DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
GEBROKEN TROTS.
"buitenland.
Kinderfiuisvesi 31-33, Haarlem
BINNENLAND.
DINSDAG 8 OCTOBER 1907.
No. 6705, 3*st® Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
luiere. Telefoonnummer 1426.
De „Voorhoede".
Algemeen Overzicht.
FEUILLETON.
Nieuwtjes in drie regels.
Gemengde Berichten.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlijke nummers0.05
Van 1—6 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
PRIJS DER ADVERTENTfÊN:
f0.60 (contant) f0.50
0.10
Het verschijnen van het Katholieke
weekblad „De Voorhoede'1 heeft al
heel wat stof doen opwaaien.
In de Roontsehe pers is en wordt
er nog druk over geschreven: enkele
van die pers-stemmen hebben we in
ons blad overgenomen, maar 't wordt
ons mi te druk en te veell
Het moest nu maar eens uit zijn
met dat „Voorhoede"-kabaal.
Oók al, omdat men bier dunkt ons
aan het hameren is op 't verkeerde
aambeeld.
Verschillende bladen, met ,,De(n)
Tijd" vóórop, rekenen het aan de
drukkers affaire „Futura" te Leiden
zwaar aan, dat deze voor hare uitga
ven de Katholieke propagandaclubs
tracht te spannen.
Doch in één adem wijzen allen er
op, dat „Futura" niets anders is dan
een particuliere uitgeversmaatschappij.
Welnu zoo vragen we wat is
er dan tegen te zeggen, dat „Futura"
door alle middelen poogt hare uit
gaven aan den man te brengen en
haar best doet, ook de Katholieke
propagandaclubs voor haar bedrijf te
winnen? Dat is handig „zaken-doen"!
Inderdaad
Niet tegen „Futura" of tegen ,}De
Voorhoede" dient dus de aanmerking
gericht, maar tegen die propaganda-
club, die op onhandige wijze de lo
kale Katholieke pers achterstellen
mochten bij dit weekblad. Dat be
hoeft dan ook niet te gebeuren, dunkt
ons, in schetterende artikeltjes of aan,
den-w.cg-timmerende critiek, maar dat
is door onderling overleg en tact heel
best te regelen!
Heter althans dan door afgeven op
de uitgeverszaak „Futura".
Wij zien onze propagandaclubs in
den iande voor zóó onhandig niet aan,
dat ze willens en wetens de lokale
Katholieke pers zouden achterstellen
bij een weekblad dat allerminst die
plaatselijke couranten kan vervangen
Maar in overdreven ijver voor iets
nieuws gaan somniige propagandisten,
die als echte propaganda-mannen na
tuurlijk altijd vol vuur zijn, misschien
wel eens wat ver.
Dat is mogelijk.
Welnu, dat worde hun gemoe
delijk met een kalm woord aangetoond
En dan zal het succes hebben, zooals
het ook op verschillende plaatsen bij
ons weten al gebeurd is!
Is er een goede lokale Roomsche
krant, dan zal geen enkel propagan
dist, die van alles op de hoogte is
gebracht, die krant tegenwerken en
in de plaats ervan een weekblad
propageerenHoogstens erneveus, bij
diegenen dan nog alleen, die in termen
vallen.
Daarom achten we dit tegen „De
Voorhoede" opgezette relletje ontac
tisch, zijn doel voorbijgaand e.i naar
buiten schade doende aan de Room
sche eenheid.
Er zijn van die dingen die men be
ter in eigen kring, met de onmTdde-
lijk-bij-de-zaak betrokkenen behandelt.
En dit is er één van, meenen wij
De overeenkomst tusschen Oos-
i.en rij k en Hongarij e in zake
id)
Millioencn zullen als zoenoffer voor de
schuld van een Ehreukrans na mijn dood
aan liefdadige stichtingen ten deel val
len. Maar de vruchten onzer nieuwe zaak
zal eens de zoon van mijn Frans erven.
