DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Gelouterd Kinderihuisvesi 31-33, Haarlem Loterij en spel. BUITENLAND. BINNENLAND. VRIJDAG 29 NOVEMBER 1907. No. 6750, 328t6 Jaargai Bureaux van Redactie en Administratie: Inferc. Telefoonnummer 1426. Sedert een paar dagen ia wederom de eerste greep van velen in den lande naar de kolom, waarin 's avonds de uitslag van de trekking der Staatsloterij, wordt gemeld door de Courant. Wij, journalisten, weten ervan mee te praten hoe men prijs erop steit dat den eigen middag zoo mogelijk de geheele trekkingslijst der staatsloterij, en in ieder geval dé meer beduidende prijzen, in de krant worden opgenomen. Er zijn er, die daarom alleen haast de Cou rant willen hebben,.... en in zooverre heeft die loterij ook voor ons, koerantiers, haar waarde. Dit alles wijst er echter op, voor wie het nog niet weten zou, dat de Staatsloterij in ons land een in de kringen van arbeiders zoowel als van Middenstanders zéér ge wichtige factor is. in arbeiders kringen behoort het kwartje In de week voor de loterij niet zeiden tot de gewone onderdeden van het budget. Eu maatschappijen als „Lotisico" en „Union" en hoe ze nog meer heeten mogen, doen voor de Middenklasse en zelfs voor velen uit hooger stand hetzelfde wat de Staatsloterij vooral bij den kleineren man gaande houdtze ontwikkelen en voeden en houden in stand de zucht naar winst en de speelzucht, zij het dan ook met meer of minder risico van verlies voor de deel nemers. Men weet hetvoorheen woekerde de loterij- en spel-industrie, om het zoo eens te noemen, welig en on gestoord voort onder on8 volk. Wie maar goedgeloovigen kon vangen, die loten wilden nemen, kon z'n loterij inrichten en.... er zélf aardig geld bij winnen. De tijd ligt nog zoo ver niet achter ons, dat haast alle sigarenwinkel} voor do ruiten dozijnen verschillende loterijen, de een al mooier dau de andere, te zien gaven en daarmee 't publiek trachtten ie lokken, óók eens het geluk te beproeven. Prijzen in geld en in natura waren er uitgeloofd, en al hoorde men niet zooheel veel van gelukkigen die door Fortuna met een grooten prijs werden begunstigd, en al werd de kans op een prijs door yele van die particuliere loterijen al heel ge ring gesteld, dit was geen beletsei om geld te brengen in de zakken der ondernemers. We hebben er een gekend, die den gouden tijd heeft meegemaakt, die diie loterijen per jaar organi seerde, dat drie of vier jaar heeft volgehouden, en.... die nu van zijn renten leeft! Het wetsontwerp van minister Kuyper, dat al die particuliere lote rijen met een slag zoo goed als onmogelijk maakte, kwam op het rechte tijdstip! Want het werd werkelijk har! Eu hoe honen 1 die wet toen ook bespot werd door de mannen die vrijheid wenschen tot baudeloosheid toe, hoe fel ze werd bestreden, niet het minst door sarcasme en perso naliteiten, er is niemand die op dit oogenblik het ontkennen zal, dat er heel wat bedrog en dieverij mee opgeruimd en heel wat ont kiemende speelzucht door beteugeld is Maar de Staatsloterij bleef. En de menschen blijven haar trouw, begunstigen haar met een „loop" als1 een winkelier zich blij vend zou toewenschen. Vanzelf rijst de vraag: is dat re lelijk Eu meu stelt die kwestie wel eens aldus: mag de Staat, die ver biedt de aanwakkering van speel zucht door particulieren, zélf daar toe gelegenheid geven W.j gelooven evenwel, dat die vraag verkeerd is gesteld. Op zichzelf, geheel abstract be schouwd, is er dunkt ons tegen het spel, zooals dat met alle waarbor gen van eerlijkheid, goede trouw en zekerheid geschiedt in de Staats loterij, niet veel te zeggen. Men kan niet zeggen, dat 't ongeoor loofd of zondig is, te hopen op een winstje of op „geluk",door het bloote toeval eener loterij mogelijk te ver- verkrijgen. Eu als men caag meenen, dat het niet de taak is van den Staat, een geldloterij te organiseeren, dan kunnen wij dat begrijpen, doch niet kunnen we instemmen