DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Gelouterd.
donderdag 31 October 1907.
No.f6725, 32st0 Jaargang.
nderhuisvest 31-33, Haarlem
Het teeken van
onzen tijd.
BUITENLAND.
Telegrammen.
BINNENLAND.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Wie 't allereerst de uitdrukking
heeft gebruikt, weten we niet.
Maar gangbaar is ze geworden en
gebruikt wordt ze tot vervelens toe.
Vaak misbruikt„Onzen tijd staat
in het teeken der snelheid, in het
teeken van den vooruitgang, in het
teeken der electriiiteit"
Zoo lezen we herhaaldelijk.
Toch moest de uitdrukking slechts
gebezigd voor zaken, die heel 't maat
schappelijk en geestelijk leven be-
heerschen, die hun invloed doen
gelden op geheel de maatschappij.
En zoo is zonder eenigen tw„fel
gerechtvaardigd de uitspraak: „Onze
tijd staat in het teeken van het onge
loof
Ff et teeken van den Christus is
uitgewischt, en daarvoor in de plaats
is gekomen 't wufte, wereldsche,
onverschillige, diabolische vaak, dat
de jacht naar genot als de over-
heerschende hartstocht kenmerkt
van onzen tijd.
Dat is niet iets, hier of elders
uitsluitend voorkomend
Neendie verslapping van geloof
en zeden, die verweeking van
't Katholieke leven is algemeen op
de wereld.
En juist daarom mag en kan
met reden worden gezegd, dat onze
tijd staat in het teeken des ongeloofs.
Het ongeloof beheerscht geheel
de maatschappij, beheerscht het
openbaar en bijzonder leven.
En het is juist tegen deze alge-
meene, overal voorkomende, in alle
hoeken schuilende verslapping van
het christelijk organisme, dat we
op het voetspoor van den Paus,
die „alles in Christus vernieuwen"
wil, moeten optrekken om er wat
leven en zenuw en kracht in te
brengen, en dat de Katholieke Pers
een taak te vervullen heeft, die
ze niet mag nalaten.
We zeggen geen woord teveel,
als we volhouden: onze tijd i« die
van het ongeloof op de eerste plaats
en van de neutraliteit als slippen-
draagster daarvan.
En niet alleen dat het ongeloof
zelf steeds driester wordt, steeds
openlijker, maar ook onder ons,
Katholieken, is helaas vaak een
zekere verslapping merkbaar die op
zichzelve dikwijls nog gevaarlijker
is dan 't brutale ongeloof.
„Dilettant-Katholieken" hebben
we eens die koele, lauwe,^neutrale
Roomscben hooren noemen. Waar
lijk een teekenende naamDe
neutrale pers, de frivole moderne
levensopvatting, de genotzucht,heeft
ze zoover gebracht. En daarbij niet
te vergeten het „neutraal," onge-
loovig onderwijs.
Zeker, zulke Katholieken gaan
's Zondags naar de kerk, ze zitten
dikwijls nog vlak onderden preek
stoel, ze hebben goede vrienden
onder de geestelijkheid, maar
de „loswerking van het religieuze
leven" die door Dr. Kuyper zoo fel
is gekenschetst en beschreven, is
bij hen in alles merkbaar. Niet an
ders is dit natuurlijk, dan de in
vloed van een zuiver-materialistische
levensopvattingde godsdienst wordt
een fantasiecostuum, dat dient voor
de een of andere gelegenheid, en
dat ze uittrekken wanneer ze in het
openbare leven moeten verschijnen,
de woorden van de preek hooren ze,
maar de predicatio-zelve gaat hen
voorbij, de vinnigheid des geloofs
kennen niet, de levensernst die
een gevolg is van de levende over
tuiging dat we niet zijn voor hier
beneden, maar dat ons heele leven
slechts een oogenblikje is in 't
voorportaal van 't werkelijke leven
dat na den dood begint, die
levensernst gaat hun deur voorbij.
Dat is enkel materialisme.
Dat voert in de godsdienstige
praktijk tot onverschilligheid, in
het dagelijkscli leven tot genotzucht
en frivoliteit.
Frankrijk is er het sprekendste
voorbeeld van, hoe verslapping van
den religieuzen geest leidt tot ver
nietiging ervan, tot mondaine op
pervlakkigheid, tot ongeloof en ten
slotte tot eenjsataniscb, stelsel tnatig-
optredend anticlericalisme.
Zoo staat onze tijd in het teeken
van het ongeloof, en ook de Katho
lieken lijden ervan.
