DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Gelouterd. ICimierhuisvesf 31*33, Haarlem Roomsch, Neutraal, of allebei? BUITENLAND. Donderdag 21 november 1907. No. 6743, 32ste Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Inierc. TeSefo&sinumnter 1426. Stoken? Algemeen Overzicht. FEUILLETON. NEUK HAARUEMSCKE COURMT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem f 1.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente),, 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8<t Afzonderlijke nummers<1.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1- 6 regelsfO.tiO (contant) f0.50 Elke regel meer„0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. We hebben gisteren in een gróót deel onzer oplage verslag gegeven vain de curieuze en typische rechtszaak, die voor ons kantongerecht gisteren werd behandeld. Eu diegenen onzer lezers, die 't gisteren niet in de krant vermeld vonden, zullen het verslag vandaag vinden. 't Zaakje heeft een huinoriatischen kant, docli valt overigens binnen de sfeer van tuéer dergelijke kwakzal verijen, en is dan ook als zoodanig opgevat, uitgewerkt en voorgesteld. Wat lezen we nu echter van dit zaakje in het liberale „Handelsblad"? 't Volgende: „Voor het kantongerecht te Haarlem stond heden, wegens het onbevoegd uitoefenen der ge neeskunde, terecht de arbeider Pannekeet, die zichzelf in slaap bracht, i n d i e n s 1 a a p b e w e e r- dete worden voorgelicht door den H. Ante n i us e n op diens advies geneesmiddelen voorschreef." Van den H. Antonius of diens ad vies is ter terechtzitting geen woord gesproken! Noch de beklaagde, noch liet Openbaar Ministerie hebben in dien geest iets gezegd. Geen onzer plaatselijke bladen heeft dan ook iets in de verslagen vermeld, dat op de St. Antonius-ni-torie lijkt 1 Doch het „H a n d 1 s b 1 a d" weet zoowaar van 't advies en de voor lichting van den H. Antonius te spreken. En aan een gewoon kwakzalvers zaakje is i>o met één slag een voor de Koomsehen weer eens prikkelenden en balachelijk-makenden kant ge geven. Waartoe dient dat? Is dat „stoken", of niet? Tii „De Standaard" is een merk waardig advies opgenomen in zake antirevolutionaire midden stands organisatie. liet blad zet voorop, dat een organisatie van patroons (midden standers) op eigen confessioneelen grondslag het beste is, maar tevens concludeert het, dat de antirevolutio naire Middenstanders, gegeven hun eigen zwakheid naar verhouding der anderen, goed zullen doen z'cli te doen opnemen in „neutrale" middenstands-organisaties. Geluel hierme te ga it accoord een adv et van den antirevolutionairen staatsman, het kamerlid Dr. de Visser, die zij eig u adviseurschap vau den Nederlan lschen Midden- slaudsboud op dezelfde gronden Verdedipt. „De T jd" li alt met kennelijke iiist nimiug die concii si s vau „De 8 la in. aard" nat. Instemmend ermee, omdat principieel door liet antiruvolut onair hoofdorgaan ge steld wordt datzelfle wat onz Bisschoppen zoo beginselvast hebben voorop gezet voor alle organisatie der Katholieken een confessioneele vei- eeniging, waar dat maar kan. géén neutrale. En terecht merkt „De Tijd" oj>, dat de antirevolutionairen alleen daarom <le aansluiting bij „neutrale" middenstands-organisaties, óf liever: liet lidmaatschap van neutrale vereenigingen goedkeurt, omdat op een anti revolutionaire middenstands organisatie in afzienharen lijd geen kijk is. Bij ons, zoo voegt „De Tijd" erbij, staat dat andera. Wij hebben reeds onze eigen Roomsche Al iddeuslands-orgauisatie, die Hink is begonnen en met den dag groeit. Eu die moet voor ons, Rooiu- sclien, nu de aangewezen organisa tie zijn. Met dit alles zijn wij bet volkomen eens. 