29 Daarom was het zóó! De meneer, die de krant leest wijst op een advertentie van een modemagazijn, en zegt tot den anderen meneer, die tegenover hem zit: „Die advertentie kost me vijftig gulden De vriend: „Hoe kan dat nu? Die adver tentie'is niet eens van u, en dün is toch lang niet groot genoeg om zóó duur te wezen 1" De meneer.- Je begrijpt me niet. Mijn vrouw leest deze krant ook, en deze advertentie is juist van dien winkel, waar ze altijd koopt! Zijn beroep. Rechter: Wat is uw beroep? Gevangene: „Ik ben werkversehaffer, edel achtbare. Rechter: „Werkversehaffer? Dat moet je mij dan eens uitleggen? Gevangene: Ik verschaf werk aan zulke heeren als u bent, en uw collega's en die andere heeren hier in de zaal. Rechter: „Een halfjaar cel! Deurwaarder, volgende zaak 1" Pleizierig. „Zeg Jan, hoe laat eten meneer en mevrouw," vroeg een bezoeker, die graag wilde uitgenoodigd worden, maar het nog niet was, .aan den huisknecht die hem open deed. „Ik heb m'n orders, meneer, zeide de huisknecht, om op te doen, zoodra u weer ver trokken bentl" De juwelier: „Dus u wilt in den ring een en ander gegraveerd hebben, meneer? De verliefde meneer: „Ja, ik wou er b. v. in Alice", dat lijkt me het beste. De juwelier: „Is de jonge dame uw zuster? Dokter, dorst f Dame. Mevrouw, heeft, uw man niet voortdurend last van hevigen Ja, maar dat had, hij vóór zijn ziedde ook al altijd. laten zetten„van George, aan zijn geliefde i i-«<' „Neen, zij is mijn ver- Condueteur. Zeg eens kleintje, hoe oud hen je? Jongejujffr. Hier heb je liet tramgeld man, maar doe nu nooit meer zulke onbehoorlijke vragen! De verliefde meneer: loofde, weet u 1 De juwelier: „Hm, als ik u was, dan zou ik die woorden er niét in laten zetten. Verbeeld u dat Alice eens verandert van opinie, en u bedankt, dan kunt u den ring niet meer gebruiken! De verliefde meneer: „Wat zou u dan er in willen zetten? De juwelier: „Ik zou u aanraden van het inschrift zóó te maken „van George, aan zijn eerste en laatste liefde!" Met zoo'n inscriptie, dat begrijpt u wel, kunt u den ring zoo dikwijls gebruiken als u wilt. Ik heb er zelf ondervinding van ge had, meneer!" En zoo gebeurde het. Verkwikkende ual. Ik ben gisteravond gevallen en heb acht uren lang bewusteloos gelegen, vei telde de heer Dorbeen, nakomeling van dien van Hil- debrand. „Lieve hemel, hoe ben je dan gevallen?" vroeg juffrouw van Naslaan. „In slaap!" antwoordde de droogkomiek. Een geluk bij een ongeluk. Ach hemel, daar is vandaag de deurwaarder hier geweest om beslag te leggen, En wat heeft hij in beslag genomen? Elize's piano. O, dat is tenminste een geluk bij een onge luk! Raak! Een automobilist stond op een landweg- zijn kar te repareerenen een boer kwam er bij staan kijken. Wel, vroeg de automobilist, is je paard bang voor een auto? Neen mijnheerantwoordde de boerdaarvoor heeft hij er al te veel naar huis getrokken. De tijden oeranderen Parvenu (die voorheen houthandelaar was en in den adelstand is verheven). Zoo veranderen de tijden. Vroeger droomde ik van boomstammen, nu van stamboomen. Noblesse oblige. Zijt gij in Zwitserland geweest, mevrouw O neenik houd er niet van. met alle moge lijke menschen dezelfde natuur te genieten. De juwelier, de ring en de uerliefde meneer. Zoo iets uraagt men toch niet aan een dame! Niets bijzonders,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 19