van die van den eersten graad wijzen op een overwicht van de zoogenaamd gematigden. BINNENLAND. Hofberichten. De Koningin-Moeder zal zich, bij de begrafenis van den Groothertog van Baden op Maandag 7 October, laten vertegenwoordigen door den kamerheer graaf Van Limburg Stirum. Prins Hendrik zal Maandag aanwezig zijn bij de begrafenisplech tigheid van den groothertog van Baden en tegelijkertijd daarbij de Koningin vertegenwoordigen. Uit de Staats-courant. Bij Koninklijk besluit is J. C. Robertson, hoofdcommies, chef der afdeeling Militaire Zaken ter ge meentesecretarie van 's-Gravenhage benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau; tot directeur van het Rijksland bouwproefstation te Groningen is benoemd J. G. Masclihaupt, thans scheikundige aan het Rijksland- bouwproefstatión te Goes. De Kamerverkiezing te Schiedam. Naar aanleiding van de quaestie of dr. Kuyper zou vetklaard heb ben, een eventueele candidatuur zich te zullen laten aanleunen, schrijft ce Stand. Het staat vast, dat dr. Kuyper verklaard heeft, alleen ingeval de drie partijen rechts zich op zijn candidatuur vereenigden, haar in ernstige overweging te kunnen nemen, en zulks onder bijvoeging, dat ook daii zelfs zijn onderhanden studiën de aanneming ervan zeer zouden bemoeilijken. Ned. Journalistenkring. Zondag 29 September werd te Scbeveningen in een der zalen van het Kurliaus daartoe door de directie welwillend beschikbaar gesteld de jaarvergadering van den Ned. Jour nalistenkring gehouden, onder lei ding van den voorzitter van bet bestuur, de heer J. Doorman. Verschillende verslagen werden uitgebracht, waaruit van gestadige vermeerdering van liet ledental en vooruitgang van de financien bleek. Naaraanleiding daarvan werd de aan dacht opnieuw gevestigd op de tot stand gekomen pensioen verzekering, die blijkens mededeelingen uit de vergadering zelve aanleiding heeft gegeven tot verblijdende verbetering Op dit gebied aan enkele bladen. Na de voorlezing der verschil lende verslagen bracht de voorzit ter een hartelijk woord- van dank aan de bestuursleden die hetzij periodiek hadden aftetreden en niet beschikbaar waren, hetzij den wensch te kennen hebben gegeven van huil bestuursfunctie te worden ontslagen. Met name geld die dank den heer 0. K. Elout, die in de laatste jaren het penningmeesterschap heeft be kleed, na te voren zich met bet secretariaat te hebben belast in welke beide functies bij zich jegens den kring zeer verdienstelijk heeft ge maakt. Met groote meerderheid werden bij eerste stemming in liet bestuur gekozen de heeren: J. W. Helmer te Amsterdam, Mr. A. Meyroos te Rotterdam, Mr. L. J. Plemp van Duiveland te 's-Gravenhage en M A. Sipma, te Arnhem. Wegens het bedanken van den lieer G. Keller Jr. werd de redactie commissie voor de „Mededeelingen" aangevuld met den lieer E. A. Au- kersmit. Tot leden der Commissie van advies werden ("gekozen de heeren Joh. L. van de Pauwert te Mid delburg, Mr. J. A. van Gilse, te Arnhem, J. Boersma te Groningen G. Nannes Gorter te Alkmaar en F. G. van Pesch te Zwolle. Tot lid der Commissie voor bet ondersteuningsfonds werd herkozen de heer L. A. Zoethout te Amster dam. Daarna werden verschillende vakbelangen besproken. Gemengde Berichten. De kermis op.Zondag middag na de plechtige opening. Nauw don hellebaardier gepas seerd 'n dubbeltje voor 'n programmaboekje ('t aardige joggie neemt met alle ple zier ook '11 kwartje aan) 'n dubbeltje voor een kneopsgat- bloempje (van zoo'n