DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Onschuldig. woensdag 23 October 1907. No. 6718, 32ste Jaargang. Kincflerhuiswesl 31-33, Haarlem Brieven uit België. BUITENLAND. BINNENLAND. Bureaux van Redactie en Administratie: Inferc. Telefoonnummer 1426. Politiek. Vredesconferentie, Algemeen Overzicht. Nieuwtjes in drie regels. FEUILLETON. D ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maauden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers fl.35 1.80 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fö.50 Elke regel meero.lO Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie jt contant. Daar zijn er, die den radicalen heer Losecaat Vermeer aanbevelen Voor a.s. /rijdag, op grond dat hij »in vijf jaar niet aan de politiek heeft gedaan 1" In zijn vorige standplaats was deze candidaat van liberalen en vrijzinnig democraten een ijverig radicaal. Daar was hij partijman, Maar toen hij hier te Haarlem benoemd werd tot president der Recht bank, liet hij de politiek varen! Hij Werd kleurloos. Zoo bericht men van de zijde zijner vrienden. Als dat bedoeld is als een aanbe veling voor deze uitteraard zoo poli tieke verkiezing voor een lichaam als de Piovinciale Staten, waar volgens getuigenis dezer anti-clericale Regeering zelve moeielijk nog méér politiek in kan worden gemengd, dan slaat men daarmee toch wel den bal geheel misl Eén van beiden: de heer Losecaat Vermeer liet de actieve politiek varen, omdat hij er geen heil in zag als president der Rechtbank, ofwel: omdat hij met zijn partij niet overeen kon stemmen. Het laatste schijnt niet liet geval te zijn. Want radicalen en vrijzinnig-demo craten zijn de warmste voorstanders van deze candidatuur, die daarentegen onder de liberalen en oud-liberalen niet zooveel instemming vindt. Blijft dus: dat Mr. Losecaat Ver meer vroeger de politiek als presi dent der Rechtbank uit den booze achtte, maar ze nu met graagte weer binnenhaalt. Hoe zit dat? Is de politiek iets dat men uittrekt of aandoet als een overjas, naarmate het wêer gunstiger is of niet? Naar mate men om 't nu maar duide lijk te zeggen een rol kan spelen, of niet?. Neen, dan houden wij het liever bij onzen candidaat, den man van beginselen, van wien men altijd ge- Weten heeft, wat men aan hem had, en die juist daarom ook bij alle andere partijen gezien en geacht is, den heer H. van den BERG Men weet wat wij in verschillende artikelen, gedurende den loop der Vredesconferentie, hebben pogen te Verdedigen. Dat deze Conferentie n.l. in haar resultaten een teleurstelling moge zijn, maar dat alleen reeds het feit van haar bijeenzijn de vredes-idée zóóveel bevorderde, dat d éér door al de Con ferentie een voordeel mag heeten. We vinden nu die opinie bevestigd door een autoriteit. Het Amsterdamsche „Handelsblad" had n.l. over de Vredesconferentie een bijzonderen Haagsclien correspon dent, uit de kringen der Staatslieden blijkbaar, die om zijn critische be schouwingen zeer de aandacht heeft getrokken in de laatste maanden. Diens opmerkingen en verslagen zijn m heel de pers zeer opgemerkt. En hij schrijft nu, bij het uiteen gaan der conferentie: „Er bestaat een algemeeDe nei-. ging om het werk der Vredescon ferentie te onderschatten, waar tegen diert opgekomen. De groote beteekenis der Conferentie moet m. i. worden gezocht in het feit van haar bijeenkomen, in de om standigheid dat schier alle sou- vereine Staten ter wereld er aan deelnamen, in de omstandigheid dat de afgevaardigden dier Staten vier maanden achtereen in een wereldparlement te zamen hebben gearbeid in het belang der mensch- heid." Dat is een bevestiging van wat wij steeds poogden uiteen te zetten. Het doet ons genoegen, dat onze meening door deze autoriteit nu /wordt ver sterkt. 