met hen, die zeggen dat het den Staat o n- geoorloofd zou wezen. Noch op zedelijk, noch op staats rechtelijk gebied is ons totnogtoe de geheele ongeoorloofdheid van do Staatsloterij aangetoondIs dit zoo, dan valt de zaak verder nog slechts uit één enkel oogpunt te bekijken, dunkt ons: uit een practise li oogpunt. En practisch gesproken men kan in gemoede toch de man, die zelfs in elke staatsloterij een twintigje neemt, (de gewone taxe voor de „spelers" van den burgerstand) moeielijk beschuldigen van „speel zucht". Dat men hoop heeft op een prijsje, ja, er zelfs luchtkasteelen misschien van bouwt, dat men na elk verlies toch weer van nieuws afaan begint te hopen dat liet nü eindelijk eens gebeuren zal, dat alles ontaardt o.i. nog niet in speel zucht, waar de Staatsloterij toch slechts hoogstens driemaal per jaar de gelegenheid geeft, de kans te wagen Goed, absoluut goed, is het spelen in de staatsloterij natuurlijk niet te noemen. Maar kwaad evenmin. En zeker is het, dat door het monopolie, aan de Staatsloterij zoo goed als verkend, veel zwendel wordt verhinderd en de speelzucht die vroeger door tallooze gelegenhe den tot spelen werd aangekweekt, nu is beperkt! Daarom, al kuunen we theoretisch wel iets voelen voor de argumenten van hen, die elke loterij, en bovenal een van staatswege, uit den booze achten, practisch gesproken, en om erger te voorkomen, om tevens een waarborg te hebben voor eer lijkheid, goede trouw en nauwlet tend toezicht, dunkt ons de tegen woordige toestand niet zóó dat er bepaald verandering noodig is. Wil men de speelzucht tegengaan, dau moeten eerst en vooral de beurzen, de speculaties, de termijn koopen, de effecten-en geldhandel gereglementeerd wordenDe om vang van het kwaad door deze veroorzaakt, is ontzaglijk het be wijs behoeft in deze jammerlijke tijden niet geleverd! terwijl het ons aliijd nog twijfelachtig voor komt of de bestaande Staatsloterij wel veel kwaad, zoo moreel als ffnanciëel, brouwen kan, Met alle bescheidenheid en ons van mogelijke betere inlichting gaarne bereid verklarend, meenen wij derhalve: laat do Staatsloterij maar blijven! Blij re daarnaast evenwel bij ons, Katholieken, de strenge naleving van het Tiende Gebod onderhou den Met inachtneming daarvan zal naar onze meening dc Staatsloterij in deu tegenwoordigen vorm geen kwaad doen aan ons volk, volks karakter en volkswelvaart, zooals wel eens wordt beweerd! Algemeen Overzicht. De lieer Nathan.... men weet toch wieu we bedoelen?.... de heer Nathan heeft niet, wat men noemt, een „goede pers!" Zelfs de liberalen en anticlericalen nemen, naar het lijkt, een loopje met den nieuwen burgemeester van de hoofdstad der Christenheid! 't Blijkt, dat de „anti-paus," zoo als hij al gedoopt is, niet eens een Italiaan is! De man is Engelschman van geboorte, en als uitgever van Mazziui's werken wat bekend ge worden. Voorts heeft hij zich in het anticlericalisme „onderscheiden", onder meer heeft hij eens, als groot meester der vrijmetselarij, verklaard dat in de Eeuwige Stad de laatste sporen van het Christelijk verleden moesten worden uitgewisclit!.., Men ziet het: dat is nu nèt de ware man om burgemeester van Rome te worden De anticlericalen, blijkt nu, zitten met de ebnoeming van den burge meester in hun maag. Want geen enkel van de voorname Romeinen, dte aan liberale kant staan, wilde als auticlericaal burgemeester op treden, en niemand nam het aan. Toen heeft men bij gebrek aan beter, den heer Nathan, Eugelsch man en Israëliet, maar genomen!... Waarschijnlijk heeft men daarbij gedacht, dat, de heer Nathan, als Israëliet, ook tevens cosmopoliet tnag heeten, dat wil zeggen dat hij naar het woord van den bekenden Jood Max Nordau,tot allevolkeren behoort, zonder tot één enkel volk gerekend te mogen worden! Hij spreekt, lezen we verder, 't ftaliaansch met een Eugelsch ac cent Enfin, we willen er maar niet verder over spreken: 't is te bar. Zeggen we alleen, dat