DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Gelouterd.
ICimierhuisvesf 31*33, Haarlem
Roomsch, Neutraal,
of allebei?
BUITENLAND.
Donderdag 21 november 1907.
No. 6743, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inierc. TeSefo&sinumnter 1426.
Stoken?
Algemeen Overzicht.
FEUILLETON.
NEUK HAARUEMSCKE COURMT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem f 1.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente),, 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8<t
Afzonderlijke nummers<1.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1- 6 regelsfO.tiO (contant) f0.50
Elke regel meer„0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
We hebben gisteren in een gróót
deel onzer oplage verslag gegeven vain
de curieuze en typische rechtszaak,
die voor ons kantongerecht gisteren
werd behandeld.
Eu diegenen onzer lezers, die 't
gisteren niet in de krant vermeld
vonden, zullen het verslag vandaag
vinden.
't Zaakje heeft een huinoriatischen
kant, docli valt overigens binnen de
sfeer van tuéer dergelijke kwakzal
verijen, en is dan ook als zoodanig
opgevat, uitgewerkt en voorgesteld.
Wat lezen we nu echter van dit
zaakje in het liberale „Handelsblad"?
't Volgende:
„Voor het kantongerecht te
Haarlem stond heden, wegens
het onbevoegd uitoefenen der ge
neeskunde, terecht de arbeider
Pannekeet, die zichzelf in slaap
bracht, i n d i e n s 1 a a p b e w e e r-
dete worden voorgelicht
door den H. Ante n i us e n op
diens advies geneesmiddelen
voorschreef."
Van den H. Antonius of diens ad
vies is ter terechtzitting geen woord
gesproken! Noch de beklaagde, noch
liet Openbaar Ministerie hebben in
dien geest iets gezegd.
Geen onzer plaatselijke bladen heeft
dan ook iets in de verslagen vermeld,
dat op de St. Antonius-ni-torie lijkt 1
Doch het „H a n d 1 s b 1 a d" weet
zoowaar van 't advies en de voor
lichting van den H. Antonius te
spreken.
En aan een gewoon kwakzalvers
zaakje is i>o met één slag een voor de
Koomsehen weer eens prikkelenden
en balachelijk-makenden kant ge
geven.
Waartoe dient dat?
Is dat „stoken", of niet?
Tii „De Standaard" is een
merk waardig advies opgenomen in
zake antirevolutionaire midden
stands organisatie.
liet blad zet voorop, dat een
organisatie van patroons (midden
standers) op eigen confessioneelen
grondslag het beste is, maar tevens
concludeert het, dat de antirevolutio
naire Middenstanders, gegeven hun
eigen zwakheid naar verhouding
der anderen, goed zullen doen z'cli
te doen opnemen in „neutrale"
middenstands-organisaties.
Geluel hierme te ga it accoord een
adv et van den antirevolutionairen
staatsman, het kamerlid Dr. de
Visser, die zij eig u adviseurschap
vau den Nederlan lschen Midden-
slaudsboud op dezelfde gronden
Verdedipt.
„De T jd" li alt met kennelijke
iiist nimiug die concii si s vau „De
8 la in. aard" nat. Instemmend
ermee, omdat principieel door liet
antiruvolut onair hoofdorgaan ge
steld wordt datzelfle wat onz
Bisschoppen zoo beginselvast hebben
voorop gezet voor alle organisatie der
Katholieken een confessioneele vei-
eeniging, waar dat maar kan. géén
neutrale.
En terecht merkt „De Tijd" oj>,
dat de antirevolutionairen alleen
daarom <le aansluiting bij „neutrale"
middenstands-organisaties, óf liever:
liet lidmaatschap van neutrale
vereenigingen goedkeurt, omdat op
een anti revolutionaire middenstands
organisatie in afzienharen lijd geen
kijk is.
Bij ons, zoo voegt „De Tijd"
erbij, staat dat andera.
Wij hebben reeds onze eigen
Roomsche Al iddeuslands-orgauisatie,
die Hink is begonnen en met den
dag groeit.
