DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. GEBROKEN TROTS. "buitenland. Kinderfiuisvesi 31-33, Haarlem BINNENLAND. DINSDAG 8 OCTOBER 1907. No. 6705, 3*st® Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: luiere. Telefoonnummer 1426. De „Voorhoede". Algemeen Overzicht. FEUILLETON. Nieuwtjes in drie regels. Gemengde Berichten. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers0.05 Van 1—6 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. PRIJS DER ADVERTENTfÊN: f0.60 (contant) f0.50 0.10 Het verschijnen van het Katholieke weekblad „De Voorhoede'1 heeft al heel wat stof doen opwaaien. In de Roontsehe pers is en wordt er nog druk over geschreven: enkele van die pers-stemmen hebben we in ons blad overgenomen, maar 't wordt ons mi te druk en te veell Het moest nu maar eens uit zijn met dat „Voorhoede"-kabaal. Oók al, omdat men bier dunkt ons aan het hameren is op 't verkeerde aambeeld. Verschillende bladen, met ,,De(n) Tijd" vóórop, rekenen het aan de drukkers affaire „Futura" te Leiden zwaar aan, dat deze voor hare uitga ven de Katholieke propagandaclubs tracht te spannen. Doch in één adem wijzen allen er op, dat „Futura" niets anders is dan een particuliere uitgeversmaatschappij. Welnu zoo vragen we wat is er dan tegen te zeggen, dat „Futura" door alle middelen poogt hare uit gaven aan den man te brengen en haar best doet, ook de Katholieke propagandaclubs voor haar bedrijf te winnen? Dat is handig „zaken-doen"! Inderdaad Niet tegen „Futura" of tegen ,}De Voorhoede" dient dus de aanmerking gericht, maar tegen die propaganda- club, die op onhandige wijze de lo kale Katholieke pers achterstellen mochten bij dit weekblad. Dat be hoeft dan ook niet te gebeuren, dunkt ons, in schetterende artikeltjes of aan, den-w.cg-timmerende critiek, maar dat is door onderling overleg en tact heel best te regelen! Heter althans dan door afgeven op de uitgeverszaak „Futura". Wij zien onze propagandaclubs in den iande voor zóó onhandig niet aan, dat ze willens en wetens de lokale Katholieke pers zouden achterstellen bij een weekblad dat allerminst die plaatselijke couranten kan vervangen Maar in overdreven ijver voor iets nieuws gaan somniige propagandisten, die als echte propaganda-mannen na tuurlijk altijd vol vuur zijn, misschien wel eens wat ver. Dat is mogelijk. Welnu, dat worde hun gemoe delijk met een kalm woord aangetoond En dan zal het succes hebben, zooals het ook op verschillende plaatsen bij ons weten al gebeurd is! Is er een goede lokale Roomsche krant, dan zal geen enkel propagan dist, die van alles op de hoogte is gebracht, die krant tegenwerken en in de plaats ervan een weekblad propageerenHoogstens erneveus, bij diegenen dan nog alleen, die in termen vallen. Daarom achten we dit tegen „De Voorhoede" opgezette relletje ontac tisch, zijn doel voorbijgaand e.i naar buiten schade doende aan de Room sche eenheid. Er zijn van die dingen die men be ter in eigen kring, met de onmTdde- lijk-bij-de-zaak betrokkenen behandelt. En dit is er één van, meenen wij De overeenkomst tusschen Oos- i.en rij k en Hongarij e in zake id) Millioencn zullen als zoenoffer voor de schuld van een Ehreukrans na mijn dood aan liefdadige stichtingen ten deel val len. Maar de vruchten onzer nieuwe zaak zal eens de zoon van mijn Frans erven. God zal ons helpen, hem te vinden uw zoon, Anna, mijn kleinzoon!" Anna maakte een beweging, als wilde ze den ouden heer te voet vallen. Maar Thomas Ehreukrans liet zijn stok los en trok zijn schoondochter naai zich toe. Voor de eerste maal sinds zijn kindsheid kwamen de tranen hem in de oogen. Zij bevochtigden Anna's voorhoofd, en Tho mas Ehrenkrans, de man, voor eenige weken nog zoo hard als staal, hij weende! „Gauw mannen, na deze giurlanden ïiog als kettingen tusschen de hoornen, dan den drempel met bloemen bestrooid en we zijn klaar." I)e jonge, omgeven twintigjarige man klom van de ladder omlaag, die bij de deur van liet kleine paviljoen stond, bo ven welke ingang bij een waar kunst- Werk, uit bloemen bestaande, had vast gemaakt, dat in bet midden de letters M. p., door een kroon overschaduwd, toonde. den veelbefaamden „Ausgleich" is verkregen, zoo konden we giste ren onder onze drieregelbericlitjes mededeelen. 