de Vati- caansche „üsservatore Romano" volkomen terecht die benoeming van meneer Nathan een klap in het gezicht van het Vaticaan vindt zooals wc gisteren ook al zeiden. Het blad noemt de benoeming een onuitwischbare schande voor bet huidig© Rome, maar spreekt zijn voldoening erover uit,dat toch geen enkel Italiaan den Raus die beleediging heeft willen aandoeu men heeft er den vreemdeling noor moeten zoeken Hoelaug zal de heer Nathan het uithouden 't Is toch werkelijk een bedroevend zoudje, daa in Italië 1 In F r an k r ij k is het al eveneens. We spraken gisteren in onze drie- regelbericbten erover, dat Briand's roofwet-ontwerp weer een stap nader tot de uivoering is gekomen door aanneming van een belangrijk ar tikel. Wil men nu eens weten hoe dit artikel is aangenomen? Met wel eon kleine honderd stem men meerderheid, seint Reuter ons. Jawel! Ziehier ait een Franschen brief een stukje geknipt om te kenschet sen hoe deze stemming in de Fran sche Kamer plaats von d. „Men weet, zoo schrijft deze Fransche berichtgever dat in de Fransche Kamer iemand dio niet aanwezig is toch mee kan stemmen. Een politiek vriend heeft maar uit zijn lessenaar een stembriefje te nemen (het stemmen gaat door ge drukte naamkaartjeswit is voor, blauw is tegen) een wit of een blauw al naar gelang de groep of de partij voor of tegen is. „Zoo kan men by elke stemming die plaats heeft, ook Kamerleden op hun lessenaar heele stapels van doozen met kaartjes zien verzame len en een man twintig of dertig briefjes in de stembus zien gooien. Er zijn zelfs enkele obscure leden in Kamer en Senaat, die nooit op de tribune komen, maar die door ministers gevreesd zijn en aan welke nooit een gunst geweigerd wordt, omdat men weet dat ze bij alle stemmingen een twintig dertig naamkaartendoosjes onder hun hoe de hebben. „Welnu dau. Hedenmorgen (dat is bij de aanneming van het bedoel de artikel!) waren er maar weinig leden der meerderheid opgekomen, enkel zooveel als noodig waren om alle 8temkaartjes te verzamelen voor de verwerping der amendementen en voor de aanneming van de re- geeringsvoorstellen." Commentaar overbodig, dunkt ons De Polen in Duitsch 1 and heb ben besloten, met kt acht op te treden tegen de voorstellen der Duitsche regeering, welke wij giste ren hier ter plaatste uitvoerig be spraken. Ze hebben zich voorgenomen als antwoord op deze regeerings-voor- stellen een groote boycot van alle Duitsche grondbezitters in het ge bied ten Gotten der Elbe te orga niseeren. De Oost-E)bisolie jonkers hebben reeds jaren geklaagd over gebrek aan werkkrachtenbij duizenden nemen zij in den oogsttijd en in den zaaitijd Poolsche, Russische en Galicische arbeiders in dienst. Zoo deze arbeiders er toe ge bracht kunnen worden hun dien sten niet meer aan de Oost-Elbische grondbezitters te verhuren, staan deze heeren voor een niet te be schrijven moeilijkheid. De bedoeling van de Poolsche agitators schyut nu te zijn, hun invloed aan te wenden, om die ar beiders elders van te voorzien, en zoodoende den jaarlijkschen trek naar het Oost-Elbische gebied af te leiden. D« arbeiders zullen naar Thuriu- gen, Mecklenburg, Hannover, Beie ren, of Denemarken worden ge zonden, of in hun eigen woonplaatsen van werk worden voorzien. En de bedoeling is niet alleen de Poolsche, Russische en Galicische werklieden, maar ook de Roethenen en Roemeniërs in de beweging te betrekken. Daardoor moet, naar de Poolsche leiders meenen, den ondergang van den Oost-Eibischemlandbouw wor- d»n veroorzaakt. En het „Berl. Tageblatt" erkent dan ook nu al dat zoo de Poolsche leiders in staat blijken hun plan uit te voeren, dit zeker van ontzag lijke beteekenis zal blyken te zijn^en uldi onderzoek ten dt We willen afwachten wat de re- mo„ w geering tegen deze nieuwe obstructie nu weer doeu zal 1 In Marokko biykt het ernstig* r te zijn, dan men oppervlakkig heeft gemeend De Franschen hebben klap gehad: aan de Oostelijke grens by