DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND
H. VAK DEN BERD.
Onschuldig,
BERICHT.
w-
Uit de Statenzaal.
Voor 't laatst!
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
donderdag 24 octoser 1907.
No. 6719, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
De stembus is mor
den geopend van 8—5
Uur. leder kiezer, ook
el mocht hij geen op-
roepingskaari hebben
ontvangen,dient in dien
?*jd te gaan stemmen,
^fij bevelen dringend
ean, uw stem uit te
brengen op den heer
Nalezing van de Raadsvergadering.
De nieuwe wethouder is er.
In plaats van Mr. de Haan Hu-
Senholtz, wien wel een groote klove
®cheidt van do andere leden des
^agelijkschen bestuurs, naar nu
Dlijkt, heeft de Raad gekozen Mr.
J- H. Thiel.
Een overvloed van bekwame
Oiannen voor den wethouderspost
ia er naar 't schijnt in onze
gemeente niet Want de heer Thiel
*reeg reeds bij eerste stemming
aller stem, zonder eenige uit^onde-
rin£-
Dat is voor den benoemde een
kleiend getuigenis.
Getuigenis van zijn bekwaamheid
uit de kranige wijze, waarop de
heer Thiel zijn raadslidmaatschap
steeds heeft waargenomen, schitte
rend is gebleken. Die ook aan den
hag is gekomen bij de waarneming
yan het wethouderschap gedurende
Korten tjjd.
Die benoeming met algemeeue
stemmen js voorts een bewijs van
hertrouwen in Mr. Thiel's onpar
tijdigheid. Hoewel in liet college
h^n B. en W. géén wethouder der
teehterzijde zitting neemt, heeft ook
he rechterzijde Mr. Thiel bij eerste
steiuming haar vertrouwen geschon
ken.
Aan den nieuwen wethouder onze
Selukwenschenmet de raadsleden
han allerlei kleur en rjchting Jieb-
wij evenzeer vertrouwen in
^r- Thiel's scherp vernuft, groote
Werkkraeht, juiidische begaafdheid,
^hmiukhratieve bekwaamheden en
ePrlijke onpartijdigheid.
En van harte uiten we den wensch
■ftt m aiie opzichten Mr. Thiel's
Werkzaamheid als wethoudpr, voor
°Q?e gemeente een zegen mogen
Enkele kleine voordrachten, geen
teden tot opmerkingen biedende,
jterden gisteren nog aangenomen.
6 heer Van de Kamp trachtte in
men op het conflict, dat tof het
aftreden van den heer de Haan
Hugenholtz heeft geleid, maar dat
gebeurde ditmaal niet.
Die zaak komt echter eerlang
aan de orde, zeide de burgemeester
toe
de
Als deze courant in de handen
komt van onze lezers, is het de
vooravond van de verkiezing voor
de Provinciale Staten.
't Is ditmaal een typische ver
kiezing.
Een overbekend Haarlemmer, een
man die gezien en geëerd is in alle
kringen, staat er tegenover iemand
die zoo goed als onbekend mag
heeten.
Men zou kunnen vragenhoe
kan er voor een echt Haarlemmer
nog twijlel bestaan, op wien hij
Vrijdag a.s. stemmen moet, wanneer
hij de eensgezinde geestdrift ziet,
die eenerzijds wordt betoond voor
de candidatuur van den zoozeer
bekenden geneesheer, die sinds 5
Augustus 1891 reeds een zoo eer
volle plaats inneemt in den Haar-
lemschen Raad en anderszins
de stroeve, alle warmte missende
opwekking, die dienen moet om
den heer Losecaat Vermeer, presi
dent van de rechtbank, naar voren
te brengen 1
Wanneer we honderd Haarlem
mers de vraag stelden wie zal het
best uwe belangen kunnen bevor
deren, wie kent ze het best, en wien
vertrouwt ge ze het best toe?
dan is van de overgroote meerder
heid 't antwoord niet twijfelachtig I
Alleen reeds om zijn groote po
pulariteit is de heer van den
Berg de man, die Haarlem dient
te vertegenwoordigen in de Pro
vinciale Staten van Noord Hol
land I
Maar... er is nog meer!
Voor een goede waarneming van
die vertegenwoordiging, voor een
goede behartiging van Haarlem's
belangen, moet men tijd en ge
legenheid hebben.