't Dunkt ons nog altijd, dat een eenigzins optimistisch idéé over de Vredesconferentie beter is, dan het goedkoope spotten over het „échec" dezer internationale bijeenkomst, of de hatelijkheden, die over de diners en feesten zijn gedebiteerd 1 i. Geachte Heer Hoofdopsteller Het is me een vreugde, om met dezen eersten brief aan de „Nieuwe Haarlemscbe Courant" mijn snel bericht van eergisteren te bevesti gen, dat U de tijding bracht van de gelukkige overwinning onzer Katholieke geloofsgenooten bij de gemeenteraads-kiezingen. Waarlijk, wij hebben eene schit terende zege behaald op verschil lende plaatsen, wij hebben bressen geslagen in de versterkingen onzer tegenstanders, wij Lebben vele stel lingen die door sommigen als te verlaten en hopeloos werden ge acht, met nieuwo versterkingen voorzien. Over onze gebeele troepen- lijnen is een algemeen „vooruit" kenbaar geworden, en ik oordeele het als een gunstig teeken voor ons Katholiek regeeringsliebaam, dat zelfs de geduchte aanval van de vrijzinnigen er de sociaal demo craten in hun monsterverbond niet de door dezen gewenschte uitwer king heelt gehad! Daar waren er bij ons, geachte heer hoofdopsteller, die het mon sterverbond tusschen liberalisten en socialisten den doodsteek oordeelden voor de Katholieken. In getalsterkte, zoo dacht men, zijn de linkermannen toch veelszins de sterksten. Dat is echter, aan Gode dank, een misvatting gebleken 1 Ja, in de middenplaatsen der nijverheid, waar de werklui het heft ip handen heb ben, daar zijn de godsdiemtloozen en de mannen vap de vrije schooi de sterksten geweest 1 Maar op den plaltelande, waar onze boeren stand zit en onze kleine burgerij ha ir voornaamste sterfte heeft, zijn wij de meerderen gebleken 1 Zeker, wij htbLéh verliezen gr. leden Maar de winst overtreft zeer aanzienlijk dat verlies. En het is genoeg om de namen eens te noemen van die vele ge meenten, waar de liberale meerder heid is uitgekeild, als Diest (eere aan de Diestenaars vooralLaeken, Ecaussines, Ruisbroeck, Chimay, Verton, Spa, Doornik Doch dat zult u, heer hoofdop steller, uit de gazetten alles al ge zien hebben! Wat ik nu echter wil betoogen, is dat naar mijn nederig oordeel zelfs op die plaatsen, waar het monsterverbond heeft gezegevierd, op den duur die zege aan de Ka tholieken juist ten goede zal ko men I IrnmeiS: de vrijzinnige heeren hebben de grootste offers moeten brengen aan de socialistische „bur gers", en alleen aan deze hebben ze bun overwinning te danken. Ge kunt gelooveu. dat die luidjes hun renten zullen binnenhalen! Zoodat op den duur toch de vrijdenkers wel een scheeven nek zullen draai en, als ze naar de pijpen van de bent der Furnémonts en Van der Velde's moeten dansen! En als ze het niet doen? Wel, dan moogt ge als zeker aannemen, dat de volkspartij zich zal laten gelden, en schreeuwen zal als magere varkens, die geen eten krijgen Neen, een genoeglijken afloop hebben deze kiezingen niet voor de liberalen gehad, en het is waarlijk geen wonder dat onze liberale af gevaardigden van de burgerpartij, die toch niet voor slaats-omverwer ping te spreken is, al h at ze al wat kerksch is,met een bezorgden oogslag de toekomst inzien Wij hebben éênen grooten tegen slag gehaddat is Antwerpen. Maar Antwerpen was immer on berekenbaar bij de kiezing! De partij der neriugdoeners, die met het kleine gazet „De Noodklok" toch nog een vierduizend kiezers bijeen heeft geklept en allicht ook nog vele Kaïholii-kcn heeft tehuis doen blijven, is daar ook een deel de schuld van. Maar voornamelijk is het toch geweest, oordoelo ik de handige zet van den burgemees ter Hertoghs bij de laatste staking, toen hij al wat liberalistisch is en socialistisch, in één slag wist bijeen te brengen,—die het tegen-kerkelijke bondgenooL-chap er 1 ovcnop heef' gebracht, gansch tegen ieders ne dacht! Doch djt alios zal verkeeren, op zijnen tijd, zoo houd ik ervoor. Wat evenwel niet zal verkeeren, dat is do partij der nering loeuers, die onder de kleine burgerij voort durend groeit ip Antwerpen, en die ik in een volgenden brief met uw goedvinden