sprookjes- kind als 't kleine bloemenmeisje moet je nu eenmaal wel wat koo- pen, al'zou xi 'n gulden vragen) 'n dubbeltje voor 'n ratel en toeter „hou maar, kleine koopman, verkoop ze nog maar eens voor 't goede doel 1 en je bent op de kermis. Eerst ben ik echter even de ten toonstelling gaan bezichtigen En „keurig." En „interessant." Dat zijn eigenschappen^ die niet elke tentoonstelling bezit, bij de opening Maar d'r heeft ook een onver moeibare feestcommissie achterbeen gezeten 'n commissie, die men steeds druk doende vond geld was er niet de Gonzagavereeni- ging is nu eenmaal niet rijk er viel dus veel te riskeeren daarbij was' de medewerking voor de ten toonstelling strikt tot de leden be perkt Als je dat alles bedenkt, dan zie je de enkele tekortkomingen gaarne door de vingers! Een rustige wandeling langs de verschillende standen doet veel moois aanschouwen: stijlvolle meu belen van A. P. de Waart, bewon derenswaardig stiickwerk derstuca- doors J. G. Griinning en Zoon;'n smakelijke etaleering van allerlei fijne broodsoorten die den bakker J. IJ. Santen alle eer aandoen mineraalwateren ('n lieele pyramide) van J. Henkusverlichtings-artike- len van Parmentier; gewapend beton-werk ('n lieele kelder) van J. Meester en 'n mooie inzending van den aannemer en bouwmees ter L. Mohrmaim, (Zaterdag schreef ik reeds uitvoeriger over een en ander)haarden van Alink enz..enz. Niet minder dan 103 werken waaronder reeds zeer oude perio dieken als de „Maandrozen" enz. telt de fondsenexpositie van den uitgever Borg. En de beer L. Kuy- pers heeft een uitgebreide collectie religieuze artikelen tentoongesteld op zijn stand, waar ieder 'n mooi prentje cadeau krijgt. Hier kan men tenminste nog iets „gratis" krijgen. Want ook bij den stand van den heer E. F. Apol werd me 'n fieschje poelsgoed in de handen geduwd heb beloofd een mijner huisgenooten 't later te doen ha len „Wie Apol is?" Wel, als je waterleiding gesprongen is, stuur je naar Apol als je 'n gasleiding moet hebben aangelegd, stuur je om Apolen wil men zich prachtige gaskronen of andete artikelen op verlichting-, verwarming-of sanitair gebied aanschaffen ook dan ga je naar Apol... hier kunt ge reeds zien wat men krijgt. Toen keek ik even naar m'n schoenen bij den stand van den'sohoeneuhtynle- laar J. B. Muller werd me aange boden gratis ze te (metsen met 'n doosje „nugget pollish" erbij... Ze waren nog glimmend, en daarom ben ik maar doorgeloopen om nog even de seboenetalage van den heer Schouten le bekijken, van wien men 'n kaart krijgt, waarop men binnen 3 maanden in zijn magazijn 10 pet korting geniet... Jammer was ik niet meer in stemming om de waarde der artis tieke schilderstukjes van de inzen ders Takx en Ruck te beoordeelen. 't opstijgend geróesemoes, 't kennis- lawaai trok me „Gaat dat zien! gaat dat zien!" 'n Clown hier, 'n potsierlijke kermisklant daarze bieden tegen elkander op „nog nooit ver toond" ,,'t grootste wonder dei- wereld!''.. 't wonderbaarlijkste der wonderbaarlijkste dingen I"... In 'n omzien ben je't specialitei tentbeater binnengeloost om daar te lachen bij de diverse voordrachten en eerste-ransgeld te betalen voor 'n slaanplaatsje achteraan Het levend sprekend meusehen- hoofdje grieselt ervan 'n Sinjeur in 't rood en een mensclien- hoofd op 'n tafel weten de veil ei genste geheimen uit de toekomst en verleden en de verborgenste geldstukjes uitje zak op te delven Monotoon opdreunend als lie waarder en uitlegger van merkwaar digheden eigen is, wees me in het antiquiteitententje 'n grijs bebaard en bebaaid heerschap tal van „hoogst merkwaardige" zaken 'n stuk stal van Mozes (de.vorige week is 'n expeditie vertrokken om de rest op te sporen). 