Het lidmaatschap der Staten is,
voor wie het goed wil waarnemen,
geen sinecure!
Dokter van den Berg, die reeds
zoovele ambten en posten bek bedt.,
doph in die alle steeds tooude zich
in te werken en zich er geheel
voor te geven, biedt alle waai bor
gen, dat hij het lidmaatschap der
Provinciale Staten evpu ernstig en
ijverig zal opvatten als hij zijn
(aak als raadslid vervult.
Maar de liberale candidaat, de
heer Losecaat Vermeer?
Zeker: we nemen aan dat hij
bezield is met de beste bedoelin
gen! Dat hij ook gaarne werk zal
willen maken van zijn Staten-lid-
maatschap, als hij het zoover brengt.
Doch zal hij het künnen?
Dat betwijfelen we ten sterkste,
en wel op gezag vanden lieer
Losecaat Vermeer-zelf!
Het is nog zoo lang niet geleden
dat Mr. Losecaat Vermeer, bij de
installatie van den nieuwbenoemden
rechter Mr. Dor! out Mees, de
merkwaardige verklaring aflegde,
dat ook de Haarlemsche Rechtbank
overstelpt was met werk, zóóveel,
dat zijn rede één doorloopend ver
wijt was aan het adres der regee
ring, die niet ingrijpt en in de
Rechtbank méér rechters benoemt,
om vlugger de zaken te kunnen
afdoen.
„We kunnen het werk onmoge
lijk af", zoo zeide Mr. Losecaat
Vermeer: „we zitten opgepropt vol,
en reeds nu klaagt iedereen steen
en been over de trage rechtsbe
doeling, terwijl het werk maar
immer nog toeneemt!"
Men begrijpt dat bij zulk een
overlading van werk de president
van zulk een college nog 't zwaarst
met arbeid overkropt zit!
Endezen man wil men nu
het lidmaatschap der Staten nog
erbij opdragen?
De omstandigheden zijn sinds
niet veranderd!
Bestaat er niet de vrees, dat dan
óf het rechtersambt, óf het lid
maatschap der Staten, lijden zal
van den al te grooten toevloed van
weik, waaronder de heer Losecaat
Vermeer nu reeds naar zijn eigen
zeggen zoo lijdt?
Neen: voor de behoorlijke ver
valling van het lidmaatschap der
Staten en de behartiging onzer
locale belangen daarin, moeten^we
een man hebben, die niet alleen
die belangen alle kent van jaren
her, maar die ook den tijd Leeft,
om ze nog nader te bestudeeren,
er zich daaraan geheel te geven.
En aan geen van die beide
eischen kan de liberale candidaat
zóó voldoen, als onze man dat kan,
Dokter van den Berg!
Dat alles is wel bekend
Ook onze tegenstanders weten dat.
En hun aanbevelingen onderschei
den zich dan ook door de meest-
kalme gemeenplaatsen, die men in
dergelijke verkiezingslectuur pleegt
aan te treffen.
Waar wij met klinkende feiten,
met een reeks van namen en func
ties, met bewijzen van algemeen
vertrouwen aaukomen ten gunst*
van den candidaat der reehtsche
partijen, verliest de aanbeveling van
deliberaal-radicaal-socialistischecoa-
litie zich in de grootst-mogelijke
nevelachtigheid.
Trouwens, dat is te begrijpen.
Voorzitter van de Rechtbank te
zijn is eën zeer eervolle positie.
Maarde socialistische stem
men leggen óók gewicht in de schaal,
en de socialisten zijn in den regel
niet het warmst gestemd voor onze
rechterlijke colleges!
En de klove tusschen de mannen
der Liberale Unie en de Vrijzinnig
democraten is ook nïet zoo gering,
dat de heeren er wederzijds gaarne
aan worden herinnerd!
Daarom wordt waarschijnlijk ook
geen woord gesproken van de on-
derteekeniug door Mr. Losecaat
Vermeer van 't Vrijzinnig-Demo
cratisch program.... Dat de Vrij
zinnig-Democraten bij de laatste
raadsverkiezingen nog tegenover de
Liberale Unie stonden is vergeten,
en ook de Liberale Unie loopt nu
in liet gareel voor de verkiezing
van een radicaal.
De Haarlemsche burgerij heeft 'n
aardig kijkje achter de schermen
bij deze verkiezing!