't Is onze [plicht, de plicht van
allen, om zich schrap te zetten tegen
dien drang naar onverschilligheid
in 't religieuse, gemakzucht en jacht
naar pleziertjes in 't maatschappe
lijke, materialistische levensopvat
ting in 't dagelijksch gedoe.
God belijden, ook in het openbare
leven, is geen schande.
Meer noghet is een plicht.
En die plicht moet nagekomen
worden door 't steunen en mogelijk
maken van het Katholieke onder
wijs, dat toch 't fundament legt
voor latere levensopvatingen. Die
plicht moet betracht, door het we
ren der laffe, gevaarlijke neutrali
teit in lectuur en geschrift, die nog
verderfelijker is,omdat het gevaai
er onder 't masker van onschuld
wordt verborgen, dan een open
lijke tegenstander.
Onze tijd moet staan in het teeken
der geestelijke hervorming, en dt
Katholieke ouders, de Katholieke
leiders van vereenigingen, de maat
schappelijk hooger-gestelden zoo
wel als de kleine luyden ondei
ons dienen te bedenken, dut op
allen, ieder in zijn eigen kring, den
plicht rust mêe te werken tot ver
nieuwing en verbetering v:m het
religieuse leven, vau het innig-gods-
dienstig gevoel.
De tijd dat men Katholiek was
in z'n huiskamer, maar „hberaal"
of wat anders buiten de deur, moet
uit zijn!
Wij behoeven ons om ons geloof
niet te schamen, en al is 't niet
noodig bij elke gelegenheid ermee
te koop te loopen, den waren ge-
looiszin bij elk werk dat we doen
en elk- woord dat we spreken, in het
oog te houden, is wèl noodzakelijk
Zoo dient er medegewerkt te
worden door allen, om een Gods
rijk te stichten op aarde om onzen
tijd te bevrijden van dat afschuwe
lijk merkteeken van materialisme,
genotzucht en neutraliteit.
Ieder kan dat in eigen kring,
eenvoudig en zonder ophef.
't Gebed van alle Heiligen op
den feestdag van morgen geve, dat
dit besef levendig worde onder ons
ter ópleving van den Christelijke
geest, ter bevordering van waren
godsdienszin en innig geloof, ter
vernietiging van de onverschillige
neutraliteit en het brutale materia
lisme, waardoor onze tijd het merk
teeken des ongeloofs heeft verkre
gen
Algemeen Overzicht.
De politieke constellatie van
Europa schijnt gevaar te loopen.
Wat al zoolang gefluisterd werd
schijnt een feit te worden: de veel-
befaamde tweebond tusschen Rus
land en Frankrijk waggelt!
Althans het militaire gedeelte
ervan.... en dat is politiek gespro
ken nu eenmaal het voornaamste!
De Russische regeering moet het
verlangen te kennen hebben ge
geven, de Russisch-Fransch mili
taire conventie gewijzigd te zien.
Met deze aangelegenheid zou de
aanwezigheid te Parijs van minister
Iswolski en den chef van den Rus-
sischen generalen staf verband hou
den.
Zooals bekend is, moet Rusland
volgens genoemde conventie, in de
westelijke, aar Duitschland gren
zende, provincies steeds een bepaald
aantal troepen en de noodige am
munitie gereed houden. Maar tijdens
den oorlog met Japan heeft Rus
land een deel dier troepen uit ge
noemde provincies tervggetrokken
en ze later gedeeltelijk in andere
streken vau het ryk geplaatst.
Nu heeft de Fransche regeering,
te St. Petersburg eerst op beschei
den wijze te kennen gegeven, dat
dat niet ging, en later toen de eerste
opmerking geen effect had gehad,
in duidelijker bewoordingen te ken
nen gegeven dat het Russische gou
vernement zich met de aangeduide
zaak moest bezig houden!
Minister Iswolski verklaarde toen,
dat bij den oogenblikkelijken poli-
tieken toestand de letterlijke tenuit
voerlegging van de conventie niet
meer noodig was.
Ten einde echter te voorkomen,
dat Frankrijk, waar het grootste
deel der Russische nationale schuld
geplaatst is, represaille-maatregelen
zoude nemen, zouden daarop minis
ter Iswolski en de chef van den
generalen staf zich naar Parijs heb
ben begeven, om daar in onderhan
deling te treden over een „herzie
ning" der militaire conventie.