nog wel eens hoop te bespreken voor uwe N ord-Ne deilaudtche Katholieke lezer-. Brussel, 22 Oct. Als een bewijs dat onze Belgi sche correspondent die in zijn eerste brief, welke we in dit num mer opnemen, zijn gevoelen over de jongste gemeenteraadsverkiezin gen in België nog verder uiteenzet, wel goed heeft gekeken, geven we hier een paar extracten uit hetgeen de liberale kranten van België ver tellen over den dag van Zondag. „De dag van 20 October is niet goed geweest", zegt b.v. de „Etoile beige", en de „Indépendance" zegt: „de verkiezing heelt aan onze ver wachting niet beantwoord" I Dit* blad wijt de verliezen, door de partijen van links op vele plaat sen geleden, aan het verdeeld op trekken van liberalen en socialisten. „Het meest gevoelige échec", zegt het blad, „is geweest dat te Door nik, waar de liberale meerderheid werd omvergeworpen door de cle- ricale". Alleen Antwerpen, waar het libe raal-socialistisch Kartel zegepraalde met 1500 stemmen meerderheid, is, zooals ook onze correspondent zegt, een tegenvaller geweest. „Na de gebeurtenissen in de ha ven", merkt het „Hbl. van Ant werpen" op, „mag men het besluit trekken dat het anti-clericalisme velen onzer tegenstrevers nog zóó zeer verblindt, dat ze de heiligste belangen onzer stad opofferen aan een louter sectarischen haat. „Enfin, ze moeten het weten; willen ze totaal opgeslurpt worden door de socialisten, en binnen en kele jaren totaal dansen naar de pijpen van Chapelle, dat is hunne zaak". Doch „over heel het land hebben de Katholieken een schitterende zege behaald." ErC nog: „Zij die verhoopten dat deze kie- zingen eene uitspraak tegen het gouvernement zouden brengen, zien zich deerlijk bedrogen." Zoo besluit ook dit Katholieke blad van Antwerpen, En de „Patriote" spreekt zelfs al van de naderende „délivrance", de bevrijding van het liberale juk, voor de hoofdstad Brussel! Moge dat zoo worden! In Marokko slaan we weer opeeus voor een nieuwe verrassing te kijken: da Franschen hebben te Casablanca op het onverwachtst aan een een overval bloot gestaan van vrij ernstig karakter. Terwijl men in de richting van Taddert aan het verkennen was, werden twee Fransche compagnieën door Marokkanen aangevallen. Een Fransch officier en een spahi werden gedood; 6 itvlandsche sol daten kregen wonden. Omtrent de aanvallers is niet-; bekeud. In Frankrijk hoeft deze plotse linge gebeurtenis de wat rustende gemoederen opeens weer aan het gisten gebracht. Het „.Journal" ziet in dezen overval een prachtige gelegenheid om de verdedigende houding te laten varen. „Wij moeten onze dooden wreken en den nieuwen tegenstanders onze kracht doen gevoelen." Onder de gesneuvelden is ook een officier, de kapitein der chas seurs d'Afrique, Ihler. Het schijnt dat deze een bevel van generaal Drude om voor goede dekking te zorgen in den wind heeft geslagen, zoodat hij met zijn afdeeling in een hinderlaag viel op een afstand van ongeveer tien kilo meter van Casablanca. Ihler moest zich tegen een overmacht verde digen. Dadelijk na den terugkeer der ver ongelukte afdeeling te Casablanca, ondernam generaal Drude zelf met een paar bataljons een verkenning, maar deze bleef zonder resultaat. We zullen er nog wel wat meer van hooren 1 In tusschen is de Fransche Kamer, na de langdurige zomervacantie, weer bijeen. En daarmede ook de tijd van de interpellaties over de algemeene politiek, die ditmaal nog versterkt zullen worden door interpellaties over de Marokkaansche politiek der regeering De stemming schijnt voor het oogenblik zeer kalm te zijn. Nie mand voorspelt thans den spoedigen val van het kabinet; integendeel, de algemeene verwachting schijnt te zijn, dat Clemenceau, wiens po sitie over het geheel als vrij vast wordt aangemerkt, nog geruimen tijd aan het bewind zal blijven. Maar toch is de ongelukkige binnenlandsche toestand van Frank rijk leelijk genoeg, om nog heel wat bespreking uit te lokken! In