DAGBLAD voor NOORD- en ZUID HOLLAND. Gelouterd. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem BUITENLAND. Telegrammen. BINNENLAND. WOENSDAG 6 NOVEMBER 1907. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Algemeen Overzicht. Waarom gaat keizer Wilhelm (die in ons land geen officieel be zoek aan de Koningin zal brengen, zooals ouder ons Biunenland ver meld wordt, en wij gisteravond op 't onverwachts uit tien Haag ge seind kregen) waarom gaat keizer Wilhelm eigenlijk naar En geland deze week'J .De conjecturen, daarop gemaakt zijn vele. Over Marokko zal gesproken worden, zeggen sommige bladen. En die besprekingen zullen ook gevoerd worden met koning Alfon so en van verdere strekking zijn dan de onderhandelingen onlangs gevoerd tusschen den Erauschen minister van Buitenlandsche Zaken en zijn Spaaiisclien ambtgenoot. Koning Edward zou n.l. bet plan koesteren, in overleg met de Fran- sche regeering, tusschen de vier mogendheden een verdrag tot stand te doen komen, dat leiden zou tot een gewijzigde politiek in Ma rokko. Dat zou daar te Londen en op Windsor dus in zekeren zin waar lijk een „vredefeest" worden, zoo als het „Wiener Eremdenblatt" het bezoek van den keizer aan Enge land .noemt. Deze ontmoeting der'beide staats hoofden van Duitschland en Enge land, zegt het blad, is een vredes feest na een langdurige periode van ontstemming en misverstanden. De beteekenis van dit bezoek, dat geenszins nieuwe overeenkomsten beoogt, ligt in het feit, dat aan de geheele wereld wordt getoond, dat de beide heeraehers wenschen den wereldvrede te handhaven. Duitschland en Engeland behoe ven elkander noch te benijden, noch te vreezen. Wanneer keizer Wilhelm en koning Edward elkaar de hand reiken, weten zij, dat achter hen arbeidende volken staan, die hun dankbaar zijn." Een heel andere oplossing geefi een Franscli diplomaat, in actie ven dienst, naar het heet, die vermoe delijk deswege niet genoemd wii zijn. Deze weet het volgende antwoord te geven op de vraag, wat het doel van de reis naar den Duitschen keizer naar Engeland is Duitschland wil, zegt hij, eer. spoorwegverbinding tusschen Bag dad en de Middellandsche Zee tot stand brengen, met het doel een machtspositie te verkrijgen, welke Duitschland door de Fransch-Engel sche entente is ontzegd. Gelukt het plan, dan zal daarvan een politieke en economische revo lutie het gevolg zijn. Frankrijk heefi in het oosten van de Middellandsche Zee slechts geringe belangen en wenscht ook niet de politiek van FEUILLETON. Naar het Duitsch van Karl. Ed. Klopper. speldeprikken toe te passen, welke Duitschland tegenover de republiek nastreeft. Doch Duitschlaud dient er voor te zorgen, dat het de Engelsche belangen niet te nü komt. Om den koning van Engeland voor dit plan te winnen, heeft de reis van den Duitschen keizer naar Engeland plaats. De tegenspraak van deze uitleg ging is echter ook al niet uitge bleven De correspondent van de Londen- sche Standard te St. Petersburg heeft met den tot staatssecretaris benoem den Duitschen gezant Von Schön een onderhoud gsliad, waariu deze er ziju vreugde over te kennen gaf, den Duitschen keizer waarschijnlijk naar Engeland te zullen vergezellen. Von Schön bewondert Engeland eu de Engelschen. De tijd van wantrouwen en koelheid was begrij pelijk, maar thans voorbij. Een gezonde basis voor een vriendschap pelijke verhouding is voorhanden. Een program kon hij niet opnoe men, om de afdoende reden, dat hij er geen bezat, maar hij verheugde zich, bij het overnemen van zijn belangrijke plichten, hartelijke be trekkingen tusschen alle mogend heden te kunnen coustateeren. Een of andere zenuwachtige spanning of onbehaaglij ke verstand houding, is niet voorhanden, meende Von' Schön. Gisteren is in Rome het proces- Nasi begonnen, 't rechtsgeding den ministerieeieu gapper, die