DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Gelouterd. donderdag 31 October 1907. No.f6725, 32st0 Jaargang. nderhuisvest 31-33, Haarlem Het teeken van onzen tijd. BUITENLAND. Telegrammen. BINNENLAND. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Wie 't allereerst de uitdrukking heeft gebruikt, weten we niet. Maar gangbaar is ze geworden en gebruikt wordt ze tot vervelens toe. Vaak misbruikt„Onzen tijd staat in het teeken der snelheid, in het teeken van den vooruitgang, in het teeken der electriiiteit" Zoo lezen we herhaaldelijk. Toch moest de uitdrukking slechts gebezigd voor zaken, die heel 't maat schappelijk en geestelijk leven be- heerschen, die hun invloed doen gelden op geheel de maatschappij. En zoo is zonder eenigen tw„fel gerechtvaardigd de uitspraak: „Onze tijd staat in het teeken van het onge loof Ff et teeken van den Christus is uitgewischt, en daarvoor in de plaats is gekomen 't wufte, wereldsche, onverschillige, diabolische vaak, dat de jacht naar genot als de over- heerschende hartstocht kenmerkt van onzen tijd. Dat is niet iets, hier of elders uitsluitend voorkomend Neendie verslapping van geloof en zeden, die verweeking van 't Katholieke leven is algemeen op de wereld. En juist daarom mag en kan met reden worden gezegd, dat onze tijd staat in het teeken des ongeloofs. Het ongeloof beheerscht geheel de maatschappij, beheerscht het openbaar en bijzonder leven. En het is juist tegen deze alge- meene, overal voorkomende, in alle hoeken schuilende verslapping van het christelijk organisme, dat we op het voetspoor van den Paus, die „alles in Christus vernieuwen" wil, moeten optrekken om er wat leven en zenuw en kracht in te brengen, en dat de Katholieke Pers een taak te vervullen heeft, die ze niet mag nalaten. We zeggen geen woord teveel, als we volhouden: onze tijd i« die van het ongeloof op de eerste plaats en van de neutraliteit als slippen- draagster daarvan. En niet alleen dat het ongeloof zelf steeds driester wordt, steeds openlijker, maar ook onder ons, Katholieken, is helaas vaak een zekere verslapping merkbaar die op zichzelve dikwijls nog gevaarlijker is dan 't brutale ongeloof. „Dilettant-Katholieken" hebben we eens die koele, lauwe,^neutrale Roomscben hooren noemen. Waar lijk een teekenende naamDe neutrale pers, de frivole moderne levensopvatting, de genotzucht,heeft ze zoover gebracht. En daarbij niet te vergeten het „neutraal," onge- loovig onderwijs. Zeker, zulke Katholieken gaan 's Zondags naar de kerk, ze zitten dikwijls nog vlak onderden preek stoel, ze hebben goede vrienden onder de geestelijkheid, maar de „loswerking van het religieuze leven" die door Dr. Kuyper zoo fel is gekenschetst en beschreven, is bij hen in alles merkbaar. Niet an ders is dit natuurlijk, dan de in vloed van een zuiver-materialistische levensopvattingde godsdienst wordt een fantasiecostuum, dat dient voor de een of andere gelegenheid, en dat ze uittrekken wanneer ze in het openbare leven moeten verschijnen, de woorden van de preek hooren ze, maar de predicatio-zelve gaat hen voorbij, de vinnigheid des geloofs kennen niet, de levensernst die een gevolg is van de levende over tuiging dat we niet zijn voor hier beneden, maar dat ons heele leven slechts een oogenblikje is in 't voorportaal van 't werkelijke leven dat na den dood begint, die levensernst gaat hun deur voorbij. Dat is enkel materialisme. Dat voert in de godsdienstige praktijk tot onverschilligheid, in het dagelijkscli leven tot genotzucht en frivoliteit. Frankrijk is er het sprekendste voorbeeld van, hoe verslapping van den religieuzen geest leidt tot ver nietiging ervan, tot mondaine op pervlakkigheid, tot ongeloof en ten slotte tot eenjsataniscb, stelsel tnatig- optredend anticlericalisme. Zoo staat onze tijd in het teeken van het ongeloof, en ook de Katho lieken lijden ervan. 