DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND H. VAK DEN BERD. Onschuldig, BERICHT. w- Uit de Statenzaal. Voor 't laatst! BUITENLAND. BINNENLAND. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem donderdag 24 octoser 1907. No. 6719, 32ste Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. De stembus is mor den geopend van 8—5 Uur. leder kiezer, ook el mocht hij geen op- roepingskaari hebben ontvangen,dient in dien ?*jd te gaan stemmen, ^fij bevelen dringend ean, uw stem uit te brengen op den heer Nalezing van de Raadsvergadering. De nieuwe wethouder is er. In plaats van Mr. de Haan Hu- Senholtz, wien wel een groote klove ®cheidt van do andere leden des ^agelijkschen bestuurs, naar nu Dlijkt, heeft de Raad gekozen Mr. J- H. Thiel. Een overvloed van bekwame Oiannen voor den wethouderspost ia er naar 't schijnt in onze gemeente niet Want de heer Thiel *reeg reeds bij eerste stemming aller stem, zonder eenige uit^onde- rin£- Dat is voor den benoemde een kleiend getuigenis. Getuigenis van zijn bekwaamheid uit de kranige wijze, waarop de heer Thiel zijn raadslidmaatschap steeds heeft waargenomen, schitte rend is gebleken. Die ook aan den hag is gekomen bij de waarneming yan het wethouderschap gedurende Korten tjjd. Die benoeming met algemeeue stemmen js voorts een bewijs van hertrouwen in Mr. Thiel's onpar tijdigheid. Hoewel in liet college h^n B. en W. géén wethouder der teehterzijde zitting neemt, heeft ook he rechterzijde Mr. Thiel bij eerste steiuming haar vertrouwen geschon ken. Aan den nieuwen wethouder onze Selukwenschenmet de raadsleden han allerlei kleur en rjchting Jieb- wij evenzeer vertrouwen in ^r- Thiel's scherp vernuft, groote Werkkraeht, juiidische begaafdheid, ^hmiukhratieve bekwaamheden en ePrlijke onpartijdigheid. En van harte uiten we den wensch ■ftt m aiie opzichten Mr. Thiel's Werkzaamheid als wethoudpr, voor °Q?e gemeente een zegen mogen Enkele kleine voordrachten, geen teden tot opmerkingen biedende, jterden gisteren nog aangenomen. 6 heer Van de Kamp trachtte in men op het conflict, dat tof het aftreden van den heer de Haan Hugenholtz heeft geleid, maar dat gebeurde ditmaal niet. Die zaak komt echter eerlang aan de orde, zeide de burgemeester toe de Als deze courant in de handen komt van onze lezers, is het de vooravond van de verkiezing voor de Provinciale Staten. 't Is ditmaal een typische ver kiezing. Een overbekend Haarlemmer, een man die gezien en geëerd is in alle kringen, staat er tegenover iemand die zoo goed als onbekend mag heeten. Men zou kunnen vragenhoe kan er voor een echt Haarlemmer nog twijlel bestaan, op wien hij Vrijdag a.s. stemmen moet, wanneer hij de eensgezinde geestdrift ziet, die eenerzijds wordt betoond voor de candidatuur van den zoozeer bekenden geneesheer, die sinds 5 Augustus 1891 reeds een zoo eer volle plaats inneemt in den Haar- lemschen Raad en anderszins de stroeve, alle warmte missende opwekking, die dienen moet om den heer Losecaat Vermeer, presi dent van de rechtbank, naar voren te brengen 1 Wanneer we honderd Haarlem mers de vraag stelden wie zal het best uwe belangen kunnen bevor deren, wie kent ze het best, en wien vertrouwt ge ze het best toe? dan is van de overgroote meerder heid 't antwoord niet twijfelachtig I Alleen reeds om zijn groote po pulariteit is de heer van den Berg de man, die Haarlem dient te vertegenwoordigen in de Pro vinciale Staten van Noord Hol land I Maar... er is nog meer! Voor een goede waarneming van die vertegenwoordiging, voor een goede behartiging van Haarlem's belangen, moet men tijd en ge legenheid hebben. Het lidmaatschap der Staten is, voor wie het