DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Onschuldig.
woensdag 23 October 1907.
No. 6718, 32ste Jaargang.
Kincflerhuiswesl 31-33, Haarlem
Brieven uit België.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inferc. Telefoonnummer 1426.
Politiek.
Vredesconferentie,
Algemeen Overzicht.
Nieuwtjes in drie regels.
FEUILLETON.
D
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maauden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
fl.35
1.80
0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fö.50
Elke regel meero.lO
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie jt contant.
Daar zijn er, die den radicalen
heer Losecaat Vermeer aanbevelen
Voor a.s. /rijdag, op grond dat hij
»in vijf jaar niet aan de politiek
heeft gedaan 1"
In zijn vorige standplaats was deze
candidaat van liberalen en vrijzinnig
democraten een ijverig radicaal.
Daar was hij partijman,
Maar toen hij hier te Haarlem
benoemd werd tot president der Recht
bank, liet hij de politiek varen! Hij
Werd kleurloos.
Zoo bericht men van de zijde zijner
vrienden.
Als dat bedoeld is als een aanbe
veling voor deze uitteraard zoo poli
tieke verkiezing voor een lichaam
als de Piovinciale Staten, waar
volgens getuigenis dezer anti-clericale
Regeering zelve moeielijk nog méér
politiek in kan worden gemengd,
dan slaat men daarmee toch wel
den bal geheel misl
Eén van beiden: de heer Losecaat
Vermeer liet de actieve politiek varen,
omdat hij er geen heil in zag als
president der Rechtbank, ofwel:
omdat hij met zijn partij niet overeen
kon stemmen.
Het laatste schijnt niet liet geval
te zijn.
Want radicalen en vrijzinnig-demo
craten zijn de warmste voorstanders
van deze candidatuur, die daarentegen
onder de liberalen en oud-liberalen
niet zooveel instemming vindt.
Blijft dus: dat Mr. Losecaat Ver
meer vroeger de politiek als presi
dent der Rechtbank uit den booze
achtte, maar ze nu met graagte weer
binnenhaalt.
Hoe zit dat?
Is de politiek iets dat men uittrekt
of aandoet als een overjas, naarmate
het wêer gunstiger is of niet? Naar
mate men om 't nu maar duide
lijk te zeggen een rol kan spelen,
of niet?.
Neen, dan houden wij het liever
bij onzen candidaat, den man van
beginselen, van wien men altijd ge-
Weten heeft, wat men aan hem had,
en die juist daarom ook bij alle
andere partijen gezien en geacht is,
den heer
H. van den BERG
Men weet wat wij in verschillende
artikelen, gedurende den loop der
Vredesconferentie, hebben pogen te
Verdedigen.
Dat deze Conferentie n.l. in haar
resultaten een teleurstelling moge zijn,
maar dat alleen reeds het feit van
haar bijeenzijn de vredes-idée zóóveel
bevorderde, dat d éér door al de Con
ferentie een voordeel mag heeten.
We vinden nu die opinie bevestigd
door een autoriteit.
Het Amsterdamsche „Handelsblad"
had n.l. over de Vredesconferentie
een bijzonderen Haagsclien correspon
dent, uit de kringen der Staatslieden
blijkbaar, die om zijn critische be
schouwingen zeer de aandacht heeft
getrokken in de laatste maanden.
Diens opmerkingen en verslagen zijn
m heel de pers zeer opgemerkt.
En hij schrijft nu, bij het uiteen
gaan der conferentie:
„Er bestaat een algemeeDe nei-.
ging om het werk der Vredescon
ferentie te onderschatten, waar
tegen diert opgekomen. De groote
beteekenis der Conferentie moet
m. i. worden gezocht in het feit
van haar bijeenkomen, in de om
standigheid dat schier alle sou-
vereine Staten ter wereld er aan
deelnamen, in de omstandigheid
dat de afgevaardigden dier Staten
vier maanden achtereen in een
wereldparlement te zamen hebben
gearbeid in het belang der mensch-
heid."
