DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Gelouterd
Kinderihuisvesi 31-33, Haarlem
Loterij en spel.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1907.
No. 6750, 328t6 Jaargai
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inferc. Telefoonnummer 1426.
Sedert een paar dagen ia wederom
de eerste greep van velen in den
lande naar de kolom, waarin 's
avonds de uitslag van de trekking
der Staatsloterij, wordt gemeld door
de Courant.
Wij, journalisten, weten ervan
mee te praten hoe men prijs erop
steit dat den eigen middag zoo
mogelijk de geheele trekkingslijst
der staatsloterij, en in ieder geval
dé meer beduidende prijzen, in de
krant worden opgenomen. Er zijn
er, die daarom alleen haast de Cou
rant willen hebben,.... en in zooverre
heeft die loterij ook voor ons,
koerantiers, haar waarde.
Dit alles wijst er echter op, voor
wie het nog niet weten zou, dat
de Staatsloterij in ons land een in
de kringen van arbeiders zoowel
als van Middenstanders zéér ge
wichtige factor is. in arbeiders
kringen behoort het kwartje In de
week voor de loterij niet zeiden tot
de gewone onderdeden van het
budget. Eu maatschappijen als
„Lotisico" en „Union" en hoe ze
nog meer heeten mogen, doen voor
de Middenklasse en zelfs voor velen
uit hooger stand hetzelfde wat de
Staatsloterij vooral bij den kleineren
man gaande houdtze ontwikkelen
en voeden en houden in stand de
zucht naar winst en de speelzucht,
zij het dan ook met meer of minder
risico van verlies voor de deel
nemers.
Men weet hetvoorheen woekerde
de loterij- en spel-industrie, om het
zoo eens te noemen, welig en on
gestoord voort onder on8 volk. Wie
maar goedgeloovigen kon vangen,
die loten wilden nemen, kon z'n
loterij inrichten en.... er zélf aardig
geld bij winnen. De tijd ligt nog
zoo ver niet achter ons, dat haast
alle sigarenwinkel} voor do ruiten
dozijnen verschillende loterijen, de
een al mooier dau de andere, te
zien gaven en daarmee 't publiek
trachtten ie lokken, óók eens het
geluk te beproeven.
Prijzen in geld en in natura
waren er uitgeloofd, en al hoorde
men niet zooheel veel van gelukkigen
die door Fortuna met een grooten
prijs werden begunstigd, en al werd
de kans op een prijs door yele van
die particuliere loterijen al heel ge
ring gesteld, dit was geen beletsei
om geld te brengen in de zakken
der ondernemers.
We hebben er een gekend, die
den gouden tijd heeft meegemaakt,
die diie loterijen per jaar organi
seerde, dat drie of vier jaar heeft
volgehouden, en.... die nu van zijn
renten leeft!
Het wetsontwerp van minister
Kuyper, dat al die particuliere lote
rijen met een slag zoo goed als
onmogelijk maakte, kwam op het
rechte tijdstip! Want het werd
werkelijk har!
Eu hoe honen 1 die wet toen ook
bespot werd door de mannen die
vrijheid wenschen tot baudeloosheid
toe, hoe fel ze werd bestreden, niet
het minst door sarcasme en perso
naliteiten, er is niemand die op
dit oogenblik het ontkennen zal,
dat er heel wat bedrog en dieverij
mee opgeruimd en heel wat ont
kiemende speelzucht door beteugeld
is
Maar de Staatsloterij bleef.
En de menschen blijven haar
trouw, begunstigen haar met een
„loop" als1 een winkelier zich blij
vend zou toewenschen.
Vanzelf rijst de vraag: is dat
re lelijk
Eu meu stelt die kwestie wel
eens aldus: mag de Staat, die ver
biedt de aanwakkering van speel
zucht door particulieren, zélf daar
toe gelegenheid geven
W.j gelooven evenwel, dat die
vraag verkeerd is gesteld.