'n gebeent door met name genoemde Duitsche professoren bestudeerd en voor 't gebeente van Adam gehouden 'n fieschje Egyptische duisternD. Naast deze tent heb ik Zondag nog 'n afdeeling naar 't midden punt dtr aarde medegemaakt, maar door 'n mijnstorting kan dat nu niet meer gebeuren en krijgt men er een panorama van Napels... 'k Heb nog koek moeten hakken... thee moeten drinken bij de Clii- ncesclie dames... me laten wegen... Toen kwam de plunderingsweg MEUK HAARLEM» COURT ABONNE M E N T S P E IJ S Per 3 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 130 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post f 1.20 PRIJS DER ADVERTENT!ËN Van 1—li regelsfo.GO (contant) 10.50 Elke regel meer„0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie :l contant. Aan Roomsche Congressen hebben we dit najaar geen gebrek! En aan sociaal werk evenmin. Gelukkig, dat ten slotte na de arbeiders, de Middenstanders, de in- dur-trieëlen, de drankbestrijders ook do Christelijke Boerenstand zijn con gres gaat houden I Heden komt liet tweede congres van den Ned. Boerenbond te Nijmegen hijeen. En bet belooft vruchtbaar te zijn. De pachktwestie wordt er door Mi- Diepenhorst, een der voor-mannen van de Universiteit te Amsterdam, behan deld. Do verzekering, de zedelijke verhef fing van den boerenstand, vervalsching van veevoeder, arbeidscontract, orga nisatie, boerenleenbanken, dat alles staat óók op het programma, dat uit gebreid genoeg is 1 Zoo mag verwacht worden, dal het Boen-neongres te Nijmegen, onder goede leiding, de beste vruchten zal opleveren. Hetgeen we onzen boerenstand van harte toewensclien 1 „Af." H) ■Gered? En gij dan? I i; O, bekommer u om mij nietMeent gfc dan dat ik die verwisseling wagen zou, als mijn leven er bij op bet spel stond? Iedereen heeft zijn kind lief, hoor, zij hij .koopmanszoon of een arme boerenjongen. Ik weet bovendien dat mijn wakkeren vrienden in Scharnrode mij niet in den steek zullen laten. Alles is reeds afge sproken. En in liet ergste gevalt heb ik zooals gij, nog ouders, vrouw en kind? Spreek Óiiij niet van mijn grootmoeder," ging hij snel voort, „er bestaat voor mij nog maar één middel om haar in vrede te gedenken, en dat is: u te redden!" „Eriede, ik vrees dat ge voor mij een offer gaat brengen, zóo groot, zóo om zettend Ik heb het in het gelaat, van den luitenant gelezen, hij weet. Luitenant Maubourg is boter en ver standiger dan gij," viel Eriede hem in de rede, „bij weet dat beter is een alleen staande te doen sterven, dan een, wiens dood een kind vaderloos, een vrouw tot een arme weduwe maakt. „Houd op, Eriede, ge foltert mij Ik zal 'dan gelooven, blindelings goloovon, dat gij geen gevaar loopt hij dit vreeselijk spel. Geef mij uw kleeien. Maar Eriede wanneer bet gelukt, wanneer ik vilig naar Amerika ontkom en ook gij onge deerd uit dit huis te voorschijn komt, dan zal ik u beloonen, niet met goud, want wat ware goud in ruil voor zulk een vriendschap - maar met de trouwste liefde, die ooit een broeder voor zijnen broeder gevoeld heeft. Zelfs uw groot moeder zal ik vergeving schenken om uwentwil „Als ge mij danken wilt, Frans" klonk het hoog ernstig, „leer dan uw kind een gebed voor mij storten, en als Duitsch- lands bodem weer van vijanden gezui verd zal