't Is onze [plicht, de plicht van allen, om zich schrap te zetten tegen dien drang naar onverschilligheid in 't religieuse, gemakzucht en jacht naar pleziertjes in 't maatschappe lijke, materialistische levensopvat ting in 't dagelijksch gedoe. God belijden, ook in het openbare leven, is geen schande. Meer noghet is een plicht. En die plicht moet nagekomen worden door 't steunen en mogelijk maken van het Katholieke onder wijs, dat toch 't fundament legt voor latere levensopvatingen. Die plicht moet betracht, door het we ren der laffe, gevaarlijke neutrali teit in lectuur en geschrift, die nog verderfelijker is,omdat het gevaai er onder 't masker van onschuld wordt verborgen, dan een open lijke tegenstander. Onze tijd moet staan in het teeken der geestelijke hervorming, en dt Katholieke ouders, de Katholieke leiders van vereenigingen, de maat schappelijk hooger-gestelden zoo wel als de kleine luyden ondei ons dienen te bedenken, dut op allen, ieder in zijn eigen kring, den plicht rust mêe te werken tot ver nieuwing en verbetering v:m het religieuse leven, vau het innig-gods- dienstig gevoel. De tijd dat men Katholiek was in z'n huiskamer, maar „hberaal" of wat anders buiten de deur, moet uit zijn! Wij behoeven ons om ons geloof niet te schamen, en al is 't niet noodig bij elke gelegenheid ermee te koop te loopen, den waren ge- looiszin bij elk werk dat we doen en elk- woord dat we spreken, in het oog te houden, is wèl noodzakelijk Zoo dient er medegewerkt te worden door allen, om een Gods rijk te stichten op aarde om onzen tijd te bevrijden van dat afschuwe lijk merkteeken van materialisme, genotzucht en neutraliteit. Ieder kan dat in eigen kring, eenvoudig en zonder ophef. 't Gebed van alle Heiligen op den feestdag van morgen geve, dat dit besef levendig worde onder ons ter ópleving van den Christelijke geest, ter bevordering van waren godsdienszin en innig geloof, ter vernietiging van de onverschillige neutraliteit en het brutale materia lisme, waardoor onze tijd het merk teeken des ongeloofs heeft verkre gen Algemeen Overzicht. De politieke constellatie van Europa schijnt gevaar te loopen. Wat al zoolang gefluisterd werd schijnt een feit te worden: de veel- befaamde tweebond tusschen Rus land en Frankrijk waggelt! Althans het militaire gedeelte ervan.... en dat is politiek gespro ken nu eenmaal het voornaamste! De Russische regeering moet het verlangen te kennen hebben ge geven, de Russisch-Fransch mili taire conventie gewijzigd te zien. Met deze aangelegenheid zou de aanwezigheid te Parijs van minister Iswolski en den chef van den Rus- sischen generalen staf verband hou den. Zooals bekend is, moet Rusland volgens genoemde conventie, in de westelijke, aar Duitschland gren zende, provincies steeds een bepaald aantal troepen en de noodige am munitie gereed houden. Maar tijdens den oorlog met Japan heeft Rus land een deel dier troepen uit ge noemde provincies tervggetrokken en ze later gedeeltelijk in andere streken vau het ryk geplaatst. Nu heeft de Fransche regeering, te St. Petersburg eerst op beschei den wijze te kennen gegeven, dat dat niet ging, en later toen de eerste opmerking geen effect had gehad, in duidelijker bewoordingen te ken nen gegeven dat het Russische gou vernement zich met de aangeduide zaak moest bezig houden! Minister Iswolski verklaarde toen, dat bij den oogenblikkelijken poli- tieken toestand de letterlijke tenuit voerlegging van de conventie niet meer noodig was. Ten einde echter te voorkomen, dat Frankrijk, waar het grootste deel der Russische nationale schuld geplaatst is, represaille-maatregelen zoude nemen, zouden daarop minis ter Iswolski en de chef van den generalen staf zich naar Parijs heb ben begeven, om daar in onderhan deling te treden over