God zal ons helpen, hem te vinden
uw zoon, Anna, mijn kleinzoon!"
Anna maakte een beweging, als wilde
ze den ouden heer te voet vallen. Maar
Thomas Ehreukrans liet zijn stok los en
trok zijn schoondochter naai zich toe.
Voor de eerste maal sinds zijn kindsheid
kwamen de tranen hem in de oogen. Zij
bevochtigden Anna's voorhoofd, en Tho
mas Ehrenkrans, de man, voor eenige
weken nog zoo hard als staal, hij
weende!
„Gauw mannen, na deze giurlanden
ïiog als kettingen tusschen de hoornen,
dan den drempel met bloemen bestrooid
en we zijn klaar."
I)e jonge, omgeven twintigjarige man
klom van de ladder omlaag, die bij de
deur van liet kleine paviljoen stond, bo
ven welke ingang bij een waar kunst-
Werk, uit bloemen bestaande, had vast
gemaakt, dat in bet midden de letters
M. p., door een kroon overschaduwd,
toonde.
den veelbefaamden „Ausgleich" is
verkregen, zoo konden we giste
ren onder onze drieregelbericlitjes
mededeelen.
't Feit wordt bevestigd. Maar of
daarmede de kwestie van de baan
is? Officieel heet het uit Budapest
dat overeenstemming verkregen is
over alle vraagstukken die aanhan
gig waren.
Maar de historie der onderhan
delingen stemt eenigszins sceptisch
•ten opzichte van het thans ontvan
gen bericht, dat zoo weinig uitsluitsel
geeft over de bijzonderheden van
de overeenstemming, dat men zich
afvraagt of niet wederom een dei-
meest belangrijke kwesties buiten de
bespreking is gebleven
In een Duitsch blad vinden wij
een iets uitvoeriger mededeeling.
In de bankkwestie zou een mid
denweg gevonden zijn. Mogelijk is
dat de beslissing hierover voor
korten tijd uitgesteld is, bijv. tot
Mei 1908, zooals de Temps verneemt;
het Parijsche blad gelooft aan de
stichting van een nieuwe Hongaar-
sche bank in een althans voor jaren
on verbreekbare relatie met de Oos-
tenrijksche.
Ook van andere onderdeelen der
kwestie verneemt men nog zeer
weinigin regeeringskringen gist
men dat de Hongaiv n een quota-
verhooging tot 36 pCt. zouden heb
ben aanvaard, dat een gedeelte van
de suiker ontheven zou worden van
de surtaxe, dat een schikking is
getroffen ten opzichte van de spoor
wegen in Bosnië en Dalmatië en
dat op den spoorweg Kaschaf
Oderberg een tweede lijn zou worden
gelegd die dan een difecte verbin
ding tusschen liet Hongaarsche en
Pruisische net zou vormen, en dat
van de Hongaarsche staatswaarden
in Oostenrijk geen belasting zal
worden geheven.
Als inderdaad de feiten aan d -ize
gissingen beantwoorden, dan zou
Hongarije het hoofd gebogen hebben
voor verschilleude Oostenrijksche
eischen, dan zou dus blijken dat
Oostenrijk met wat minder toegeef
lijkheid ook wel wat meer had
kunnen bereiken.
Oostenrijk gaf dan een machtig
wapen uit handen in de spoorweg
kwesties door aan Hongarije de
controle over de Hongaarsche spoor
wegvrachten in internationaal ver
keer geheel te laten, en liet iets
vallen op het stuk der quota.
Beide zaken, die in den tegen 16
October samenkomenden Oosten-
rij ksehen landdag' menig woord van
critiek zullen doen spreken terwijl
de Hongaarsche regeering wel zeer
sterk moet staan als zij de quota-
verhooging er doorhaalt.
Maar men bedenke dat er nog
geen zekerheid omtrent de bijzon
derheden is.
