DAGBLAD voor NOORD- eri ZUID-HOLLAND.
GEBROKEN TROTS.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
VRIJDAG II OCTOBER 1907.
No.*6708,^3®ete Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Toch
Algemeen Overzicht.
De politiek van den dag is voor
ons, Katholieken, toch niet alléén
de historie van Marokko,den Balkan,
Amerika of die andere landen, waar
de diplomaten zich uitputten in
middelen om de twistvuurtjes die
z,e vaak zelf in het leven hebben
geroepen, weten te dooven.
Rome, het middelpunt der Chris
telijke wereld, trekt altijd de aan
dacht en het is gepast, dat we zoo
van tijd daaraan onze voornaamste
beschouwingen wijden onder deze
rubriek.
Zoo zetten we ons vandaag dan,
om een en ander te vertellen over
de Vaticaanse he zaken en wat
daarmede verband houdt.
In eendrieregelberichtje vertelden
we deze week, dat Mgr. della Chiesa,
de ervaren medehelper van Kardi
naal Merry del Val, door Z. H. be
noemd is tot aartsbisschop van
Bologna.
Dat geval is wel waard om wat
uitvoeriger te worden bespreken.
Bologna is namelijk een der ergste
brandpunten van de „modernisti
sche" beweging die door Paus Pius
in zijn jongste encycliek op zoo
formeele wijze is veroordeeld. Te
Bologna was wijlen kardinaal
Svampa aartsbisschop, die eenigen
tijd geleden stierf, en in verband
met de besliste houding, die Z. II.
aanneemt tegenover de modernisten
was de vervulling van den aarts-
bisschoppelijken zetel van die plaats
van het allerhoogste belang.
Nu was mgr. della Chiesa bestemd
voor de vacante nunciatuur te Ma
drid alles was gereed en het vertrek
was al bepaald, toen Z. H. kardi
naal Merry del Val ontbood en hem
zei„Mgr. della Chiesa gaat niet
naar Madrid, maar naar Bologna".
Blijkbaar was de vervulling van
den zetel, door Kardinaal Svampa
opengelaten, van méér gewicht dan
de nunciatuur te Madrid, voor welke
een ander functionaris wel te vinden
zou zijn.
Mgr. della Chiesa, die 54 jaar oud
is, heeft meer dan vijftien jaren in
de pauselijke diplomatie gewerkt
en is een leerling van kardinaal
Rampollahij werd beschouwd als
een der voornaamste medewerkers
van kardinaal Merry del Val aan
de Pauselijke staatskanselarij.
In een der eerste consistories zal
hem nu ook den kardinaalshoed
worden verleend. Zij n opvolger aan
de staatskanselarij is Mgr. Nicolo
Canali.
De benoeming van mgr. della
Chiese heeft grooten indruk gemaakt.
Ze heeft blijk gegeven van 's Pau
sen ernstigen wil om de „moder
nisten" op alle wijzen te doen be
grijpen dat hij hun beweging
veroordeelt.
Trouwens, deze Paus blijkt meer
en meer een man te zijn van de
grootste wilskracht juist in al die
zaken, die men zoo graag van liberale
en anticlericale zijde als buiten Paus
Pius omgaande^ voorstellen wou.
Zeker, een godvruchtig en een
eenvoudig man, zoo meende men
van air ticier icale zijde den Paus to
moeten kenschetsen, maar vol
strekt geen politicus....
Jawel, de Paus heeft getoond,
dat hij ook in dit opzicht, evenals
in de andere, alweer een man is
vak de grootste begaafdheden. En
hij Iaat zijn wil kennen, waar dat
noodig is, op de meest-beslistc
wijze.
Zoo b.v. ook de kwestie van het
„non expedit".
Men weet wat dat isde Pausen
oordeelen, wegens den roof der
Kerkelijke Staten en van Rome,
de deelneming van katholieken als
zoodanig aan het politieke leven in
Italië en het Italiaansclie konink
rijk niet passendnon expedit.
