25 vrouw die niet sterk en twee kinderen die erg druk waren. Hij was een letterkundige, geslachtofferd op het huwelijksaltaar, zoo maakte hij zich wijs. Eens hadden de uitgevers hem gesmeekt om zijn werk, nu vroeg hij ze bijna dagelijks nederig om arbeid... Hij deed wat hij kon, hij bestudeerde de literaire markt van het oogenblik, hij speculeerde op den smaak van het publiek, maar hij kon ze niet voldoen. Hij was op het oogenblik bezig aan het uitzoeken van zijn brieven: een mager beetje, bij vroeger ver geleken een krant, een rekening, een circulaire, een teruggezonden manuscript, en ja, de verwach te brief der firma Thompson. Dien opende hij het eerst, en hij las met stijgende verbazing „Den heer Nevill Westerman. Mijnheer! In antwoord op uw geëerde van gis teren, moeten wij U melden dat wij niet op uw voorstel, voor ons een serie romans te schrijven ten behoeve van ons „Goedkoop Magazijn" kunnen in gaan Indertijd deden wij u een zeer rijk voorstel voor zulk een serie, waarop u ons nooit eenig ant woord waardig keurdet. Wij zouden nu zeker met U onderhandelingen hebben aangeknoopt, wanneer U ons toen op een hoffelijke wijze liad behandeld. Uw dienstwillige Firma Thompson. Masterman vieJ achter in zijn stoel. Nooit had hij een brief van de firma Thompson ontvangen. Hij ging naar de deur, en riep de gang in „Greta, Greta". Zijn vrouw kwam binnen, haar handen afdrogend aan haar werkschort. „Wat is er gaande, Nevill?" „Lees dat eensDat is de laatste kans van mijn leven, die ik misAlles is hiermede verloren Wat is er gebeurd met dien vorigen brief! Heb je er ooit iets van gezien?" Haar kleur week van haar gezicht, toen ze den brief las. Hij keek haar aandachtig aan. Je weet er meer van," riep hij. „Ja. Die brief kwam voor we getrouwd waren Ik was n.et je vader alleen op je kamer, je waart uit naar de post. Ik heb den brief toen in mijn zak gestoken „In je zak gestoken?.... Waarom?" „Omdat onze liefde in gevaar was, ons geluk, ons alles! Toen kreeg je niets dan roemen geld, Nevill, niets anders, en ik was bevreesd, bevreesd voor onze liefde en ons levensheil. Als de weelde kwam, dan zou onze liefde uit zijn, dat voelde ik en die brief beloofde weelde. Daarom hield ik hem achter." Hij was sprakeloos van verbazing en woeije. Hij richtte zijn arm op, als om haar te slaan. Een van de kinderen liep op hem toe, omvatte zijn knieën en zijn arm viel machteloos neer. III. Dr. 'Harper stond alleen in de kamer, en keek uit het venster. Greta kwam binnen, met bleek gezicht, uit de ziekenkamer. „U wenkte mij u te volgen, dokter? wat is er? „Uw man is slechter dan hij geweest is. Ik zie geen enkele kans meer voor hem, mevrouw, als u hem niet kunt helpen. Hij wil sterven, zijn verlangen om te leven is heengegaan, en dat zal hom dooden 1 Denk bij u zelf eens na. Misschien weet u er wat op, om hem dien wensch om te leven terug te geven, zoo niet, dan moet ik u alle hoop ontnemen Hij ging de kamer uit, en Greta zat sprakeloos neder. Een poos laten stond ze op. Ze ging naar haar eigen kasl en haalde er, uit een laadje, een brief. Het was de brief van Thompson Co., zes jaar oud, zes jaar, op den dag af. Ze vond pen en inkt en veranderde den datum 1901, in 1907. En ze ging de ziekenkamer binnen. „Goed nieuws, Nevill! Een brief van de firma Thompson. Ze geven u tóch een offerte voor een serie romans I" en zij gaf hem den brief. Hij strekte de handen uit en greep het papier, zijn oogen klaarde op. „Wonderlijk! Dus ben ik toch niet afgedaan!... Ik wil het doen, ik wil leven!" IV. Een maand later was Nevill Masterman een beter man en een beter schrijver. Hij won met zijn pen, die nu nieuwen levensmoed had, de reputatie terug", die hij verloren had. De teleurstelling was hem een les geweest voor altijd. Een echte jongen! Karei was negen jaar oird en ging naar een partijtje. Het dreigde te zullen regenen. - Daar heb je 3 kwartjes jongen, zei papa, neem nu een rijtuig terug als het regent. Karei komt thuis heel en al doorweekt tot op het hemd. Waarom heb je geen rijtuig genomen? vroeg papa. Dat heb ik gedaan, pa, zei Karei, en ik heb heel den tijd naast den koetsier gezeten. O zoo heerlijk Met een rijksdaalder kun je veel doen Dat bewijst de volgende historie: Meneer Bruin houdt een koffiehuis. Op een goeden middag had hij bezoek in zijn achterkamer: daar zatèn om de tafel meneer Bruin en zijn vrouw, de manufacturier Lint, meneer Zwart, de bakker, meneer Plank, de timmerman, en meneer Permewip, de schoolmeester. Meneer Bruin haalt een rijksdaalder uit zijn zak en geeft die aan juffrouw Bruin met de opmerking dat dit de helft was van de vijf gulden die hij a; n zijn vrouw beloofd had. Juffrouw Bruin neemt met een blij gezicht den rijksdaalder aan en overhandi gt dien aan meneer Lint met de woorden„dat is voor mijn nieuwen hoed!" Meneer Lint geeft dn rijksdaalder op zijn beurt aan meneer Plank, om zijn rekening te betalen van timmerwerk, de vorige maand geleverd, en meneer Plank betaalt op zijn beurt weer meester Permewip ermee: „schoolgeld van mijn twee oudste jongens!", terwijl meneer Permewip den rijksdaalder weer aan meneer Bruin geeft met de woorden: „dat is juist de helft afgedaan van de vijf gulden die ik u nog schuldig ben voor het vaatje bier!" Meneer Bruin geeft daarop den rijksdaalder w( r aan zijn vrouw, opmerkende dat ze nu haar vijf gulden heelemaal heeft. Zij betaalt er meneer Zwaï t, de bakker mee, die nog een halve maand brood te goed had, meneer Zwart geeft hem aan meneer Plank: „op voorschot voor den nieuwe oven, dien je voor me maken moet!", en meneer Plank over handigt den rijksdaalder weer aan meneer Bruin, voor het afdoen van zijn loopende rekening, waarop meneer Bruin z'n „achterwiel" bedaard in zijn zak stak {met. de opmerking dat hij niet. gedacht had dat één rijksdaalder zooveel waard was! Doe het eens na

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 15