een „herzie ning" der militaire conventie. Als dat waar is, dan gaat het fundament der „alliantie" onderste boven I Men weet dat Clemenceau steeds gezegd werd, niets voor de alliantie te voelen: zou hy zijn zin krijgen? Omtrent de grooten brand te Antwerpen lezen we nog in het Katholieke „Handelsblad van Antwerpen" de volgende nabe trachting Eerst nu zien wij in van welk groot nut een ondergrondsche te- lephoonleiding zou wezen. De lueht- telephoonleiding heeft ons alreeds, gedurende een grooten sneeuwval, wij meenen dat het een 20 jaar geleden is, een groote onderbreking van dienst op den hals gehaald. Thans zal die onderbreking van langen duur zjjn. Men zegt, dat de Bell Telephon Co., voor het leveren van het mate rieel van het middenbureel, 3 maan den vraagt. Stel u Antwerpen voor, 3 maan den zonder telephoon? Intusschen zal men, voor het jaar of voor het paar jaren, dat de ondergrondsche telephoon zich nog zal laten wachten, een heel nieuwe luchtleiding moeten maken. De statie is per telephoon nog verbonden met het binnenland; ook op de beurs, die in rechtstreek sche verbinding staat met de statie, kan men telephoneeren, en daar werd vandaag den ganschen dag queue gemaakt. Aldaar is er van niets anders sprake dan van de ontreddering die de totale staking van den tele- phoondienst in alle handelsbureelen verwekt heeft. Groote ontredding ook aan de ba ven, waar de telephoon om zoo te zeggen aanhoudend gebruikt wordt. Uit Marokko hooren we niet veel nieuws. Volgens de „Morning Post" is le stemming in FezT ten opzichte /an Moeley-Hafid gunstiger dan ioit. De Oelema's toch vinden, dat Vzis door het aannemen van 't .ruis van 't eere-legioen, verraad «leegde t'^gen den Islam! De Moo en bij Casablanca zijn iog steeds tot den krijg bereid. Zooals we al in onze berichten leden uitkomen, hebben de Rus- ische regeeringsmannen met de lerde Doema eindelijk hun zin ;ekregen, door welke oorzaken ook; lie derde Doeina zal nu eindelijk toch regeeringsgezind worden. De correspondent van de „Times" seint uit St. PetersburgVolgens de laatste ambtelijke opgaven, heeft de oppositie bij de verkiezing voor de Doema een' ernstiger nederlaag geleden dan men Maandag nog dacht. Van 327 verkozen afgevaardigden behooren er slechts 62 tot de oppo sitiepartijen, iuet inbegrip van 25 constitutioneele democraten, terwijl er 166 reactionairen zijn. De 99 anderen zijn min of meer gematigde progressieven, o. w. 64 Octobristen. De sterkte van deze laatsten cloet verwachten dat zij een matigenden invloed op do rechterzijde zullen oefenen. Intusschen zal de Doema spoedig werk hebben! Een groot deel van Rusland wordt weder met hongersnood bedreigd. Er wordt gevreesd dat de som door de regeering uitgetrokken f9,278,400 om gedurende den winter en den volgenden herfst de boeren in hunnen nood te helpen, onvoldoende zal zijn. In een en twintig gouvernemen ten moet de bevolking ondersteund worden met groote voorraden voed sel, graan en zaaikoren: in vijf daarvan is op zijn minst daarvoor 16,000,000 noodig. De toestand wordt nog erger ge maakt door het mislukken van den oogst in vele districten en het voortdurend rijzen der graanprijzen. Minister Michelsen, Noorwe- g e n 's ministerpresident, de man, onder wiens leiding dit land tot zelfstandig koninklijk is geworden en aan wien als men het eens ronduit zeggen mag koning Haakon zijn kroon te danken heeft, is afgetreden. Reeds in Februari had Michelsen in het Storthing verklaard het als zijn plicht te beschouwen zoolang op zijn post te blijven, totdat de loopende onderhandelingen met de groote mogendheden over Noor- w e g e n 's onzijdigheidsverklaring tot een goed einde zouden zijn gebracht. Thans is dit blijkbaar geschied en gaat de schepper en de organi sator van het onafhankelijke konink rijk Noorwegen, die