Dat is een bevestiging van wat wij
steeds poogden uiteen te zetten. Het
doet ons genoegen, dat onze meening
door deze autoriteit nu /wordt ver
sterkt.
't Dunkt ons nog altijd, dat een
eenigzins optimistisch idéé over de
Vredesconferentie beter is, dan het
goedkoope spotten over het „échec"
dezer internationale bijeenkomst, of
de hatelijkheden, die over de diners
en feesten zijn gedebiteerd 1
i.
Geachte Heer Hoofdopsteller
Het is me een vreugde, om met
dezen eersten brief aan de „Nieuwe
Haarlemscbe Courant" mijn snel
bericht van eergisteren te bevesti
gen, dat U de tijding bracht van
de gelukkige overwinning onzer
Katholieke geloofsgenooten bij de
gemeenteraads-kiezingen.
Waarlijk, wij hebben eene schit
terende zege behaald op verschil
lende plaatsen, wij hebben bressen
geslagen in de versterkingen onzer
tegenstanders, wij Lebben vele stel
lingen die door sommigen als te
verlaten en hopeloos werden ge
acht, met nieuwo versterkingen
voorzien. Over onze gebeele troepen-
lijnen is een algemeen „vooruit"
kenbaar geworden, en ik oordeele
het als een gunstig teeken voor
ons Katholiek regeeringsliebaam,
dat zelfs de geduchte aanval van
de vrijzinnigen er de sociaal demo
craten in hun monsterverbond niet
de door dezen gewenschte uitwer
king heelt gehad!
Daar waren er bij ons, geachte
heer hoofdopsteller, die het mon
sterverbond tusschen liberalisten en
socialisten den doodsteek oordeelden
voor de Katholieken.
In getalsterkte, zoo dacht men,
zijn de linkermannen toch veelszins
de sterksten.
Dat is echter, aan Gode dank,
een misvatting gebleken 1 Ja, in de
middenplaatsen der nijverheid, waar
de werklui het heft ip handen heb
ben, daar zijn de godsdiemtloozen
en de mannen vap de vrije schooi
de sterksten geweest 1 Maar op
den plaltelande, waar onze boeren
stand zit en onze kleine burgerij
ha ir voornaamste sterfte heeft, zijn
wij de meerderen gebleken 1
Zeker, wij htbLéh verliezen gr.
leden
Maar de winst overtreft zeer
aanzienlijk dat verlies.
En het is genoeg om de namen
eens te noemen van die vele ge
meenten, waar de liberale meerder
heid is uitgekeild, als Diest (eere
aan de Diestenaars vooralLaeken,
Ecaussines, Ruisbroeck, Chimay,
Verton, Spa, Doornik
Doch dat zult u, heer hoofdop
steller, uit de gazetten alles al ge
zien hebben!
Wat ik nu echter wil betoogen,
is dat naar mijn nederig oordeel
zelfs op die plaatsen, waar het
monsterverbond heeft gezegevierd,
op den duur die zege aan de Ka
tholieken juist ten goede zal ko
men I
IrnmeiS: de vrijzinnige heeren
hebben de grootste offers moeten
brengen aan de socialistische „bur
gers", en alleen aan deze hebben
ze bun overwinning te danken. Ge
kunt gelooveu. dat die luidjes hun
renten zullen binnenhalen! Zoodat
op den duur toch de vrijdenkers
wel een scheeven nek zullen draai
en, als ze naar de pijpen van de
bent der Furnémonts en Van der
Velde's moeten dansen!
En als ze het niet doen?
Wel, dan moogt ge als zeker
aannemen, dat de volkspartij zich
zal laten gelden, en schreeuwen zal
als magere varkens, die geen eten
krijgen
Neen, een genoeglijken afloop
hebben deze kiezingen niet voor de
liberalen gehad, en het is waarlijk
geen wonder dat onze liberale af
gevaardigden van de burgerpartij,
die toch niet voor slaats-omverwer
ping te spreken is, al h at ze al
wat kerksch is,met een bezorgden
oogslag de toekomst inzien
Wij hebben éênen grooten tegen
slag gehaddat is Antwerpen.