Eu die moet voor ons, Rooiu-
sclien, nu de aangewezen organisa
tie zijn.
Met dit alles zijn wij bet volkomen
eens.
'Maar we willen nu ook wat
„De Tijd" niet doet, en ook
trouw <ns in bet onderschriftje bij
bet artikel uit „De Standaard"
geen reden bad te doen de
consequente gevolgtrekking maken.
Eu dat is deze nu eenmaal de
Roomsche organisatie van Midden
standers er is, eu goed werkt, en
kranig de zaken aanpakt, nu moeten
de Roomsche Middenstanders aan
die oigauisatie al buu krachten
wijden, eu dient de betrekking met
de „neutrale" vereenigingen en
organisaties federatief te zijn
zooals bet Doorluchtig Episcopaat
dan ook met nadruk wenscht
en méér niet
Tusschen Room:eb en neutraal
vereenigingsleven bestaat nu een
maal een diepe klove. Een neutraal
vereenigings-beginsel kan ook voor
ons, Katholieken, zeer ge wenscht
zijn in den economiscben strijd der
Middenklasse, wanneer de Roomsche
organisatie er nog niet is. Haar in
die er, dan is de plaats der Katho
liekeu ook alleen in buu eigen
vereeniging, nergens anders! Dat
diezelfde Katholieken, die een eigen
vereeniging oprichten, de grootste
kracht eu de kern uitmaken vau
een neutrale vereeniging, dat is
toch wuarljjk niet redelijte noe
men.
Ja, men hangt aan de neutrale
vereeniging, omdat men er nu
eenmaal lid van is 1 Dat is begrij
pelijk. Maar logisch is liet uietl
Wie logisch wil bandelen, en
dunkt ons in den geest die
door onze Roomsche leiders en
geestelijke ruadslieden wordt ge-
wenscht, die stelle de Roomsche
vereeniging voorop en late de
neutrale middenstands-organisatie
aan ben, die daaraan behoefte heb
ben: de overige middenstanders
die met ons, Katholieken, op dit
gedeelte van bet economische maat
schappelijke gebied willen strijden
voor behoud van orde itv de maat-
schappij en bestendiging van de
tegenwoordige orde van zaken.
Allerminst willen we met dezen I
raad en deze o.i. consequente rede
neering eeuigen blaam werpen op
de neutrale Middenslandsv-ereeni-
gingen
Integendeel
Ze zijn noodig geweest eu hebben
ook voor de economische opvoeding
vun onzeuKatholieken Middenstand,
veel gedaan. En wijzelf hebben in
dertijd tot de oprichting van zulke
vereenigingen persoonlijk veel bij
gedragen.
Maar de tijden zijn veranderd.
De katholieke patroons-organisa
ties worden sterk en werken, en
leven op.
En nii staat bot er anders vooi
met de Katholieke middenstander-
dan toen bet begrip van organisatie
moest worden geleerd en inge
pompt
En waar bet goed recht van be
staau voor Roomsche Middenstands
organisaties is erkend en algemeen
bevestigd, daar moet nu ook, dunkt
ons, onverbiddelijk de conclusie vol
gen dat de neutrale Middenstands
vereeniging voor Roomsche winke
liers en kleiu-industriëele» beeft
afgedaan. Ju zooverre althans, dat
hun lidmaa schap van zulke ver
eenigingen niet moet worden be
steudigd.
De neutrale Middenslandsveive
ui dagen zullen door deze uittreding,
die oji deti duur toeii nou l/.akelijk
zal worden, niet verdwijnen. Daar
zijn buiten de Katholieke Midden
standen, nog staudgenootou te over,
voor wie de neutrale Middenstands-'
vereeniging een noodzakelij keu en
wolkomen kring aanbiedt voor sooi
aai werken en streven naar verbe
tering.
En daarbijde Katholieke MiJ-
denslandsvereeniging moet dan toch
dadelijk voor zuiver economische
vraagstukken voeling houden met
de neutrale organisatie! Federatief
samenwerken op Midden sta ndsge-
bied ligt nu in de lijn vau de lo
gische ontwikkeling.