zijn, iaat Anna dan een krans „Maar i's het nu tijd voor zulke gedach ten?" viel hij zich zelf plotseling in de rede. „Dat komt immers allemaal wel terecht. De hoofdzaak is, dat wij nu de rollen verwisselen. Gauw wat, ik hoor voetstappenAls men ons overvalt is alles verloren." Eenige oogenblikken later was de ver andering geschied. Ze hadden echter geen oogenblik langer moeten talmen, want juist ging de middendeur open en luite nant Maubourg verscheen op den drempel. „De vijftien minuten zijn om," sprak hij, en zijn blik gleed onderzoekend over de beide jongelieden, „het is tijd." Frieda boog bijna onmerkbaar hethoofd „God zij mij genadig," duisterde bij. Maubourg sidderde, zijn oog viel op het stuk papier, dat op de schrijftafel lag, het bevatte een zwart kruis, het afgesproken teeken. „Sergeant Bredeau 1" Dq geroepene, een jonge man, die nog maar kort te Scharnrode was, trad voor. Door de geopende deur zag men de la Croix aan een tafel zitten', druk bezig met liet sorteereu van papieren. Mau bourg was handig genoeg geweest om hem met dienstaangelegenheden, te be lasten, Hie hem als aanstaand comman dant in den hoogsten graad moesten in teresseeren. „Gij zult het executie-peloton comnian- deeren, Bredeau, sprak de luitenant in het Eranseh, „Neem vertrouwbare lieden en rapporteer, als alles afgeloopen' is!" Sergeant Bredeau salueerde. „Onze mannen staan al klaar in den tuin," sprak hij; „een Eranseh soldaat mist ook bij fakkellicht zijn doSl niet!" „Kom!" zoo wendde hij zich tot Eriede, die met den hoed van schipper Frans diep in de OO' en gedrukt en het onder ste gedeelte van het gelaat door den kraag zijner jas bedekt, buiten den licht cirkel in een donkeren hoek stond. Tegelijkertijd opende de sergeant de achterdeur, en de daar geposteerde wach ten traden, nu als escorte dienst doende, den veroordeelde terzijde. In spanning volgde Maubourg's blik de beide jongelieden. Hij zag, hoe een van de twee naar den ander wilde terugkomen. Maar deze hief de hand op en sprak duisterend slechts dit éene woord„Anna"! Bijna ineenzinkend, hield de achter blijvende zich vast aan de leuning van een stoel. Maubourg wendde zich tot he:n in het Duitsch en sprak op scherpen toon „En nu gij, jongmensch Hij kreeg geen antwoordde toegespro- kene luisterde naar de wegstervende schreden. „Ilc raad li, u ten spoedigste uit de voeten te maken," ging de officier voort; „ons kunt ge in geen enkel opzicht meer van dienst zijn, en venter loopt gij zelfs gevaar, door de dorpelingen bont en blauw te worden geslagen. Ik zou me maar uit de voeten makenuw grootmoeder zal ik wel bericht zenden. Hier hebt ge uw deel van het verradersloon. En nu vooruit Hij reikte den psendo-Eriede twee gou- de Napoleons en wees, met uitgestrekte hand naar de deur. Met een gebaar van afkeer wees de aangesprokene het goud af; daarna wan kelde hij meer dan hij ging, de kamer uit, Ongehinderd liet men hem passeeren de la Croix keek nauwelijks van zijn papieren op. Naar den adem hijgend be reikte hij de deur en trad de straat op. Daar kraakte een salvo door de stilte van den nachtdat scheen hem plotse ling als uit een droom te doen ontwaken. Met een luiden kreet schrikte Frans uit zijn lethargie op en bedekte zijn ge laat met beide handen. „Zich opgeofferd 0111 mijnentwil," steunde hij. „Ik ben een ellendeling, dat ik het niet verhinderd heb. En toch, het was zijn wil, dat ik leven zou voor vrouw en kind. Laat ik het dus beproeven!" Hij streek met de