met. ongelooflijke handigheid duizenden en honderdduizenden lires uit dt staatskas in die van hemzelf en ziju vriendjes deed glijden. Men kent de haast wonderbaar lijke momenten van dit proces, da i na lang tegenspartelen eindelijk voor den Senaat is gekomen. Natuurlijk was er overveel be langstelling. De beschuldigde o toestanden 1 reed heel gemoe delijk in een landauer voorD tribunes waren spoedig gevuld, ei talrijke afgevaardigden waren in di zaal aanwezig. De acte van beschuldiging wen 't eerst voorgelezen. Vervolgen ging men over tot het verhoor va i den beklaagde. Deze verklaarde dat alle tegen hem uitgebrachte beschuldiginge; slechts laster ziju 1 Het proces tegei hem is op zichzelf reeds een af schuwelyk feit en hij zou aantoone: dat de misdrijven die hem vei weten worden, eenvoudig uiet bo staan. De justitieele overheid, die d aanklacht onderzocht, heeft de aard van de aangevoerde feiten niet begrepen, bij vele besclruld; gingen is slechts de schijn tegei den beklaagde, en men heelt vej zuimd pogingen te doen een aan nemelijke verklaring van de vei riclil.ingen van den beklaagde als minister te vinden. De rechters werden daardoor on rechtvaardig, zonder het zeil te willen. En ook het comité uit de kamer dat de klachten tegen be klaagde onderzocht werd onder ge lijke omstandigheden beïnvloed. De beklaagde onderwierp ver volgens den arbeid van de com missie van onderzoek uit de kamer aan een eritiek en verklaarde daar na, dat hij dienteugeYolge een groot offer moest brengen en zijn geliefd vaderland verlaten! „Nooit heb ik," zoo sprak Nasi verder, „getracht mij zelf schoon te wasichen door anderen te be schuldigen Ik heb verklaard en verklaar thaus nogmaals, dat er van geen beschuldigen sprake kan zijn, omdat er geen misdrijf is begaan." Ten slotte behandelde Nasi uit voerig de détails van de acte van beschuldiging en vooral de bewe ringen omtrent de hooge kosten van een ministerieele reis naar Gosta. 't Eindje van het lied zal natuur lijk zijn, dat hij tóch wordt ver oordeeld. En dat is maar te hopen. Maar alleen reeds het feit, dat een degelijk proces zóó lang reeds heeft moeten wachten, en dat er zoo veel ir» Italië bij te pas moet komen, om een schurk te vonnissen, doet er alles van denken Nader seint Reuter uit Berlijn, dat in het keizerlijk paleis de windpokken zijn uitgebroken. De verloofde van 's keizers vier den zoon prins August Wilhelm, heeft ze gekregen, en men vreest voor uitbreiding. De keizerin blijft daarom thuis en gaat niet mee naar Engeland. En de keizer, die nog steeds ver kouden is en zich ook [niet lekker moet gevoelen, gaat alléén naai Engeland, doch daarna, in plaats van naar ons land, naar 't eiland Wight, om een paar weken incog nito daar op zijn verhaal te komen. BRUSSEL, 5 Nov. Het „Journa de Bruxelles" verklaart het bericht, gepubliceerd door de „Matin dt Bruxelles", als zou de Duitsclu gezant bij de Belgische regeer hg stappen gedaan hebben om te ver krijgen, dat aan de Hollaudaeh- Belgische commissie, die raoinen teel te Brussel vergadert, getn offieieeleu ttiun zou worden ver ieend, voor oujuist. Hofberichten. H. M. de Koningin is gisteren voormiddag met dea gewonen tre n van 10 uur, waarachter het. K< - ninklijk Salonrijtuig was aangeslo ten, van het Loo in (le residentie aangekomen, vergezeld door twee Hofdames, den adjudant, kapitein ter zee Baron Mulert, den kamer heer graaf van Bylandt en Jhr. Van Geen, particulier secretaris 't Keizerlijk bezoek gaat niet door. Gisteren is te 's-Gravenhage een telegram van onzen gezant te Berlijn ontvangen, waarbij bericht wordt dat het den Duitschen keizer door onvoorziene omstandigheden onmo gelijk is het voorgenomen bezoek aan II. M. hier te lande te brengen. Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besl. is benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te 's Hertogeubosch, mr. K. M. Phatf, thans president der arrondissements rechtbank te Dordrecht. Bij Kon. Besl. is aan P. K. Sjol- lema, op zijn daartoe gedaan verzoek eervol ontslag verleend als kanton- rechter-plaatsvervanger in het kan ton Lemmer, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen dien sten. Bj.j Kon. Besl. is, met ingang van 1 Januari, aan mr. P. M. J. E. Bloemarts, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als schoolopziener in het arrondissement Breda. Bij Kou. Besl. is voor het tijdvak van 16 November tot en met 31 December 1907, benoemd tot tech nisch ambtenaar bij den Centralen Gezondheidsraad, F. H. de Freytag, civiel-ingenieur te 's-Gravenhage. Frankeering van couranten. De heer Ferd. Wierdels, directeur van de naaml.venn. Oagbl. en druk kerij De Tijd" heeft mede namens eenige andere uitgevers vau nieuws bladen, waaronder ook de directie der Nieuwe Haarlemsche Courant, zich met een verzoekschrift gewend tot den Minister van Waterstaat, naar aauleiding van het wetsont werp tot wijziging en aanvulling der wet vau deu 15eu April 1891, verzoekende in art. 4 van dit wets ontwerp de grens voor frankeering a 1 cent te veranderen van 50 in 60 gram. Weer een finantieele ramp. Te Utrecht is een groote finantiëele ramp verslagenheid komen bren gen. Het bekende kantoor der firma Chr. Oortman Zn. is op de flesch. Faillisement is al aangevraagd. Het „H. D." zegt: „Op grond van de door ons ingewonnen inlich- fcingen kunnen wij melden, dat de ramp. in hoofdzaak beperkt blijft tot het kantoor van Chr. Oortman eu Zoon. De tiriua oefende alleen het eömmissionairsbedrjjf, niet ook het kassiersbedrijf uit; andere ban kierskantoren hier ter stede zijn vermoedelijk in de zaak dan ook uiet betrokken, wel daarentegen naar wij hedenmiddag vernamen een aantal Amsterdamsche firma's. Kleine luyden lijden bij deze ramp voor zooveel men voorloopig heeft kunnen nagaan, geen verliezen. De in-bewaargevingen in de safes zijn ongeschonden." Op het laatste moment is nog een reconstructie beproefd, echter zonder gunstige resultaten. Behalve vele Utrechtsche families, moeten ook een groot aantal Am sterdamsche iustellingen gedupeerd zijn. De beurs van den kleinen man zal er wel niet zoo erg mee gemoeid zijn, hoewel de Nutsspaarbank als crediteur genoemd is. Het passief moet circa e n half millioen bedragen, terwijl het actief nihil of niet veel meer is. Gemengde Berichten. Te water. Maandagnamid dag had op de Ouderkerklaan te Diemen een ongeval plaats, dat voor de betrokken personen nog al goed afliep. Een rijtuig, waarin twee officieren der genie gezeten waren op een inspectietocht, ge raakte in de diepe tochtsloot langs de laan. De inzittenden waren spoe dig op het droge, doch met het paard en rijtuig had men nogal eenige moeite, 't Is te hopen, schrijft onze correspondent, dat dit de aan leiding moge zijn dat het kleine gedeelte der laan, 200 M., ook in goeden toestand worde gebracht. Voor rekening der genie is het overige gedeelte een paar jaren geleden in orde gemaakt en ver hard. Moge het Rijk zich ook over dit kleine stukje ontfermeu, daar er op die plek reeds veel ongeluk ken plaats vonden. Een interuationaleben- d e. Een internationale bende schijnt tegenwoordig de treinen onveilig te maken. De justitie heeft gegronde reden te vermoeden, dat door een aantal zakkenrollers van vreemde nationaliteit de expres-en luxe-trei- uen in het bijzonder onveilig wor den gemaakt. In dit vermoeden werd zij versterkt toen gisteravond een heer te Rotterdam aangekomen, tot de ontdekking kwam dat hem tusschen Parijs en Rotterdam zijn portefeuille, inhoudende 6 biljetten van 100 frs. en 3 van 500 frs., ontfutseld was. De heer vervoegde zich onmiddellijk na de ontdekking aan het bureau van politie te Rot terdam, van waar nog hedennacht