We zullen dus omtrent heel veel,
nog nadere berichten hebben af te
wachten
adertusschen sierden de ijverige han
den van des graven Perronet bedienden
met vaantjes en guirlanden het rondale,
dat daar door een groep machtige beuken
gevormd werd.
In het midden daarvan verhief zich
het kleine sierlijk gebouwde paviljoen,
bij hetwelk de paden van den grooten
tuin samenliepen, die het kleine kasteel
des graven in de nabijheid van Marseille
omgaf.
De jonge man bekeek met rechtmati-
gen trots zijn schepping: terstond echter
werd de vroolijke uitdrukking van zijn
gelaat weer ernstig en een bijna droevige
trek kwam om zijn lippen. De knechts
schenen aan het sombere droonien en
peinsen van den jongen man vrijwel ge
woon te zijn, want ze lieten hem onge
stoord zijn gang gaan. Alleen een tuin
mansjongen, die pas sinds kort in dienst
getreden was, waagde, met den vinger
naar hem wijzend, een opmerking.
Terstond werd hij echter door een der
meisjes terechtgewezen.
'„Laat hem," zeide ze zachtjes. „Henri
is veel handiger en werkt harder dan
een van ons. En zijn grootmoeder staat
bij den graaf in liooge gunst. Jaren ge
leden is ze met haar kleinzoon na lange
rond/wervingen zich hier komen vestigen.
En kort daarna heeft ze den nu overleden
zoon van den graaf genezen van een
schotwond, die de dokters voor absoluut
doodelijk verklaarden."
Het meisje zou nog verder gebabbeld
hebben, maar de jonge man, over wien
zij gesproken had, wendde zich opeens
tot haar.
„Ik denk, dat gravin Melassie wel zeer
in haar schik zal zijn," sprak hij, „als ze
Het Span n scli e vorstenpaar
zal nu toch eerlang een Europee-
sche reis gaan doen, die al zoo
vaak is aangekondigd maar steeds
werd tegengesproken.
De officieuze Epoca bevat de vol
gende mededeeling over de aan
staande reis van den Koning en de
Koningin
Zij zullen tusschen 14 en 16 dezer
uit Madrid naar Weenen vertrekken
Misschien zullen zij over Italië gaan.
Te Parijs zullen zij zich niet op
houden. Te Weenen vertoeven de
Koning en de Koningin eenige
dagen op den Hof burg. Van Wee
nen gaande souvereinen overDuitch-
laud en Nederland naar Engeland,
maar men denkt niet dat zij in
Saksen een bezoek zullen afleggen
zooals gezegd was.
Het is zeer waarschijnlijk dat
het bezoek van den Koningsamen
zal vallen met dat van Wilhelm
II aan Eduard VIL
Volgens bericht uit Parijs zijn
Frankrijk en Spanje het nog niet
eens over de regeling van den po
litiedienst in en om Casablanca.
Integendeel ligt generaal Drude
drarover weer overhoop met majoor
Olalla, den Spaanschen bevelhebber
in de stad.
Deze wil, overeenkomstig de acte
van Algeciras, den politiedienst om
de stad regelen, maar Drude zegt,
dat de Spanjaarden daarvoor op
het oogenblik niet sterk genoeg
zijnOlalla heeft de zaak toen, vol
gens de „Petit Parisien", aan den
Spaanschen gezant te Tanger voor
gelegd, en nu houdt de diplomatie
van de twee landen er zicli mee
bezig.
De pers te Madrid is, volgens
een telegram van daar, over de
houding van Frankrijk in Marokko
zeer slecht te spreken.
De Congo-k westie houdt in
België de gemoederen warm
't Is dan ook een zonderlinge
historie.
De koning moet, op aandringen
van Engeland, zijn Congo aan
België overdoen. Daar is niet aan
te ontkomen, of Engeland zou zelf
handelend in deze opereden.
Wat doet echter koning Leopold
nu
Hij kleedt de voorwaarden waaron
der de overgang van den Congo aan
België zal plaats hebben, zal plaats
hebben zóó in, dat hij zelf toch de
souverein blijft en alles te vertellen
houdt
En in de commissie heeft bij
een meerderheid die hem steunt.