't Feit wordt bevestigd. Maar of daarmede de kwestie van de baan is? Officieel heet het uit Budapest dat overeenstemming verkregen is over alle vraagstukken die aanhan gig waren. Maar de historie der onderhan delingen stemt eenigszins sceptisch •ten opzichte van het thans ontvan gen bericht, dat zoo weinig uitsluitsel geeft over de bijzonderheden van de overeenstemming, dat men zich afvraagt of niet wederom een dei- meest belangrijke kwesties buiten de bespreking is gebleven In een Duitsch blad vinden wij een iets uitvoeriger mededeeling. In de bankkwestie zou een mid denweg gevonden zijn. Mogelijk is dat de beslissing hierover voor korten tijd uitgesteld is, bijv. tot Mei 1908, zooals de Temps verneemt; het Parijsche blad gelooft aan de stichting van een nieuwe Hongaar- sche bank in een althans voor jaren on verbreekbare relatie met de Oos- tenrijksche. Ook van andere onderdeelen der kwestie verneemt men nog zeer weinigin regeeringskringen gist men dat de Hongaiv n een quota- verhooging tot 36 pCt. zouden heb ben aanvaard, dat een gedeelte van de suiker ontheven zou worden van de surtaxe, dat een schikking is getroffen ten opzichte van de spoor wegen in Bosnië en Dalmatië en dat op den spoorweg Kaschaf Oderberg een tweede lijn zou worden gelegd die dan een difecte verbin ding tusschen liet Hongaarsche en Pruisische net zou vormen, en dat van de Hongaarsche staatswaarden in Oostenrijk geen belasting zal worden geheven. Als inderdaad de feiten aan d -ize gissingen beantwoorden, dan zou Hongarije het hoofd gebogen hebben voor verschilleude Oostenrijksche eischen, dan zou dus blijken dat Oostenrijk met wat minder toegeef lijkheid ook wel wat meer had kunnen bereiken. Oostenrijk gaf dan een machtig wapen uit handen in de spoorweg kwesties door aan Hongarije de controle over de Hongaarsche spoor wegvrachten in internationaal ver keer geheel te laten, en liet iets vallen op het stuk der quota. Beide zaken, die in den tegen 16 October samenkomenden Oosten- rij ksehen landdag' menig woord van critiek zullen doen spreken terwijl de Hongaarsche regeering wel zeer sterk moet staan als zij de quota- verhooging er doorhaalt. Maar men bedenke dat er nog geen zekerheid omtrent de bijzon derheden is. We zullen dus omtrent heel veel, nog nadere berichten hebben af te wachten adertusschen sierden de ijverige han den van des graven Perronet bedienden met vaantjes en guirlanden het rondale, dat daar door een groep machtige beuken gevormd werd. In het midden daarvan verhief zich het kleine sierlijk gebouwde paviljoen, bij hetwelk de paden van den grooten tuin samenliepen, die het kleine kasteel des graven in de nabijheid van Marseille omgaf. De jonge man bekeek met rechtmati- gen trots zijn schepping: terstond echter werd de vroolijke uitdrukking van zijn gelaat weer ernstig en een bijna droevige trek kwam om zijn lippen. De knechts schenen aan het sombere droonien en peinsen van den jongen man vrijwel ge woon te zijn, want ze lieten hem onge stoord zijn gang gaan. Alleen een tuin mansjongen, die pas sinds kort in dienst getreden was, waagde, met den vinger naar hem wijzend, een opmerking. Terstond werd hij echter door een der meisjes terechtgewezen. '„Laat hem," zeide ze zachtjes. „Henri is veel handiger en werkt harder dan een van ons. En zijn grootmoeder staat bij den graaf in liooge gunst. Jaren ge leden is ze met haar kleinzoon na lange rond/wervingen zich hier komen vestigen. En kort daarna heeft ze den nu overleden zoon van den graaf