goed wil waarnemen, geen sinecure! Dokter van den Berg, die reeds zoovele ambten en posten bek bedt., doph in die alle steeds tooude zich in te werken en zich er geheel voor te geven, biedt alle waai bor gen, dat hij het lidmaatschap der Provinciale Staten evpu ernstig en ijverig zal opvatten als hij zijn (aak als raadslid vervult. Maar de liberale candidaat, de heer Losecaat Vermeer? Zeker: we nemen aan dat hij bezield is met de beste bedoelin gen! Dat hij ook gaarne werk zal willen maken van zijn Staten-lid- maatschap, als hij het zoover brengt. Doch zal hij het künnen? Dat betwijfelen we ten sterkste, en wel op gezag vanden lieer Losecaat Vermeer-zelf! Het is nog zoo lang niet geleden dat Mr. Losecaat Vermeer, bij de installatie van den nieuwbenoemden rechter Mr. Dor! out Mees, de merkwaardige verklaring aflegde, dat ook de Haarlemsche Rechtbank overstelpt was met werk, zóóveel, dat zijn rede één doorloopend ver wijt was aan het adres der regee ring, die niet ingrijpt en in de Rechtbank méér rechters benoemt, om vlugger de zaken te kunnen afdoen. „We kunnen het werk onmoge lijk af", zoo zeide Mr. Losecaat Vermeer: „we zitten opgepropt vol, en reeds nu klaagt iedereen steen en been over de trage rechtsbe doeling, terwijl het werk maar immer nog toeneemt!" Men begrijpt dat bij zulk een overlading van werk de president van zulk een college nog 't zwaarst met arbeid overkropt zit! Endezen man wil men nu het lidmaatschap der Staten nog erbij opdragen? De omstandigheden zijn sinds niet veranderd! Bestaat er niet de vrees, dat dan óf het rechtersambt, óf het lid maatschap der Staten, lijden zal van den al te grooten toevloed van weik, waaronder de heer Losecaat Vermeer nu reeds naar zijn eigen zeggen zoo lijdt? Neen: voor de behoorlijke ver valling van het lidmaatschap der Staten en de behartiging onzer locale belangen daarin, moeten^we een man hebben, die niet alleen die belangen alle kent van jaren her, maar die ook den tijd Leeft, om ze nog nader te bestudeeren, er zich daaraan geheel te geven. En aan geen van die beide eischen kan de liberale candidaat zóó voldoen, als onze man dat kan, Dokter van den Berg! Dat alles is wel bekend Ook onze tegenstanders weten dat. En hun aanbevelingen onderschei den zich dan ook door de meest- kalme gemeenplaatsen, die men in dergelijke verkiezingslectuur pleegt aan te treffen. Waar wij met klinkende feiten, met een reeks van namen en func ties, met bewijzen van algemeen vertrouwen aaukomen ten gunst* van den candidaat der reehtsche partijen, verliest de aanbeveling van deliberaal-radicaal-socialistischecoa- litie zich in de grootst-mogelijke nevelachtigheid. Trouwens, dat is te begrijpen. Voorzitter van de Rechtbank te zijn is eën zeer eervolle positie. Maarde socialistische stem men leggen óók gewicht in de schaal, en de socialisten zijn in den regel niet het warmst gestemd voor onze rechterlijke colleges! En de klove tusschen de mannen der Liberale Unie en de Vrijzinnig democraten is ook nïet zoo gering, dat de heeren er wederzijds gaarne aan worden herinnerd! Daarom wordt waarschijnlijk ook geen woord gesproken van de on- derteekeniug door Mr. Losecaat Vermeer van 't Vrijzinnig-Demo cratisch program.... Dat de Vrij zinnig-Democraten bij de laatste raadsverkiezingen nog tegenover de Liberale Unie stonden is vergeten, en ook de Liberale Unie loopt nu in liet gareel voor de verkiezing van een radicaal. De Haarlemsche burgerij heeft 'n aardig kijkje achter de schermen bij deze verkiezing! Doch men wete nu eens, dat bij deze, zooals bij elke verkiezing, twee dingen op den voorgrond moe ten staan: vaste, omlijnde beginse len, en een waarborg voor de meest- geschikte behartiging van onze be langen. Die twee eischen vervult onze Christelijke candidaat ten volle, en daarom ook durven we hier voor 't laatst nog eens alle Haarlem mers die morgen stemmen moeten, met vollen aandrang op het hart te drukken, hun stem uit te bren gen op Dokter van'den BERG, Algemeen Overzicht. De „kwesties" die wereld beroeren vermeerderen met den dag De bestaande worden nog voor eerst niet opgelost, naar het schijnt en er komen er bovendien nog bij. 