Maar Antwerpen was immer on
berekenbaar bij de kiezing! De
partij der neriugdoeners, die met
het kleine gazet „De Noodklok"
toch nog een vierduizend kiezers
bijeen heeft geklept en allicht ook
nog vele Kaïholii-kcn heeft tehuis
doen blijven, is daar ook een deel
de schuld van. Maar voornamelijk
is het toch geweest, oordoelo ik
de handige zet van den burgemees
ter Hertoghs bij de laatste staking,
toen hij al wat liberalistisch is en
socialistisch, in één slag wist bijeen
te brengen,—die het tegen-kerkelijke
bondgenooL-chap er 1 ovcnop heef'
gebracht, gansch tegen ieders ne
dacht!
Doch djt alios zal verkeeren, op
zijnen tijd, zoo houd ik ervoor.
Wat evenwel niet zal verkeeren,
dat is do partij der nering loeuers,
die onder de kleine burgerij voort
durend groeit ip Antwerpen, en
die ik in een volgenden brief met
uw goedvinden nog wel eens hoop
te bespreken voor uwe N ord-Ne
deilaudtche Katholieke lezer-.
Brussel, 22 Oct.
Als een bewijs dat onze Belgi
sche correspondent die in zijn
eerste brief, welke we in dit num
mer opnemen, zijn gevoelen over
de jongste gemeenteraadsverkiezin
gen in België nog verder uiteenzet,
wel goed heeft gekeken, geven we
hier een paar extracten uit hetgeen
de liberale kranten van België ver
tellen over den dag van Zondag.
„De dag van 20 October is niet
goed geweest", zegt b.v. de „Etoile
beige", en de „Indépendance" zegt:
„de verkiezing heelt aan onze ver
wachting niet beantwoord" I
Dit* blad wijt de verliezen, door
de partijen van links op vele plaat
sen geleden, aan het verdeeld op
trekken van liberalen en socialisten.
„Het meest gevoelige échec", zegt
het blad, „is geweest dat te Door
nik, waar de liberale meerderheid
werd omvergeworpen door de cle-
ricale".
Alleen Antwerpen, waar het libe
raal-socialistisch Kartel zegepraalde
met 1500 stemmen meerderheid, is,
zooals ook onze correspondent zegt,
een tegenvaller geweest.
„Na de gebeurtenissen in de ha
ven", merkt het „Hbl. van Ant
werpen" op, „mag men het besluit
trekken dat het anti-clericalisme
velen onzer tegenstrevers nog zóó
zeer verblindt, dat ze de heiligste
belangen onzer stad opofferen aan
een louter sectarischen haat.
„Enfin, ze moeten het weten;
willen ze totaal opgeslurpt worden
door de socialisten, en binnen en
kele jaren totaal dansen naar de
pijpen van Chapelle, dat is hunne
zaak".
Doch „over heel het land hebben
de Katholieken een schitterende
zege behaald."
ErC nog:
„Zij die verhoopten dat deze kie-
zingen eene uitspraak tegen het
gouvernement zouden brengen, zien
zich deerlijk bedrogen."
Zoo besluit ook dit Katholieke
blad van Antwerpen,
En de „Patriote" spreekt zelfs al
van de naderende „délivrance", de
bevrijding van het liberale juk, voor
de hoofdstad Brussel!
Moge dat zoo worden!
In Marokko slaan we weer
opeeus voor een nieuwe verrassing
te kijken: da Franschen hebben te
Casablanca op het onverwachtst aan
een een overval bloot gestaan van
vrij ernstig karakter.
Terwijl men in de richting van
Taddert aan het verkennen was,
werden twee Fransche compagnieën
door Marokkanen aangevallen.
Een Fransch officier en een spahi
werden gedood; 6 itvlandsche sol
daten kregen wonden. Omtrent de
aanvallers is niet-; bekeud.