O, zoo had de liberale pers al
geprofeteerd, Paus Pius denkt er
anders over: die wil wel goede vriend
jes worden met de Italiaansche regee
ring, en het „non expedit" zal spoe
dig genoeg opgeheven worden.
Aldus spraken zelfs in Italië al
vele katholieken.
Maar een officieele verklaring van
het Vaticaansche orgaan „Osserva-
tore Romane" heeft dadelijk gezegd
dat de Paus geen katholieken in 't
Italiaansche parlement wil. Met an
dere woordendat er het oog van
Z. II. de katholieke afgevaardigden
niet zijn gerechtvaardigd om zich
uit te geven als vertegenwoordigers
van een katholieke staatspartij.
Z. H. houdt dus het „non expe
dit" iu stand, en dat heeft de Paus
ook metterdaad getoond, toen on
langs de markies Coruaglia en an
dere katholieke afgevaardigden een
audiëntie verzochten op titel van
„katholiek afgevaardigde" te zijn.
Z. H. zeide toen: „Ik kèn geen
katholieke afgevaardigden, en wil
die heeren dus niet ontvangen!"
Zoo toont deze Paus op allerlei
manier, dat hij zelf en met de
uiterste zorg alle zaken nagaat en
regelt, die zoowel het innerlijke
leven der Kerk als den politieken
toestand- raken
En nu gaau \ye maar weer over
Marokko aan 't spreken.
't Allegaartje van berichten dat
we daarvandaan weer hebben, is
werkelijk verbijsterend.
Wat 'n hutspot en een verwar
ring in dit land, de puzzle van
Europa
Om eerst eeDige feiten op te
noemen: de Franschen zijn in een
hinderlaag gevallen en hebben een
veer moeten laten.
Uit Marnia wordt nl. gemeld, dat
een verkenningsvendel, uit Oedja,
de stad, die sedert den moord
op dr. Charbonnier in Marakesj
nog altijd door Fransche troepen
bezet wordt gehouden, opge
trokken om bevriende stammen te
beschermen, in een hinderlaag is
gevallen.
Daarbij werden twee spahis ge
dood en twee gekwetst; twintig
paarden werden eveneens gedood.
De vijand werd teruggeslagen
met zware verliezen; verschillende
dooden liet hij achter.
Een dergelijk feit zal natuurlijk
te Rabat zijn weerslag hebben en
zijn invloed doen gevoelen op de
besprekingen tusschen Abd-ul-Azis
en Regnault!
Want die is nu bij den Sultan
op visite te Rabat.
Wat hij er doet?
Aan een berichtgever van de
„Heraldo de Madrid" heeft hij ver
klaard: „Mijne taak is de regeling
van de schadeloosstelling en van
het politievraagst.uk. Ik verlang
dat met de oprichting van de po
litie te Rabat dadelijk begonnen
zal worden, en daar.m zijn officie
ren met mij meegekomen. De Ma
rokkanen kunnen zoodoende zien
dat de maatregel niet tegen den
Sultan gericht is."
Van andere kant heeft deze journa
list vernomen dat Frankrijk 20
millioenfrs.schadevergoedingvraagt.
De bezetting van Oedzjda en Casa
blanca zal ten minste een jaar
duren.
En Regnault heeft over dit alles
ellenlange gesprekken met den
Sultan.
Althanszoo meent men
Maar die Sultan schijnt een raar
heer te zijn.
Een berichtgever van de „Temps",
die bij een van de besprekingen is
geweest tusschen hem en Regnault,
vertelt tot verbazing van heel
Frankrijk, dat de Sultan lieelemaal
niet aan de politiek heeft geraakt.
Het gesprek met Regnault had
geloopen over verschillende onder
werpen in betrekking staande tot
de Europeesche zeden, welke leven
dig den nieuwsgierigen geest van
Abd ul-Azis hebben getroffen.