't Nieuwste op dit gebied is een 0hineesch-Japansche kwestie, als wo ten minste de berichten mo gen geloovon uit Sjanghai. De Chineosche regeering moet, volgens dicjjtijdingeu, aan den on derkoning van Kanton te hebben bevolen, oorlogschepen te zenden naar Pratras, ten einde een onder zoek in te stellen naar de juistheid van het bericht, dat de Japanners genoemd eiland hebben in bezit ge nomen, er hun vlag^hebben gehe- schi n en daar een Japansche ves tiging willen in het leven roepen. Het eiland Pratras met enkelen kleinere er omheenliggende eiland los, ligt op ongeveer gelijke afstan- leu van Hongkong en de Chinee- ■jdie kust, Formosa, en de noord westpunt van Luzon (Filippijnen). De Japanners schijnen te bewe ren, dat zij bet zijn geweest, die Pratras hebben ontdektde Ohinee zen houden vol dat het eiland aan China toebehoord. In elk geval is het bezit van het eüand een zaak van be lang, daar het een goede plaats is voor het vestigen van een marine station,terwijl Pratras bovendien rijk is aan materialen. Het feit evenwel dat China meent, door vlootvertoon de Japanners er toe kunnen brengen, af te laten van grondbezit dat deze begeeren, is voor hen die zich bezig houden met het bestudeeren der feitelijke machtsverhoudingen van de staten in het Verre Oosten, wel verrassend Den laatsten tijd zijn nit China herhaaldelijk berichten gekomen van Europeesche waarnemers, die spraken van de ontwaking en toe neming van het nationaal zelf bewustzijn bij de Ohineezen en hun regeering Of het bericht echter in dezen vorm geheel juist is, zal nog moeten worden afgewacht. Maar merkwaardig is deze kwestie zeker Andere berichten over China geven intusschen, en dat is in ver band met het bovenstaande zeer typisch, kwade noten over den toestand in China-zelf. Volgens den Washingtonschen correspondent van de „Morning Post", zou de werkelijke reden, waarom president Roosevelt de Amerikaansche vloot naar den Stil len Oceaan heeft gezonden, minder met de kans op een oorlog met Japan' te maken hbeben, dan met aanstaande verwikkelingen in China In China is namelijk volgens dezen man eiken dag de dood der keizerin te wachten, en dan breken misschien in het binnenland hevige onlusten uit en kan het groote rijk uiteen vallen. En nu zou de president Roosevelt van oordeel zijn, dat wie dan in het Verre Oosten de sterkste vloot bij de hand heeft, het best weg komt, wijl men dan den Ohineezen het meeste ontzag inboezemt, afge zien daarvan, dat het niet verstan dig zou zijn, in dergelijk geval den Japanners de vrije hand te laten. Wij maken van deze correspon dentie van den berichtgever der „Morning Post" om der curiositeits- wille melding. Dat 't een juiste beschouwing is, dunkt ons aan gegronde twijfel onderhevig De Doem a-kwestie in R u s 1 a n d wordt óók acuut. Die zal 'oplossing tevens moeteu brengen van tal van andere zaken, die in het groote Czareurijk han gende zijn. Een van de grootste is daarvan wel de hern'euwing van de vloot, naar 't schijnt een hartewensch van de Russische regeering. Men vaardigde daarover al tal van besluiten uit, en er zijn al voor millioenen roebels aan schepen