In Frankrijk hoeft deze plotse
linge gebeurtenis de wat rustende
gemoederen opeens weer aan het
gisten gebracht.
Het „.Journal" ziet in dezen overval
een prachtige gelegenheid om de
verdedigende houding te laten varen.
„Wij moeten onze dooden wreken
en den nieuwen tegenstanders onze
kracht doen gevoelen."
Onder de gesneuvelden is ook
een officier, de kapitein der chas
seurs d'Afrique, Ihler.
Het schijnt dat deze een bevel
van generaal Drude om voor goede
dekking te zorgen in den wind
heeft geslagen, zoodat hij met zijn
afdeeling in een hinderlaag viel op
een afstand van ongeveer tien kilo
meter van Casablanca. Ihler moest
zich tegen een overmacht verde
digen.
Dadelijk na den terugkeer der ver
ongelukte afdeeling te Casablanca,
ondernam generaal Drude zelf met
een paar bataljons een verkenning,
maar deze bleef zonder resultaat.
We zullen er nog wel wat meer
van hooren 1
In tusschen is de Fransche Kamer,
na de langdurige zomervacantie,
weer bijeen.
En daarmede ook de tijd van de
interpellaties over de algemeene
politiek, die ditmaal nog versterkt
zullen worden door interpellaties
over de Marokkaansche politiek
der regeering
De stemming schijnt voor het
oogenblik zeer kalm te zijn. Nie
mand voorspelt thans den spoedigen
val van het kabinet; integendeel,
de algemeene verwachting schijnt
te zijn, dat Clemenceau, wiens po
sitie over het geheel als vrij vast
wordt aangemerkt, nog geruimen
tijd aan het bewind zal blijven.
Maar toch is de ongelukkige
binnenlandsche toestand van Frank
rijk leelijk genoeg, om nog heel
wat bespreking uit te lokken!
In de laatste weken heeft de af
gevaardigde Humbert door zijn
boek: „Sommes-nous. dêfendus?"
de legerkwestie op het tapijt ge
bracht. Hij heeft daarin een aantal
gebreken aangewezen, en over geld
verspilling geklaagd, ook in dit
departement. De minister van
oorlog heeft door zijn kabinetschef,
generaal Toutée, laten bekend
maken, „dat er overdrijving is in
hetgeen Humbert beweert, doch.,.,
dat hervormingen op enkele punten
wenschelijk zouden zijn!"
De afgevaardigde Gauthier de
9%ny» de man van de fiches
interpellatie uit de dagen van André,
heeft men aan den voorzitter der
Kamer medegedeeld, dat hij een
interpellatie zal houden tot den
minister van oorlog over de ver
dediging van Frankrijk
En dez) wordt Vrijdag a.s. be
handeld.
Dat kan dus al wat worden
In P e r z i heeft het Parlement
met algemeene stemmen in de
Regeering zijn wantrouwen uitge
sproken en het ministerie zijn ont
slag genomen.
Een paar dagen geleden had de
ministerpresident bij monde van den
voorzitter aan de Kamer laten weten,
dat hij zou aftreden, indien de
Kamer aan de Regeering niet de
noodige geldmiddelen verschafte.
Ook zeide de voorzitter, dat aan
de burgerlijke ambtenaren van het
salaris, hetwelk zij sedert verleden
jaar nog te goed hebben, de helft
uitbetaald zou worden en dat het
leger, behalve de hooge officieren,
alles zou krijgen wat het nog te
vorderen had.
Doeh het mocht niet baten.
De ontevredenheid over het weinig
energiek optreden der Regeering
aan de Perzisch-Turksche grens
tegen de Turksche benden, die
herhaaldelijk het Perzische grond
gebied binnenvallen, heeft de raads
lieden van den Sjah doen tuimelen 1
Prins Wilhelm zu Wied, de
nauwe bloedverwant van onze konink
lijke familie, is gisteren overleden.