Op zichzelf, geheel abstract be
schouwd, is er dunkt ons tegen het
spel, zooals dat met alle waarbor
gen van eerlijkheid, goede trouw
en zekerheid geschiedt in de Staats
loterij, niet veel te zeggen. Men
kan niet zeggen, dat 't ongeoor
loofd of zondig is, te hopen op een
winstje of op „geluk",door het bloote
toeval eener loterij mogelijk te ver-
verkrijgen.
Eu als men caag meenen, dat
het niet de taak is van den Staat,
een geldloterij te organiseeren, dan
kunnen wij dat begrijpen, doch
niet kunnen we instemmen met hen,
die zeggen dat het den Staat o n-
geoorloofd zou wezen.
Noch op zedelijk, noch op staats
rechtelijk gebied is ons totnogtoe
de geheele ongeoorloofdheid van do
Staatsloterij aangetoondIs dit zoo,
dan valt de zaak verder nog slechts
uit één enkel oogpunt te bekijken,
dunkt ons: uit een practise li
oogpunt.
En practisch gesproken men kan
in gemoede toch de man, die zelfs
in elke staatsloterij een twintigje
neemt, (de gewone taxe voor de
„spelers" van den burgerstand)
moeielijk beschuldigen van „speel
zucht". Dat men hoop heeft op een
prijsje, ja, er zelfs luchtkasteelen
misschien van bouwt, dat men na
elk verlies toch weer van nieuws
afaan begint te hopen dat liet nü
eindelijk eens gebeuren zal, dat
alles ontaardt o.i. nog niet in speel
zucht, waar de Staatsloterij toch
slechts hoogstens driemaal per jaar
de gelegenheid geeft, de kans te
wagen
Goed, absoluut goed, is het spelen
in de staatsloterij natuurlijk niet
te noemen.
Maar kwaad evenmin.
En zeker is het, dat door het
monopolie, aan de Staatsloterij zoo
goed als verkend, veel zwendel
wordt verhinderd en de speelzucht
die vroeger door tallooze gelegenhe
den tot spelen werd aangekweekt, nu
is beperkt!
Daarom, al kuunen we theoretisch
wel iets voelen voor de argumenten
van hen, die elke loterij, en bovenal
een van staatswege, uit den booze
achten, practisch gesproken, en
om erger te voorkomen, om tevens
een waarborg te hebben voor eer
lijkheid, goede trouw en nauwlet
tend toezicht, dunkt ons de tegen
woordige toestand niet zóó dat er
bepaald verandering noodig is.
Wil men de speelzucht tegengaan,
dau moeten eerst en vooral de
beurzen, de speculaties, de termijn
koopen, de effecten-en geldhandel
gereglementeerd wordenDe om
vang van het kwaad door deze
veroorzaakt, is ontzaglijk het be
wijs behoeft in deze jammerlijke
tijden niet geleverd! terwijl het
ons aliijd nog twijfelachtig voor
komt of de bestaande Staatsloterij
wel veel kwaad, zoo moreel als
ffnanciëel, brouwen kan,
Met alle bescheidenheid en ons
van mogelijke betere inlichting
gaarne bereid verklarend, meenen
wij derhalve: laat do Staatsloterij
maar blijven!
Blij re daarnaast evenwel bij ons,
Katholieken, de strenge naleving
van het Tiende Gebod onderhou
den Met inachtneming daarvan
zal naar onze meening dc Staatsloterij
in deu tegenwoordigen vorm geen
kwaad doen aan ons volk, volks
karakter en volkswelvaart, zooals
wel eens wordt beweerd!
Algemeen Overzicht.
De lieer Nathan.... men weet
toch wieu we bedoelen?.... de heer
Nathan heeft niet, wat men noemt,
een „goede pers!"
Zelfs de liberalen en anticlericalen
nemen, naar het lijkt, een loopje
met den nieuwen burgemeester van
de hoofdstad der Christenheid!