Deze heeft er op gestaan zich
zeer in het bijzonder op de hoogte
te stellen van den oorsprong der
orde van het Legioen van Eer. En
hij heeft bij dtze gelegenheid nog
maals zijn levendige voldoening
uitgesproken over het ontvangen
van de insignes dezer orde!
Meer niet!
Dat is toch het ultra van alles
Van dezen Sultan is het te verwach-
tep, maar.... het toont toch ook aan,
hoe Europa zich nieuwe moeielijk-
heden bezorgt door zoo'n man te
behouden
Naar aanleiding van al de berich
ten over verschillen van meening
tusschen de Spaansche en Fransche
regeeringen over de Marokkaansche
kwestie, heeft de Spaansche gezant
te Parijs, markies Del Muni, een
verklaring gezonden aan den
„Temps".
Daarin zegt de gezant, dat het
woord „moeilijkheden", in een der
berichten genoemd, niet in over
eenstemming is met den toestand.
Wat de beperking van den smok
kelhandel betreft stemmen de beide
regeeringen volkomen overeon.
Spanje heeft nooit de noodzake
lijkheid ontkend, om de smokkelarij
te bestrijden. Doch er waren ver
schillende oplossingen aan de orde
en na eenige besprekingen is men
het eens geworden over den te
volgen weg. Die besprekingen had
den op de meest vriendschappelijke
wijze plaats.
Eveneens is eenstemmigheid ver
kregen over de benoeming van
een commissie tot vaststelling der
schadevergoedingen, en over het
beginsel van verdeeling daarvan.
Wat de verdeeling van den arbeid
in Casablanca betreft, daarvoor is
een oplossing gevonden, die beide
mogendheden moet bevredigen.
Majoor Santa Olalla heeft zich
volkomen gehouden aan de over
eenkomst van San Sebastien.
Over het gerezen geschil hebben
de beide regeeringen aan de com-
manten der troepen telegrafisch in
lichtingen gevraagd.
Trouwens, deze kwestie is van
volkomen onbeduidenden aard. De
koning, de Spaansche regeering en
de Spaansche diplomatie denken
over alle bijzonderheden volkomen
als de Fransche regeering, en zijn
overtuigd, dat de samenwerking
der beide kabinetten tot goede re
sultaten moet leiden.
De gezant zegt ten slotte, dat
Sp mje evenals Franrijk vanmeening
is, dat de Marokkaansche kwestie
slechts in volkomen overeenstem
ming kan worden behandeld.
Hij acht het onjuist de openbare
meening te verontrusten door mede-
deelingen, die met de feiten in
strijd zijn.
Ook de Spaansche minister-presi
dent Maura heeft de verklaring af
gelegd,dat het veelbesproken geschil
tusschen generaal Drude en majoor
Santa Olalla zich bepaalt tot een der
onvermijdelijke wrijvingen, die door
de goede verstandhouding tusschen
de beide regeeringen gemakkelijk
kunnen worden opgelost.
.2°° de Spaansche verklaringen
juist zijn, kan het slechts ten voordeel
strekken van de resultaten, die
Frankrijk en Spanje in Marokko
hopen te verkrijgen
Nieuwtjes in drie regels.
Koninklijk bezoek aan Oranje-
Nassau-oord.
II. M. de Koningin-Moeder bracht
gisteren een bezoek aan Oranje-
Nassau oord en werd hierbij verge
zeld door jhr. De Ranitz en eene
hofdame Omstreeks één uur kwam
H. M. per salonwagen van de N.
C. S. aan 't station te Rhenen en
begaf het hooge gezelschap zich per
rijtuig over de Grebbe en Wage-
ningen naar Oranje-Nassau-oord. Om
vijf uur had het vert.ek weer op
dezelfde wijze plaats. Bij aankomst
en vertrek werd H. M. begroet door
den burgemeester van Rhenen, jhr.
G. J. A. Schimmelpenninck.
Statenverkiezing Leeuwarden.