naar Amsterdam een telegraphisch bericht werd verzonden. Van de drie zakkenrollers wordt het vol gende signalement gegeven: tus schen de 40 en 50 jaar; een van hen is tamelijk groot en draagt een roodachtige, opgestreken snor, heeft oen mager aangezicht en draagt bruine kleedingde tweede is klein en heeft een dik hoofd, draagt een zwarte snor; van den derde kan geen signalement worden opgegeven. Weest oplettend! Hoe voorzichtig men moet zijn met het in ontvangst nemen van bankbil- jetten, bleek weer aan het „U. D." „Ons werd een bankbiljet van veertig gulden vertoond, dat wij zeker op het eerste gezicht voor echt zouden hebben aangezien, zoo er ons niet bij was gezegd, dat het valsch was. En zelfs ofschoon wij dit wisten, konden wij nog niet dadelijk de kenmerken der valscli- heid gewaar worden. Bij verge lijking echter met een echt biljet bleek het volgendeDe zwarte opdruk, blijkbaar langs jphotogra- phischen weg gereproduceerd, was op het valsche biljet iets donkerder, iets bruiner, en iets minder scherp, dan op het echte. „Duidelijker is, het tweede ken- teeken de groene onderdruk is op het valsch biljet onduidelijk. Op het echte biljet staat het wit der ornamentiek duidelijk tegen het groen op het valsch was van het wit weinig te zien en was de groene fond vrij wazig ineengeloopen. Derde kenmerk het watermerk ontbreekt op het valsche biljet. Vierde en duidelijkste kenmerk de aohterzijde van het valsche biljet is groenachtig, die van liet echte biljet schoon wit. „Het valsche biljet vertoonde de sporen vau vermoedelijk reeds vrij lang in omloop te zijn geweest en dit ware geen wonder, want wie niet scherp toekijkt, neemt zulk een biljet argeloos aan. Spoorwegongeluk te Hilversum. Gisteren had te Hilversum door de spoorweg-auto riteiten het onderzoek plaats inzake liet ongeval dat Zaterdagavond met trein 8.84 naar Utrecht aan den Liebergerweg plaats greep. Jhr. Laman Trip, waarnemend inspec teur van vervoer, leidde dit onder zoek. Behalve de boomwachter Remkes, door wiens nalatigheid het ongeluk gebeurde, werden ge hoord de seinhuiswachter Puis, die met Remkes op het seinhuisje dienst deed; de machinisten van den goe derentrein en van trein 8.84, be nevens de hoofdconducteur, die laatstgenoemden trein begeleidde. Vanwege de justitie is nog geen onderzoek ingesteld. De H. S. M. meent dat Rembes volkomen nor maal is. Eergisteravond heeft hij althans zijn werk weer hervat. Nju al vervalsche stui ver tj es. Nauwelijks is de nieuwe stuiver in omloop, of valsche stuiver stukken worden reeds in omloop gebracht. Ten politiebureele te Maastricht is zoo'n valsch stuiver stuk gedeponeerd, dat vrij slordig is nagemaakt. Het is van tin en veel lichter dan de door het ryk gemunte stuiver. De kleur is meer witachtig, terwijl de rand niet roud, doch eenig8zius hoekig is. De sterke drauk! Ben man, die drie jaren in Veenhuizen had doorgebracht en in al die jareu geen druppel sterken drank geproefj had, werd dezer dagen met eeu uitgaanskas van f 50 ontslagen. Hu begaf zich per spoor naar Reukum ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem f 1.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,80 Afzonderlijke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fO.50 Elke regel meerq.io Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant. 4. TWEEDE HOOFDSTUK. Oscar Gawlrlowitsch Olfers. „Is Mijnheer Olfers reeds op liet kan toor?" vroeg Mijnheer Strömholt, de chef van de ijzergieterij der firma W. A. Ström holt, aan den bediende, die op zijn bel len verscheen. „Oscar Gawirlowitsch is sedert gis teren avond in 't geheel nog niet thuis gekomen," Mijn lieer Strömholt heet zich op de lippen en knikte met een gezicht, dat zeggen wilde: Dat heb ik wel gedacht! Toen liet hij den bediende met een wenk vertrekken. „Nu' wat zeg je daarvan, Elli!" vroeg