genezen van een schotwond, die de dokters voor absoluut doodelijk verklaarden." Het meisje zou nog verder gebabbeld hebben, maar de jonge man, over wien zij gesproken had, wendde zich opeens tot haar. „Ik denk, dat gravin Melassie wel zeer in haar schik zal zijn," sprak hij, „als ze Het Span n scli e vorstenpaar zal nu toch eerlang een Europee- sche reis gaan doen, die al zoo vaak is aangekondigd maar steeds werd tegengesproken. De officieuze Epoca bevat de vol gende mededeeling over de aan staande reis van den Koning en de Koningin Zij zullen tusschen 14 en 16 dezer uit Madrid naar Weenen vertrekken Misschien zullen zij over Italië gaan. Te Parijs zullen zij zich niet op houden. Te Weenen vertoeven de Koning en de Koningin eenige dagen op den Hof burg. Van Wee nen gaande souvereinen overDuitch- laud en Nederland naar Engeland, maar men denkt niet dat zij in Saksen een bezoek zullen afleggen zooals gezegd was. Het is zeer waarschijnlijk dat het bezoek van den Koningsamen zal vallen met dat van Wilhelm II aan Eduard VIL Volgens bericht uit Parijs zijn Frankrijk en Spanje het nog niet eens over de regeling van den po litiedienst in en om Casablanca. Integendeel ligt generaal Drude drarover weer overhoop met majoor Olalla, den Spaanschen bevelhebber in de stad. Deze wil, overeenkomstig de acte van Algeciras, den politiedienst om de stad regelen, maar Drude zegt, dat de Spanjaarden daarvoor op het oogenblik niet sterk genoeg zijnOlalla heeft de zaak toen, vol gens de „Petit Parisien", aan den Spaanschen gezant te Tanger voor gelegd, en nu houdt de diplomatie van de twee landen er zicli mee bezig. De pers te Madrid is, volgens een telegram van daar, over de houding van Frankrijk in Marokko zeer slecht te spreken. De Congo-k westie houdt in België de gemoederen warm 't Is dan ook een zonderlinge historie. De koning moet, op aandringen van Engeland, zijn Congo aan België overdoen. Daar is niet aan te ontkomen, of Engeland zou zelf handelend in deze opereden. Wat doet echter koning Leopold nu Hij kleedt de voorwaarden waaron der de overgang van den Congo aan België zal plaats hebben, zal plaats hebben zóó in, dat hij zelf toch de souverein blijft en alles te vertellen houdt En in de commissie heeft bij een meerderheid die hem steunt. Zoo is, naar Reuter seint, gisteren in die commissie met 9 tegen 7 stemmen het voorstel van den oud-minister de Lautsheere om de begrooting van den Congostaat aan de Belgische Kamers ter stemming voor te leggen, verworpen. Het regeeringsvoorstel, bepalende dat de koning 6e begroeting vast- haar lievelingsplekje hier zoo mooi ge sierd vindt. Ze komt hier vast iederen morgen en zal dus vandaag wel niet overslaan. Denk je ook wel, Catherina „Ja meneer Henri, zij komt zeker," antwoordde het meisje, „ofschoon haar grootvader, de graaf, er eigenlijk tegen is. Het is hier in de nabijheid tegenwoor dig alles behalve pluis. Bij overste Mau- bourg hebben weer nachtelijke vergade ringen plaats gehad, en bij markies de Croizy is een molen in brand gestoken. Opdat men zou weten, wie het gedaan hebben, lieten de'.daders een briefje achter met de woorden erop: „De wrekers van den doode aan zijn vijanden." „Die ellendige brandstichtersStoofde jonge man op. „En nog ellendiger de lui, die den naam van een man als Mau- bourg durven noemen in verband met die duistere misdaden! Wil men hem dan zijn vereering voor Napoleon, onder wien hij zoo dapper streed voor liet va derland, als een misdaad aanrekenen? Omdat hij nu eenigszins zonderling en van de wereld afgescheiden leeft, moet men hem daarom nu maar dadelijk als een samenzweerder en brandstichter voor stellen? Niet iedereen wisselt nu een maal van politieke kleur als van kennis!" In de staatkundige kringen was toen het wachtwoord „Bourbon en de reslau- ratie.Lode wijk XVIII zat op Frankrijks troon; de zon van Austerlitz was