Als dat waar is, dan gaat het
fundament der „alliantie" onderste
boven I
Men weet dat Clemenceau steeds
gezegd werd, niets voor de alliantie te
voelen: zou hy zijn zin krijgen?
Omtrent de grooten brand te
Antwerpen lezen we nog in
het Katholieke „Handelsblad van
Antwerpen" de volgende nabe
trachting
Eerst nu zien wij in van welk
groot nut een ondergrondsche te-
lephoonleiding zou wezen. De lueht-
telephoonleiding heeft ons alreeds,
gedurende een grooten sneeuwval,
wij meenen dat het een 20 jaar
geleden is, een groote onderbreking
van dienst op den hals gehaald.
Thans zal die onderbreking van
langen duur zjjn.
Men zegt, dat de Bell Telephon
Co., voor het leveren van het mate
rieel van het middenbureel, 3 maan
den vraagt.
Stel u Antwerpen voor, 3 maan
den zonder telephoon?
Intusschen zal men, voor het
jaar of voor het paar jaren, dat de
ondergrondsche telephoon zich nog
zal laten wachten, een heel nieuwe
luchtleiding moeten maken.
De statie is per telephoon nog
verbonden met het binnenland;
ook op de beurs, die in rechtstreek
sche verbinding staat met de statie,
kan men telephoneeren, en daar
werd vandaag den ganschen dag
queue gemaakt.
Aldaar is er van niets anders
sprake dan van de ontreddering
die de totale staking van den tele-
phoondienst in alle handelsbureelen
verwekt heeft.
Groote ontredding ook aan de
ba ven, waar de telephoon om zoo
te zeggen aanhoudend gebruikt
wordt.
Uit Marokko hooren we niet
veel nieuws.
Volgens de „Morning Post" is
le stemming in FezT ten opzichte
/an Moeley-Hafid gunstiger dan
ioit.
De Oelema's toch vinden, dat
Vzis door het aannemen van 't
.ruis van 't eere-legioen, verraad
«leegde t'^gen den Islam!
De Moo en bij Casablanca zijn
iog steeds tot den krijg bereid.
Zooals we al in onze berichten
leden uitkomen, hebben de Rus-
ische regeeringsmannen met de
lerde Doema eindelijk hun zin
;ekregen, door welke oorzaken ook;
lie derde Doeina zal nu eindelijk
toch regeeringsgezind worden.
De correspondent van de „Times"
seint uit St. PetersburgVolgens
de laatste ambtelijke opgaven, heeft
de oppositie bij de verkiezing voor
de Doema een' ernstiger nederlaag
geleden dan men Maandag nog
dacht.
Van 327 verkozen afgevaardigden
behooren er slechts 62 tot de oppo
sitiepartijen, iuet inbegrip van 25
constitutioneele democraten, terwijl
er 166 reactionairen zijn.
De 99 anderen zijn min of meer
gematigde progressieven, o. w. 64
Octobristen.
De sterkte van deze laatsten cloet
verwachten dat zij een matigenden
invloed op do rechterzijde zullen
oefenen.
Intusschen zal de Doema spoedig
werk hebben!
Een groot deel van Rusland wordt
weder met hongersnood bedreigd.
Er wordt gevreesd dat de som
door de regeering uitgetrokken
f9,278,400 om gedurende den
winter en den volgenden herfst de
boeren in hunnen nood te helpen,
onvoldoende zal zijn.
In een en twintig gouvernemen
ten moet de bevolking ondersteund
worden met groote voorraden voed
sel, graan en zaaikoren: in vijf
daarvan is op zijn minst daarvoor
16,000,000 noodig.
De toestand wordt nog erger ge
maakt door het mislukken van
den oogst in vele districten en het
voortdurend rijzen der graanprijzen.
Minister Michelsen, Noorwe-
g e n 's ministerpresident, de man,
onder wiens leiding dit land tot
zelfstandig koninklijk is geworden
en aan wien als men het eens
ronduit zeggen mag koning
Haakon zijn kroon te danken heeft,
is afgetreden.
Reeds in Februari had Michelsen
in het Storthing verklaard het als
zijn plicht te beschouwen zoolang
op zijn post te blijven, totdat de
loopende onderhandelingen met de
groote mogendheden over Noor-
w e g e n 's onzijdigheidsverklaring
tot een goed einde zouden zijn
gebracht.
Thans is dit blijkbaar geschied
en gaat de schepper en de organi
sator van het onafhankelijke konink
rijk Noorwegen, die reeds sedert
jaren lijdende is aan een hartaan-
doening, rust nemen op zijn land
goed „Gamlehaugen."