'Maar we willen nu ook wat „De Tijd" niet doet, en ook trouw <ns in bet onderschriftje bij bet artikel uit „De Standaard" geen reden bad te doen de consequente gevolgtrekking maken. Eu dat is deze nu eenmaal de Roomsche organisatie van Midden standers er is, eu goed werkt, en kranig de zaken aanpakt, nu moeten de Roomsche Middenstanders aan die oigauisatie al buu krachten wijden, eu dient de betrekking met de „neutrale" vereenigingen en organisaties federatief te zijn zooals bet Doorluchtig Episcopaat dan ook met nadruk wenscht en méér niet Tusschen Room:eb en neutraal vereenigingsleven bestaat nu een maal een diepe klove. Een neutraal vereenigings-beginsel kan ook voor ons, Katholieken, zeer ge wenscht zijn in den economiscben strijd der Middenklasse, wanneer de Roomsche organisatie er nog niet is. Haar in die er, dan is de plaats der Katho liekeu ook alleen in buu eigen vereeniging, nergens anders! Dat diezelfde Katholieken, die een eigen vereeniging oprichten, de grootste kracht eu de kern uitmaken vau een neutrale vereeniging, dat is toch wuarljjk niet redelijte noe men. Ja, men hangt aan de neutrale vereeniging, omdat men er nu eenmaal lid van is 1 Dat is begrij pelijk. Maar logisch is liet uietl Wie logisch wil bandelen, en dunkt ons in den geest die door onze Roomsche leiders en geestelijke ruadslieden wordt ge- wenscht, die stelle de Roomsche vereeniging voorop en late de neutrale middenstands-organisatie aan ben, die daaraan behoefte heb ben: de overige middenstanders die met ons, Katholieken, op dit gedeelte van bet economische maat schappelijke gebied willen strijden voor behoud van orde itv de maat- schappij en bestendiging van de tegenwoordige orde van zaken. Allerminst willen we met dezen I raad en deze o.i. consequente rede neering eeuigen blaam werpen op de neutrale Middenslandsv-ereeni- gingen Integendeel Ze zijn noodig geweest eu hebben ook voor de economische opvoeding vun onzeuKatholieken Middenstand, veel gedaan. En wijzelf hebben in dertijd tot de oprichting van zulke vereenigingen persoonlijk veel bij gedragen. Maar de tijden zijn veranderd. De katholieke patroons-organisa ties worden sterk en werken, en leven op. En nii staat bot er anders vooi met de Katholieke middenstander- dan toen bet begrip van organisatie moest worden geleerd en inge pompt En waar bet goed recht van be staau voor Roomsche Middenstands organisaties is erkend en algemeen bevestigd, daar moet nu ook, dunkt ons, onverbiddelijk de conclusie vol gen dat de neutrale Middenstands vereeniging voor Roomsche winke liers en kleiu-industriëele» beeft afgedaan. Ju zooverre althans, dat hun lidmaa schap van zulke ver eenigingen niet moet worden be steudigd. De neutrale Middenslandsveive ui dagen zullen door deze uittreding, die oji deti duur toeii nou l/.akelijk zal worden, niet verdwijnen. Daar zijn buiten de Katholieke Midden standen, nog staudgenootou te over, voor wie de neutrale Middenstands-' vereeniging een noodzakelij keu en wolkomen kring aanbiedt voor sooi aai werken en streven naar verbe tering. En daarbijde Katholieke MiJ- denslandsvereeniging moet dan toch dadelijk voor zuiver economische vraagstukken voeling houden met de neutrale organisatie! Federatief samenwerken op Midden sta ndsge- bied ligt nu in de lijn vau de lo gische ontwikkeling. Ook elders is het reeds daartoe ge komen of groeien de verhoudingen in die richting. En wanneer wo dan bier te Haar lem dien weg op moeten, dan zou den wij vooraf een voorstel weirschen te doen, dat we Ier overweging aanbieden aan de Katholieke en Neutrale Middenstaudsvereemgin gen, vak- en winkeliers- en handels corporaties te dezer stede. Dat voorstel is: de vorming van een Bestuurdersbond voor midden standszaken. Zoo ergens, dan is bij de midden- standsbeweging de eörste eiscb algemeone samenwerking. Eu die kan, ook bij een vereenigingsleven naar confessie samengesteld, zeer goed tot baar recht komen, als de besturen van de verschillende veree nigingen samenwerking zoeken en geven. j En dal kan weer bet beste dooi den M iddenstiinds-besluurder- bond dien wij voorsteilen, en die juist doordat alle winkeliers- en klein indiistiiëelen, ieder