Doch men wete nu eens, dat bij
deze, zooals bij elke verkiezing,
twee dingen op den voorgrond moe
ten staan: vaste, omlijnde beginse
len, en een waarborg voor de meest-
geschikte behartiging van onze be
langen.
Die twee eischen vervult onze
Christelijke candidaat ten volle, en
daarom ook durven we hier voor
't laatst nog eens alle Haarlem
mers die morgen stemmen moeten,
met vollen aandrang op het hart
te drukken, hun stem uit te bren
gen op
Dokter van'den BERG,
Algemeen Overzicht.
De „kwesties" die wereld beroeren
vermeerderen met den dag
De bestaande worden nog voor
eerst niet opgelost, naar het schijnt
en er komen er bovendien nog bij.
't Nieuwste op dit gebied is een
0hineesch-Japansche kwestie,
als wo ten minste de berichten mo
gen geloovon uit Sjanghai.
De Chineosche regeering moet,
volgens dicjjtijdingeu, aan den on
derkoning van Kanton te hebben
bevolen, oorlogschepen te zenden
naar Pratras, ten einde een onder
zoek in te stellen naar de juistheid
van het bericht, dat de Japanners
genoemd eiland hebben in bezit ge
nomen, er hun vlag^hebben gehe-
schi n en daar een Japansche ves
tiging willen in het leven roepen.
Het eiland Pratras met enkelen
kleinere er omheenliggende eiland
los, ligt op ongeveer gelijke afstan-
leu van Hongkong en de Chinee-
■jdie kust, Formosa, en de noord
westpunt van Luzon (Filippijnen).
De Japanners schijnen te bewe
ren, dat zij bet zijn geweest, die
Pratras hebben ontdektde Ohinee
zen houden vol dat het eiland aan
China toebehoord.
In elk geval is het bezit van
het eüand een zaak van be
lang, daar het een goede plaats is
voor het vestigen van een marine
station,terwijl Pratras bovendien rijk
is aan materialen. Het feit evenwel
dat China meent, door vlootvertoon
de Japanners er toe kunnen brengen,
af te laten van grondbezit dat deze
begeeren, is voor hen die zich bezig
houden met het bestudeeren der
feitelijke machtsverhoudingen van
de staten in het Verre Oosten, wel
verrassend
Den laatsten tijd zijn nit China
herhaaldelijk berichten gekomen
van Europeesche waarnemers, die
spraken van de ontwaking en toe
neming van het nationaal zelf
bewustzijn bij de Ohineezen en hun
regeering
Of het bericht echter in dezen
vorm geheel juist is, zal nog moeten
worden afgewacht.
Maar merkwaardig is deze kwestie
zeker
Andere berichten over China
geven intusschen, en dat is in ver
band met het bovenstaande zeer
typisch, kwade noten over den
toestand in China-zelf.
Volgens den Washingtonschen
correspondent van de „Morning
Post", zou de werkelijke reden,
waarom president Roosevelt de
Amerikaansche vloot naar den Stil
len Oceaan heeft gezonden, minder
met de kans op een oorlog met
Japan' te maken hbeben, dan
met aanstaande verwikkelingen in
China
In China is namelijk volgens
dezen man eiken dag de dood der
keizerin te wachten, en dan breken
misschien in het binnenland hevige
onlusten uit en kan het groote rijk
uiteen vallen.
En nu zou de president Roosevelt
van oordeel zijn, dat wie dan in
het Verre Oosten de sterkste vloot
bij de hand heeft, het best weg
komt, wijl men dan den Ohineezen
het meeste ontzag inboezemt, afge
zien daarvan, dat het niet verstan
dig zou zijn, in dergelijk geval den
Japanners de vrije hand te laten.
Wij maken van deze correspon
dentie van den berichtgever der
„Morning Post" om der curiositeits-
wille melding.
Dat 't een juiste beschouwing is,
dunkt ons aan gegronde twijfel
onderhevig
De Doem a-kwestie in R u s 1 a n d
wordt óók acuut.
Die zal 'oplossing tevens moeteu
brengen van tal van andere zaken,
die in het groote Czareurijk han
gende zijn.
Een van de grootste is daarvan
wel de hern'euwing van de vloot,
naar 't schijnt een hartewensch van
de Russische regeering.