't Blijkt, dat de „anti-paus," zoo
als hij al gedoopt is, niet eens een
Italiaan is! De man is Engelschman
van geboorte, en als uitgever van
Mazziui's werken wat bekend ge
worden. Voorts heeft hij zich in het
anticlericalisme „onderscheiden",
onder meer heeft hij eens, als groot
meester der vrijmetselarij, verklaard
dat in de Eeuwige Stad de laatste
sporen van het Christelijk verleden
moesten worden uitgewisclit!..,
Men ziet het: dat is nu nèt de
ware man om burgemeester van
Rome te worden
De anticlericalen, blijkt nu, zitten
met de ebnoeming van den burge
meester in hun maag. Want geen
enkel van de voorname Romeinen,
dte aan liberale kant staan, wilde
als auticlericaal burgemeester op
treden, en niemand nam het aan.
Toen heeft men bij gebrek aan
beter, den heer Nathan, Eugelsch
man en Israëliet, maar genomen!...
Waarschijnlijk heeft men daarbij
gedacht, dat, de heer Nathan, als
Israëliet, ook tevens cosmopoliet
tnag heeten, dat wil zeggen dat hij
naar het woord van den bekenden
Jood Max Nordau,tot allevolkeren
behoort, zonder tot één enkel volk
gerekend te mogen worden!
Hij spreekt, lezen we verder, 't
ftaliaansch met een Eugelsch ac
cent
Enfin, we willen er maar niet
verder over spreken: 't is te bar.
Zeggen we alleen, dat de Vati-
caansche „üsservatore Romano"
volkomen terecht die benoeming
van meneer Nathan een klap in
het gezicht van het Vaticaan vindt
zooals wc gisteren ook al zeiden.
Het blad noemt de benoeming
een onuitwischbare schande voor
bet huidig© Rome, maar spreekt
zijn voldoening erover uit,dat toch
geen enkel Italiaan den Raus die
beleediging heeft willen aandoeu
men heeft er den vreemdeling noor
moeten zoeken
Hoelaug zal de heer Nathan het
uithouden
't Is toch werkelijk een bedroevend
zoudje, daa in Italië 1
In F r an k r ij k is het al eveneens.
We spraken gisteren in onze drie-
regelbericbten erover, dat Briand's
roofwet-ontwerp weer een stap nader
tot de uivoering is gekomen door
aanneming van een belangrijk ar
tikel.
Wil men nu eens weten hoe dit
artikel is aangenomen?
Met wel eon kleine honderd stem
men meerderheid, seint Reuter ons.
Jawel!
Ziehier ait een Franschen brief
een stukje geknipt om te kenschet
sen hoe deze stemming in de Fran
sche Kamer plaats von d.
„Men weet, zoo schrijft deze
Fransche berichtgever dat in de
Fransche Kamer iemand dio niet
aanwezig is toch mee kan stemmen.
Een politiek vriend heeft maar uit
zijn lessenaar een stembriefje te
nemen (het stemmen gaat door ge
drukte naamkaartjeswit is voor,
blauw is tegen) een wit of een blauw
al naar gelang de groep of de partij
voor of tegen is.
„Zoo kan men by elke stemming
die plaats heeft, ook Kamerleden
op hun lessenaar heele stapels van
doozen met kaartjes zien verzame
len en een man twintig of dertig
briefjes in de stembus zien gooien.
Er zijn zelfs enkele obscure leden
in Kamer en Senaat, die nooit op
de tribune komen, maar die door
ministers gevreesd zijn en aan welke
nooit een gunst geweigerd wordt,
omdat men weet dat ze bij alle
stemmingen een twintig dertig
naamkaartendoosjes onder hun hoe
de hebben.
„Welnu dau. Hedenmorgen (dat
is bij de aanneming van het bedoel
de artikel!) waren er maar weinig
leden der meerderheid opgekomen,
enkel zooveel als noodig waren om
alle 8temkaartjes te verzamelen voor
de verwerping der amendementen
en voor de aanneming van de re-
geeringsvoorstellen."