hand over het voor hoofd, als wilde liij alle gedachten aan het verleden verjagen. Den landweg ver latend, drong hij een kreupelboscbje bin nen. Van daaruit was het voor iemand, die de streek kende, gemakkelijk om zonder opgemerkt te worden, (luxhafen le bereiken. Onbewegelijk, als oen steenon beeld zat oude Marie in baar grooten stoel. Sinds haar kleinzoon afscheid genomen had, had zij daar gezeten, met de handen zwaar op de leuningen van haar armstoel gedrukt. Zij kende Eriede en wist, dat hij zijn leven in het minst niet ontzien zou om den veroordeelde te redden. Er klonken naderende schreden. Nog eer <r gekli p kon worden, opende de oude het venster al. „Ik ben het, Oude Marie, Jorhem, de knecht van juffrouw Holmen, waar die Eransche luitenant woont," klonk het. „Wij zijn allen uit ons bed gejaagd. Er heeft zooeven een terechtstelling plaats gehad, schipper Frans! God straffe zijne moordenaars!" De oude vrouw sidderde. „üat's erg," sprak zmaar wat kan ik er aan doen? Ik kan heel veel, zelfs ziekten en wonden genezen, maar toch geen do oden levend maken." „Nu ja, niemand roept u dan ook. I heb u alleen een pakj-J over te geven, dat tie luitenant van den veroordeelde ontving, eer ze hem ter dood voerden. Hebt gij de salvo's niet gehoord? Het pakje is voor u bestemd. Hier, neem aan. Ik moet naar huis, want de na"ht is mij te koud." Hij reikte door het geopende venster de oude vrouw een met roode zegellak gesloten couvert. Oude Marie nam het niet aan. „Wat zou ik daarmee doen?" vroeg ze. „Ik moet toch van de doode niet erven? fk heb in zijn leven niets met hem te ma ken gehad en wil het ook nu niet." „De wil van een doode moet ons heilig zijn," sprak Jochem ernstig. „Nu dan, geef maar hier, dan sluit ik liet venster, want het tocht hier vreeselijk!" Zij nam het pakje aan en sloot hel. venster. Brommend over de gierigheid der oude, die hem niet eens een fooi of een glaasje anizettegaf, ging de knecht terug. Oude Marie had den brief terstond op de tafel gelegd, als of hij in haar vingers brandde. Zij stak de lamp aan en bekeek het pakje. Het droeg geen opschrift. Met be vende hand verbrak zij liet. zegel en nam het dooi*Eriede beschrevene blad uit het couvert. Ze had haar hoornen bril onbe zet, om het schrift heter le kunnen out- cijferen; haar eerste blik viel op het nood lottige knus, de tweede deed haar den schi ijver herkennen. De veroordeelde had den brief geschreven, had Jn.-hem geze.d Ze deukte de lippen vast op elkander en las: „Grootmoeder, er bestaat een ver- ge ding! Een toeval deed het mij ont dekken: gn hebt schippeuErans verraden, gij kunt het met loochenen! Als ik m het leven bleef, zou ik toch dood zijn voor u, grootmoeder!" De oude hield op. „Zou hij dood zijn voor mij? En ik heb hem tich zoo lief!" Ze las ve:de>', „Daarom is h -t heter, dat ik met Gods hulp goedmaak, wat gij misdreven hebt. ik zat een zoon, echtgenoot en vader t'igflijk reddenik maak vier gelukkigen en geel daarvo ir n ets dan een leven, dat toch mets dan ellende meer voor mij be vatten zou. Alleen wanneer gij verzwijgt, dat ik vi or Frans Eluenkrans gestorven hen en dat li ij in mijn p taais naar Ame rika vertrokken is, zal ik u kunnen ver geven, zal ook God u vergeven, wat gij misdreven hebt. Lieve Grootmoeder, Ik kan niet andersVerzwijgt gij nu aan onze vijanden wat, d; gedaan heb en maak daardoor mijn «flor niet vruchteloos Vaarwel! Uw Eriede! Wordt vervolgdj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1