reeds sedert jaren lijdende is aan een hartaan- doening, rust nemen op zijn land goed „Gamlehaugen." Michelsen geniet bij zijn landge- nooten een zoo groote populariteit als voor hem nog aan geen enkel Noorweegsch staatsman ten deel is gevallen. Koning Haakon heeft Maandag avond van minister Michelsen afscheid genomen en hem, naar „Morgenbladet" van Christiania meldt, in warme bewoordingen dank betuigd „voor de onwaardeerbare diensten, welke hij in moeilijke tijden aan het vaderland heeft be wezen." De koning sprak verder de hoop uit, dat de heer Michelsen zijr gezondheid ten volle zou terug krijgen en dan bereid zoude zijn om opnieuw in dienst van hel vaderland te treden, wanneer dii hem roepen mocht. De studenten zullen den afge treden minister een serenade bren gen en men Is reeds bezig met de stichting van een Michelsen-fonds welks bestemming door den staats man zeiven zal worden bepaald. Nieuwtjes in drie regels. 't Dochtertje van „mevrouw To selli",prinses Monika, is aan den koninj terugegeven. Mevrouw krijgt geld. WLADIWOSTOK, 30 October Opgehitst door opruiers sloeg hedei de bemanning van den torpedover nieler Skory aan het muiten, heescl de roode vlag en opende vanaf d< reede het vuur op de stad. Doo het vuur yan de kanonneerboo Mantsjoer en van de 3 torpe dobootvernielers zoomede door he ingrijpen van het 12e regimen tirailleurs, werd de Skory in elkaa geschoten en de daarop aanwezigi opruiers gedoodde muiters zijn ii hechtenis genomen. Ook de com mandant van de Skory, zoomed de commandant van een ander torpedoboot werden gedood. De stac waarin eenige personen, die niel met zaak te maken hadden, he leven verloren, is rustig; toch i er de staat van beleg afgekondigc Het Keizerlijk bezoek aan Amsterdao Naar wij vernemen zal het Duii sche eskader, dat het keizerlijk jach de „HolienzollerL" van Engelan naar hier vergezelt en den 19e November 's avonds te IJmuide: aankomt; om dan den volgende dag door het Noordzeekanaal nat Amsterdam op te stoemen, wat het des morgens omstreeks elf uu verwacht wordt, bestaan uit „Scharnhorst", de „Königsberg" de „Sleipner". Van het keizerlijk jacht, dat i het verlengde van de schepen d« Mij. „Nederland", bij de dertig-ton kraan aan de Handelskade zal wo den gemeerd, zal een overdek' gang naar het gebouw van Alg« meene Diensten worden gemaak waar, zooals wij reeds meldden, d officieele begroeting zal plaats vir den. Tegelijk met het Duitsche eskadt zullen wanneer althans aan h< nu bestaande voornemen gevo wordt gegeven de Nederlandscl oorlogsschepen „Noord-Brabant „Friesland", „Koningin-Regente, FEUILLETON Naar het Duitsch van Karl. Ed. Ki.opfbr- ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlij ke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0.60 (oontant) fO.&O Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 96 cent per advertentie contant. 1. EERSTE HOOFDSTUK. Gregor Dimitrijewitsch Koloff. Onder de Advertenties van de St. Pe tersburger Courant: De „Nowoje Wrenja" stond de volgende annonce: HULP111 „Een jong mensch, tot eiken arbeid „genegen, maar in de grootste wan- „hoop, bidt om redding van den on dergang. Adres onder motto„Nood „kent geene wet" aan het bureau van „dit blad." Twee dagen na het verschijnen van dezen noodkreet, bevond zich voor het loket dezer courant een jongmensch en vroeg onder overlegging van zijn iden- titeits-bewijs naar de onder zyn nommer ingekomen brieven. De jonge man scheen naar zijn uiterlijk voorkomen te oordee- len, tot de arme volksklasse te behooren; het was aan hem te zien, dat hij reeds lang honger had geleden, terwijl het trooste- ooze gelaat, en de bedrukte, klagende oon, waarop hij zijne vraag deed, lieten x aden, dat hij zich van den gedanen stap het pbatsen der advertentie, waarvoor hij wellicht zijn laatste geld geofferd