Men vaardigde daarover al tal
van besluiten uit, en er zijn al voor
millioenen roebels aan schepen be
steld. Doch deskundigen oordeelen
alweer, dat hier wederom op echt-
Russische manier wordt te werk
gegaan, een beschouwing van deze
zijde komt tot de slotsom dat de
aangebouwde schepen voor het
grootste gedeelte niet geschikt zijn,
en dat de tien groote van 20,000
ton, die vier jaren bonw vereischen,
dan reeds verouderd zullen zijn!
Bovendien ontbreken thans bij de
Russische marine torpedo-booten en
onderzeesche vaartuigen.
Zoo voortgaande bereidt Rusland
alleen een tweede Tsjoesjima voor,
zegt men
De Servische kwestie is er
tegenwoordig ook weer I
Al een paar maal hebben we over
Servië gesproken in den laatsten
tijdnu wordt er weer gemeld dat
er een komplot is gevormd om den
kroonprins te dooden en dat de
meeste leden van dit komplot be-
hooren tot de koningsmoordenaars
van 11 Juni 1903, die daarenboven
dreigen met de publicatie van
stukken, waaruit ook koning Peter's
medeplichtigheid aan den moord op
Alexander en Draga blijken zou I
Zeker is dat de vereenigde oppo
sitie-partijen in een protest, gericht
tot het Servische volk, de verdaging
der Skoeptsjina brandmerken als
eeu schennis der grondwet.
Fat is nu het eenige werk van
beteekenis eener regeering, die voor
niets deugt en die Servië tusschen
de mogendheden vereenzaamd heeft,
zoo luidt het.
De Regeering is een gevaar ge
worden voor het land, welks onder
gang zij dreigt te worden. En daar
deze Regeering de bescherming ge
niet van den koning, volgt eruit
dat men den koning óók moet
opruimen I
Aldus de oppositie. En openlijk
wordt dat gezegd I
Waarlijkkoning Peter kan het
pleizier van zijn nieuwe waardig
heid; die hij zoo met bloedschuld
heeft verkregen, wèl op
Nieuwtjes in drie regels.
Z. H. de Pans heeft een Encycliek
gericht tot Hongarije naar aanleiding
van 't 7e eeuwfeest derH. Elisabeth.
De Aarsbisschop van Westminster,
Mgr. Dr. Bourne, zal naar gemeld wordt,
eerlang tot kardinaal worden verheven.
De aartshertog van Toskane, vader
van de beruchte „mevrouw Toselli" is
zeer ernstig ongesteld.
De Keizer van Oostenrijk is weer her
steld naar het heet. Hij doet zijn bezig
heden weer als gewoonlijk.
Het Keizerlijk bezoek.
„De Telegraaf" weet nadere bij
zonderheden mee te deelen over 't
Keizerlijk bezoek aan Amsterdam,
waarover wij reeds meermalen schre
ven.
Wij ontleen en aan dit blad:
FEUILLETON.
Een smokkelaars-historie.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, vaar een agent is gevestigd (kom der gen
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
1.80
0.05
PRTJS PER APVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fö.60
Elke regel meero.lO
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie it contant.
ize zitting nog eens terug te ko-
2.
h Peze deelde ik alles mede, wat ik ge-
v °rd Lad, en openbaarde teveiis mijn
'ttipe^en' aangaande den moordenaar,
ine dbOrde bijna taco uren, voor dat
de gevangenen, de drie gebroeders
ï?n8e, en Newland bracht.
&an et voorloopig verhoor nam thans een
'iti i'aag' Daaruit bleek dat daar de po-
ge ebeambten de pakken te zwaar hadden
tVaV°n^en een hunner naar Folkstone
8 gegaan om hulp te halen, terwijl de
bij 't in beslag genomen goed de
and t>egaan om hulp te halen, terwijl de
Waoue .bb in beslag genomen goed de
de at bleef houden. Na een uur kwam
j,,; ^gezondene terug maai' vond even-
pl de goederen als zijn makker. Op de
hi? waar bij hem verlaten had, vond
J een pistool in het gras liggen, dat zijn
d tofntad nooit had toebehoord en ein-
k i outdekte men, gelijk reeds gezegd
j>' lijk zelf. Het mes behoorde aan
rdinand Newland. Men had de vier ge-
angenen den avond te voren naar de
l.of'b e k.?8t onder zeil zien gaan, met
ennelijk doel om dien nacht waren
0 okkelen, en niemand kon zeg-
"noer,zlj waren teruggekeerd. Ook
racht men den brief te voorschijn waar
oor de pohtie-beambten gewaarschuwd
Waren en waarin ik oogenblikkelyk de
hand van Ferdinands moedor herkende.