be steld. Doch deskundigen oordeelen alweer, dat hier wederom op echt- Russische manier wordt te werk gegaan, een beschouwing van deze zijde komt tot de slotsom dat de aangebouwde schepen voor het grootste gedeelte niet geschikt zijn, en dat de tien groote van 20,000 ton, die vier jaren bonw vereischen, dan reeds verouderd zullen zijn! Bovendien ontbreken thans bij de Russische marine torpedo-booten en onderzeesche vaartuigen. Zoo voortgaande bereidt Rusland alleen een tweede Tsjoesjima voor, zegt men De Servische kwestie is er tegenwoordig ook weer I Al een paar maal hebben we over Servië gesproken in den laatsten tijdnu wordt er weer gemeld dat er een komplot is gevormd om den kroonprins te dooden en dat de meeste leden van dit komplot be- hooren tot de koningsmoordenaars van 11 Juni 1903, die daarenboven dreigen met de publicatie van stukken, waaruit ook koning Peter's medeplichtigheid aan den moord op Alexander en Draga blijken zou I Zeker is dat de vereenigde oppo sitie-partijen in een protest, gericht tot het Servische volk, de verdaging der Skoeptsjina brandmerken als eeu schennis der grondwet. Fat is nu het eenige werk van beteekenis eener regeering, die voor niets deugt en die Servië tusschen de mogendheden vereenzaamd heeft, zoo luidt het. De Regeering is een gevaar ge worden voor het land, welks onder gang zij dreigt te worden. En daar deze Regeering de bescherming ge niet van den koning, volgt eruit dat men den koning óók moet opruimen I Aldus de oppositie. En openlijk wordt dat gezegd I Waarlijkkoning Peter kan het pleizier van zijn nieuwe waardig heid; die hij zoo met bloedschuld heeft verkregen, wèl op Nieuwtjes in drie regels. Z. H. de Pans heeft een Encycliek gericht tot Hongarije naar aanleiding van 't 7e eeuwfeest derH. Elisabeth. De Aarsbisschop van Westminster, Mgr. Dr. Bourne, zal naar gemeld wordt, eerlang tot kardinaal worden verheven. De aartshertog van Toskane, vader van de beruchte „mevrouw Toselli" is zeer ernstig ongesteld. De Keizer van Oostenrijk is weer her steld naar het heet. Hij doet zijn bezig heden weer als gewoonlijk. Het Keizerlijk bezoek. „De Telegraaf" weet nadere bij zonderheden mee te deelen over 't Keizerlijk bezoek aan Amsterdam, waarover wij reeds meermalen schre ven. Wij ontleen en aan dit blad: FEUILLETON. Een smokkelaars-historie. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, vaar een agent is gevestigd (kom der gen Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers 1.80 0.05 PRTJS PER APVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fö.60 Elke regel meero.lO Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie it contant. ize zitting nog eens terug te ko- 2. h Peze deelde ik alles mede, wat ik ge- v °rd Lad, en openbaarde teveiis mijn 'ttipe^en' aangaande den moordenaar, ine dbOrde bijna taco uren, voor dat de gevangenen, de drie gebroeders ï?n8e, en Newland bracht. &an et voorloopig verhoor nam thans een 'iti i'aag' Daaruit bleek dat daar de po- ge ebeambten de pakken te zwaar hadden tVaV°n^en een hunner naar Folkstone 8 gegaan om hulp te halen, terwijl de bij 't in beslag genomen goed de and t>egaan om hulp te halen, terwijl de Waoue .bb in beslag genomen goed de de at bleef houden. Na een uur kwam j,,; ^gezondene terug maai' vond even- pl de goederen als zijn makker. Op de hi? waar bij hem verlaten had, vond J een pistool in het gras liggen, dat zijn d tofntad nooit had toebehoord en ein- k i outdekte men, gelijk reeds gezegd j>' lijk zelf. Het mes behoorde aan rdinand Newland. Men had de vier ge- angenen den avond te voren naar de l.of'b e k.?8t onder zeil zien gaan, met ennelijk doel