over het rotsengraf van St. Helena onderge gaan in een korte spanne tijds waren dynastieën en geslachten, koninkrijken en vorston ten onder gegaan. De nede righeid verhief weer het hoofd: de heersch- zueht der tirannen lag in het stof ver nederd. Nauwelijks was Henri uitgesproken, of stelt, werd met gelijke stemmen verhouding aangenomen Met deze aanneming is nu het absolute stelsel geheel de baas ge worden Eu te begrijpen is het dat nu vele Belgen van een dergelijke „overname" van den Congo niets willen weten Prins Hohenlohe, de stadhouder van Elzas-Lotharingen, heeft ontslag gevraagd wegens hoogen ouderdom. Prins von Bülow's vacantie is om. Zaterdag is hij van Norderney naar Berlijn teruggekeerd. Hoeveel inwoners telt Londen? De j ongste telling geeft aanover de 7 millioen, méér dan ons heele land Zeven Russische kanonneerbooten (de heele vloot!) in 't Oosten zijn op de werf totaal verbrand. Geduchte pech Hofberichten. II. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins stellen zich voor, het Duitsche Keizerpaar bij aankomst te Vlissingen aldaar te verwelkomen en naar de residentie te geleijlen. H. M. de Koningin-Moeder ver trekt 14 October van Soestdijk naar „Mon Repos" te Neuwied, tot het bezoeken van de prinses van Wied Van daar gaat H. M. voor 4 weken naar Zwitserland, eerst naar Bex, later naar Moutreux. Het Keizerlijk bezoek aau liet Nederl. Hof. De Norddeutsche Aligemeine Zeitung, het plan van Z. M. den Duitschen Keizer besprekende om een bezoek te breugen aan H. M. Koningin Wilhelmina, zegt: „In dit besluit van den Keizer en de Keizerin om de Koningin te bezoeken, komen de warme vriendschappelijke gevoelens tot uiting die ons Keizerpaar voor de jeugdige Koningin gevoelt, ge voelens die den Nederlanders zoowel als ons volk bekend zijn, en door hen als een waardevolle verhouding tusschen hun-land en Duitschland worden gewaardeerd". Het blad ontkent de motieven die in de Fransche pers voor dat bezoek worden aangegeven, en zegt dan: dat de staatkunde van het jonge Duitsche Rijk reeds hare vaste, aan iederen staatsman be kende overleveringen heeft, die door geen hatelijkheden van bui- tenlandsche tegenstanders in twijfel kunnen worden getrokken. Tweede Kamer. De Tweede Kamer zal heden geen openbare vergadering houden, om dat alle afdeelingen het Staatsbe- grootingsonderzoek nog niet beëin digden. De eerstvolgende openbare zit ting zal vermoedelijk Donderdag plaats vinden. Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besluiten zijn met ingang van 1 November benoemd tot tweede-geneesheer aan liet Rijkskrankzinnigengesticbt te Me- demb.'ik, dr. J. J. P. Hilbers, te Grave tot burgemeester der gemeente Warmond A. J. Schölvinck; tot plaatsvervangend voorzitter van den raad van beroep voor de vermogensbelasting te Rotterdam en van dien raad voor de perso- neele belastiug aldaar, de heer E. P. de Monchy Rzn.. pakhuismeester en lid van de Kamer van Koop handel aldaar ^bij liet korps, gevormd uit de ereeniging tot bevordering van 's lands weerbaarheid „Voor Vader land en Koning," te Haarlem, tot Te-lu.it. P. de Lugt, thans 2e-luit. bij dat korps. De Vredesconferetie. Morgen, Woeusdagvooi middag a.s. te 11 uur is er voltallige ver gadering van de Conferentie, waarin behandeld zullen worden lo. het ontwerp betreffende het leggen van automatische onder- zeesche contactmijnen, en 2o. het verdrag betreffende de rechten en plichten van de onzijdige staten in een zee-oorlog, Een Postverdrag. De „St.