Aldus luidde dat schrijven
„Iemand, die een braven jongeling van
het verderf wenscht te redden bericht de
heeren commissarissen, dat een met kan
ten en zijden stoffen beladen boot den 15n
dezer tegen middernacht beneden Folk
stone lossen zal. Het is te denken, dat
zij met vier koppen bemand zal zijn, en
dat de goederen over den heuvel gebracht
zullen worden naar het huis van John
Strange."
De bewijzen tegen de gevangenen wa
ren klaar en ontegensprekelijk; niettemin
bléven de gebroeders roet duizend eeden
hun opschuld betuigen, terwijl Newland,
toen roen hem afvroeg, of hij ook iets te
zijner verdediging had in te brengen,
stom en bewegingloos bleef staan, en
van hetgeen om hem voorviel volstrekt
geene bewustheid scheen te hebben.
De vrederechter had het bevel tot hunne
gevangenneming juist onderteekend toen
Newlands moeder het vertrek kwam bin
nenstuiven.
O, wat heb ik gedaan, riep zij op een
toon, die ons allen door het hart sneed,
en wat hebt gij gedaan, mijn ongelukkig
kind? Waarom staat gij hier, mijn zoon,
en wat is dat voor bloed aan uw han
den? Hij is onschuldig, mynheer, zeide
zij tot den vrederechter, zeker, hij is on
schuldig. Hij een moord begaan. Hij, die
altijd zacht en goed was, tot. maar
neen, ik mag daar niet van spreken. Dat
is nu voorbij, en hij zal weer de troost
worden zijner verlaten moeder. Zult gij
met mij gaan, Ferdinand? Niet waar mijn
zoon kom?
Newland zuchtte diep. Ik kan niet met
u gaan, moeder, jammerde hy, ik moet
naar de gevangdnis en dan naar het
schavot.
Naar de gevangenis 011 het schavot,
zegt gij? Neen, neen, onmogelijk, dat
kan niet gebeuren Daarom deed ik hot
niet; u gaf ik niet aan maar die godde-
looze bloeddorstige monsters, die u ver
raden hebben. O, de vloek eener moeder
rustte op hen.
Stil, moeder, vervloek niemandof
als gij wilt vloeken Jan mij. Nu fcjen ik
gereed, vervolgde hij, zich tot de gerechts
dienaars wendend.
Toen men hem de handboeien aan
legde, bemerkte men voor de eerste maal,
dat hij eene diepe snede in de hand had,
die nog bloedde. Waar hebt ge die wonde
gekregen vroeg ik hom, in de hoop dat
zyn antwoord aan de zaak eene betere
wending geven zou; maar hij bleef stom
en schudde slechts treurig het hoofd.
Het zou onmogelijk zijn de onbegrensde
droefheid der ongelukkige moeder te be
schrijven. Zij bezwoer zijne onschuld,
noemde zichzelve een moordenaar, smeek
te nu den vrederechter dan mij of de
omstanders haren zoon te helpen redden,
en men moest haar half met geweld
vasthouden om den jongen man te kun
nen wegleiden.
De troep met de gevangenen stelde zich
in beweging en de beklagenswaardige
moeder zeeg daarna in onmacht, wat
haar het ongeluk voor een tijd deed ver
geten.
De gevangenen werden naar Mainsto.ne
vervoerd, waar hunne zaak na korten tijd
voor de rechtbank kwam. Hei innig be
lang dat ik in het lot van moeder en
zoon stftld vergunde mij niet, den uit»
slag van het proces werkeloos af te wach
ten. Daar ik bovendien als getuige was
opgetreden, bogaf ik mij eenige dagen
vroeger naar de stad en poogde Newland
over te halen door eene oprechte getui
genis, tegen zijne nietswaardige makkers,
zichzelven van een smadelijken dood en
zijne moeder van wanhoop te redden. Ik
drone te sterker b,ij hem aan, wijl ik nit
verschillende omstandigheden wel voor
uit zien kon dat een van de Strange's
anders hem opofferen zou. Al myne voor
stellingen dienaangaande hieven echteï
bij den jongen man vruchtelooswant
Anna was mij voor geweest, en had hem
de toezegging afgeperst., dat hij zijne ka
meraden niet verraden zou.