had niet veel succes beloofde. Zijn blik, zijne vermagerde wangen kleurden zich voor een oogenbhk van vreugde, toen hem de bediende aan bet loket na lang zoeken twee brieven toewierp. Hij nam ze dadelijk hoopvol op, verborg ze onder zijnen ouden, versleten zwarten rok en verdween onder de menigte, die het kan toor vulde. Eerst in de schaduw van eene afgelegen poort haalde hij zijn schat met begeerige handen voor den dag. Wat kon, wat mocht hij verwachten Zou hij durven hopen op redding uit zijne be droevende omstandigheden en uit zijnen dringenden nood? Den eenen brief, die hem om zijngroo- ter formaat, fijner papier en mooier ge schreven adres onbewust meer doeltref fend dan den andere voorkwam, brak hij het eerst open. De Secretaris van den rijken, door zijne groote weldadigheid bekenden vorst Mu- rawin, meldde hem daarin met drogen ambtsstijl, dat hij zich onder overlegging van zijne bewijsstukken en (van eene breedvoerige levensbeschrijving tot de armenkas van zijne Doorluchtigheid wen den kon, waar men hem, naar mate van zijne ^behoeftigheid, met eene gave voor eens ondersteunen zoude. De jonge man kon onder het lezen een smadelijk lachen niet onderdrukken. Welk een spottend toeval had hem daar een brief van dien man in de handen gelegd, aan wien hij slechts met wrok dacht! Dien naam Murawin had hij in de laatste maanden dagelijks als een vloek uitge sproken; aan dezen naam was immers zijne armoede zoo na verwant. Wat zou zijne grootmachtige Doorluchtigheid een boos gezicht gezet hebben, nis uit de overgelegde bewijsstukken vau den snice- keling gebleken was, dat deze niemand anders was, dan Gregor Dimitrijewitsch Kololl' de vroegere Secretaris van den Vorst, dien deze in den vorigen vvinte: onschuldig weggejaagd had. De onschul dige jonge man had ten minste nooit de reden van zijn ontslag uit den dienst van den Vorst kunnen vermoeden. Eens was hij, als leerling eener Hoogere Burger school, de bijzondere beschermeling van Vorst Murawin geweest en na voltooiing zijner studiën zelfs als Secretaris in diens huis opgenomen. Maar nauwelijks een jaar na het aanvaarden van zijne zoo be nijdenswaardige betrekking was hy plot seling in ongenade gevallen. Waarom? Dat wist hij niet, Hij trachtte het te ra den uit het ijskoude gelaat van zijne Doorluchtigheid en kon het zich slechts als een van die despotenluimen verkla ren, die de op jaren komende nog steeds ongehuwde Vorst tot leedwezen van zijne beeldschoone zuster en van zijn onder geschikten maar al te veel aan den dag legde. Op zekeren dag maakte zich de Staats raad Vorst Murawin op stel en sprong met zyne zuster gereed om eene reis naar Italië te doen, maar de Secretaris werd niet medegenomen, doch ontving in plaats daarvan het schriftelijk bevel om zijne betrekking neer te leggen, en het huis en den dienst van zijne Doorluchtigheid op staanden voet voor altijd te verlaten. In het Russische Rijk, waar zelfs de geringste machthebbende stelsel van wil lekeur uitoefent, een stelsel, waaraan men heden zijne bevordering, maar morgen zijnen val te danken heeft, is men er eenigszins aan gewoon geraakt, zich niet ti verzetten tegen degenomen besluiten der hoogere Heereu. Gregor Ko'.oif gaf het op om te vergeefs zijn hoofd te breken met de wisseling van gevoelens vau zijnen vroegere begun stiger, pakte zijn goed bijeen en keerde bet paleis den rug toe. Spoedig echter zou hij tot de vreeselijke ontdekking komen, dat hij zich vergist had in de verwachting dadelijk eene an dore betrekking te verkrijgen. Hij zou het ondervinden, dat wat hij eens als jong beursstudent geloofd had: „wie werken wil, zal werk vinden." slechts een holle prase was. Hij vond niets, vol strekt niets, om zijne bekwaamheden tot zijn onderhoud aan te wenden. De va cante betrekkingen, die hij in nieuws bladen