Zoo is, naar Reuter seint, gisteren
in die commissie met 9 tegen 7
stemmen het voorstel van den
oud-minister de Lautsheere om de
begrooting van den Congostaat aan
de Belgische Kamers ter stemming
voor te leggen, verworpen.
Het regeeringsvoorstel, bepalende
dat de koning 6e begroeting vast-
haar lievelingsplekje hier zoo mooi ge
sierd vindt. Ze komt hier vast iederen
morgen en zal dus vandaag wel niet
overslaan. Denk je ook wel, Catherina
„Ja meneer Henri, zij komt zeker,"
antwoordde het meisje, „ofschoon haar
grootvader, de graaf, er eigenlijk tegen
is. Het is hier in de nabijheid tegenwoor
dig alles behalve pluis. Bij overste Mau-
bourg hebben weer nachtelijke vergade
ringen plaats gehad, en bij markies de
Croizy is een molen in brand gestoken.
Opdat men zou weten, wie het gedaan
hebben, lieten de'.daders een briefje achter
met de woorden erop: „De wrekers van
den doode aan zijn vijanden."
„Die ellendige brandstichtersStoofde
jonge man op. „En nog ellendiger de
lui, die den naam van een man als Mau-
bourg durven noemen in verband met
die duistere misdaden! Wil men hem
dan zijn vereering voor Napoleon, onder
wien hij zoo dapper streed voor liet va
derland, als een misdaad aanrekenen?
Omdat hij nu eenigszins zonderling en
van de wereld afgescheiden leeft, moet
men hem daarom nu maar dadelijk als
een samenzweerder en brandstichter voor
stellen? Niet iedereen wisselt nu een
maal van politieke kleur als van kennis!"
In de staatkundige kringen was toen
het wachtwoord „Bourbon en de reslau-
ratie.Lode wijk XVIII zat op Frankrijks
troon; de zon van Austerlitz was over
het rotsengraf van St. Helena onderge
gaan in een korte spanne tijds waren
dynastieën en geslachten, koninkrijken
en vorston ten onder gegaan. De nede
righeid verhief weer het hoofd: de heersch-
zueht der tirannen lag in het stof ver
nederd.
Nauwelijks was Henri uitgesproken, of
stelt, werd met gelijke stemmen
verhouding aangenomen
Met deze aanneming is nu het
absolute stelsel geheel de baas ge
worden
Eu te begrijpen is het dat nu
vele Belgen van een dergelijke
„overname" van den Congo niets
willen weten
Prins Hohenlohe, de stadhouder
van Elzas-Lotharingen, heeft ontslag
gevraagd wegens hoogen ouderdom.
Prins von Bülow's vacantie is
om. Zaterdag is hij van Norderney
naar Berlijn teruggekeerd.
Hoeveel inwoners telt Londen?
De j ongste telling geeft aanover de 7
millioen, méér dan ons heele land
Zeven Russische kanonneerbooten
(de heele vloot!) in 't Oosten zijn op de
werf totaal verbrand. Geduchte pech
Hofberichten.
II. M. de Koningin en Z. K. H.
de Prins stellen zich voor, het
Duitsche Keizerpaar bij aankomst
te Vlissingen aldaar te verwelkomen
en naar de residentie te geleijlen.
H. M. de Koningin-Moeder ver
trekt 14 October van Soestdijk naar
„Mon Repos" te Neuwied, tot het
bezoeken van de prinses van Wied
Van daar gaat H. M. voor 4 weken
naar Zwitserland, eerst naar Bex,
later naar Moutreux.
Het Keizerlijk bezoek aau liet
Nederl. Hof.
De Norddeutsche Aligemeine
Zeitung, het plan van Z. M. den
Duitschen Keizer besprekende om
een bezoek te breugen aan H. M.