om dien nacht waren 0 okkelen, en niemand kon zeg- "noer,zlj waren teruggekeerd. Ook racht men den brief te voorschijn waar oor de pohtie-beambten gewaarschuwd Waren en waarin ik oogenblikkelyk de hand van Ferdinands moedor herkende. Aldus luidde dat schrijven „Iemand, die een braven jongeling van het verderf wenscht te redden bericht de heeren commissarissen, dat een met kan ten en zijden stoffen beladen boot den 15n dezer tegen middernacht beneden Folk stone lossen zal. Het is te denken, dat zij met vier koppen bemand zal zijn, en dat de goederen over den heuvel gebracht zullen worden naar het huis van John Strange." De bewijzen tegen de gevangenen wa ren klaar en ontegensprekelijk; niettemin bléven de gebroeders roet duizend eeden hun opschuld betuigen, terwijl Newland, toen roen hem afvroeg, of hij ook iets te zijner verdediging had in te brengen, stom en bewegingloos bleef staan, en van hetgeen om hem voorviel volstrekt geene bewustheid scheen te hebben. De vrederechter had het bevel tot hunne gevangenneming juist onderteekend toen Newlands moeder het vertrek kwam bin nenstuiven. O, wat heb ik gedaan, riep zij op een toon, die ons allen door het hart sneed, en wat hebt gij gedaan, mijn ongelukkig kind? Waarom staat gij hier, mijn zoon, en wat is dat voor bloed aan uw han den? Hij is onschuldig, mynheer, zeide zij tot den vrederechter, zeker, hij is on schuldig. Hij een moord begaan. Hij, die altijd zacht en goed was, tot. maar neen, ik mag daar niet van spreken. Dat is nu voorbij, en hij zal weer de troost worden zijner verlaten moeder. Zult gij met mij gaan, Ferdinand? Niet waar mijn zoon kom? Newland zuchtte diep. Ik kan niet met u gaan, moeder, jammerde hy, ik moet naar de gevangdnis en dan naar het schavot. Naar de gevangenis 011 het schavot, zegt gij? Neen, neen, onmogelijk, dat kan niet gebeuren Daarom deed ik hot niet; u gaf ik niet aan maar die godde- looze bloeddorstige monsters, die u ver raden hebben. O, de vloek eener moeder rustte op hen. Stil, moeder, vervloek niemandof als gij wilt vloeken Jan mij. Nu fcjen ik gereed, vervolgde hij, zich tot de gerechts dienaars wendend. Toen men hem de handboeien aan legde, bemerkte men voor de eerste maal, dat hij eene diepe snede in de hand had, die nog bloedde. Waar hebt ge die wonde gekregen vroeg ik hom, in de hoop dat zyn antwoord aan de zaak eene betere wending geven zou; maar hij bleef stom en schudde slechts treurig het hoofd. Het zou onmogelijk zijn de onbegrensde droefheid der ongelukkige moeder te be schrijven. Zij bezwoer zijne onschuld, noemde zichzelve een moordenaar, smeek te nu den vrederechter dan mij of de omstanders haren zoon te helpen redden, en men moest haar half met geweld vasthouden om den jongen man te kun nen wegleiden. De troep met de gevangenen stelde zich in beweging en de beklagenswaardige moeder zeeg daarna in onmacht, wat haar het ongeluk voor een tijd deed ver geten. De gevangenen werden naar Mainsto.ne vervoerd, waar hunne zaak na korten tijd voor de rechtbank kwam. Hei innig be lang dat ik in het lot van moeder en zoon stftld vergunde mij niet, den uit» slag van het proces werkeloos af te wach ten. Daar ik bovendien als getuige was opgetreden, bogaf ik mij eenige dagen vroeger naar de stad en poogde Newland over te halen door eene oprechte getui genis, tegen zijne nietswaardige makkers, zichzelven van een smadelijken dood en zijne moeder van wanhoop te redden. Ik drone te sterker b,ij hem aan, wijl ik nit verschillende omstandigheden wel voor uit zien kon dat een van de Strange's anders hem opofferen zou. Al myne voor stellingen dienaangaande hieven echteï bij den