Ook elders is het reeds daartoe ge
komen of groeien de verhoudingen
in die richting.
En wanneer wo dan bier te Haar
lem dien weg op moeten, dan zou
den wij vooraf een voorstel weirschen
te doen, dat we Ier overweging
aanbieden aan de Katholieke en
Neutrale Middenstaudsvereemgin
gen, vak- en winkeliers- en handels
corporaties te dezer stede.
Dat voorstel is: de vorming van
een Bestuurdersbond voor midden
standszaken.
Zoo ergens, dan is bij de midden-
standsbeweging de eörste eiscb
algemeone samenwerking. Eu die
kan, ook bij een vereenigingsleven
naar confessie samengesteld, zeer
goed tot baar recht komen, als de
besturen van de verschillende veree
nigingen samenwerking zoeken en
geven. j
En dal kan weer bet beste dooi
den M iddenstiinds-besluurder- bond
dien wij voorsteilen, en die juist
doordat alle winkeliers- en klein
indiistiiëelen, ieder door zijn eigen
vak kring,erbij belang hebben en erin
vertegenwoordigd zullen zijn op
bel voordeeligst kan werken.
Wij behouden ons voor, te ge
legener lijd in bijzonderheden over
een en ander te treden.
Nu bepalen we ons tot bel voor
stel, dat. we warm in de aandacht
van alle betrokken corporaties
aanbevelen.
Maar ons voorstel volgt logisch
na en steunt op de-stelling die we
'vóóraf liet gaan en die we uitdrukke
lijk vooropsteilen: voor Roomsche
Middenstanders, die bun eigen
organisatie reeds hebben, is de
eenige aangewezen plaats die eigen
Katholieke vereeniging, en als
lid ten minste nergens anders!
Na de vredesconferentie....
na bet bezoek van keizer Wilhelm
aan Engeland....
na al de vredelievende verkla
ringen, door koningen en kei
zers en ministers achtereenvolgens
tuil beste gegeven
na dit alles is liet eerst wat
men in Duitsehland bij 's kei
zers terugkeer zal doende indiening
van.... een nieuwe vlootwet.
I). w. z.de marine een beetje
stérker maken!
Reeds in den loop van den laal-
steu zomer was bekend geworden
dat bet Duitsche ministerie van
Marine den leeftijd der linieschepen
van 25 op 20 jaar wilde terug
brengen.
Het ontwerp waarin dit wordt
voorgesteld is nu, naar we onder
de drieregelbericlileu al hebben ge
meld, door den Bondsraad aange
nomen.
Reeds bij de bespreking van de
huidige vlootwet is door marine
deskundigen or op gewezen dat de
termijn van 25 jaar te lang was.
Toen wilde Gentrum echter niet
weten vau een korteren termijn.
Doch het Centrum is nu in do
minderheid bijbetanticlericale„b!oC
en dit moet de vermeerdering dei-
oorlogsvloot maar slikken
Wordt bet ontwerp wet, dan
zullen ter vervanging der be
staande schepen op slapel worden
gezet in 1908', j 909 en 1910 telkens
0 linie schepen, 2 kleine kruisers;
1911: 2 Fmie-schepen eu 2 kleine
kruisers; 1912, 1913, '11, '15 en
'10 telkens J linieschip, 1 groote
kruiser, 2 kleine kruisers; 1917;
1 linie-schip, J groote en 1 kleine
kruiser. In totaal 17 linie schepen,
6 groot en, en 19 kleine kruisers!
.Leve de wereldvrede
Hoe gaat bel in Marokko?
Wie zou bet, beter kunnen ver-
telieu, althans meer in de puntjes
of 't nu juist van bet oup&r-
tijdigste standpuut is laten we daar
dan generaal Drude, de Frau-
sche opperbevelhebber
Welnu, Drude lrei't zich te deze
opzichte in bet publiek uitgelaten
en bij is blijkbaar zeer optimistisch'
gestemd ten opzichte van den toe
stand.
In een onderhout inet een ht-
richtgever van den „Matin" ver
klaarde bij nl.