de laatste weken heeft de af gevaardigde Humbert door zijn boek: „Sommes-nous. dêfendus?" de legerkwestie op het tapijt ge bracht. Hij heeft daarin een aantal gebreken aangewezen, en over geld verspilling geklaagd, ook in dit departement. De minister van oorlog heeft door zijn kabinetschef, generaal Toutée, laten bekend maken, „dat er overdrijving is in hetgeen Humbert beweert, doch.,., dat hervormingen op enkele punten wenschelijk zouden zijn!" De afgevaardigde Gauthier de 9%ny» de man van de fiches interpellatie uit de dagen van André, heeft men aan den voorzitter der Kamer medegedeeld, dat hij een interpellatie zal houden tot den minister van oorlog over de ver dediging van Frankrijk En dez) wordt Vrijdag a.s. be handeld. Dat kan dus al wat worden In P e r z i heeft het Parlement met algemeene stemmen in de Regeering zijn wantrouwen uitge sproken en het ministerie zijn ont slag genomen. Een paar dagen geleden had de ministerpresident bij monde van den voorzitter aan de Kamer laten weten, dat hij zou aftreden, indien de Kamer aan de Regeering niet de noodige geldmiddelen verschafte. Ook zeide de voorzitter, dat aan de burgerlijke ambtenaren van het salaris, hetwelk zij sedert verleden jaar nog te goed hebben, de helft uitbetaald zou worden en dat het leger, behalve de hooge officieren, alles zou krijgen wat het nog te vorderen had. Doeh het mocht niet baten. De ontevredenheid over het weinig energiek optreden der Regeering aan de Perzisch-Turksche grens tegen de Turksche benden, die herhaaldelijk het Perzische grond gebied binnenvallen, heeft de raads lieden van den Sjah doen tuimelen 1 Prins Wilhelm zu Wied, de nauwe bloedverwant van onze konink lijke familie, is gisteren overleden. De mogendheden erkennen geen Sultan in Marokko dan Abd'ul Azis, zei de Spaansche premier gisteren. Het blijkt dat de Mooren die generaal Drude aanvielen (zien 't over zicht,)troepen van Moelai Hafid waren. Dispensatie op Allerheiligen. De „Osservatore Romano" deelt op verzoek van de Congregatie van het H. Officie mede, dat Z. H. de Paus voor den feestdag van Aller heiligen, die dit jaar op een Vrijdag valt, aan de Katholieken van de geheele wereld dispensatie heeft ver leend van de kerkelijke onthoudings- wet. Zoodat op dien dag het gebruik van vleeschspijzen zal zijn geoor loofd. De Vredesconferentie. Zooals wij meldden had Graaf Nelidow, de voorzitter der Tweede Vredesconferentie, een telegram van dankbetuiging gezonden aan H. M. de Koningin. Uit 'obbin kwam 's anderdaags het volgende telegram terug: „Ik dank Uwe Excellentie, als mede de overige gedelegeerden, voor het telegram, dat ik zoojuist ontving. Het was Mij zeer aange naam, in Mijne Residentie de tweede Vredesconferentie bijeen te hebben gezien en ik hernieuw de verzeke- ring, dat het Mij levendig genoegen zal doen gastvrijheid te verleenen aan toekomstige conferenties, (was geteekend) WILHELMINA". De Kamerverkiezing te Schiedam. Bij de gisteren gehouden herstem ming voor de Tweede Kamer in het district Schiedam werden uitgebracht 6878 geldige stemmen. Een smokkelaars-historie. Ferdinand Newland was [indertijd de knapste jongeling uit zijne gemeente. Hij had zijn vader vroegtijdig verloren en was van toen af de eenige troost van zijn brave en liefderijke moeder. Haar nian had haar een redelijk kapitaal na- Selaten, en geen wonder, dat het na den rouwtijd niet aan aanzoeken tot een twee de huwelijk ontbrak doch zij bleef weduwe tot haar einde toe. In den tjjd waarvan ik nu spreek, was Ferdinand, drie en twintig jaar oud. needs met zijn dertiende jaar was hij ter koopvaardij gegaan en had zich in dienst zoo goed gedragen, dat het kantoor waar- Voor hij voer, hem het bevel over het schip toevertrouwde, dat ter vaart werd uitgerust. Gedurende de uitrusting van 't schip kon hij met onbepaald verlof naar huis gaan. Hoe gelukkig was zijne moeder, die baren lieveling in vijf jareniniet