door zijn eigen vak kring,erbij belang hebben en erin vertegenwoordigd zullen zijn op bel voordeeligst kan werken. Wij behouden ons voor, te ge legener lijd in bijzonderheden over een en ander te treden. Nu bepalen we ons tot bel voor stel, dat. we warm in de aandacht van alle betrokken corporaties aanbevelen. Maar ons voorstel volgt logisch na en steunt op de-stelling die we 'vóóraf liet gaan en die we uitdrukke lijk vooropsteilen: voor Roomsche Middenstanders, die bun eigen organisatie reeds hebben, is de eenige aangewezen plaats die eigen Katholieke vereeniging, en als lid ten minste nergens anders! Na de vredesconferentie.... na bet bezoek van keizer Wilhelm aan Engeland.... na al de vredelievende verkla ringen, door koningen en kei zers en ministers achtereenvolgens tuil beste gegeven na dit alles is liet eerst wat men in Duitsehland bij 's kei zers terugkeer zal doende indiening van.... een nieuwe vlootwet. I). w. z.de marine een beetje stérker maken! Reeds in den loop van den laal- steu zomer was bekend geworden dat bet Duitsche ministerie van Marine den leeftijd der linieschepen van 25 op 20 jaar wilde terug brengen. Het ontwerp waarin dit wordt voorgesteld is nu, naar we onder de drieregelbericlileu al hebben ge meld, door den Bondsraad aange nomen. Reeds bij de bespreking van de huidige vlootwet is door marine deskundigen or op gewezen dat de termijn van 25 jaar te lang was. Toen wilde Gentrum echter niet weten vau een korteren termijn. Doch het Centrum is nu in do minderheid bijbetanticlericale„b!oC en dit moet de vermeerdering dei- oorlogsvloot maar slikken Wordt bet ontwerp wet, dan zullen ter vervanging der be staande schepen op slapel worden gezet in 1908', j 909 en 1910 telkens 0 linie schepen, 2 kleine kruisers; 1911: 2 Fmie-schepen eu 2 kleine kruisers; 1912, 1913, '11, '15 en '10 telkens J linieschip, 1 groote kruiser, 2 kleine kruisers; 1917; 1 linie-schip, J groote en 1 kleine kruiser. In totaal 17 linie schepen, 6 groot en, en 19 kleine kruisers! .Leve de wereldvrede Hoe gaat bel in Marokko? Wie zou bet, beter kunnen ver- telieu, althans meer in de puntjes of 't nu juist van bet oup&r- tijdigste standpuut is laten we daar dan generaal Drude, de Frau- sche opperbevelhebber Welnu, Drude lrei't zich te deze opzichte in bet publiek uitgelaten en bij is blijkbaar zeer optimistisch' gestemd ten opzichte van den toe stand. In een onderhout inet een ht- richtgever van den „Matin" ver klaarde bij nl. De stammen hebben zoo geducht op hun baadje geha I, vooral op 19 October, dat zij bepaald niet op nieuw beginnen. Zij hebben genoeg van bet vecbien en willen niets liever dan bun gewoon leven weder beginnen. De kabelballon, die tweemaal daags opstijgt, bericht, dat in een omtrek van 45 K.M. geen vijand meer te zien is. Alleen struikroo- vers behoorende tot de bij Didiana gelegerde ineliallah van Moelai tlatid, maken nu en tlau de •streek nog onveilig. Op de vraag of door de komst van Moelai Hafid den toestand niet zou verergeren, antwoordde de generaal „Zoolang er gc en einde is geko men aan den twist tusschen Moelai Hafid en Abd el-Azis zal geen enkele man Casablanca verlaten. Den Franschman Pollet, die als afgezant van M icdni Hafid tot mij kwam, heb ik gezegd dat hij Moe lai Hafid zou raden zich niet te dicht bij Casablanca te wagen, want dat ik hem geducht ouder handen zou nemen, wanneer zijn tuehte- looze troepen ons mochten aanval len. Overigens zou ik eerst tot den aanval overgaan, wanneer ik daar toe last kreeg vau mijn regeering. Ik houd mijn strijdmacht ulleou bijeen, wegens hetgeen er zou kun nen gebeuren als Moelai Hafid al te dicht in de nabijheid mocht ko menvau de stammen heb ik niets meer te vreezen. De berichtgever vroeg daarop nog of in bet onwaarschijnlijk ge val, dat Moelai Hafid de overwin ning mocht behalen en zich dan tegen de Franschen koeren, gene raal Drude in staat zou zijn een aanval te