las, waren reeds vervuld, wan neer hij er op uitging en als hij eens hier of daar met een „Wij zullen eens zien" half en half aangenomen was, dan ontving hij daags daarna zijne papieren terug met de koele bijvoeging, dat men iemand anders gekozen had. Dit her haalde zich eindelijk onder zoo in't oog loopende omstandigheden, dat hij er niet meer aan twijfelen kou, of er was een vijandige invloed bij in 't spel. Dat vervulde hem met toorn en eene hem vernietigende troosteloosheid. Hoe? Vorst Murawin, die hem eens bevorderd en ondersteund had, dreef nu zijn lagen wrok zoo ver, dat hij hem op een sluwe wijze in het verderf, in de naakte armoe de storten wilde. Hy stopte voor hem alle voedingsbronnen en de ongelukkige wist niet eens waarom. En met eiken dag, dat Koloff op de vreeselijke ladder van den nood hooger moest stijgen, vermeerderde, zooals te be grijpen is, zijn haat tegen den lagen vij and, die op zoo smadelijke wijze eenen geheimen strijd tegen hem voerde. Voor eerst moest Koloff zijne boeken verkoo- pen en daarna stuk voor stuk zijne andere gouderen, om slechts het leven te rekken. De verwachting om in weerwil zijnen vijand zich toch nog eene betrekking in de groote werkplaats der hoofdstad des lands te verwerven, verdween hoe langer, hoe meer. Van de aanspraak op eene betrekking, waartoe zijne bekwaam heden hem het recht gaven, daalde hij langzamerhand zoo zeer, dat hij zich aan bood als havenwerker en als daglooner maar te vergeefs. En toen hij eindelijk zoo ver gekomen was, dat hij zich als sneeuwopruimer verhuren wilde, toen scheen het, alsof de natuur zich ook tegen hem verklaarde. De lente kwam plotse ling in het land; er viel geen sneeuw meer. Nu vroor het wel is waar niet meer zoo hard; iïh kon men het in de ver borgen hoeken der poorten, onder de bogen der bruggen en in andere dergelijke nachtkwartieren reeds beter uithouden maar de honger stoort zich aan geen jaargetijde en de soep, die hij nu en dan te eten kreeg in gezelschap van gelapte bedelaars, door wie hij als een indringer vijandig bejegend werd, was in 't gun stigste geval slechts eens per dag te krij gen. Toen kwam er eene zekere stornp- ziun gheid over hem. De ongelukkige kwam in een toestand, waarin men niet aan den dag van morgen denkt, elke hoop opgeeft en zich hoogstens de vraag stelt: „Hoe lang zal ik dat nog uithou den?" De afval van restaurants en markt pleinen waren lekkernijen voor hem ge worden en elke verzadigde, dien hij wan kelend voorbijging, scheen hem een mensch uit eene andere wereld te zijn. Hoe was Koloff er dan toe gekome een advertentie in de Nowoje Wremja plaatsen? Wij zullen dit hier verhale Een paar dagen voor den aanvang v» deze geschiedenis slenterde hij achtelo en geheel zonder doel door een der str ten van het voorname stadsgedeelte. Eensklaps, terwijl hij zioh voor eend fraaiste huizen dier staat bevond, trap hij op een klein voorwerp, dat op di grond lag. Hij bukte werktuigelijk i raapte een samengevouwen papiertje c waarin zich eenig zilvergeld bevond. H waren een roebel en vijf tienkopeke stukken. Het papiertje behelsde het i schrift van eene advertentie, waai iemand het verlies van zijnen hond mei de. Koloffs eerste gedachte was„f kunt ge toch eens weer genoeg eten I" Terwijl hij zijn blik over de nabijzym winkels liet gaan, ten einde eene resta ratie op te zoeken, werd hij op weiu schreden van daar het advertentie-burei der Nowoje Wremja gewaar. Een dien bode of een pakjesdrager, die deze adv tentie met het in het papiertje beslot geld voor plaatsing in dit bureau rnoi bezorgen, had misschien datgene verlor wat onze arme drommel als een geschei van het vriendelijke toeval begroette, het volgende oogenblik had JJoloff ecli een nieuw idée. (Wordt vervolgd..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1