Eindelijk brak de gevreesde dag aan
reeds van den vroegen morgen was het
gerechtshof met menschen opgevuld en
ik nam plaats in de bank der ad vok aten
Ik liet mijn oogen rondgaan en zag den
zoon der weduwe tusschen twee zijner
eveneens geboeide kameraden, niet ver
van daar, zonder banden den derden
broeder, gereed om als getuige op te
treden. Ik huiverde door dit gezicht en
eene heimelijke verachting tegen den
booswicht steeg in mijn binnenste om
hoog.
De deurwaarder gelastte tha,ns stilte,
oogenblikkelyk hield alle gefluister op,
en men had eene naald opalen (gronfl
kunnen hóoren vallen, terwijl de akte
van aanklacht werd voorgelezen. Zij be
schuldigde Zacharias, Thomas en Eduard
Strange, benevens Ferdinand Newland,
van het vermoorden van een tolbeambte
en van eene poging om verboden goede
ren te smokkelen. Op de gewone vraag
verklaarde de Strange s zich voor geheel
onschuldig, maar Newland riep met vaste
stem: Aan het eerste misdrijf onsohul-
dig, schuldig aan het tweede.
Niet schuldig aan moord, riep eene
stem boven van de galerij. Hoor dat,
rechter, mijn zoon is onschuldig. O, laat
hem gaan.
De toon, waarop deze woorden werden
uitgesproken, scheen alle aanwezigen ver
steend te hebben. Ik zag op, en daar
stond de ongelukkige moeder met opge
heven armen, gevouwen handen en de
starende oogen op haar kind gericht.
Hare kleeding was heelemaal in wan
orde, hare muts verschoven, haar half
grijs haar los op de schouder neerhan
gend, en haar groot donker oog onbe
weeglijk.
Intusschen had de rechter zich van
zijnen zetel opgericht.
Goede vrouw, sprak hij op zacbten
maar ernstigen toon. Gij moet stil zijn'
en zoudt nog beter doen, met de zaal
te verlaten.
Ja, ja, riep zij, maar hebt gij het
dan met gehoord? hy is onschuldig ik
wil clat bezweren.
Dat mag niet geduld worden, hernam
de rechter. Deurwaarder doet uw plieht
en herstelt de orde.
Maar zelfs de rechtsdienaars behandel
den naar met goedheid en bewogen haar,
stu te blijven. En nu verklaarde de
openbare aanklager, dat Thomas Strange
door het tolbestuur als getuige aange
nomen en de aanklacht tegen hem, uit
dien hoofde ingetrokken was. Hierop
deed de jury, op het voorstel van den
rechter, dezen mensch de bank der mis
dadigers verlaten. Thans werden de ge
tuigen verhoord, en daaronder ook ik,
(foeh er kwam niets p-an 't licht dat de
jury tegen een der aangeklaagde eene
wettelijke zekerheid had kunnen ver
schaffen, toen de beurt len laatste aan
den medeschuldige kwam. Deze droeg
zijn verhaal bedaard en in den besten
samenhang voor. Hij bekende, dat zij alle
vier met het insluiken van verboden goe
deren waren bezig geweest, en dat zelfs
zijn broeder Eduard en Newland deze op
de schouders hadden toen de tolbeamb
ten hen overvielen en tot eene over
haaste vlucht dwongen. Zacharias, voeg
de hij erbij, was ter bewaking van de
boot achtergebleven en kwam bij ons,
toen alles gedaan was,
Bij deze woorde keerde Newland zich
om en zag den getuige stijf in 't aange
zicht. Deze sloeg de oogen neder, doch
herstelde zich spoedig en vervolgde toen
Ofschoon wij aanvankelijk in ver
schillende richtingen waren uiteengesto
ven, verzamelden wij ons toch spoedig
weder en begonnen te overleggen wat
ons te doen stond. Wat te doen riep
Newland, die wat te veel gedronken had,
gij hebt pisolen, ik heb een mes, wij zijn
drie tegen twee, laat ons het goed terug
nemen. Wij wilden daar niets van weten,
maar hij trok mij een pistool uit den
gordel en liep weg.
(Wordt vervolgd.)