De stammen hebben zoo geducht
op hun baadje geha I, vooral op 19
October, dat zij bepaald niet op
nieuw beginnen. Zij hebben genoeg
van bet vecbien en willen niets
liever dan bun gewoon leven weder
beginnen.
De kabelballon, die tweemaal
daags opstijgt, bericht, dat in een
omtrek van 45 K.M. geen vijand
meer te zien is. Alleen struikroo-
vers behoorende tot de bij Didiana
gelegerde ineliallah van Moelai
tlatid, maken nu en tlau de •streek
nog onveilig.
Op de vraag of door de komst
van Moelai Hafid den toestand niet
zou verergeren, antwoordde de
generaal
„Zoolang er gc en einde is geko
men aan den twist tusschen Moelai
Hafid en Abd el-Azis zal geen
enkele man Casablanca verlaten.
Den Franschman Pollet, die als
afgezant van M icdni Hafid tot mij
kwam, heb ik gezegd dat hij Moe
lai Hafid zou raden zich niet te
dicht bij Casablanca te wagen, want
dat ik hem geducht ouder handen
zou nemen, wanneer zijn tuehte-
looze troepen ons mochten aanval
len. Overigens zou ik eerst tot den
aanval overgaan, wanneer ik daar
toe last kreeg vau mijn regeering.
Ik houd mijn strijdmacht ulleou
bijeen, wegens hetgeen er zou kun
nen gebeuren als Moelai Hafid al
te dicht in de nabijheid mocht ko
menvau de stammen heb ik niets
meer te vreezen.
De berichtgever vroeg daarop
nog of in bet onwaarschijnlijk ge
val, dat Moelai Hafid de overwin
ning mocht behalen en zich dan
tegen de Franschen koeren, gene
raal Drude in staat zou zijn een
aanval te weerstaan eu deze ant
woordde daarop
„Met de stellingen, die ik op de
heuvelkammen thans inneem en de
versterkingen, ilie ik bezig ben aan
te leggen, kan ik, zoo lang ik wil
aan een legermacht an 25,009 man
bet hoofd bieden.
Bovendien is de gebeele streek
van Casablanca tot 8elta geheel en
al geruïneerd en een Maro tkaausch
leger vindt er geen voedsel Ik zie
dus ile toekomst, met groot gerust
heid tegemoet."
Dit alles is heel duidelijk.
Maar niet zoo duidelijk is, boe de
toestand met dit stilliggen van de
Fransehe troepen, ooit moet in orde
komen
Of zouden zij gelijk hebben, die
zeggen dat juist dit stilliggen, en
zoo een overwicht in de band hou
den, juist alles is wat Frankrijk op
den duur verlangt?...
De crisis in Amerika is nog
steeds acuut.
1 e regeering noemt allerlei maat
regelen o.m. de uitgifte van schat
kistbiljetten tot een bedrug van 800
millioen dollars, eu de uitgilde van
Panama-obligaties.
En president Roosevelt gelooft,
dat zoo de crisis bedwongen zal
worden, lu een brief aan den minister
van fiuauciën, Cortelyou, beeft
de president zich uitgelaten over de
crisis. Hij schrijft o a., dat or thans
ineer geld in omloop is, dan een
maand geleden. De regeering zal
toezien dat liet volk geen schade
zal lijden, als bet den rechten weg
bewandelt.
President Roosevelt constateert
verder, dat de oogst goed is en dat
de verhoudiugeu in de nijverheid
gezond zijn. l'e regeering zal bet
geld dat zij bezit in omloop brengen,
om in de tegen woordige behoefte to
voorzien.
Deze brief wordt beschouwd als
de voorlooper van de boodschap
die door den president aan het
Congres zal worden voorgelegd.
fntusscben is de fiuaucieele wereld
het er heelomaal niet ineo eens
En blijkens de jougste berichten
gaat men iu fiuaucieele kringen
meer en meer twijfelen aan de
juistheid van den door de regeering
ingeslagen weg, om aan de bestaande
geMschaarste tegemoet te komen.