Mijnheer Strömholt, toen hij met het jonge meisje, dat aan de ontbijttafel zat, weder in 'de prachtige eetzaal alleen was. Hij kwam dichter hij haar met het hor loge in de hand. „Tien minuten over ne llen het gaat te ver, zooals dat heer m Uen laatsten tijd de zaken verwaar loost." J Eerst nu beurde de jonge dame het bekoorlyke kopje met donkerblond haar op van het journal vail St. Petersbmg, welks feuilleton tot nu toe hare geheel attentie in beslag selieen genomen i hebben. „Dat heer! Welke heer?" zeide zij m> t een begin van guitachtig lachen. „Nu, wij spreken toch over Olferal" „O zoo! Sedert wanneer, lieve papa. noemt ge hem dan niet meer bij zijnen voornaam Strömholt trok zenuwachtig aan een van zijne grjjs wordende bakkebaarden,, terwijl op zijn overigens gladgeschoren gezicht zich eeue lichte verlegenheid ver toonde. In het volgende oogenblik kreeg: hij echter weder de uitdrukking van ijze ren gestrengheid terug. „Dat kan zoo niet langer voortduren. Oscar maakt reeds sedert twee maanden op onverantwoordelijke wijze misbruik van mijne toegevendheid. En nu jaik zal het maar zeggen! Ik ben tot de over tuiging gekomen, dat het langzamerhand tijd wordt hem te verstaan te geven, hoe hij zich gedragen moet. Welke positie gelooft die jonge heer toch, dat hij in ons huis inneemt Elli antwoordde weder op haren zach- ten met lichte ironie vermengden toon „Ik denk wel die, welke gij hem zelf ge geven hebt. Hebt gij hem niet verzekerd, dat hij uw zoon was en dat hij u als den na tuurlijken plaatsvervanger van zijnen overleden vader moest aanzien „Gabriel Olfers, zijn vader, was mijn besle vriend, dat is waar en zijn aanden ken blyve bij mij in eere. Ik heb zijn zoon, toen hij van de Polytechnische school kwam, als volontair in mijn huis genomen en hem de rechten van een zoou gegeven, ik was hem vau gan- scher harte genegen, en beschouwde h; t als eene vereerende taak, hem eene ze kei e. toekomst te geven." „Terwijl ge hem stilzwijgend zelfs bc- stemdeL voor uwen aanstaanden schoon zoon...." „Strömholt trok bij deze woorden weer zenuwachtig, met tie neusvleugels en zijne stem klonk nog helderder. „En juist om dat ik als een vader jegens hem gehan deld heb, meen ik het. recht en zelfs de plicht te hebben...." „Hem misschien weg te jagen?" viel Elli hem in de rede terwijl zij haren va der met eenen goedigen glimlach aan keek. De 'oude heer werd boos en stiet met den eenen voet geweldig op den grond. „Ja, waarlijk dat zou best kunnen gebeuren, als hij het er op liet aankomen en den boog nog strakker spande!» „Dat wil dus zeggen, dat gij het nu nog met zachtere middelen wilt probee- ren, is het niet?" De heer Strömholt hield de handen achter zijnen rug en liep met gebogen hoofd op en neder. Na een poosje ging hij wat zachter en minder snel voort. „In alle geval wil ik wel bekennen, dat ik mijn vroegeren invloed op den stijfkop verloren heb; ik weet waarlijk niet waar door „Werkelijk niet?" viel Elli opnieuw zoo eenvoudig mogelijk hem in de reden. „Nu, dan kan ik het u zeggen, papa!" De vader wierp op zijn dochter eenen scherpen blik en keerde zich toen met een driftig gebaar om. Maar Elli stoorde zich daaraan niet. Zij ging op hare een voudige manier voort, met een glimlach op de mdoie lippen, terwijl zij met hare donkerblauwe oogen het kinderlijke spe- ui van hare vingers volgde, die met den '.ilveren lepel aan den gladden buiten- 'canl van haar chocoladekop klopte. „Het :ou zoover niet niet Oscar gekomen zijn, als gij hem dadelijk bij den eersten zijner dolle streken eene vaderlijke vermaning gegeven Kadt. Spoedig echter bemerkte hij, dat gij hem niet uit overdreven toe gevendheid begaan liet, maar omdat uw zoogenaamd vaderlijk gevoel tamelijk erg aan het [verkoelen was." „Slechts door zijn gedrag," protesteerde StrömhoH driftig, voortdurend op