Tot lid van de Provinciale Staten
van Friesland is gisteren te Leeu
warden gekozen de heer P. G. Hal-
bertsma (lib.) te Grouw met 3319
stemmen. De heer J. D. Krijgsman
(soc.-dem.) verkreeg 3081 stemmen.
De Elevatorkwestie.
Ter vervanging van de 3 a 4000
stakers hadden te Rotterdam de
cargadoors en stuwadoors gisteren
ongeveer 12Q0 man in dienst, zijnde
300 Calandstraters, 500 Duitschers
en 400 binnenlandsche werklieden.
Het logementschip der Duitschers
„Richard III", is verhuisd naar de
Spoorweghaven, binnen de afsluiting
van bet handelsterreiu der ge
meente, dat thans geheel in staat
van beleg verkeert. Op het han
delsterrein wordt een hulpstal ge
bouwd voor de huzaren.
Gisterenochtend werd een aanvang
gemaakt met het aannemen van
nieuw werkvolk, ter vervanging
van de daags te voren ontslagen
contract-bootwerkers.
Er werden gisterenmorgen een
25-tal aangenomen.
Wegens den ruimen aanvoer van
werkkrachten uit het binnenland
keerden gisterenmiddag de 300
Duitschers naar hun land lerusr-
Ons reddingswezen.
Zaterdagmiddag zal in tegenwoor
digheid der Staatscommissie voor
onderzoek naar het reddingswezen,
de stoomreddingsboot te Hoe van
Holland een zeetocht maken.
Ook zal het reddingsstation te
Vluchtenburg bezocht worden, waar
met. de „President Veder" een
oefening zal gemaakt worden, terwijl-
te Terheyde schietoefeningen zullen
plaats hebben.
Vereenigingen.
Hoe ontzaglijk in ons land het ver-
eenigsleven, toeneemt blijkt o.a. uit
de bijvoegselen tot de Nederl. Staats
courant van heden.
Daartoe behoort een bundel sta
tuten, waarop de koninklijke goed
keuring is verleend. Het jongste
besluit is gedagteekend van 20 Sept.
j.l. en het nummer ia de jaarlijk
sche verzameling is 1018.
Meer dan 1000 statuten zijn dus
dit jaar in nog niet volle 9 maan
den bekrachtigd.
Daaronder behooren ook wel
wijzigingen in de statuten van reeds
bestaande vereenigingen, maar het
groote meerendeel betreft nieuw
opgerichten.
Gemengde Berichten.
Lastige Duitschers. Aan
het politiebureau te Arnhem was
telephonisch kennis gegeven dooi
den stationschef, dat uit Rotterdam
aldaar 1 trein zou aankomen, waarin
zich eeuige Düitsche bootwerkers
bevonden, die te Utrecht van een
treinsmid een hamer hadden afge
nomen en tusschen Utrecht en Drie
bergen gedeeltelijk den trein hadden
verlaten
Toen de trein, die ongeveer 20
minuten vertraging had, het station
Arnhem biunenstoomde, stonden
35 agenten van politie op het per
ron. Van de wagens waarin de
heeren gezeten waren, waren onge-
veerj al^ de glasruiten vernield. J
Tusschen Oosterbeek en Arnhem
had ook een gedeelte der bootwer
kers den trein veriaten. Uitgebreide
maatregelen om hen in Arnhem
te ontvangen jzijn door do politie
genomen.
Een model brandweer
le Loosduiuen was gisterennacfi
FEUILLETON.
t
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem flT35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlijke nummers0.05
Van 16 regels
Elke regel meer
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
-f 0.60 (contant) f0.50
0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie J contant.
De liberale heeren in Bloemendaal
hebben hun zin weten door te drijven
De lieer C. Bergman, die op 22
Augustus benoemd was, maar door
een allerzonderlingste omissie die
benoeming ongeldig zag verklaard,
kreeg in de Raadszitting van .gis
teren 5 stemmen, en zes werden uitge
bracht op den liberalen candidaat.