Michelsen geniet bij zijn landge-
nooten een zoo groote populariteit
als voor hem nog aan geen enkel
Noorweegsch staatsman ten deel is
gevallen.
Koning Haakon heeft Maandag
avond van minister Michelsen
afscheid genomen en hem, naar
„Morgenbladet" van Christiania
meldt, in warme bewoordingen dank
betuigd „voor de onwaardeerbare
diensten, welke hij in moeilijke
tijden aan het vaderland heeft be
wezen."
De koning sprak verder de hoop
uit, dat de heer Michelsen zijr
gezondheid ten volle zou terug
krijgen en dan bereid zoude zijn
om opnieuw in dienst van hel
vaderland te treden, wanneer dii
hem roepen mocht.
De studenten zullen den afge
treden minister een serenade bren
gen en men Is reeds bezig met de
stichting van een Michelsen-fonds
welks bestemming door den staats
man zeiven zal worden bepaald.
Nieuwtjes in drie regels.
't Dochtertje van „mevrouw To
selli",prinses Monika, is aan den koninj
terugegeven. Mevrouw krijgt geld.
WLADIWOSTOK, 30 October
Opgehitst door opruiers sloeg hedei
de bemanning van den torpedover
nieler Skory aan het muiten, heescl
de roode vlag en opende vanaf d<
reede het vuur op de stad. Doo
het vuur yan de kanonneerboo
Mantsjoer en van de 3 torpe
dobootvernielers zoomede door he
ingrijpen van het 12e regimen
tirailleurs, werd de Skory in elkaa
geschoten en de daarop aanwezigi
opruiers gedoodde muiters zijn ii
hechtenis genomen. Ook de com
mandant van de Skory, zoomed
de commandant van een ander
torpedoboot werden gedood. De stac
waarin eenige personen, die niel
met zaak te maken hadden, he
leven verloren, is rustig; toch i
er de staat van beleg afgekondigc
Het Keizerlijk bezoek aan Amsterdao
Naar wij vernemen zal het Duii
sche eskader, dat het keizerlijk jach
de „HolienzollerL" van Engelan
naar hier vergezelt en den 19e
November 's avonds te IJmuide:
aankomt; om dan den volgende
dag door het Noordzeekanaal nat
Amsterdam op te stoemen, wat
het des morgens omstreeks elf uu
verwacht wordt, bestaan uit
„Scharnhorst", de „Königsberg"
de „Sleipner".
Van het keizerlijk jacht, dat i
het verlengde van de schepen d«
Mij. „Nederland", bij de dertig-ton
kraan aan de Handelskade zal wo
den gemeerd, zal een overdek'
gang naar het gebouw van Alg«
meene Diensten worden gemaak
waar, zooals wij reeds meldden, d
officieele begroeting zal plaats vir
den.
Tegelijk met het Duitsche eskadt
zullen wanneer althans aan h<
nu bestaande voornemen gevo
wordt gegeven de Nederlandscl
oorlogsschepen „Noord-Brabant
„Friesland", „Koningin-Regente,
FEUILLETON
Naar het Duitsch van Karl. Ed. Ki.opfbr-
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80
Afzonderlij ke nummers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf0.60 (oontant) fO.&O
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 96 cent per advertentie contant.
1.
EERSTE HOOFDSTUK.
Gregor Dimitrijewitsch Koloff.
Onder de Advertenties van de St. Pe
tersburger Courant: De „Nowoje Wrenja"
stond de volgende annonce:
HULP111
„Een jong mensch, tot eiken arbeid
„genegen, maar in de grootste wan-
„hoop, bidt om redding van den on
dergang. Adres onder motto„Nood
„kent geene wet" aan het bureau van
„dit blad."