De mogendheden erkennen geen
Sultan in Marokko dan Abd'ul Azis,
zei de Spaansche premier gisteren.
Het blijkt dat de Mooren die
generaal Drude aanvielen (zien 't over
zicht,)troepen van Moelai Hafid waren.
Dispensatie op Allerheiligen.
De „Osservatore Romano" deelt
op verzoek van de Congregatie van
het H. Officie mede, dat Z. H. de
Paus voor den feestdag van Aller
heiligen, die dit jaar op een Vrijdag
valt, aan de Katholieken van de
geheele wereld dispensatie heeft ver
leend van de kerkelijke onthoudings-
wet. Zoodat op dien dag het gebruik
van vleeschspijzen zal zijn geoor
loofd.
De Vredesconferentie.
Zooals wij meldden had Graaf
Nelidow, de voorzitter der Tweede
Vredesconferentie, een telegram van
dankbetuiging gezonden aan H. M.
de Koningin.
Uit 'obbin kwam 's anderdaags
het volgende telegram terug:
„Ik dank Uwe Excellentie, als
mede de overige gedelegeerden,
voor het telegram, dat ik zoojuist
ontving. Het was Mij zeer aange
naam, in Mijne Residentie de tweede
Vredesconferentie bijeen te hebben
gezien en ik hernieuw de verzeke-
ring, dat het Mij levendig genoegen
zal doen gastvrijheid te verleenen
aan toekomstige conferenties,
(was geteekend) WILHELMINA".
De Kamerverkiezing te Schiedam.
Bij de gisteren gehouden herstem
ming voor de Tweede Kamer in het
district Schiedam werden uitgebracht
6878 geldige stemmen.
Een smokkelaars-historie.
Ferdinand Newland was [indertijd de
knapste jongeling uit zijne gemeente. Hij
had zijn vader vroegtijdig verloren en
was van toen af de eenige troost van
zijn brave en liefderijke moeder. Haar
nian had haar een redelijk kapitaal na-
Selaten, en geen wonder, dat het na den
rouwtijd niet aan aanzoeken tot een twee
de huwelijk ontbrak doch zij bleef weduwe
tot haar einde toe.
In den tjjd waarvan ik nu spreek, was
Ferdinand, drie en twintig jaar oud.
needs met zijn dertiende jaar was hij ter
koopvaardij gegaan en had zich in dienst
zoo goed gedragen, dat het kantoor waar-
Voor hij voer, hem het bevel over het
schip toevertrouwde, dat ter vaart werd
uitgerust.
Gedurende de uitrusting van 't schip
kon hij met onbepaald verlof naar huis
gaan. Hoe gelukkig was zijne moeder, die
baren lieveling in vijf jareniniet gezien
had, toen hij op een Zaterdagavond een-
k aps voor jlare oogen stond en hoe
rotsch trad zn een volgenden morgen,
t-o ,ziin.en krachtigen arm geleund, de
aerit binnen!
n eze gemeente woonde ook een fami
ne, met name Strange, die bij niemand
in goeden reuk tond. De vader, een we
duwnaar, was tuinier van beroep-
doch zorgde zoo weinig voor zijne zaken,
dat iedereen wel begreep, dat hij daarvan
niet leven kon Hij h,^d drie zoqns ep een
dpohtei. Ahfa fi'ë orpstrèeks negentien
jaar oud was. liet ware stoute, onder
nemende gewetenlooze smokk laars, die
op hunpe strooptochten altijd wapens bij
W°h droegen, en even wéinig zwnMgheicj
maakten hun eigen leven en dat van
anderen, op het spel te zetten. Daarbij
waren zij van jongsaf ruw, woest en los
bandig yan aard, en, wat meer is, alj be
zaten geep greintje eergevoel en hadden
al meermalen de laagheid gehad, anderen
die met hen op smokkelen uit geweest
waren, aan de overheid te verraden. Dit
waren de hoofdredenen, waarom iedereen
hen schuwde en veraontte, en allen om
gang met hen zooveel mogelijk vermeed.