't Was (e voorzien.
Om den liberalen heeren terwille te
zijn, achten ook sommige Katholie
ken soms wel eens oirbaar, wat „libe
raler" opvattingen te hebben dan ze
behoorden te hebben!
Dat slag van Katholieken kennen
we hier in de omstreken, en ook in
Haarlem zélfs, maar ill te goed
Doch daarover doen we nü het
zwijgen.
Wat we evenwel niet willen ver
zwijgen, is dat de meerderheid van
den Raad van Bloemendaal door de
benoeming van gisteren getoond heeft,
een allerbekrompenst standpunt in te
nemen.
Wie ook de eerst-benoemde geweest
mocht zijn, wanneer eenmaal een
benoeming beeft plaats gehad, en
alleen door een zonderlinge,,vergissing"
als hier voorviel, die benoeming later
niet van kracht bleek, dan moest
de Raad loyaal genoeg zijn om die
vergissing niet te laten meetellen!
Dat zou juist een „liberale" op
vatting geweest zijn.
Nu toonden de heeren, onder
aanvoering van den heer Tideman,
die in Bloemendaal zoo langzamer
hand de lakens schijnt uit te deelen,
zich bekrompen, partijdig en klein!
Pe Fransche Kamer zal nu op 22
Oct.eindelijk bijeengeroepen worden.Er
zijn al interpellaties aangekondigd.
Keizer Frans Jozef moet nu wer
kelijk ziek zijn. Alarmeerende berich
ten doen de ronde in Weenen.
De kroonprinses van Denemarken
is ernstig ongesteld. Men vreest voor
teri g. Ze gaat naar 't Zuiden.
—Het „ongeluk" met 't Russisch 1 ceizer-
jacht blijkt,zeggen Finsche bladen, tèch
opzet tezij n ge weest. A rres ta ti esge w ach t
19)
l)it stuk, en hij haalde een vel papier
te voorschijn, van liet koninklijk
•/.egel voorzien bevat de benoe
ming van graaf Leonard de Per
ronet tot algemeen commissaris voorliet
optreden tegen den zoogenaamden bond
der „wrekers van den dood." Dit stuk
geeft u onbeperkte volmacht tot gevan
genneming van allo personen, die u ver
dacht voorkomen, zonder aanzien des
persoon s, alsmede tot huiszoeking bij de
zen. Een detachement koninklijke troe
pen, dat morgen onder aanvoering van
een officier uit het naaste garnizoen hier
zal aankomen, is te uwer beschikking
gesteld."
De oogen des graven vlamden op.
„Dat is inderdaad een onderscheiding,
die tegen goud opweegt," sprak hij, „en
ik denk er een zeer goed gebruik van te
maken. En nu markies, laten we ons
hij de jongelui voegen om wat van
de frissche lucht te genieten.
De beide heeren traden naar buiten,
maai- de jongelui waren niet meer te vin
den. Het s,inhere zwijgen van ridder
George had de meisjes vervuld en ze
hadden Melanie verzocht hare bloemen
eens te mogen zien, terwijl de vrienden
van den jongen edelman zijn nieuwe pi-
- toleu weuschteu te beproeven.
Middenonder zijn vrienden gezeten,
vertelde George Déblas spottend, hoe
Melanie hem behandeld had, wees Henri
aan als de oorzaak, dat zij hem had af
gewezen, en durfde er zelfs op zinspelen,
dat gravin Melanie den jongen inspec
teur wel tot echtgenoot zou nemen.
„En hebt ge dan dien ellendigen vlegel
al niet lang met den zweep het kasteel
uitgejaagd?" riep de oudste Courtenay.