gezien had, toen hij op een Zaterdagavond een- k aps voor jlare oogen stond en hoe rotsch trad zn een volgenden morgen, t-o ,ziin.en krachtigen arm geleund, de aerit binnen! n eze gemeente woonde ook een fami ne, met name Strange, die bij niemand in goeden reuk tond. De vader, een we duwnaar, was tuinier van beroep- doch zorgde zoo weinig voor zijne zaken, dat iedereen wel begreep, dat hij daarvan niet leven kon Hij h,^d drie zoqns ep een dpohtei. Ahfa fi'ë orpstrèeks negentien jaar oud was. liet ware stoute, onder nemende gewetenlooze smokk laars, die op hunpe strooptochten altijd wapens bij W°h droegen, en even wéinig zwnMgheicj maakten hun eigen leven en dat van anderen, op het spel te zetten. Daarbij waren zij van jongsaf ruw, woest en los bandig yan aard, en, wat meer is, alj be zaten geep greintje eergevoel en hadden al meermalen de laagheid gehad, anderen die met hen op smokkelen uit geweest waren, aan de overheid te verraden. Dit waren de hoofdredenen, waarom iedereen hen schuwde en veraontte, en allen om gang met hen zooveel mogelijk vermeed. Anna was een schoon meisje, maar eene dnivelin in haar hart. Van haar jeugd af, gewoon, el ten blik en elke handeling naar het voordeel af te meten, dat daar uit te trekken viel, was zij gevoelloos, arglistig en valsch. De jonge Newland was te lang afwezig geweest om iets van den kwaden naam te weten, dien dit huisgezin gedurende zyn omzwerven verkregen had, hij had met de zoons op school gegaan, een hun ner was met hem van gelijke jarengeen- wonder dus dat hij geen bezwaren zag, om hen in hun huis eens op te zoeken. Mooi Antje te zien werd hij den jon gen man het werk van hetzelfde oogen blik, hij was niet meer van hare zijde af te slaan ep werd van hu af bij de Stran- ge's een dagelijksche gast. De moeder, die deze ongelukkige nei ging van haren zoon spoedig bemerkte, deed al wut zij kon, om hem van zij1 bezoeken al'te r rongen. 55J vertelde hen bij elke gelegenheid al het'kwaad dat z van het meisje wist, ma;r hoe moer z( sprak, des te heviger werd de liefde van den vei blinden jongeling zoodat do moe der weldra begon te wensehen, dat er spoedig bevel mocht komen om den ge liefden zoon ryep? naar- zee terug te roe pen. Zij was er van overtuigd, dat een lan gere omgang met die hedqrven menschel) heip op dep duur- ongelukkig maken moest. Weldra vertoonden zich ook de gevol gen die zij met recht gevreesd had. Ge heele dagen was haar zoop in Strange's huis, de gemeenste knapen aan de kust waren zijne gezellen, en, wanneer hij lang na middernacht tot zijne wachtende moe der terugkeerde, was Het d ovgaands in een staat van dronkensohap. Zijn geld verminderde, de kaarten kwamen hem zelden uit de handen en het gerucht liep, dat hij reeds aanmerkelijke sommen door het spel verloren had, kortom Newland geheele uitzien was thans dat van een woest, verkwistend moDsch geworden. Intusschen waren duizend verschillende gesprekken omtrent hem in omloop. Men wilde weten, dat de brief die hem aan boord riep, gekomen was, maar hij had den reeder den dienst opgezegd en daar entegen een ander vaartuig, waarin zijne moederde meesto aandeelep had, hierheen ontboden. Mep wist dat hjj vaak vier en twintig uren lang afwezig was, en velen zeiden hem in 't holle van don nacht aan 't strapd gezien te hebben. In één woord niemand twijfelde er meer aan, of hij was in strikken gevallen, waaruit hij zich moeilijk meer losmaken kon. 