Alge- rië is een troep Marokkanen op de Fransche troepen gevallen en hebben zij dezen een nederlaag toe gebracht,waarbij een twintigtal man schappen en een paar officieren zijn gesneuveld. Dadelijk zijn per spoor verster kingen gezonden, en gisteren heeft men er in de Fransche Kamei over geïnterpelleerd. De regeering stelde echter interpellanten gerustnu aan ge raai Lyautey, die in Algerië bevel voert, carte blanche is gevon om op te treden (men t digt in Frankrijk zoo wat al met datgeene waarmede Kien 1 moeten beginnen!) nu zal de zs wel in orde komen, zoo heet officieel. Intusschen blijkt uit eeu en am wel, dat 't wespennest in Marol steeds gevaarlijker wordt 1 Het Zniderzee vraagstuk. Wij ontvingen van den heer A. Sanders, ingenieur te Arasterde een brochure over het Zuiderz vraagstuk, waarin hij de regeerin plannen inzake die kwestie t critiek onderwerpt. Schr. vindt het al direet verke< om, zooals de regeering doet, beginnen met het droogleggen i polders. Eerst de bepoldering maken is verkeerd: het mak van eeu afsluitdijk over Wiering naar Praam moet voorgaan. Wat nu de regeering doet, ko volgens den heer Sanders, al dir 6 millioen te veel, en druischt tegen de voorstellen der Zuiderz vereeniging en der staatecommisi een p.an „door de pers van de j heele wereld" geroemd. De reg riDg gaat nu 18 millioen uitgcr voor een polder, die voor IS K lioen kan worden gemaakt. De schrijver heeft een ontw gemaakt van een afsluitdijk de Zuiderzee, waarvan de koelt alles inbegrepen, 28 millioen zuil bedragen, wat een besparing z zijn van i/8 van het geheel: besparing van 15 millioen guld* Dit maakt met de te veel uit; geven 5 millioen voor de inpob ring een besparing van 20 millioe De heer Sanders zet uitvoei zijn plan uiteen, en komt zelfs t de conclu8sie, dat het uaaken v: den afsluitdijk in zijn plan et winstgevende onderneming wort De ontwerper zegt er zich in zullen verheugen, wanneer zyn ph mag vallen, zoo van Hollandse: als van buiteulaudsche specia teiten. Schr. wekt tan slotte da State. Generaal op het 20 millioen te du regeeringe-voorstel te verwerpen. Gemengde Berichtea. Een v ij and van don oj z e 11 e u g e 1. Een eigenaardig voo. vul deed zich gistermorgen te Ro i terdam voor. Een O.-I. officier zo I in het huwelyk treden. De rijtuige kwamen voor, het bruidspaar tra naar buiten, met een oogopslaj inspecteerde de bruidegom even h« I Ffc.UILL.ETON, Wordt vervolgd J mm HMRUEMSCHE COfflMUfl A B O N N M E N T S P R IJ S: Per 3 maanden voor Haarlem f 1.35 Voor de plaatsen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Vorr de overige plaatseu in Nederland franco per post Afzonderly ke nummers 1.84 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fO.ót Elke regel meero.l( Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Na-ar het Duitsch van Kart. En Ki opker. 24. Het vreeselijk woord, dat hij daarboven gehoord had, klonk hem onophoudelijk in de ooreu; Siberië. Doch hoe meer hij ver de woorden van den man ducht - klaarblijkelijk een lid dier schrikwek kende party der Nihilistendes te meer vond hjj reden, hem er voor te dunken. Ja, zwijgen, dat was het beste wat liij deen kon. Hoe wreed hy het ook von 1, dat aieii hem slechts op een vermoeden, met de Nihilisten in verstandhouding te staan, zou deporteeren, zonder proces, zonder een vonnis uil kracht der wel, zooals hij menigmaal gehoord had, hoe wel hij het noMt voor mogelijk had ge houden, zoo welkom was hem na dit vooruitzicht, want nu kon hy als Offer* verdwijnen en „die in St. Petersburg zyn veilig" had de waarschuwer hem toege voegd. Ju, Kili was veilig voor den arnaad, dat zij met den remordbelde bekend was. De geheele week door werd hij dage lijks tweemaal in verhoor genomen bij den Ispravnik, doch hy antwoordde op al diens vragen met «en verstokt: „Ik weet niets ik kan niets zeggen!" met eene stijfkoppigheid, die den politiebeambte menigmaal tot razernij bracht Men liet hem