weerstaan eu deze ant woordde daarop „Met de stellingen, die ik op de heuvelkammen thans inneem en de versterkingen, ilie ik bezig ben aan te leggen, kan ik, zoo lang ik wil aan een legermacht an 25,009 man bet hoofd bieden. Bovendien is de gebeele streek van Casablanca tot 8elta geheel en al geruïneerd en een Maro tkaausch leger vindt er geen voedsel Ik zie dus ile toekomst, met groot gerust heid tegemoet." Dit alles is heel duidelijk. Maar niet zoo duidelijk is, boe de toestand met dit stilliggen van de Fransehe troepen, ooit moet in orde komen Of zouden zij gelijk hebben, die zeggen dat juist dit stilliggen, en zoo een overwicht in de band hou den, juist alles is wat Frankrijk op den duur verlangt?... De crisis in Amerika is nog steeds acuut. 1 e regeering noemt allerlei maat regelen o.m. de uitgifte van schat kistbiljetten tot een bedrug van 800 millioen dollars, eu de uitgilde van Panama-obligaties. En president Roosevelt gelooft, dat zoo de crisis bedwongen zal worden, lu een brief aan den minister van fiuauciën, Cortelyou, beeft de president zich uitgelaten over de crisis. Hij schrijft o a., dat or thans ineer geld in omloop is, dan een maand geleden. De regeering zal toezien dat liet volk geen schade zal lijden, als bet den rechten weg bewandelt. President Roosevelt constateert verder, dat de oogst goed is en dat de verhoudiugeu in de nijverheid gezond zijn. l'e regeering zal bet geld dat zij bezit in omloop brengen, om in de tegen woordige behoefte to voorzien. Deze brief wordt beschouwd als de voorlooper van de boodschap die door den president aan het Congres zal worden voorgelegd. fntusscben is de fiuaucieele wereld het er heelomaal niet ineo eens En blijkens de jougste berichten gaat men iu fiuaucieele kringen meer en meer twijfelen aan de juistheid van den door de regeering ingeslagen weg, om aan de bestaande geMschaarste tegemoet te komen. Inzonderheid ondervindt de voor genomen uitgifte van schatkist obli gation krachtige bestrij ling, zoowel vau de zijde der voorname finan ciers als van ile ernstige dagblad pers. Het scherpst uit zich wel liet „Journal of Commerce" dat niet meer of minder vertelt, dan dat zoowel Roosevelt als Cortelyou door deze uitgifte opnieuw blijk hebben gegeven vau volslagen onkunde op financiëel gebied, door in deze He- langrijke kwestie een besluit to nemen, zonder eerst de b ukiers van het New Vorkscbe Clearing house te raadplegen. Hier ziet men dus, zegt bet „Journal of Commerce", welke de gevaarlijke gevolgen zijn, wanneer een niel-deskundige als minish r Cortelou op financieel 'go Hed gaat liefhebberen. De br.e', die pre ident Roosevelt t >t Cirtelyou gericht beeft, en die we hierboven bespraken noemt bel blad.. aartsvaderlijk ounoozej eu er veeleer op berekend, bet einde van de crisis te vertragen dan e bevorderen Naar het Duitsch van Kabt.. Ed. Kloppeb. 16. O, ik keerde na de voltooiing mijner .studiën slechts voor korten tijd naar Mi- lau terug," zeide hij droogjes. „Mijn vader stierf nog gedurende mijn taaiste studie jaar." Toen hield hij op; hij wilde niet dadelijk bekennen, dat hij voortdurend in St. Petersburg gewoond bad. „Maar u heeft nu toch zeker weder een andere betrekking," zeide li ij daarop, om van zijne eigene aangelegenheden niet te spreken. „Eu zoo komt het zeker, dat gij St. Petersburg verlaat, waar gij niet ge lukkig geweest zijl, en dat gij van plan zijt u ergens anders te vestigen?" „Ja zeker! waarlijk," antwoordde Ku- lofT haastig, terwijl er iets vreemds in zijn oogen te zien was. Ware Olfers niet zoozeer door de zorg over zijnen eigenen noodlottige» toestand beheerseht, gewor den, dan zou hem menige geheimzinnige bijzonderheid in het gedrag van den ander niet ontgaan zy n. „Dan wenseh ik u van ganscher harte geluk." „O, dat kan Zeker. Het is mij tenmin ste in den laatsten tijd weder gelukt een nieuwen beschermer to vinden en met diens hulp hoop ik mij ergens anders