Anna was een schoon meisje, maar eene
dnivelin in haar hart. Van haar jeugd
af, gewoon, el ten blik en elke handeling
naar het voordeel af te meten, dat daar
uit te trekken viel, was zij gevoelloos,
arglistig en valsch.
De jonge Newland was te lang afwezig
geweest om iets van den kwaden naam
te weten, dien dit huisgezin gedurende
zyn omzwerven verkregen had, hij had
met de zoons op school gegaan, een hun
ner was met hem van gelijke jarengeen-
wonder dus dat hij geen bezwaren zag,
om hen in hun huis eens op te zoeken.
Mooi Antje te zien werd hij den jon
gen man het werk van hetzelfde oogen
blik, hij was niet meer van hare zijde af
te slaan ep werd van hu af bij de Stran-
ge's een dagelijksche gast.
De moeder, die deze ongelukkige nei
ging van haren zoon spoedig bemerkte,
deed al wut zij kon, om hem van zij1
bezoeken al'te r rongen. 55J vertelde hen
bij elke gelegenheid al het'kwaad dat z
van het meisje wist, ma;r hoe moer z(
sprak, des te heviger werd de liefde van
den vei blinden jongeling zoodat do moe
der weldra begon te wensehen, dat er
spoedig bevel mocht komen om den ge
liefden zoon ryep? naar- zee terug te roe
pen.
Zij was er van overtuigd, dat een lan
gere omgang met die hedqrven menschel)
heip op dep duur- ongelukkig maken
moest.
Weldra vertoonden zich ook de gevol
gen die zij met recht gevreesd had. Ge
heele dagen was haar zoop in Strange's
huis, de gemeenste knapen aan de kust
waren zijne gezellen, en, wanneer hij lang
na middernacht tot zijne wachtende moe
der terugkeerde, was Het d ovgaands in
een staat van dronkensohap. Zijn geld
verminderde, de kaarten kwamen hem
zelden uit de handen en het gerucht liep,
dat hij reeds aanmerkelijke sommen door
het spel verloren had, kortom Newland
geheele uitzien was thans dat van een
woest, verkwistend moDsch geworden.
Intusschen waren duizend verschillende
gesprekken omtrent hem in omloop. Men
wilde weten, dat de brief die hem aan
boord riep, gekomen was, maar hij had
den reeder den dienst opgezegd en daar
entegen een ander vaartuig, waarin zijne
moederde meesto aandeelep had, hierheen
ontboden. Mep wist dat hjj vaak vier en
twintig uren lang afwezig was, en velen
zeiden hem in 't holle van don nacht
aan 't strapd gezien te hebben. In één
woord niemand twijfelde er meer aan, of
hij was in strikken gevallen, waaruit hij
zich moeilijk meer losmaken kon.
't Is waar, men zou hem aan de kust
't smokkelen niet kwalijk genomen heb
ben, want enkele der verniogendste huis
gezinnen in die streken, hebben aan den
zoogënaamden viijen handel hunne wel
vaart te dpnken, en een gewoon smok
kelaar is daar even goed gezien, als ieder
ander mensch; maar het waren de per
sonen, met wie hij ai oh had ingelaten,
die opspraak verwekten, omdat iedereen
overtuigd was, dat zijne snoode makkers
hem verraden zouden zoodra z\j dat nut
tig achtten,
De moeder, die van dit alles onderricht
was traohtto hem de 'oogen te openen,
doch dit verbitterde den jongeling nog
meer.
Dit maakte do 'diepbedroefde moeder
radeloos en bracht haar tot het besluit,
om zelve aangeefster van de smokkelaars
te worden.
Aanvankelijk wilde zij de gelegenheid
afwachten, totdat de Strange's zonder ha
ren zoon uit zouden gaan, doch daar deze
dag en nacht bij hen bleef, meende zij
hem,in de hoop hem daardoor voor grooter
ongeluk te verhoeden, gelijktijdig met
hen te moeten aangeven.
II.