Inzonderheid ondervindt de voor
genomen uitgifte van schatkist obli
gation krachtige bestrij ling, zoowel
vau de zijde der voorname finan
ciers als van ile ernstige dagblad
pers.
Het scherpst uit zich wel liet
„Journal of Commerce" dat niet
meer of minder vertelt, dan dat
zoowel Roosevelt als Cortelyou door
deze uitgifte opnieuw blijk hebben
gegeven vau volslagen onkunde op
financiëel gebied, door in deze He-
langrijke kwestie een besluit to
nemen, zonder eerst de b ukiers
van het New Vorkscbe Clearing
house te raadplegen.
Hier ziet men dus, zegt bet
„Journal of Commerce", welke de
gevaarlijke gevolgen zijn, wanneer
een niel-deskundige als minish r
Cortelou op financieel 'go Hed gaat
liefhebberen.
De br.e', die pre ident Roosevelt
t >t Cirtelyou gericht beeft, en die
we hierboven bespraken noemt bel
blad.. aartsvaderlijk ounoozej eu
er veeleer op berekend, bet einde
van de crisis te vertragen dan e
bevorderen
Naar het Duitsch van Kabt.. Ed. Kloppeb.
16.
O, ik keerde na de voltooiing mijner
.studiën slechts voor korten tijd naar Mi-
lau terug," zeide hij droogjes. „Mijn vader
stierf nog gedurende mijn taaiste studie
jaar." Toen hield hij op; hij wilde niet
dadelijk bekennen, dat hij voortdurend
in St. Petersburg gewoond bad. „Maar
u heeft nu toch zeker weder een andere
betrekking," zeide li ij daarop, om van
zijne eigene aangelegenheden niet te
spreken. „Eu zoo komt het zeker, dat gij
St. Petersburg verlaat, waar gij niet ge
lukkig geweest zijl, en dat gij van plan
zijt u ergens anders te vestigen?"
„Ja zeker! waarlijk," antwoordde Ku-
lofT haastig, terwijl er iets vreemds in
zijn oogen te zien was. Ware Olfers niet
zoozeer door de zorg over zijnen eigenen
noodlottige» toestand beheerseht, gewor
den, dan zou hem menige geheimzinnige
bijzonderheid in het gedrag van den ander
niet ontgaan zy n.
„Dan wenseh ik u van ganscher harte
geluk."
„O, dat kan Zeker. Het is mij tenmin
ste in den laatsten tijd weder gelukt een
nieuwen beschermer to vinden en met
diens hulp hoop ik mij ergens anders te
vestigen."
„Waarheen denkt ge te gaan?" vroeg
Olfers verstrooid, a 11 con om geen pijn
lijk zwijgen te doen plaats hebben.
Kolofl' maakte een onbepaald gebaar
naar eene of andere hemelstreek.
„Heel nauwkeurig weet ik het zelf nog
niet. Ik zal voorloopig wel dat wil
namelijk zeggen, totdat ik van mijn nieu
wen beschermer nadere aanwijzing be
kom, Hm, gij ziet, ik ben niet zoo
ouhathankelijk ais gij en kan mij hel
leven niet naar mijn genoegen inrich
ten."
„Wat zegt gij van dat merkwaardig
avontuur, dat ons beden moest overko
men? Daarover erger ik mij ten zeerste
en vooral, omdat men zich met zoo'n
ellendig nachtverblijf behelpen moet. Van
deze stoornis in hel verkeer, waarvan
men ons op 't station geene nadere in
lichting wilde geven, schijnt echter iets
heel bijzonders de oorzaak te zijn. Ik
kan mij ten minste die onrustbarende
geheim houding anders niet verklaren."
Koloff schudde bedenkelijk liet hoofd
en speelde lachend met zijn kn'.vel.
„Werkelijk Nu, ik kan dit geheim dan
wel oplossen."
„Hoe dan?"