Commentaar overbodig, dunkt
ons
De Polen in Duitsch 1 and heb
ben besloten, met kt acht op te
treden tegen de voorstellen der
Duitsche regeering, welke wij giste
ren hier ter plaatste uitvoerig be
spraken.
Ze hebben zich voorgenomen als
antwoord op deze regeerings-voor-
stellen een groote boycot van alle
Duitsche grondbezitters in het ge
bied ten Gotten der Elbe te orga
niseeren.
De Oost-E)bisolie jonkers hebben
reeds jaren geklaagd over gebrek
aan werkkrachtenbij duizenden
nemen zij in den oogsttijd en in
den zaaitijd Poolsche, Russische en
Galicische arbeiders in dienst.
Zoo deze arbeiders er toe ge
bracht kunnen worden hun dien
sten niet meer aan de Oost-Elbische
grondbezitters te verhuren, staan
deze heeren voor een niet te be
schrijven moeilijkheid.
De bedoeling van de Poolsche
agitators schyut nu te zijn, hun
invloed aan te wenden, om die ar
beiders elders van te voorzien, en
zoodoende den jaarlijkschen trek
naar het Oost-Elbische gebied af
te leiden.
D« arbeiders zullen naar Thuriu-
gen, Mecklenburg, Hannover, Beie
ren, of Denemarken worden ge
zonden, of in hun eigen woonplaatsen
van werk worden voorzien.
En de bedoeling is niet alleen
de Poolsche, Russische en Galicische
werklieden, maar ook de Roethenen
en Roemeniërs in de beweging te
betrekken.
Daardoor moet, naar de Poolsche
leiders meenen, den ondergang van
den Oost-Eibischemlandbouw wor-
d»n veroorzaakt.
En het „Berl. Tageblatt" erkent
dan ook nu al dat zoo de Poolsche
leiders in staat blijken hun plan
uit te voeren, dit zeker van ontzag
lijke beteekenis zal blyken te zijn^en uldi onderzoek ten dt
We willen afwachten wat de re- mo„ w
geering tegen deze nieuwe obstructie
nu weer doeu zal 1
In Marokko biykt het ernstig* r
te zijn, dan men oppervlakkig heeft
gemeend
De Franschen hebben klap gehad:
aan de Oostelijke grens by Alge-
rië is een troep Marokkanen op
de Fransche troepen gevallen en
hebben zij dezen een nederlaag toe
gebracht,waarbij een twintigtal man
schappen en een paar officieren zijn
gesneuveld.
Dadelijk zijn per spoor verster
kingen gezonden, en gisteren heeft
men er in de Fransche Kamei
over geïnterpelleerd.
De regeering stelde echter
interpellanten gerustnu aan ge
raai Lyautey, die in Algerië
bevel voert, carte blanche is
gevon om op te treden (men t
digt in Frankrijk zoo wat al
met datgeene waarmede Kien 1
moeten beginnen!) nu zal de zs
wel in orde komen, zoo heet
officieel.
Intusschen blijkt uit eeu en am
wel, dat 't wespennest in Marol
steeds gevaarlijker wordt 1
Het Zniderzee vraagstuk.
Wij ontvingen van den heer
A. Sanders, ingenieur te Arasterde
een brochure over het Zuiderz
vraagstuk, waarin hij de regeerin
plannen inzake die kwestie t
critiek onderwerpt.
Schr. vindt het al direet verke<
om, zooals de regeering doet,
beginnen met het droogleggen i
polders. Eerst de bepoldering
maken is verkeerd: het mak
van eeu afsluitdijk over Wiering
naar Praam moet voorgaan.
Wat nu de regeering doet, ko
volgens den heer Sanders, al dir
6 millioen te veel, en druischt
tegen de voorstellen der Zuiderz
vereeniging en der staatecommisi
een p.an „door de pers van de j
heele wereld" geroemd. De reg
riDg gaat nu 18 millioen uitgcr
voor een polder, die voor IS K
lioen kan worden gemaakt.