Koningin Wilhelmina, zegt:
„In dit besluit van den Keizer
en de Keizerin om de Koningin
te bezoeken, komen de warme
vriendschappelijke gevoelens tot
uiting die ons Keizerpaar voor
de jeugdige Koningin gevoelt, ge
voelens die den Nederlanders
zoowel als ons volk bekend zijn,
en door hen als een waardevolle
verhouding tusschen hun-land en
Duitschland worden gewaardeerd".
Het blad ontkent de motieven
die in de Fransche pers voor dat
bezoek worden aangegeven, en zegt
dan: dat de staatkunde van het
jonge Duitsche Rijk reeds hare
vaste, aan iederen staatsman be
kende overleveringen heeft, die
door geen hatelijkheden van bui-
tenlandsche tegenstanders in twijfel
kunnen worden getrokken.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer zal heden geen
openbare vergadering houden, om
dat alle afdeelingen het Staatsbe-
grootingsonderzoek nog niet beëin
digden.
De eerstvolgende openbare zit
ting zal vermoedelijk Donderdag
plaats vinden.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besluiten zijn met ingang
van 1 November benoemd
tot tweede-geneesheer aan liet
Rijkskrankzinnigengesticbt te Me-
demb.'ik, dr. J. J. P. Hilbers, te
Grave
tot burgemeester der gemeente
Warmond A. J. Schölvinck;
tot plaatsvervangend voorzitter
van den raad van beroep voor de
vermogensbelasting te Rotterdam
en van dien raad voor de perso-
neele belastiug aldaar, de heer E.
P. de Monchy Rzn.. pakhuismeester
en lid van de Kamer van Koop
handel aldaar
^bij liet korps, gevormd uit de
ereeniging tot bevordering van
's lands weerbaarheid „Voor Vader
land en Koning," te Haarlem, tot
Te-lu.it. P. de Lugt, thans 2e-luit.
bij dat korps.
De Vredesconferetie.
Morgen, Woeusdagvooi middag
a.s. te 11 uur is er voltallige ver
gadering van de Conferentie, waarin
behandeld zullen worden
lo. het ontwerp betreffende het
leggen van automatische onder-
zeesche contactmijnen, en
2o. het verdrag betreffende de
rechten en plichten van de onzijdige
staten in een zee-oorlog,
Een Postverdrag.
De „St.-Ct." bevat een Kon.
Besl. houdende bekendmaking van
het te 'sGravinhage tusschen
Nederland en Belgie gesloten Post
verdrag.
Het Kiesrechtrapport.
Naar „de Tijd" uit goede bron
verneemt, is de Commissie, benoemd
door het bestuur van den Bond
van R.K. kiesvereenigingeu in Ne
derland, tot bet samenstellen van
een rapport betreffende het Kies-
rechtvraagstuk, met baar taak ge
reed, en zal voor 1 November haar
rapport aan bedoeld Bestuur in
dienen.
U't de Rotterdamsche haven.
Op de Achterhaven te Oud-
Delfsliaven heeft gisteren in den
loop van den morgen een formeele
veldslag plaats gehad, die, schoon
niet direct op de staking terug te
voeren, toch de bootwerkers tot
onmiddellijke aanstichters heeft ge
had.
Aan genoemde haven is gevestigd
het kantoor van den stuwadoor 0.
Swarttouw, waarvoor zich heden
morgen eenige honderden werklie
den verzamelden tot het vaste per
soneel dier firma beLoorer.de. Velen
van dit vclkje verkeerden onder
den invloed van sterken drank en
gingen na veel geruziezoek onder
ling aan het bakkeleien. Toen de
politie er bij kwam om de vech
tenden te scheiden, kwamen ook
anderen onmiddellijk in verzet.
Er werden uit den troep revolver
schoten gelost, ten gevolge waarvan
de politie-agent De Bruijn door een
kogel in het onderlijf werd getroffen.