te vestigen." „Waarheen denkt ge te gaan?" vroeg Olfers verstrooid, a 11 con om geen pijn lijk zwijgen te doen plaats hebben. Kolofl' maakte een onbepaald gebaar naar eene of andere hemelstreek. „Heel nauwkeurig weet ik het zelf nog niet. Ik zal voorloopig wel dat wil namelijk zeggen, totdat ik van mijn nieu wen beschermer nadere aanwijzing be kom, Hm, gij ziet, ik ben niet zoo ouhathankelijk ais gij en kan mij hel leven niet naar mijn genoegen inrich ten." „Wat zegt gij van dat merkwaardig avontuur, dat ons beden moest overko men? Daarover erger ik mij ten zeerste en vooral, omdat men zich met zoo'n ellendig nachtverblijf behelpen moet. Van deze stoornis in hel verkeer, waarvan men ons op 't station geene nadere in lichting wilde geven, schijnt echter iets heel bijzonders de oorzaak te zijn. Ik kan mij ten minste die onrustbarende geheim houding anders niet verklaren." Koloff schudde bedenkelijk liet hoofd en speelde lachend met zijn kn'.vel. „Werkelijk Nu, ik kan dit geheim dan wel oplossen." „Hoe dan?" „Wel, de aanvankelijke houding van het stationspersoneel en daarna het be lachelijk angstig streven om verder on derzoek Ie verbergen totdat men van hoogerhand eeri OtTieieele aanschrijving verkregen bad dat laat nog cene ver klaring over. Herinnert gij u dan niet meer do houding van ons bestuur bij de beide groote gebeurtenissen van dit jaar? In Februari, toen vorst Krapotkin, de gouverneur vau Charkow, vermoord werd en op den 14 April toen Solowjew op den keizer schoot?" Olfers luisterde scherper, naarmate de ander tegen het einde zijner mededee- lingen de stem liet zakken. „Men zegt, dat Solowjew volstrekt niet krankzinnig is geweest," zeide Oscar, ook op duisterenden toon, „en dat vorst Kra potkin door tie zoogenaamde Nihilisten is verm oord ge worde n. Kolofl' knikte. „En nil beweerdet gij, dat liet opont houd. van dezen avond Kofott' haalde de schouders op. „Ik beweer niet, maar ik gis, Voor eenige dagen kon men in de couranten lezen, dat de Gzaar juist beden avond Wilna pasiseeren zou op zijn reis van Odessa naar St. Petersburg." Dus een aanslag der Nihilisten? Een aanslag op den Gzaar, meent gij?" „Laten wij maar hoopen, dal deze mis lukt is. Dit schijnt trouwens ook zoo, want anders zou het niet mogelijk zijn geweest i'e tijdingen over de ramp tegen te houden. Bovendien is de omgeving van den keizer slim genoeg om, dikwijls eerst in de laatste oogen blik ken veran dering in de oorspronkelijke reisplannen te brengen, De berichten over het. aan komen van den hoftrein te Wilna zijn zoo uitvoerig geweest, dat ik alleen daar om aan zulk eene verandering van tie reisroute gelooven wil." „Laten wij liet hopen! Morgen zullen wij te Wilna wel iets naders vernemen, dat wil zeggen, als de stationschef woord houdt, on morgen het gewoon verkeer weder plaats heeft." Zij spraken nu met grooten ijver nog veel over deze geheimvolle stoornis in het verkeer en ontsloegen elkander zoo doende wederkeerig van de noodzakelijk heid, om over huil eigenlijk doel nadere verklaringen te geveu. Toen de uitge brande kaars hen vermaande, ,dat het meer dan tijd was om te gaan liggen, legden zij zich op het stroo neder en ga ven zich spoedig den schijn, alsof zij in een diepen slaap verzonken. Maar zy la gen beiden met open oogen en elk nam het vaste besluit met liet, aanbreken van den dag zoo stil mogelijk heen te gaan om den ander niet in diens rust te sto ren. Eindelijk kreeg by^Offers de vermoeid heid de overhand en zijn diepe ademha ling bewees, dat hij ingeslapen was. Ko lofl' echter bleef nog lang wakker en dacht over allerlei dingen na. Neen, hij kon den slaap niet vatten. Het was, alsof hij naai eene stem in zijn binnenste lui sterde, zoodal hij zich bevrijden kon van de droombeelden, die hem onophoudelijk verschenen, zoodra zijn lichamelijk oog tot werkeloosheid gedoemd was. Ware het eindje kaars in den kandelaar op de tafel niet geheel