28 'tMoet écht gebeurd zijn in een van de beneden- Moerdijksche provincies, toen de spoorweg er pas was gelegd. De beneden-Moerdijkers wisten van geen spoorwegen nog af en erg vlug van begrip zijn ze öèk niet, maar toch kunnen ze wel eens aardig uit den hoek komen! Zoo was er, in een van de eerste jaren, een nieuwe baanwachter benoemd op een van de snelheidstra- Hoe hij het uond. „Wél, vind je mijn portret niet prachtig?" zei het jonge vrouwtje opgetogen tegen haar man. „Om je de waarheid te zeggen, lieve," antwoordde hij, er is een klein beetje te veel rustigheid in, vooral in den omtrek van je mond,om nu heele- maal natuurlijk te wezen!" jecten. Hij kwam pas van een on gelukkig stoomtrammetje af, dat'n heidestreek doorzeult, en z'n ma nieren bleven hetzelfde. De eerste trein op den eersten dag dat hij in dienst trad, was een exprestrein, die nergens ophield. De trein was twintig minuten te laat en kwam met ontzaglijke snel heid aanstuiven. De nieuwe baanwachter, die al lang had staan wachten, wuifde met een roode vlag: de expres stopte plotseling, en alles machinist, stoker, conducteurs en passagiers, drong naar voren om te zien wat er wel aan de hand was. De hoofdconducteur vloog op de baanwachter toe en was haast bui ten zichzelf van zenuwachtigheid. „Je bent laat zei de nieuwe functionaris, waar hebben jullie zoolang gezeten Wat de conducteur antwoordde, wordt niet gemeld. Den volgenden dag was er een andere baanwachter. Kan je koken? Ja mevrouw, alles wat u maar wilt! En wasschen? Ja mevrouw, kindergoed en de groote wasch. Hoeveel vrije avonden moet je in de week hebben? Geen enkele, mevrouw, ik ga niet uit! En Zondagmiddag? Dan blijf ik juist het liefste thuis, mevrouw. Hoe dikwijls ben je gewend de keuken te schrobben? Tweemaal per week, mevrouw! En wanneer wasch je geregeld de vensters? Drie keer in de week? Hou je van kinderen? Ik ben er dol op, mevrouw. En hoe lang was u in je vorige dienst? Vier jaar. En waarom ben je weggegaan? De menschen gingen naar Amerika. Hoeveel loon wensch je te hebben? Drie gulden per maand, mevrouw. Juist op dit oogenblik stormde een van de oppas sers uit het gekkenhuis het huis in waar dit gesprek plaats had: „O gelukkig, daar heb ik je nog juist te pakken!" riep rij met een zucht van verlichting.En hij bond haar handen en voeten en sleepte ze op een wagen weer naar het krankzinnigengesticht terug. bediende gehad, Ook een ouertocht! niet. We hebben een kruideniers die [z'n vijftigjarig jubileum vierde bij z'n patroon. Toen-ie" goed en wel dood was, hoorden we van z'n familie, dat hem"' al den derden dag, toen hij pas in dienst was, door zijn patroon de dienst was opgezegd. De patroon was nijdig: „je moet Zaterdag aan staande maar optrommelen" zoo had hij gezegd „want j e zult hier nooit van je leven iets leeren „Zoo, één ding heb ik toch in die twee dagen [al geleerd," zeide toen de snuggere bediende. „Wel zoo, en wat dan?" „Dat een pond tegenwoordig twee ons weegt" De patroon hield hem. En hij bleef vijftig jaar in één dienst Jii of dat k? de Ongevallen- Hoe Janmaat korte metten met een heer, die niet over dingsbrag durfde. 't Was vóór wet er was. Ze waren ergens in onze stad bezig een huis te bouwen, een ka pitaal pand als bijvoorbeeld dat van de „Nieuwe Haarlemsche[Cou- rant" op de Kinderhuisvest te Haar lem er een is, en een voorbij gaand man werd op een zeker oogenblik getroffen door een steen, die een nonchalant werkman van boven liet vallen, iets dat bij de „Nieuwe^ Haarlemsche" niet gebeu ren zou Een van de eerste dingen die de man deed, toen hij naar huis ge bracht was en in zijn bed lag met een groot verband om z'n hoofd, was naar een advocaat te sturen om een eisch tot schadevergoeding in te dienen. 't Zaakje verliep op de gewone manier, men hoorde den man en de getuigen, en op een goeden keer kwam de advocaat bij den getrof fene, die nog altijd in bed lag en overhandigde hem een bankbiljet van 10 gulden. „Ziezoo, dat hebben we er voor je uitgeslagen" zeide de advocaat. „Hoeveel hebt u geëischt?" vroeg de getroffene. „Onze eisch was zestig gulden, maar de rechter heeft maar f 40 toegestaan", zei de advocaat. „En ik krijg er maar tien?" zei de man. „Proceskosten, en honorarium van den advo caat", lachte de rechtsgeleerde. „Nou nog fraaier, ben jij door een steen ge raakt, of ik?" schreeuwde de man. „Voortaan moest u de steenen maar liever op je hoofd krijgen, en laat mij die zaakjes dan maar eens beredderen maakte de tan- De nieuwe baanwachter. De nieuwe keukenmeid. Nog zoo dom

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 18