jongen man vruchtelooswant Anna was mij voor geweest, en had hem de toezegging afgeperst., dat hij zijne ka meraden niet verraden zou. Eindelijk brak de gevreesde dag aan reeds van den vroegen morgen was het gerechtshof met menschen opgevuld en ik nam plaats in de bank der ad vok aten Ik liet mijn oogen rondgaan en zag den zoon der weduwe tusschen twee zijner eveneens geboeide kameraden, niet ver van daar, zonder banden den derden broeder, gereed om als getuige op te treden. Ik huiverde door dit gezicht en eene heimelijke verachting tegen den booswicht steeg in mijn binnenste om hoog. De deurwaarder gelastte tha,ns stilte, oogenblikkelyk hield alle gefluister op, en men had eene naald opalen (gronfl kunnen hóoren vallen, terwijl de akte van aanklacht werd voorgelezen. Zij be schuldigde Zacharias, Thomas en Eduard Strange, benevens Ferdinand Newland, van het vermoorden van een tolbeambte en van eene poging om verboden goede ren te smokkelen. Op de gewone vraag verklaarde de Strange s zich voor geheel onschuldig, maar Newland riep met vaste stem: Aan het eerste misdrijf onsohul- dig, schuldig aan het tweede. Niet schuldig aan moord, riep eene stem boven van de galerij. Hoor dat, rechter, mijn zoon is onschuldig. O, laat hem gaan. De toon, waarop deze woorden werden uitgesproken, scheen alle aanwezigen ver steend te hebben. Ik zag op, en daar stond de ongelukkige moeder met opge heven armen, gevouwen handen en de starende oogen op haar kind gericht. Hare kleeding was heelemaal in wan orde, hare muts verschoven, haar half grijs haar los op de schouder neerhan gend, en haar groot donker oog onbe weeglijk. Intusschen had de rechter zich van zijnen zetel opgericht. Goede vrouw, sprak hij op zacbten maar ernstigen toon. Gij moet stil zijn' en zoudt nog beter doen, met de zaal te verlaten. Ja, ja, riep zij, maar hebt gij het dan met gehoord? hy is onschuldig ik wil clat bezweren. Dat mag niet geduld worden, hernam de rechter. Deurwaarder doet uw plieht en herstelt de orde. Maar zelfs de rechtsdienaars behandel den naar met goedheid en bewogen haar, stu te blijven. En nu verklaarde de openbare aanklager, dat Thomas Strange door het tolbestuur als getuige aange nomen en de aanklacht tegen hem, uit dien hoofde ingetrokken was. Hierop deed de jury, op het voorstel van den rechter, dezen mensch de bank der mis dadigers verlaten. Thans werden de ge tuigen verhoord, en daaronder ook ik, (foeh er kwam niets p-an 't licht dat de jury tegen een der aangeklaagde eene wettelijke zekerheid had kunnen ver schaffen, toen de beurt len laatste aan den medeschuldige kwam. Deze droeg zijn verhaal bedaard en in den besten samenhang voor. Hij bekende, dat zij alle vier met het insluiken van verboden goe deren waren bezig geweest, en dat zelfs zijn broeder Eduard en Newland deze op de schouders hadden toen de tolbeamb ten hen overvielen en tot eene over haaste vlucht dwongen. Zacharias, voeg de hij erbij, was ter bewaking van de boot achtergebleven en kwam bij ons, toen alles gedaan was, Bij deze woorde keerde Newland zich om en zag den getuige stijf in 't aange zicht. Deze sloeg de oogen neder, doch herstelde zich spoedig en vervolgde toen Ofschoon wij aanvankelijk in ver schillende richtingen waren uiteengesto ven, verzamelden wij ons toch spoedig weder en begonnen te overleggen wat ons te doen stond. Wat te doen riep Newland, die wat te veel gedronken had, gij hebt pisolen, ik heb een mes, wij zijn drie tegen twee, laat ons het goed terug nemen. Wij wilden daar niets van weten, maar hij trok mij een pistool uit den gordel en liep weg. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1