-Ct." bevat een Kon. Besl. houdende bekendmaking van het te 'sGravinhage tusschen Nederland en Belgie gesloten Post verdrag. Het Kiesrechtrapport. Naar „de Tijd" uit goede bron verneemt, is de Commissie, benoemd door het bestuur van den Bond van R.K. kiesvereenigingeu in Ne derland, tot bet samenstellen van een rapport betreffende het Kies- rechtvraagstuk, met baar taak ge reed, en zal voor 1 November haar rapport aan bedoeld Bestuur in dienen. U't de Rotterdamsche haven. Op de Achterhaven te Oud- Delfsliaven heeft gisteren in den loop van den morgen een formeele veldslag plaats gehad, die, schoon niet direct op de staking terug te voeren, toch de bootwerkers tot onmiddellijke aanstichters heeft ge had. Aan genoemde haven is gevestigd het kantoor van den stuwadoor 0. Swarttouw, waarvoor zich heden morgen eenige honderden werklie den verzamelden tot het vaste per soneel dier firma beLoorer.de. Velen van dit vclkje verkeerden onder den invloed van sterken drank en gingen na veel geruziezoek onder ling aan het bakkeleien. Toen de politie er bij kwam om de vech tenden te scheiden, kwamen ook anderen onmiddellijk in verzet. Er werden uit den troep revolver schoten gelost, ten gevolge waarvan de politie-agent De Bruijn door een kogel in het onderlijf werd getroffen. Ook de aanwezige politie begon nu harerzijds van revolvers gebruik te maken en joeg op haar beurt een der bootwerkers, Bijkerk geheeten, een kogel in het been. Eerst toen huzaren, politie te paa d en te voet ter versterking kwamen opdagen, kon de rust hersteld worden. De gekwetsten werden naar het zieken huis vervoerd. Wat de staking zelve betreft, kan worden medegedeeld dat de vaste ploegen van Frans Swarttouw zich vrijwillig weer hebben aange meld, zoodat deze incidenteele sta king is afgeloopen en de beweging vooralsnog blijft beperkt lot de graanboot werkers. Nader blijkt dat bij het gevecht -behalve de reeds genoemde perso nen, nog drie bootwerkers verwond zijn, twee door revolverkogels en een door een sabelhouw over liet hoofd. Wij hebben in den loop der l>e- wegiug gelegenheid gehad om ge wag te maken van een aantal ver raderlijke aanvallen. Er wordt er nu één bekend, die niet zal nalaten in vele kringen der burgerij groote verontwaardig te wekken. Slacht offer van dien verraderlij ken aanslag is de heer J. ILudig, oudste wet houder der gemeente, tevens hoofd der firma Hudig en Veder, een dei- meest populaire persoonlijkheden te Rotterdam, bij velen geacht om zijn kunde, bij anderen geliefd om zijn welwillendheid en humaniteit. Toen deze Vrijdagavond laat van het Stadhuis kwam, werd bij opde Regentessebrug op weg naar zijn huis aangesproken door een boot werker, die eerst een praatje maakte en hem vervolgeus vroeg of hij de lieer Hudig was. Toen hierop be vestigend werd geantwoord, out ving de heer Hudig een geweldigen klap tegen het achterhoofd, terwijl de verraderlijke aanvaller het hazen pad koos zonder bekend te zijn ge worden. Gelukkig blijkt de heer Hudig, niettegenstaande zijn 70 jaren nog een krasse man, van den aan slag geen slechte gevolgen te hebben Een slimme kraai. De bonte kraaien keeren weder uit het koude Noorden terug om hier ge durende de winterjnaanden voedsel te zoeken thans is het voor deze vogels nog alhier een dorado, want veld en akker heeft volop afval om den honger te stillen rotte aardap pelen, larven in de omgeploegde voren, ja, wat niet al, want alles is van haar gading. Treedt echter met December de vorst in, dan komt ook voor haar een bange tijd en o. m. wordt dan gebruik gemaakt van de mossels, die de vogels op pikken, in de hoogte voeren en van daar worden neergeworpen op de De ridder had zich van hem afgewend en monsterde de aangebrachte versiering met verachtelijken blik. „Zijn we hier soms iu een schouwburg?" riep hij. „Weg met dien rommel, eer de gravin komt, Wie heeft daartoe last gegeven?" „De bedienden verzoeken mij," ant woordde Henri, hun een middel aan te geven om hun vereering voor gravin Slelanïe te uiten. Ik heb hun aangeraden ter gelegenheid van het feest van van daag haar lievelingsplekje met geurige bloemen te sieren." „De bedienden hebben te gehoorzamen, niet te vcreeren en die vereering zoo maar zonder verlof te uiten," riep de ridder toornig. „Men