„Wel, de aanvankelijke houding van
het stationspersoneel en daarna het be
lachelijk angstig streven om verder on
derzoek Ie verbergen totdat men van
hoogerhand eeri OtTieieele aanschrijving
verkregen bad dat laat nog cene ver
klaring over. Herinnert gij u dan niet
meer do houding van ons bestuur bij de
beide groote gebeurtenissen van dit jaar?
In Februari, toen vorst Krapotkin, de
gouverneur vau Charkow, vermoord werd
en op den 14 April toen Solowjew op
den keizer schoot?"
Olfers luisterde scherper, naarmate de
ander tegen het einde zijner mededee-
lingen de stem liet zakken.
„Men zegt, dat Solowjew volstrekt niet
krankzinnig is geweest," zeide Oscar, ook
op duisterenden toon, „en dat vorst Kra
potkin door tie zoogenaamde Nihilisten is
verm oord ge worde n.
Kolofl' knikte.
„En nil beweerdet gij, dat liet opont
houd. van dezen avond
Kofott' haalde de schouders op.
„Ik beweer niet, maar ik gis, Voor
eenige dagen kon men in de couranten
lezen, dat de Gzaar juist beden avond
Wilna pasiseeren zou op zijn reis van
Odessa naar St. Petersburg."
Dus een aanslag der Nihilisten? Een
aanslag op den Gzaar, meent gij?"
„Laten wij maar hoopen, dal deze mis
lukt is. Dit schijnt trouwens ook zoo,
want anders zou het niet mogelijk zijn
geweest i'e tijdingen over de ramp tegen
te houden. Bovendien is de omgeving
van den keizer slim genoeg om, dikwijls
eerst in de laatste oogen blik ken veran
dering in de oorspronkelijke reisplannen
te brengen, De berichten over het. aan
komen van den hoftrein te Wilna zijn
zoo uitvoerig geweest, dat ik alleen daar
om aan zulk eene verandering van tie
reisroute gelooven wil."
„Laten wij liet hopen! Morgen zullen
wij te Wilna wel iets naders vernemen,
dat wil zeggen, als de stationschef woord
houdt, on morgen het gewoon verkeer
weder plaats heeft."
Zij spraken nu met grooten ijver nog
veel over deze geheimvolle stoornis in
het verkeer en ontsloegen elkander zoo
doende wederkeerig van de noodzakelijk
heid, om over huil eigenlijk doel nadere
verklaringen te geveu. Toen de uitge
brande kaars hen vermaande, ,dat het
meer dan tijd was om te gaan liggen,
legden zij zich op het stroo neder en ga
ven zich spoedig den schijn, alsof zij in
een diepen slaap verzonken. Maar zy la
gen beiden met open oogen en elk nam
het vaste besluit met liet, aanbreken van
den dag zoo stil mogelijk heen te gaan
om den ander niet in diens rust te sto
ren.
Eindelijk kreeg by^Offers de vermoeid
heid de overhand en zijn diepe ademha
ling bewees, dat hij ingeslapen was. Ko
lofl' echter bleef nog lang wakker en
dacht over allerlei dingen na. Neen, hij
kon den slaap niet vatten. Het was, alsof
hij naai eene stem in zijn binnenste lui
sterde, zoodal hij zich bevrijden kon van
de droombeelden, die hem onophoudelijk
verschenen, zoodra zijn lichamelijk oog
tot werkeloosheid gedoemd was. Ware
het eindje kaars in den kandelaar op de
tafel niet geheel verteerd, hij zou het
nogmaals aangestoken hebben, )iu de
duisternis te verjagen. Van een nieuwen
beschermer had hij tot Oders gesproken
Helaas! die nieuwe beschermer had hem
tot een Hit-I' gemaakt. (Men zal zich
herinneren de geheimzinnige ontmoetin
gen, in het eerste hoofdstuk beschr»-
v n!) De vroegere schoolkameraad zou
meende Kolofl' sidderend ziel» afge
wend liebhe.n, als hij geweten had met,
wien luj zijn uaclnleger deelde.
Het was nauwelijks dag geworden, toen
Kolofl" opstond om stilletjes weg te gaan.