om den anderen dag vasten; men loeg hem met de knoet en sloot hem den gansehen nacht in de boeien, maar hij bleef vast in zijn voornemen. Nu droeg hij zijn lijden met het fana tisme, dat zich op den dood verheugt. Hij bracht zijn liefde-offer aan Elli, die hij in zijne gedachten als een engel ver eerde. Zij beminde hemdat had zij be wezen in een oogenblik,dat hy deze liefde volstrekt onwaardig was; nu wilde hy die liefde verdienen. Wat hem alleen nog met pijnigende angst vervulde, dat was het vermoeden, dut men hem toch naar 8t. Petersburg zoude zenden. Wanneer men bijv. de sieraden die men in zijn bezit gevonden had, aan de zuster van Vorst Muravvin zou vertoonen, dan moest door de gevolgen van dien stap eene aan leiding tot onderzoek gegeven worden, dat alleen in St. Petersburg zelf kon be werkstelligd worden. Daarmede stond alles op het spel en de uitslag kon slechts die zijn, welken Olfers juist vermijden wilde. Hij vergiste zich echter in dit ver moeden. Het was den Ispravnik er slechts, om te doen, nu hij geen der arrestanten diens schuld bewijzen kon, het groote aantal dergenen, die als gevaarlijk naar Siberië gezonden zouden worden, met een zoo groot mogelijk contingent te vermeer- deien. Bovendien wist hij, dat hij met de verbanning van den ptoogenaamden Koloff' den machtigen Staatsraad Murawin een persoonlijken dienst zou bewijzen. Zoo berichtte hy dus officieel naar St. Pe tersburg, dat deze Koloff' wel is waar ver stokt was, maar dat mon ongetwijfeld in hem met een man van hoogst gevaarlijke gezindheid te doen had en Vorst Mura win ontving de tijding, dat liet volgens de gehouden verhooren in zyne macht itond Koloff' óf naar St. Petersburg tot verder onderzoek te laten komen of, een dadeljjken invloed op de beslissing der overheid uit te oefenen, wat hem in zijne betrekking immers gemakkelijk zou zijn. Vorst Murawin scheen dezen invloed ook gebruikt te hebben, want met buitenge wone vlugheid kwam van de beroemde afdeeling der St. Peteishurger kanselarij, die de geheime politie van het geheele ï'ijk ondersteunt, een bevel naar Wilna, waarbij deze hoogst gevaarlijke Koloff' onder de naar Siberië verbannenen ge plaatst werd. Het bleef Olfers voortdurend een raad sel, hoe de sieraden van zijn geliefde Elli door de teruggave aan prinses Murawin ham tot verraad konden aangerekend worden. Doch van die sieraden kreeg prinses Olga Petrovvna nooit iets te hooren ot te zien. Misschien droeg daartoe de.... vergeetachtigheid van den Ispravnik de schuld, die nagelaten had, de verbeurd verklaring der juweeien aan te teekenen! Nadat verder verhoor als nutteloos be schouwd werd, zweefde Olfers nog twee weken in onzekerheid over zijn verder lot. Zoo dikwijl* de cipier hem liet karige voedsel bracht, hoopte hij eene beslis sing te vernemen, maar hy kreeg geen antwoord op zyne vragen en bleef weder in eenzaamheid aan zijne knagende zorg overgelaten. Op zekeren dag bracht de cipier hem andere kleederen in zijne cel: hemd en broek van grijs linnen korte kousen van grove, grijze wol met vierkante zolen en lage schoenen van bijzonder dik leder aan de enkels. Hy zou spoedig gewaar worden, waartoe deze moesten dienen. Bovendien ontving hij nog een lange, groene overjas en een lakensehe muts zonder klep. Dat was het zomercostuum der ongelukkige», die als dwangarbeiders naar Siberië gezonden werden. Daarmede was echter het toilet van den nieuwen boeteling nog niet voltooid. Men bracht hem op de plaats der gevangenis voor de eerste maal sedert zyne gevangenne ming. De lang ontbeerde, frissche lucht beroofde hem bijua van zyne zinnen. Hij zag zich door meer dan een dozijn lieden in dezelfde kleeding omringd. Eenigen zaten op steenen of lage voetbankjes en bukten het hoofd, tot een werk, waarvan Olfers niet dadelijk de strekking begreep. Doch weldrazou hem die duidelijk worden. - Ook aan hem kwam de beurt; men duwde hem ook op zulk een voetbankje neder en