„Zoo iets zouden ze mij niet leveren. Ik
zou hem uit den weg ruimen, een kerel
die beter wil zijn dan een edelman en
hem bij een gravin wil verdringen. Wacht
hem in de duisternis ep en stoot hem
een dolk tusschen de ribben of zend hein-
een kogel in den rug om hem van zijn
hoogmoed te genezen.
„Dat zou ik al lang gedaan hebben,
maar ik ben een beetje bang voor den
oude. Hij heeft den vlaskop, die tegen
twee anderen opwerkt, hard noodig: bo
vendien is de oude heer nog al bijgeloo-
vig en erg bang voor de grootmoeder van
den kwajongen, die hier in den omtrek
voor een zoogenaamde wijze vrouw ge
houden wordt."
Henri had zich het krachtige maal, dat
zijn grootmoeder voor hem had klaarge
maakt goed laten smaken en had daarna
het huis verlaten. De oude vrouw was
in de kamer naast de zijne.
Daar kwamen van den dorpsweg af
twee vrouwelijke gestalten aan. Een oogen-
blik latei stond gravin Melanie tegenover
Henry's grootmoeder.
„Blijf zitten, moeder Anna," sprak het
jonge meisje op hartelijken toon; „ik kom
geen staatsie bezoek afleggen. Mijn groot
vader heeft mij toegestaan, nog een wan
deling door het dorp te maken, om eenige
lekkernijen, van de feesttafel overgeble
ven, onder mijn bijzondere gunstelingen
te verdeelen. Ge vindt dus zeker wel
goed, dat miju bedienden hier even uit
pakken, wat ik u had toegedacht. Wijs
hun maar even, waar ze het laten moe
ten."
En de oude vrouw nog dichter nade
rend, fluisterde ze haar foe: „Ik moet u
spreken. Het geldt Henri."
Bij deze woorden scheen de vfouw plot
seling uit haar onverschilligheid te ont
waken.
»Ik dank u, gravin Melanie," sprak ze.
zijt goed als een engel voor een
ieder."
Ze wees den bedienden den weg naai
de keuken en was met het jonge meisje
alleen. Haastig naderde Melanie haar en
vroeg„Is uw kleinzoon thuis?"
„Neen," was het antwoord. „Hij heeft
ongeveer een Half uur geleden het huis
verlaten. Maar waarom vraagt ge dat?"
„Er wordt een aanslag tegen hem be
raamd. Die ellendige George Déblas en
zijn makkers hebben een boos plan tegen
hem in den zin. Enkele toespelingen heb
ben het mij verraden. Wie weet welk een
strik ze hem spannen!
Wat vermag éen tegen zoovelen'?
Ik wilde hun waarschuwen voor udat
is het eenige wat ik kan doen. Want
mijn grootvader, bij wien ik een poging
gedaan heb om Henri te beschermen,
wees mij op barschen toon af. George is
zijn lieveling en alles wat deze doet,
wordt goedgekeurd. Daarom kom ik tot
u. De grond brandde mij onder de voe
ten: misschien is er al een ongeluk
gebeurd. Gij moet hem zien te vinden,
hem waarschuwen, hem redden
„Hoe zal ik hem vinden?" mompelde
de oude. „Bovendien, gravin Melanie
vergist ge u niet Ik ken ridder George,
hij is te laf om zoo iets te ondernemen."
„Maar niet als zijn makkers hem liel
pen! Geloof mij, er dreigt Henri ernstig
gevaar.
„Dat gevaar vrees ik voor hem niet,"
hernam moeder Anna. Maar er moet
hier in den omtrek een geheim verbond
bestaan, de „wrekers van den dood", een
genootschap dat in naam der wraak
allerlei duistere daden volvoert.
„Groote God! Ge meent toch niet, dat
Henri zich hij deze bende aangesloten
heeftDan zou het dubbel gevaarlijk
voor hem worden, want graaf Leonard
Perronet is juist dezen morgen tot alge
meen commissaris des konings tegen deze
mannen benoemd. Ook overste Maubourg
wordt vei'dacht, en er zullen krasse maat
regelen tegen deze bende genomen wor
den. Want graaf Perronet is thans mach-
tig en zonder genade," voegde zij er
op zacliten toon bij.