Oders sliep nog vastde uitputting van
den vorigt-n dag, de gemoedsaandoenin
gen in den voorafgaan den nacht, dat alles
had zijn lichamelijke kracht zoo volko
men uitgeput, dat een kanonschot hem
niet, zou gewekt hebben. Beneden iu de
gelagkamer vond Kolofl' eene menigte
mensehen, alsof men reeds midden op
den dag was.
Boeren waren al met den dageraad in
de s'ad gekomen en verbreidden liet be
langrijk nieuws, d;it gisteren avond
eenige wersten van Wilna verwijderd
de spoorwegbrug over de Wilna in de
lucht was gesprongen. Indien de keizer
lijke trein Tiet oorspronkelijk vastgestelde
reisplan gevolgd was, dan zou bij op het
oogenblik der catastrophe zich juist op
de brug hebben bevonden Maar de Czaar
had van af Wilna een omweg naar Sl.
Petersburg over Kowno en Riga lang
de Baltische spoorlijn gemaakt en In t
eenige gevolg der euveldaad was slechts
een storing in liet verkeer, waarvan de
reizigers van en naar Wilna dupe waren
geworden. Om'rent de daders van den
aanslag heersebte geen twijfelmen fltiis-
derde elkander van alle kanten toe, dat
het de „Nieuwe lieden" waren, zooals men
onder liet volk de Nihilisten noemde.
Spoedig nadat Koloff binnen getreden
was en door de levendige gesprekken der
gasten de bevestiging van zijn vermoe
den over de gebeurtenis van gisteren
bewaarheid vond, kwam een postbode,
die de voor Swensjanij bestemde zendin
gen van Wilna van'het station bracht.
De man werd stormachtig ontvangen, om
dat men van hem verdere berichten over
het spoorweg ongeluk hoopte te ontvan
gen. Terwijl hij vertellen moest, wat hij
wist bijzonderheden, die gebracht wa
ren door een renbode, die wegens het
afgebroken spoorverkeer de post van
Wilna bad moeten bezorgen kwamen
eenigen en daaronder Koloff naar hem
oe, om hem voor alles de couranten af
e nemen, ofschoon wel aan te nem n
was, dat de gerechtelijke censuur aan de
pers de grootste geheimhouding in zake
liet, springen der brug bevolen had.
Koloff ging met het gelukkig verover
de blad in een hoek zitten; het was een
exemplaar van de Wilnaer Wj'ostuik. dal
hij nu in bezit had. Met éénen blik 2ag
hij het belachelijke korte bericht over
een instorting van de spoorwegbrug iu
de nabijheid vau de stad. Van de ware
toed a ',ht der zaaV, van een aansl ig der
Nihilisten, geen enkel Woord. Hel was
daarom te begrijpen, dat Kolofl' op dit
beric it niet bijzonder veel acht gaf. De
verdere inhoud van het blad scheen hem
meer te iuteresseereu. Met ingehouden
adem las hij een lang telegram uit St. Pe
tersburg; liet blad beefde daarbij iu zijne
hand en toen hij het gelezen had, liet hij
zijne armen vallen en staarde eenigu
oogenblikkei: als verstomd voor zich uil.
Het moest iets buitengewoons zijn, wat
hij vernomen bad.
„Olfers, Olfers!" mompelde by, terwijl
alle bloed uit zijn magere wangen scheen
zeweken. „Is het mogelijk Wie had dat.
gedacht? Oilers, hij, die hedennacht met
mij in dezelfde kamer sliep.' O God, van
laar zijn ontsteld, gelaat. Hij is op do
vlucht. Maar ongelooflijk, ondenkbaar
En toch Olfers! GraafLudeakoy
neet de vermoorde."
Daarmede vouwde bij de courant wet k-
tuigehjk toe, stak ze by zich en verliet
de gelagkamer. Hut ontzettende bericht,
lat hij in hot Wiloaer blad gelezen had,
scheen hun vroaselijk getroffen te lu b-
bon, want niet. onzekere Stappen klom
i)ij du houten trap op naar T zoldei ka
mertje.
(\l'~r.lt uervulgd.)