heeft daartoe im mers noch den graaf noch mij verlof ge vraagd. Neemt dien rommel er af!" Een ontevreden gemompel werd ge hoord in den kleinen kring van hen, die nog den moed hadden gehad te blijven de meesten hadden zich uit vrees voor hun betrekking reeds verwijderd. Henri trad dichter op den ridder toe, zijn stem beefde van opgewondenheid. „Heer ridder," sprak hij, „ik verzoek u om der wille van uw nicht, deze versie- sing niet te laten wegnemen. De edelman draaide hem den rug toe. „Haal de ladder," snauwde hij een hunner toe die het dichts hij hem stond, „en gooi mi dien rommel er af." „Mijnheer George," hield Henri met moeilijk bedwongen kalmte aan, „ik wil antwoord hebben. (Wordt vercolyJ.) een jeugdige, hard klinkende stem deed dezen, die gretig naar zijn woorden ge luisterd hadden, opschrikken. „Wie duift het hier wagen, de vijanden des vaderlands te verheerlijken?" klonk het. Het was een jolige man van ongeveer vier en twintig jaren: onbeschaamdheid en zinnelijkheid spraken uit het gelaat, dat met het lage voorhoofd, de onheil- spellend-schittereilde kleine oogen en de vooruitstaande lippen een haast weerzin- wekkenden indruk maakte. „Meneer Georgefluisterden de men- schen en weken schuw uiteen.Alleen Henri bleef rustig staan. Met een kalmen blik mat hij den spreker, boog daarna bij wijze van groet even het hoofd; het was toch altijd een bloedverwant van den landheer, die daar tegenover hem stond. George de Diblas woonde sinds oen twaalftal jaren op het kasteel van den graaf de Perromet. Als wees en kind van verwijderde bloedverwanten had de oude heer hem in zijn huis opgenomen. De knaap had zich zeer snel de gunst van zijn beschermheer weten te verwerven, en deze verheugde zich, na den dood van zijn zoon in George toch zijn huis te zien voortbestaan. Weliswaar bleek graaf Perronet vrijwel de eenige, die voorliefde toonde voor het karakter van den jongen man, dat over het geheel vrijwel met het zijne overeen stemde. De dienstboden echter verat- schuwden George als twiststoker en aan brenger. De kleindochter des graven, gravin Melanie, bij wie hij zich reeds in de vroegere jongelingsjaren trachtte op te dringen, vermeed hem instinctmatig. En toch was men het er algemeen over eens dat ridder' George wel met de se.hoone Meiante in liet huwelijk zou treden. „Wanneer allen, die de herinnering aan keizer Napoleon nog trouw bewaren, vij anden des vaderlads waren," antwoordde Henri op bescheiden toon, „dan zouden velen, die nu de opgaande ster der Bour bons huldigen, als misdadigers beschouwd moeten worden. Overste Mauborg echter, beschouwen ik en ieder die met hem in aanraking komt, als een man van eer. „De knaap spreekt waarlijk, alsof hij ook al over eer kou oordeelen," riep Ge orge spottend. „Wat weet gij daarvan?" Henri werd bleek. „Genoeg, ridder, om te begrijpen dan het een oneer voor een edelman is, zulk een vraag te doen. Niet adel of geboorte alleen brengen eer. Er is ook een eere des geestes en der be schaving, en naar deze street ik 1" „O ja, ik vergat dat Henri dichter is," riep George hoonend. Wij zijn tl nog menig aangenaam uurtje verschuldigd. Zelfs uw laatste gedicht op den schei denden zomer, dat u op bevel van gra vin Melanie maakte. „Gravin Melanie is een engel zelfs voor de geringste van haar bedienden en be veelt nooit, heer ridder", viel Henri hem gloeiend van toorn in de reden. „Nu ja, aan dichters moet men al wat toegeven. Het gedicht werd gisteren doof mijn nicht aan tafel voorgelezen, hoewel ze bijna stikte van hot lachen om den dwazen inhoud." Een onderdrukte kreet steeg uit de borst van den jongen man op; zijn vuisten balden zich en hij maakte een beweging als wilde hij ridder George te lijf gaan. Maar nog te rechter tijd bedwong hij zich. „Dat is een leugen, dat heeft, de gravin niet gedaan 1"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1