drukte hem het hoofd op de borat terwijl men hem het dichte haar begon af te knippen. l)en gedeporteerde werd de helft van den schedel kaal geschoren, zooals het reglement het voorschreef. Toen kwam een smidsknecht, die hem dé handboeien afnam, maar slechts om ze door een vyf pond zware voetketting te vervangen. De Iedere lappen aan de op pantoffels gelij kende schoenen hadden daarbij het doel, een wonde aan den enkel te voorkomen. Een grijze linnen zak, dien men hem over <le schouders wierp en die dienen moest om brood of andere eetwaren te bewa ren, voltooide uitrusting. Toen alle gevangenen zoo uitgerust wa ren naar de gezichten te oordeelen schenen de moesten tot het misdadigers- gild te behooren, trad een wachtmee ster als een Hercules uit een afdeeling goed gewapende gendarmen naar voren, hief de knoet omhoog, die in zyne hand g en ydel symbool van zijne macht scheen te zyn en regelde de veroordeelden met een gebiedend commando in ryen van vier en vijf man, wier ketenen ten over vloede nog aan elkaar verbonden werden, om elke poging tot ontvluchting onmo gelijk te maken. Toen heette het: „Gatova?" (In orde?) en de troep zette zich voor de gevange nispoort in bewegiug. Slechts eenmaal nog, aan het station, toen de escorte-commandant uit zyne akten de veroordeelden een voor een af riep, vernam Olfers voor het laatst den naam Gregor Koloff, die hem op zoo on gedachte wijze noodlottig was geworden. Van toen af werd hij slechts met zyn nummer afgeroepen. De naam Koloff' bleef begraven in de lijst dor veroordeel den. De reis van Nuehui-Novogorod tot aan de mijnwerken van Krasnojarsk in Oost-Siberië had een aanvang genomen. De van station tot station afwisselende onderbeambten kenden de namen der po litieke misdadigers niet het resultaat van eene voorzichtigheidsmaatregel om dezen menschen elke verbintenis met de beschaafde wereld af te snyden. Olfers was dientengevolge eenvoudig uitgestre ken, ondergegaan, verdwenen. Geeu cou rant wist van hem en zijne deportatie iet» meer te melden; hij was slechts een nummer geworden.... ZEVENDE HOOFDSTUK. De macht der liefde. Elli zat inden Amerikaanschenschom melstoel aan den vlammenden haard, in eengekrompen, alsof zij koud was, in weerwil van het flikkerend vuur naast haar. Tegenover haar, twee schreden van haar verwijderd, zat de heer Opinsky, nu eens kysend naar zyne zwavelgele ham I schoenen, dan weder naar het in'tzwail g -kleed meisje, dat voor hem zat ek voel niets oplettendheid scheen te hebben, da.] voor de knetterende vonken, dio nu dan uit de gloeiende stukken hout i den haard opsprongen. Wie Elli seder den laatsfcen zomer niet gezien had, di zou haar niet licht berkend hebben. Har jeugd verried zich nog in de om trek kei van hare teedere gestalte, maar hare hou ding was vermoeid, byna ziekelyk an he eertijds zoo vroolijke gelaat, was nudoo voortdurende zwaarmoedigheid verdon kerd. Het was, alsof het grootste deel vai haar leven reeds achter haar lag, Zij w»; levensmoede; zy had voor alles, wat haa. nu overkwam, slechts eene koele onver Bchilligheid. Had haar vader haar vroege dikwijls op onverantwoordelijke wjjze ui\ laffe toegeeflijkheid deu vrijen wil gel* ten, hoeveel te meer nu, nu zij meer zelf staadig was geworden. Niemand kon er zich dan ook op beroemen, invloed op haar uit te oefenen; zy ging steeds haar eigen weg, en verachtte de gezellige krin gen, waarin zy zich vroeger- zoo vroolyk betoond had. Zy ontving hare gewon» bezoeken, omdat de beleefdheid dit eisch- te, doch bekommerde zich vorder niet in 't minst om de buitenwereld, waarover zij zich overigens zelden had bekommerd. Van de vrosgere bekenden was alleen di» mynheer Opinsky nog een tamelyk ge regelde gast in het huis van StrÓmholt. Deze kwam echter eerst sedert deu vori- gon herfst meer dan vroeger. Toen be hoorde hij slechts tot de vluchtige bezoe kers van Strfimiiolt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1