en ne der loopende: „slechts door ziju ge drag „Maar wees toch oprecht jegens u zei ven, papa!" Strömholt was reeds van plan boos te worden, toen hij zich nog in 't laatste oogenblik bedacht; zijne houding werd meer ongedwongen, zijn voorhoofd meel eden en om zijne lippen vertoonde zich een trek van welwillendheid. Dat deze welwillendheid echter niet den afwezen- den Oscar Olfers betrof, zou spoedig blij ken. „Hoor eens, ïuyn kind, als gij van oprechtheid spreken wilt, wees dan bo venal jegens mij oprecht," begon hij eigenaardig bedaard, terwijl hij aan den anderen kant der ontbijttafel ging zitten, de handen op het gestikte tafellaken leg de en zijne dochter met eenen onderzoe kenden blik aanstaarde. Ik heb reeds lang mijne opmerkingen gemaakt. Se dert een zeker iemand met ons omgaat, is in uw gedrag tegenover Oscar eeue verandering gekomen, die hem onmoge lijk kan ontgaan zijn." „Een zeker iemand", hernam Elli, en ging achterover in haren leuningstoe[ zitten terwijl zij naar het plafond keek alsof zij moest nadenken wie bedoeld kon zijn." „Verberg het nu maar niet! Ik bedoel graaf Fedor Davidowitsch Ludeskoy." Elli antwoordde slechts door flauw te glimlachen, zonder van houding te ver anderen, „Ik heb mij de ontwikkeling der zaak op eene zeer natuurlijke wijze voorge steld", ging de oude heer op halfluiden toon voort; „maar nu ge het opeens en op zoo onverklaarbare wijze voor Oscar opneemt, nu kan ik niet meer wys uit u worden. Zeg my toch eens tegen wien oefent gij toch uwe luimen uit? Is het Oscar? Is het graaf Fedor Davidowitsch ben ik het of zijn wij het mogelijk alle drie?" Het lachen van het meisje vermeer derde; daaruit klonk de triomf van de coquette over de ernstige berekeningen van haren vader. In Strömholts stem liet zich weder eeue opkomende ergernis hooien. „Ik begin nu inderdaad te gekloven, dat ge u over ons alle drie vroolijk maakt, kleine heks Ik wil evenwel ho pen, dat Oscars levensgedrag in den laat sten tijd niet uwe sympathie opwekt en dat de losbol u daarom misschien niet interessant 'toeschijnt." „Ik begrijp u niet, papa," antwoordde Elli met onverminderde vroolijkheid. „Als Oscars dwaasheden u zooveel ongerust heid veroorzaken, dan moet gij eveneens graaf Fedor [Davidowitsch verfoeien, want deze leidt ten minste een even vroolijk leventje als Oscar." „Weet ge dat zoo zeker?" vroeg de va der, het betreurende, dat hem andermaal een niet te weerspreken argument voor gehouden werd. g—■=SEg=E33Ep!:Egl> „O, Ludeskoy steekt het niet onder stoelen ol banken. Hij bezoekt dezelfde speelclnb als Oscar. Daar hebben ze im mers ook met elkander kennis gemaakt en gij weet, dat bet op een feest van deze club was, dat Oscar ons graaf Fedor Davidowitsch als zijn vriend voorstelde. Toen dacht ge een weinig milder over hem dan n u, is 't niet „Ik wist niet, dat datgene, wat mij aan vankelijk in Oscar als een uitvloeisel van jeugdige lichtzinnigheid vergeeflijk toe scheen, in zulk eene noodlottige neiging tot zwelgerij ontaarden zou." «En toch is Oscar nog zeer jong Graal Ludeskoy echter is een man op gevorderden leeftijd, by wieu gij dezelfde neiging veel onvergeeflijker vinden moest." „Och wat! Ludeskoy is eeu aristokraat, by wien een beetje vroolijk leven, als een zede van vroegeren tyd; te vergeven is. j Hij is officier, heeft de gewoonte van een ontstuimig leven achter zich 'en is overi- I, gens in het bezit van een groot vermo gen. Oscar evenwel verzuimt zijne be- roepsplichlen en ik vermoed, dat hij zich moreel en financieel ten gronde richt Nu werd Elli ernstiger. „Gij zyt werkelijk bang...." „Jk u mijne goede reden tot zulk een vermoeden. Gy weet of misschien weet gy het ook niet, dat het grootste deel van zijne vaderlijke nalatenschap hij mij is gedeponeerd ij Wordt Vërvolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1