Het was in de maand Augustus. Ik
was vro.eg te bed gegaan, maar kon niet
slapen. Lang lag ik in mijn bod om te
woeleneindelijk stond ik op en ging
aan het venster. Het was een sohoone
nacht en heldere maneschijn, Ik hoorde
het breken van de golven op het verre
strand, dat een heuvel aan mijn oog ont
trok, maar overigens was alles stil als het
graf. Op eens hoorde ik de voetstappen
van twee mannen in den nabijgelegen1
hollen weg, en kort daarop een zacht ge
sprek. Ik luisterde:
Om een uur zouden ze hier zijn, 't
zal er niet ver meer van af wezen, zeide
eene stem.
Neen, antwoordde de ander, maar 't is
toch jammer van den jongen, een zoo
braven knaap, ofschoon hij het in den
laatsten tijd wat al te bont maakte. Nu,
voor ons kan het altijd een goede vangst
worden. Zouden zij wapenen bij zich
hebben
Mogelijk wel.
Ik heb mijn snaphaan ook bij mij
en haal mij den drommel als ik geen vuur
geef. Stil, hoort ge wat? Daar komen ze.
En er op los.
Op dit oogenblik hoorde ik een ander
gerucht van den heuvelkant. Ik zag in
de hoogte, en drie mannen, onder zware
lasten gekromd, stonden tusschen mij en
de maan. Zij bleven staan, schenen rond
te zien, wierpen hunne pakken op den
grond en zetten zich daarbij neder.
Na omtrent vijf minuten namen zij
hunnen last weder op en gingen verder
/ij waien echter nog met ver gegaan
toen twee andere mannen van achter den
aarden dijk opsprongen en toesnelden.
Dadelijk wierpen de smokkelaars hunne
pakken weg en namen in verschillende
riohtingen de vlucht, terwijl de anderen
zi(/ó van den buit meester maakten.
Thans begreep ik den samenhang, de
drie smokkelaars en de twee politiebe
ambten waarmede ik liefst niets te doen
wilde hebben; daarom deed ik mijn ven
ster behoedzaam toe en ging weder te
bed.
Pas had ik de oogen tot den eersten
slaap gesloten, toen een schot mij wekte.
Een luide kreet en daarop volgde een
angstgil. Ik sprong op en liep naar het
venster. Op dezelfde plaats waar de slui-
kers waren overvallen geworden, ont
dekte ik thans 3 personen, van welke
een op den grond lag, terwijl een vierde
van de hoogte kwam toegeloopen. Toen
deze bij hen gekomen was, ontstond er
een driftige woorden wisseling, waarvan
ik echter mets verstaan kon, en einde-
hjk namen zij den op den grond liggen
de op en wierpen hem over den dijk.
Nu wist ik wat er gebeurd was een
van de politiebeambten was vermoord
geworden, en dat waren zijne moorde
naars.
1 a- ('e aan don hemel kwam
fP?®dde ik mij naar de noodlottige plasts.
Platgetrapte gras en de bloedige plek
ken in 't rond overtuigden mij maar al
te zeer dat ik niet gedroomd had. De
sporen leidden naar den dijk, daarachter
in den diepen hollen wag stonden de
muren van een oud huis, dat geheel in
puin was gevallen. Ik kon duidelijk zien,
dat men eerst kort te voren in dat puin
gewoeld had. De bloeddruppelen volgen
de, ging, ik voort en had onder een hoop
!os 91?, elkaar geworpen steenen weldra
liet lijk van een man ontdekt. De hals
was argesneden en naast hem lag een
matrozenmes. Dit was ook met bloed be
vlekt en op 't heft waren de letters F.N.
ingegrift.
O, God. Ferdinand Newland is de
moordenaar, riep ik overluid. Deze woor
den waren mij nauwelijks over de lippen,
toen ik mij eenklaps door een hoop men-
schen omringd zag, waaronder ik weldra
gerechtsdienaars en den vrederechter her
kende.
(Wordt mrvolgd.)