Ook de aanwezige politie begon nu
harerzijds van revolvers gebruik te
maken en joeg op haar beurt een
der bootwerkers, Bijkerk geheeten,
een kogel in het been. Eerst toen
huzaren, politie te paa d en te voet
ter versterking kwamen opdagen,
kon de rust hersteld worden. De
gekwetsten werden naar het zieken
huis vervoerd.
Wat de staking zelve betreft,
kan worden medegedeeld dat de
vaste ploegen van Frans Swarttouw
zich vrijwillig weer hebben aange
meld, zoodat deze incidenteele sta
king is afgeloopen en de beweging
vooralsnog blijft beperkt lot de
graanboot werkers.
Nader blijkt dat bij het gevecht
-behalve de reeds genoemde perso
nen, nog drie bootwerkers verwond
zijn, twee door revolverkogels en
een door een sabelhouw over liet
hoofd.
Wij hebben in den loop der l>e-
wegiug gelegenheid gehad om ge
wag te maken van een aantal ver
raderlijke aanvallen. Er wordt er
nu één bekend, die niet zal nalaten
in vele kringen der burgerij groote
verontwaardig te wekken. Slacht
offer van dien verraderlij ken aanslag
is de heer J. ILudig, oudste wet
houder der gemeente, tevens hoofd
der firma Hudig en Veder, een dei-
meest populaire persoonlijkheden te
Rotterdam, bij velen geacht om zijn
kunde, bij anderen geliefd om zijn
welwillendheid en humaniteit.
Toen deze Vrijdagavond laat van
het Stadhuis kwam, werd bij opde
Regentessebrug op weg naar zijn
huis aangesproken door een boot
werker, die eerst een praatje maakte
en hem vervolgeus vroeg of hij de
lieer Hudig was. Toen hierop be
vestigend werd geantwoord, out
ving de heer Hudig een geweldigen
klap tegen het achterhoofd, terwijl
de verraderlijke aanvaller het hazen
pad koos zonder bekend te zijn ge
worden. Gelukkig blijkt de heer
Hudig, niettegenstaande zijn 70 jaren
nog een krasse man, van den aan
slag geen slechte gevolgen te hebben
Een slimme kraai. De
bonte kraaien keeren weder uit het
koude Noorden terug om hier ge
durende de winterjnaanden voedsel
te zoeken thans is het voor deze
vogels nog alhier een dorado, want
veld en akker heeft volop afval om
den honger te stillen rotte aardap
pelen, larven in de omgeploegde
voren, ja, wat niet al, want alles
is van haar gading. Treedt echter
met December de vorst in, dan
komt ook voor haar een bange tijd
en o. m. wordt dan gebruik gemaakt
van de mossels, die de vogels op
pikken, in de hoogte voeren en van
daar worden neergeworpen op de
De ridder had zich van hem afgewend
en monsterde de aangebrachte versiering
met verachtelijken blik. „Zijn we hier
soms iu een schouwburg?" riep hij. „Weg
met dien rommel, eer de gravin komt,
Wie heeft daartoe last gegeven?"
„De bedienden verzoeken mij," ant
woordde Henri, hun een middel aan te
geven om hun vereering voor gravin
Slelanïe te uiten. Ik heb hun aangeraden
ter gelegenheid van het feest van van
daag haar lievelingsplekje met geurige
bloemen te sieren."
„De bedienden hebben te gehoorzamen,
niet te vcreeren en die vereering zoo
maar zonder verlof te uiten," riep de
ridder toornig. „Men heeft daartoe im
mers noch den graaf noch mij verlof ge
vraagd. Neemt dien rommel er af!"
Een ontevreden gemompel werd ge
hoord in den kleinen kring van hen, die
nog den moed hadden gehad te blijven
de meesten hadden zich uit vrees voor
hun betrekking reeds verwijderd.
Henri trad dichter op den ridder toe,
zijn stem beefde van opgewondenheid.
„Heer ridder," sprak hij, „ik verzoek u
om der wille van uw nicht, deze versie-
sing niet te laten wegnemen.
De edelman draaide hem den rug toe.