Twee dagen na het verschijnen van
dezen noodkreet, bevond zich voor het
loket dezer courant een jongmensch en
vroeg onder overlegging van zijn iden-
titeits-bewijs naar de onder zyn nommer
ingekomen brieven. De jonge man scheen
naar zijn uiterlijk voorkomen te oordee-
len, tot de arme volksklasse te behooren;
het was aan hem te zien, dat hij reeds lang
honger had geleden, terwijl het trooste-
ooze gelaat, en de bedrukte, klagende
oon, waarop hij zijne vraag deed, lieten
x aden, dat hij zich van den gedanen stap
het pbatsen der advertentie, waarvoor
hij wellicht zijn laatste geld geofferd had
niet veel succes beloofde. Zijn blik,
zijne vermagerde wangen kleurden zich
voor een oogenbhk van vreugde, toen
hem de bediende aan bet loket na lang
zoeken twee brieven toewierp. Hij nam
ze dadelijk hoopvol op, verborg ze onder
zijnen ouden, versleten zwarten rok en
verdween onder de menigte, die het kan
toor vulde. Eerst in de schaduw van
eene afgelegen poort haalde hij zijn schat
met begeerige handen voor den dag. Wat
kon, wat mocht hij verwachten Zou hij
durven hopen op redding uit zijne be
droevende omstandigheden en uit zijnen
dringenden nood?
Den eenen brief, die hem om zijngroo-
ter formaat, fijner papier en mooier ge
schreven adres onbewust meer doeltref
fend dan den andere voorkwam, brak hij
het eerst open.
De Secretaris van den rijken, door zijne
groote weldadigheid bekenden vorst Mu-
rawin, meldde hem daarin met drogen
ambtsstijl, dat hij zich onder overlegging
van zijne bewijsstukken en (van eene
breedvoerige levensbeschrijving tot de
armenkas van zijne Doorluchtigheid wen
den kon, waar men hem, naar mate van
zijne ^behoeftigheid, met eene gave voor
eens ondersteunen zoude.
De jonge man kon onder het lezen een
smadelijk lachen niet onderdrukken. Welk
een spottend toeval had hem daar een
brief van dien man in de handen gelegd,
aan wien hij slechts met wrok dacht!
Dien naam Murawin had hij in de laatste
maanden dagelijks als een vloek uitge
sproken; aan dezen naam was immers
zijne armoede zoo na verwant. Wat zou
zijne grootmachtige Doorluchtigheid een
boos gezicht gezet hebben, nis uit de
overgelegde bewijsstukken vau den snice-
keling gebleken was, dat deze niemand
anders was, dan Gregor Dimitrijewitsch
Kololl' de vroegere Secretaris van den
Vorst, dien deze in den vorigen vvinte:
onschuldig weggejaagd had. De onschul
dige jonge man had ten minste nooit de
reden van zijn ontslag uit den dienst van
den Vorst kunnen vermoeden. Eens was
hij, als leerling eener Hoogere Burger
school, de bijzondere beschermeling van
Vorst Murawin geweest en na voltooiing
zijner studiën zelfs als Secretaris in diens
huis opgenomen. Maar nauwelijks een
jaar na het aanvaarden van zijne zoo be
nijdenswaardige betrekking was hy plot
seling in ongenade gevallen. Waarom?
Dat wist hij niet, Hij trachtte het te ra
den uit het ijskoude gelaat van zijne
Doorluchtigheid en kon het zich slechts
als een van die despotenluimen verkla
ren, die de op jaren komende nog steeds
ongehuwde Vorst tot leedwezen van zijne
beeldschoone zuster en van zijn onder
geschikten maar al te veel aan den dag
legde.
Op zekeren dag maakte zich de Staats
raad Vorst Murawin op stel en sprong
met zyne zuster gereed om eene reis naar
Italië te doen, maar de Secretaris werd
niet medegenomen, doch ontving in plaats
daarvan het schriftelijk bevel om zijne
betrekking neer te leggen, en het huis
en den dienst van zijne Doorluchtigheid
op staanden voet voor altijd te verlaten.
In het Russische Rijk, waar zelfs de
geringste machthebbende stelsel van wil
lekeur uitoefent, een stelsel, waaraan men
heden zijne bevordering, maar morgen
zijnen val te danken heeft, is men er
eenigszins aan gewoon geraakt, zich niet
ti verzetten tegen degenomen besluiten
der hoogere Heereu.
Gregor Ko'.oif gaf het op om te vergeefs
zijn hoofd te breken met de wisseling
van gevoelens vau zijnen vroegere begun
stiger, pakte zijn goed bijeen en keerde
bet paleis den rug toe.
Spoedig echter zou hij tot de vreeselijke
ontdekking komen, dat hij zich vergist
had in de verwachting dadelijk eene an
dore betrekking te verkrijgen.