De hand der oude vrouw raakte zacht
den schouder van het jonge meisje aan.
„Kind," sprak ze op warmen toon, „wat
hebt ge hem lief!"
Een kreet ontsnapte aan Melanie'»
lippen, en haar gelaat drukte hevigen
schrik uit. „Ik hem liefhebben Hoe
komt ge daartoe?" klonk het.
„Denkt ge dat ik het geheim niet ken
van uw slapelooze nachten, als ge uw
benauwd gemoed in tranen ontlast?"
vroeg de oude jvrouw. „Denkt ge dat ik
niet weet, hoe ge u afvraagt, waarom hij
slechts de kleinzoon van moeder Anna
en gij de kleindochter van den trot-
schen graaf Perronet zijt?"
„Moeder Anna, ge kwelt mij," ant
woordde Melanie, „Maar indien gij het al
weet, laat hij het dan toch nimmer ver
moeden. Waar moet dat echter heen
„Melanie Perronet, Henri bemint u en
ik zal u op mijn beurt een geheim
toevertrouwen: hij is ffiet mijn klein
zoon." J
Een lichtglans kwam uit de andere
kamer en op de trap kraakten voetstap-
„Stil," zei de oude, „daar komeii uw
bedienden terug. Ik verdacht Henri er
niet van, zich bij dat geheim genoot
schap te hebben aangesloten, maar ik
houd hem voor vermetel genoeg om te
willen navorschen, wat deze lieden be
doelen en om hen aan de justitie over
te leveren. Maar om u gerust te steden,
zal ik hem gaan zoeken. Wanneer hem
gevaar dreigt van den kant des ridders,
dan zal de aanslag wel op het grondge
bied van Perronet gepleegd worden, en
dan geloof ik ook de juiste plek wel te
kunnen raden."
„Henri, waarheen?"
Op het smalle pad, dat de jonge man
insnelde, bijna zonder te kijken waarbij
liep, ontmoette hij zijn grootmoeder.
Verschrikt keek de oude vrouw hem
aan. Zoo had ze haar kleinzoon nog nooit
gezien. Bleek en ontdaan, zijn kleed ren
met bloed besmeurd, stond hij daar voor
haar en sprak op akeligen toon
„Waarheen? Wel, naar het kasteel orn
mij aan de aardsehe gerechtigheid over
te leveren! Wat zullen ze lachen, als ze
mij aan de galg zien spartelen I-
gebeurd? Ben
„Maar Henri, wat is er
je waanzinnig geworden?"
„Wat er gebeurd is? Wel, een moord!
Ziet -ge dan het bloed niet aan mijn
kleederen? Laat mij ten minste mij zelf
aangeven 1"
„Aan wien? Aan graaf Perronet? On
gelukkige, wat moet dat worden Vlucht
zoo spoedig ge kunt, als ge een manslag
begaan hebt. Melanie Perronet wil het.
Zij siddert voor uw leven; zelf is ze hij
mij geweest om mij te zeggen dat u een
strik gespannen wordt, Melanie Perronet
bemint u, Henri 1"
„Zij bemint mij, zij, Melanie en ik
ben een moordenaar
Wat was er gebeurd
George Déblas en zijn slechte makkers
hadden hem op listige wijze in het park
gelokt en daar waren ze opeens .-ill nop
hem aangedrongen om hem te mi san-
delen. Gloeiend van toorn had Hen ijn
mes gegrepen om zich een doorf v-:,. f,e
banen, in blinde drift er op los ge.lA. n
eneen oogenblik later zonk G. r a
Déblas bewusteloos in de 'armen ,m.t
makkers.
Daarna was hij als zinneloos hetbo eb
ingesneld en had er zijn groutmo'',lei-
ontmoet.
Wordt vervolgd.)