De schrijver heeft een ontw
gemaakt van een afsluitdijk
de Zuiderzee, waarvan de koelt
alles inbegrepen, 28 millioen zuil
bedragen, wat een besparing z
zijn van i/8 van het geheel:
besparing van 15 millioen guld*
Dit maakt met de te veel uit;
geven 5 millioen voor de inpob
ring een besparing van 20 millioe
De heer Sanders zet uitvoei
zijn plan uiteen, en komt zelfs t
de conclu8sie, dat het uaaken v:
den afsluitdijk in zijn plan et
winstgevende onderneming wort
De ontwerper zegt er zich in
zullen verheugen, wanneer zyn ph
mag vallen, zoo van Hollandse:
als van buiteulaudsche specia
teiten.
Schr. wekt tan slotte da State.
Generaal op het 20 millioen te du
regeeringe-voorstel te verwerpen.
Gemengde Berichtea.
Een v ij and van don oj
z e 11 e u g e 1. Een eigenaardig voo.
vul deed zich gistermorgen te Ro i
terdam voor. Een O.-I. officier zo I
in het huwelyk treden. De rijtuige
kwamen voor, het bruidspaar tra
naar buiten, met een oogopslaj
inspecteerde de bruidegom even h« I
Ffc.UILL.ETON,
Wordt vervolgd J
mm HMRUEMSCHE COfflMUfl
A B O N N M E N T S P R IJ S:
Per 3 maanden voor Haarlem f 1.35
Voor de plaatsen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Vorr de overige plaatseu in Nederland franco per post
Afzonderly ke nummers
1.84
0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fO.ót
Elke regel meero.l(
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Na-ar het Duitsch van Kart. En Ki opker.
24.
Het vreeselijk woord, dat hij daarboven
gehoord had, klonk hem onophoudelijk
in de ooreu; Siberië. Doch hoe meer hij
ver de woorden van den man ducht
- klaarblijkelijk een lid dier schrikwek
kende party der Nihilistendes te meer
vond hjj reden, hem er voor te dunken.
Ja, zwijgen, dat was het beste wat liij
deen kon. Hoe wreed hy het ook von 1,
dat aieii hem slechts op een vermoeden,
met de Nihilisten in verstandhouding te
staan, zou deporteeren, zonder proces,
zonder een vonnis uil kracht der wel,
zooals hij menigmaal gehoord had, hoe
wel hij het noMt voor mogelijk had ge
houden, zoo welkom was hem na dit
vooruitzicht, want nu kon hy als Offer*
verdwijnen en „die in St. Petersburg zyn
veilig" had de waarschuwer hem toege
voegd. Ju, Kili was veilig voor den arnaad,
dat zij met den remordbelde bekend was.
De geheele week door werd hij dage
lijks tweemaal in verhoor genomen bij
den Ispravnik, doch hy antwoordde op al
diens vragen met «en verstokt: „Ik weet
niets ik kan niets zeggen!" met eene
stijfkoppigheid, die den politiebeambte
menigmaal tot razernij bracht Men liet
hem om den anderen dag vasten; men
loeg hem met de knoet en sloot hem
den gansehen nacht in de boeien, maar
hij bleef vast in zijn voornemen.
Nu droeg hij zijn lijden met het fana
tisme, dat zich op den dood verheugt.