verteerd, hij zou het nogmaals aangestoken hebben, )iu de duisternis te verjagen. Van een nieuwen beschermer had hij tot Oders gesproken Helaas! die nieuwe beschermer had hem tot een Hit-I' gemaakt. (Men zal zich herinneren de geheimzinnige ontmoetin gen, in het eerste hoofdstuk beschr»- v n!) De vroegere schoolkameraad zou meende Kolofl' sidderend ziel» afge wend liebhe.n, als hij geweten had met, wien luj zijn uaclnleger deelde. Het was nauwelijks dag geworden, toen Kolofl" opstond om stilletjes weg te gaan. Oders sliep nog vastde uitputting van den vorigt-n dag, de gemoedsaandoenin gen in den voorafgaan den nacht, dat alles had zijn lichamelijke kracht zoo volko men uitgeput, dat een kanonschot hem niet, zou gewekt hebben. Beneden iu de gelagkamer vond Kolofl' eene menigte mensehen, alsof men reeds midden op den dag was. Boeren waren al met den dageraad in de s'ad gekomen en verbreidden liet be langrijk nieuws, d;it gisteren avond eenige wersten van Wilna verwijderd de spoorwegbrug over de Wilna in de lucht was gesprongen. Indien de keizer lijke trein Tiet oorspronkelijk vastgestelde reisplan gevolgd was, dan zou bij op het oogenblik der catastrophe zich juist op de brug hebben bevonden Maar de Czaar had van af Wilna een omweg naar Sl. Petersburg over Kowno en Riga lang de Baltische spoorlijn gemaakt en In t eenige gevolg der euveldaad was slechts een storing in liet verkeer, waarvan de reizigers van en naar Wilna dupe waren geworden. Om'rent de daders van den aanslag heersebte geen twijfelmen fltiis- derde elkander van alle kanten toe, dat het de „Nieuwe lieden" waren, zooals men onder liet volk de Nihilisten noemde. Spoedig nadat Koloff binnen getreden was en door de levendige gesprekken der gasten de bevestiging van zijn vermoe den over de gebeurtenis van gisteren bewaarheid vond, kwam een postbode, die de voor Swensjanij bestemde zendin gen van Wilna van'het station bracht. De man werd stormachtig ontvangen, om dat men van hem verdere berichten over het spoorweg ongeluk hoopte te ontvan gen. Terwijl hij vertellen moest, wat hij wist bijzonderheden, die gebracht wa ren door een renbode, die wegens het afgebroken spoorverkeer de post van Wilna bad moeten bezorgen kwamen eenigen en daaronder Koloff naar hem oe, om hem voor alles de couranten af e nemen, ofschoon wel aan te nem n was, dat de gerechtelijke censuur aan de pers de grootste geheimhouding in zake liet, springen der brug bevolen had. Koloff ging met het gelukkig verover de blad in een hoek zitten; het was een exemplaar van de Wilnaer Wj'ostuik. dal hij nu in bezit had. Met éénen blik 2ag hij het belachelijke korte bericht over een instorting van de spoorwegbrug iu de nabijheid vau de stad. Van de ware toed a ',ht der zaaV, van een aansl ig der Nihilisten, geen enkel Woord. Hel was daarom te begrijpen, dat Kolofl' op dit beric it niet bijzonder veel acht gaf. De verdere inhoud van het blad scheen hem meer te iuteresseereu. Met ingehouden adem las hij een lang telegram uit St. Pe tersburg; liet blad beefde daarbij iu zijne hand en toen hij het gelezen had, liet hij zijne armen vallen en staarde eenigu oogenblikkei: als verstomd voor zich uil. Het moest iets buitengewoons zijn, wat hij vernomen bad. „Olfers, Olfers!" mompelde by, terwijl alle bloed uit zijn magere wangen scheen zeweken. „Is het mogelijk Wie had dat. gedacht? Oilers, hij, die hedennacht met mij in dezelfde kamer sliep.' O God, van laar zijn ontsteld, gelaat. Hij is op do vlucht. Maar ongelooflijk, ondenkbaar En toch Olfers! GraafLudeakoy neet de vermoorde." Daarmede vouwde bij de courant wet k- tuigehjk toe, stak ze by zich en verliet de gelagkamer. Hut ontzettende bericht, lat hij in hot Wiloaer blad gelezen had, scheen hun vroaselijk getroffen te lu b- bon, want niet. onzekere Stappen klom i)ij du houten trap op naar T zoldei ka mertje. (\l'~r.lt uervulgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1