Hij zou het ondervinden, dat wat hij
eens als jong beursstudent geloofd had:
„wie werken wil, zal werk vinden." slechts
een holle prase was. Hij vond niets, vol
strekt niets, om zijne bekwaamheden tot
zijn onderhoud aan te wenden. De va
cante betrekkingen, die hij in nieuws
bladen las, waren reeds vervuld, wan
neer hij er op uitging en als hij eens
hier of daar met een „Wij zullen eens
zien" half en half aangenomen was, dan
ontving hij daags daarna zijne papieren
terug met de koele bijvoeging, dat men
iemand anders gekozen had. Dit her
haalde zich eindelijk onder zoo in't oog
loopende omstandigheden, dat hij er niet
meer aan twijfelen kou, of er was een
vijandige invloed bij in 't spel.
Dat vervulde hem met toorn en eene
hem vernietigende troosteloosheid. Hoe?
Vorst Murawin, die hem eens bevorderd
en ondersteund had, dreef nu zijn lagen
wrok zoo ver, dat hij hem op een sluwe
wijze in het verderf, in de naakte armoe
de storten wilde. Hy stopte voor hem
alle voedingsbronnen en de ongelukkige
wist niet eens waarom.
En met eiken dag, dat Koloff op de
vreeselijke ladder van den nood hooger
moest stijgen, vermeerderde, zooals te be
grijpen is, zijn haat tegen den lagen vij
and, die op zoo smadelijke wijze eenen
geheimen strijd tegen hem voerde. Voor
eerst moest Koloff zijne boeken verkoo-
pen en daarna stuk voor stuk zijne andere
gouderen, om slechts het leven te rekken.
De verwachting om in weerwil zijnen
vijand zich toch nog eene betrekking
in de groote werkplaats der hoofdstad
des lands te verwerven, verdween hoe
langer, hoe meer. Van de aanspraak op
eene betrekking, waartoe zijne bekwaam
heden hem het recht gaven, daalde hij
langzamerhand zoo zeer, dat hij zich aan
bood als havenwerker en als daglooner
maar te vergeefs. En toen hij eindelijk
zoo ver gekomen was, dat hij zich als
sneeuwopruimer verhuren wilde, toen
scheen het, alsof de natuur zich ook tegen
hem verklaarde. De lente kwam plotse
ling in het land; er viel geen sneeuw
meer. Nu vroor het wel is waar niet meer
zoo hard; iïh kon men het in de ver
borgen hoeken der poorten, onder de
bogen der bruggen en in andere dergelijke
nachtkwartieren reeds beter uithouden
maar de honger stoort zich aan geen
jaargetijde en de soep, die hij nu en dan
te eten kreeg in gezelschap van gelapte
bedelaars, door wie hij als een indringer
vijandig bejegend werd, was in 't gun
stigste geval slechts eens per dag te krij
gen. Toen kwam er eene zekere stornp-
ziun gheid over hem. De ongelukkige
kwam in een toestand, waarin men niet
aan den dag van morgen denkt, elke
hoop opgeeft en zich hoogstens de vraag
stelt: „Hoe lang zal ik dat nog uithou
den?" De afval van restaurants en markt
pleinen waren lekkernijen voor hem ge
worden en elke verzadigde, dien hij wan
kelend voorbijging, scheen hem een
mensch uit eene andere wereld te zijn.
Hoe was Koloff er dan toe gekome
een advertentie in de Nowoje Wremja
plaatsen? Wij zullen dit hier verhale
Een paar dagen voor den aanvang v»
deze geschiedenis slenterde hij achtelo
en geheel zonder doel door een der str
ten van het voorname stadsgedeelte.
Eensklaps, terwijl hij zioh voor eend
fraaiste huizen dier staat bevond, trap
hij op een klein voorwerp, dat op di
grond lag. Hij bukte werktuigelijk i
raapte een samengevouwen papiertje c
waarin zich eenig zilvergeld bevond. H
waren een roebel en vijf tienkopeke
stukken. Het papiertje behelsde het i
schrift van eene advertentie, waai
iemand het verlies van zijnen hond mei
de. Koloffs eerste gedachte was„f
kunt ge toch eens weer genoeg eten I"
Terwijl hij zijn blik over de nabijzym
winkels liet gaan, ten einde eene resta
ratie op te zoeken, werd hij op weiu
schreden van daar het advertentie-burei
der Nowoje Wremja gewaar. Een dien
bode of een pakjesdrager, die deze adv
tentie met het in het papiertje beslot
geld voor plaatsing in dit bureau rnoi
bezorgen, had misschien datgene verlor
wat onze arme drommel als een geschei
van het vriendelijke toeval begroette,
het volgende oogenblik had JJoloff ecli
een nieuw idée.
(Wordt vervolgd..