Hij bracht zijn liefde-offer aan Elli, die
hij in zijne gedachten als een engel ver
eerde. Zij beminde hemdat had zij be
wezen in een oogenblik,dat hy deze liefde
volstrekt onwaardig was; nu wilde hy
die liefde verdienen. Wat hem alleen nog
met pijnigende angst vervulde, dat was
het vermoeden, dut men hem toch naar
8t. Petersburg zoude zenden. Wanneer
men bijv. de sieraden die men in zijn
bezit gevonden had, aan de zuster van
Vorst Muravvin zou vertoonen, dan moest
door de gevolgen van dien stap eene aan
leiding tot onderzoek gegeven worden,
dat alleen in St. Petersburg zelf kon be
werkstelligd worden. Daarmede stond
alles op het spel en de uitslag kon slechts
die zijn, welken Olfers juist vermijden
wilde. Hij vergiste zich echter in dit ver
moeden. Het was den Ispravnik er slechts,
om te doen, nu hij geen der arrestanten
diens schuld bewijzen kon, het groote
aantal dergenen, die als gevaarlijk naar
Siberië gezonden zouden worden, met een
zoo groot mogelijk contingent te vermeer-
deien. Bovendien wist hij, dat hij met
de verbanning van den ptoogenaamden
Koloff' den machtigen Staatsraad Murawin
een persoonlijken dienst zou bewijzen.
Zoo berichtte hy dus officieel naar St. Pe
tersburg, dat deze Koloff' wel is waar ver
stokt was, maar dat mon ongetwijfeld in
hem met een man van hoogst gevaarlijke
gezindheid te doen had en Vorst Mura
win ontving de tijding, dat liet volgens
de gehouden verhooren in zyne macht
itond Koloff' óf naar St. Petersburg tot
verder onderzoek te laten komen of, een
dadeljjken invloed op de beslissing der
overheid uit te oefenen, wat hem in zijne
betrekking immers gemakkelijk zou zijn.
Vorst Murawin scheen dezen invloed ook
gebruikt te hebben, want met buitenge
wone vlugheid kwam van de beroemde
afdeeling der St. Peteishurger kanselarij,
die de geheime politie van het geheele
ï'ijk ondersteunt, een bevel naar Wilna,
waarbij deze hoogst gevaarlijke Koloff'
onder de naar Siberië verbannenen ge
plaatst werd.
Het bleef Olfers voortdurend een raad
sel, hoe de sieraden van zijn geliefde Elli
door de teruggave aan prinses Murawin
ham tot verraad konden aangerekend
worden. Doch van die sieraden kreeg
prinses Olga Petrovvna nooit iets te hooren
ot te zien. Misschien droeg daartoe de....
vergeetachtigheid van den Ispravnik de
schuld, die nagelaten had, de verbeurd
verklaring der juweeien aan te teekenen!
Nadat verder verhoor als nutteloos be
schouwd werd, zweefde Olfers nog twee
weken in onzekerheid over zijn verder
lot. Zoo dikwijl* de cipier hem liet karige
voedsel bracht, hoopte hij eene beslis
sing te vernemen, maar hy kreeg geen
antwoord op zyne vragen en bleef weder
in eenzaamheid aan zijne knagende zorg
overgelaten.
Op zekeren dag bracht de cipier hem
andere kleederen in zijne cel: hemd en
broek van grijs linnen korte kousen van
grove, grijze wol met vierkante zolen en
lage schoenen van bijzonder dik leder
aan de enkels. Hy zou spoedig gewaar
worden, waartoe deze moesten dienen.
Bovendien ontving hij nog een lange,
groene overjas en een lakensehe muts
zonder klep. Dat was het zomercostuum
der ongelukkige», die als dwangarbeiders
naar Siberië gezonden werden. Daarmede
was echter het toilet van den nieuwen
boeteling nog niet voltooid. Men bracht
hem op de plaats der gevangenis voor
de eerste maal sedert zyne gevangenne
ming. De lang ontbeerde, frissche lucht
beroofde hem bijua van zyne zinnen. Hij
zag zich door meer dan een dozijn lieden
in dezelfde kleeding omringd. Eenigen
zaten op steenen of lage voetbankjes en
bukten het hoofd, tot een werk, waarvan
Olfers niet dadelijk de strekking begreep.
Doch weldrazou hem die duidelijk worden.