't Is waar, men zou hem aan de kust 't smokkelen niet kwalijk genomen heb ben, want enkele der verniogendste huis gezinnen in die streken, hebben aan den zoogënaamden viijen handel hunne wel vaart te dpnken, en een gewoon smok kelaar is daar even goed gezien, als ieder ander mensch; maar het waren de per sonen, met wie hij ai oh had ingelaten, die opspraak verwekten, omdat iedereen overtuigd was, dat zijne snoode makkers hem verraden zouden zoodra z\j dat nut tig achtten, De moeder, die van dit alles onderricht was traohtto hem de 'oogen te openen, doch dit verbitterde den jongeling nog meer. Dit maakte do 'diepbedroefde moeder radeloos en bracht haar tot het besluit, om zelve aangeefster van de smokkelaars te worden. Aanvankelijk wilde zij de gelegenheid afwachten, totdat de Strange's zonder ha ren zoon uit zouden gaan, doch daar deze dag en nacht bij hen bleef, meende zij hem,in de hoop hem daardoor voor grooter ongeluk te verhoeden, gelijktijdig met hen te moeten aangeven. II. Het was in de maand Augustus. Ik was vro.eg te bed gegaan, maar kon niet slapen. Lang lag ik in mijn bod om te woeleneindelijk stond ik op en ging aan het venster. Het was een sohoone nacht en heldere maneschijn, Ik hoorde het breken van de golven op het verre strand, dat een heuvel aan mijn oog ont trok, maar overigens was alles stil als het graf. Op eens hoorde ik de voetstappen van twee mannen in den nabijgelegen1 hollen weg, en kort daarop een zacht ge sprek. Ik luisterde: Om een uur zouden ze hier zijn, 't zal er niet ver meer van af wezen, zeide eene stem. Neen, antwoordde de ander, maar 't is toch jammer van den jongen, een zoo braven knaap, ofschoon hij het in den laatsten tijd wat al te bont maakte. Nu, voor ons kan het altijd een goede vangst worden. Zouden zij wapenen bij zich hebben Mogelijk wel. Ik heb mijn snaphaan ook bij mij en haal mij den drommel als ik geen vuur geef. Stil, hoort ge wat? Daar komen ze. En er op los. Op dit oogenblik hoorde ik een ander gerucht van den heuvelkant. Ik zag in de hoogte, en drie mannen, onder zware lasten gekromd, stonden tusschen mij en de maan. Zij bleven staan, schenen rond te zien, wierpen hunne pakken op den grond en zetten zich daarbij neder. Na omtrent vijf minuten namen zij hunnen last weder op en gingen verder /ij waien echter nog met ver gegaan toen twee andere mannen van achter den aarden dijk opsprongen en toesnelden. Dadelijk wierpen de smokkelaars hunne pakken weg en namen in verschillende riohtingen de vlucht, terwijl de anderen zi(/ó van den buit meester maakten. Thans begreep ik den samenhang, de drie smokkelaars en de twee politiebe ambten waarmede ik liefst niets te doen wilde hebben; daarom deed ik mijn ven ster behoedzaam toe en ging weder te bed. Pas had ik de oogen tot den eersten slaap gesloten, toen een schot mij wekte. Een luide kreet en daarop volgde een angstgil. Ik sprong op en liep naar het venster. Op dezelfde plaats waar de slui- kers waren overvallen geworden, ont dekte ik thans 3 personen, van welke een op den grond lag, terwijl een vierde van de hoogte kwam toegeloopen. Toen deze bij hen gekomen was, ontstond er een driftige woorden wisseling, waarvan ik echter mets verstaan kon, en einde- hjk namen zij den op den grond liggen de op en wierpen hem over den dijk. Nu wist ik wat er gebeurd was een van de politiebeambten was vermoord geworden, en dat waren zijne moorde naars. 1 a- ('e aan don hemel kwam fP?®dde ik mij naar de noodlottige plasts. Platgetrapte gras en de bloedige plek ken in 't rond overtuigden mij maar al te zeer dat ik niet gedroomd had. De sporen leidden naar den dijk, daarachter in den diepen hollen wag stonden de muren van een oud huis, dat geheel in puin was gevallen. Ik kon duidelijk zien, dat men eerst kort te voren in dat puin gewoeld had. De bloeddruppelen volgen de, ging, ik voort en had onder een hoop !os 91?, elkaar geworpen steenen weldra liet lijk van een man ontdekt. De hals was argesneden en naast hem lag een matrozenmes. Dit was ook met bloed be vlekt en op 't heft waren de letters F.N. ingegrift. O, God. Ferdinand Newland is de moordenaar, riep ik overluid. Deze woor den waren mij nauwelijks over de lippen, toen ik mij eenklaps door een hoop men- schen omringd zag, waaronder ik weldra gerechtsdienaars en den vrederechter her kende. (Wordt mrvolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1