„Haal de ladder," snauwde hij een hunner
toe die het dichts hij hem stond, „en
gooi mi dien rommel er af."
„Mijnheer George," hield Henri met
moeilijk bedwongen kalmte aan, „ik wil
antwoord hebben.
(Wordt vercolyJ.)
een jeugdige, hard klinkende stem deed
dezen, die gretig naar zijn woorden ge
luisterd hadden, opschrikken.
„Wie duift het hier wagen, de vijanden
des vaderlands te verheerlijken?" klonk
het.
Het was een jolige man van ongeveer
vier en twintig jaren: onbeschaamdheid
en zinnelijkheid spraken uit het gelaat,
dat met het lage voorhoofd, de onheil-
spellend-schittereilde kleine oogen en de
vooruitstaande lippen een haast weerzin-
wekkenden indruk maakte.
„Meneer Georgefluisterden de men-
schen en weken schuw uiteen.Alleen Henri
bleef rustig staan. Met een kalmen blik
mat hij den spreker, boog daarna bij
wijze van groet even het hoofd; het was
toch altijd een bloedverwant van den
landheer, die daar tegenover hem stond.
George de Diblas woonde sinds oen
twaalftal jaren op het kasteel van den
graaf de Perromet. Als wees en kind van
verwijderde bloedverwanten had de oude
heer hem in zijn huis opgenomen. De
knaap had zich zeer snel de gunst van
zijn beschermheer weten te verwerven, en
deze verheugde zich, na den dood van
zijn zoon in George toch zijn huis te zien
voortbestaan.
Weliswaar bleek graaf Perronet vrijwel
de eenige, die voorliefde toonde voor het
karakter van den jongen man, dat over
het geheel vrijwel met het zijne overeen
stemde. De dienstboden echter verat-
schuwden George als twiststoker en aan
brenger. De kleindochter des graven,
gravin Melanie, bij wie hij zich reeds in
de vroegere jongelingsjaren trachtte op
te dringen, vermeed hem instinctmatig.
En toch was men het er algemeen over
eens dat ridder' George wel met de
se.hoone Meiante in liet huwelijk zou
treden.
„Wanneer allen, die de herinnering aan
keizer Napoleon nog trouw bewaren, vij
anden des vaderlads waren," antwoordde
Henri op bescheiden toon, „dan zouden
velen, die nu de opgaande ster der Bour
bons huldigen, als misdadigers beschouwd
moeten worden. Overste Mauborg echter,
beschouwen ik en ieder die met hem in
aanraking komt, als een man van eer.
„De knaap spreekt waarlijk, alsof hij
ook al over eer kou oordeelen," riep Ge
orge spottend. „Wat weet gij daarvan?"
Henri werd bleek. „Genoeg, ridder, om
te begrijpen dan het een oneer voor een
edelman is, zulk een vraag te doen. Niet
adel of geboorte alleen brengen eer. Er
is ook een eere des geestes en der be
schaving, en naar deze street ik 1"
„O ja, ik vergat dat Henri dichter is,"
riep George hoonend. Wij zijn tl nog
menig aangenaam uurtje verschuldigd.
Zelfs uw laatste gedicht op den schei
denden zomer, dat u op bevel van gra
vin Melanie maakte.
„Gravin Melanie is een engel zelfs voor
de geringste van haar bedienden en be
veelt nooit, heer ridder", viel Henri hem
gloeiend van toorn in de reden.
„Nu ja, aan dichters moet men al wat
toegeven. Het gedicht werd gisteren doof
mijn nicht aan tafel voorgelezen, hoewel
ze bijna stikte van hot lachen om den
dwazen inhoud."
Een onderdrukte kreet steeg uit de borst
van den jongen man op; zijn vuisten
balden zich en hij maakte een beweging
als wilde hij ridder George te lijf gaan.
Maar nog te rechter tijd bedwong hij zich.
„Dat is een leugen, dat heeft, de gravin
niet gedaan 1"