- Ook aan hem kwam de beurt; men
duwde hem ook op zulk een voetbankje
neder en drukte hem het hoofd op de
borat terwijl men hem het dichte haar
begon af te knippen.
l)en gedeporteerde werd de helft van
den schedel kaal geschoren, zooals het
reglement het voorschreef. Toen kwam
een smidsknecht, die hem dé handboeien
afnam, maar slechts om ze door een vyf
pond zware voetketting te vervangen. De
Iedere lappen aan de op pantoffels gelij
kende schoenen hadden daarbij het doel,
een wonde aan den enkel te voorkomen.
Een grijze linnen zak, dien men hem over
<le schouders wierp en die dienen moest
om brood of andere eetwaren te bewa
ren, voltooide uitrusting.
Toen alle gevangenen zoo uitgerust wa
ren naar de gezichten te oordeelen
schenen de moesten tot het misdadigers-
gild te behooren, trad een wachtmee
ster als een Hercules uit een afdeeling
goed gewapende gendarmen naar voren,
hief de knoet omhoog, die in zyne hand
g en ydel symbool van zijne macht scheen
te zyn en regelde de veroordeelden met
een gebiedend commando in ryen van
vier en vijf man, wier ketenen ten over
vloede nog aan elkaar verbonden werden,
om elke poging tot ontvluchting onmo
gelijk te maken.
Toen heette het: „Gatova?" (In orde?)
en de troep zette zich voor de gevange
nispoort in bewegiug.
Slechts eenmaal nog, aan het station,
toen de escorte-commandant uit zyne
akten de veroordeelden een voor een af
riep, vernam Olfers voor het laatst den
naam Gregor Koloff, die hem op zoo on
gedachte wijze noodlottig was geworden.
Van toen af werd hij slechts met zyn
nummer afgeroepen. De naam Koloff'
bleef begraven in de lijst dor veroordeel
den. De reis van Nuehui-Novogorod tot
aan de mijnwerken van Krasnojarsk in
Oost-Siberië had een aanvang genomen.
De van station tot station afwisselende
onderbeambten kenden de namen der po
litieke misdadigers niet het resultaat
van eene voorzichtigheidsmaatregel om
dezen menschen elke verbintenis met de
beschaafde wereld af te snyden. Olfers
was dientengevolge eenvoudig uitgestre
ken, ondergegaan, verdwenen. Geeu cou
rant wist van hem en zijne deportatie
iet» meer te melden; hij was slechts een
nummer geworden....
ZEVENDE HOOFDSTUK.
De macht der liefde.
Elli zat inden Amerikaanschenschom
melstoel aan den vlammenden haard, in
eengekrompen, alsof zij koud was, in
weerwil van het flikkerend vuur naast
haar. Tegenover haar, twee schreden van
haar verwijderd, zat de heer Opinsky, nu
eens kysend naar zyne zwavelgele ham I
schoenen, dan weder naar het in'tzwail
g -kleed meisje, dat voor hem zat ek voel
niets oplettendheid scheen te hebben, da.]
voor de knetterende vonken, dio nu
dan uit de gloeiende stukken hout i
den haard opsprongen. Wie Elli seder
den laatsfcen zomer niet gezien had, di
zou haar niet licht berkend hebben. Har
jeugd verried zich nog in de om trek kei
van hare teedere gestalte, maar hare hou
ding was vermoeid, byna ziekelyk an he
eertijds zoo vroolijke gelaat, was nudoo
voortdurende zwaarmoedigheid verdon
kerd.
Het was, alsof het grootste deel vai
haar leven reeds achter haar lag, Zij w»;
levensmoede; zy had voor alles, wat haa.
nu overkwam, slechts eene koele onver
Bchilligheid. Had haar vader haar vroege
dikwijls op onverantwoordelijke wjjze ui\
laffe toegeeflijkheid deu vrijen wil gel*
ten, hoeveel te meer nu, nu zij meer zelf
staadig was geworden. Niemand kon er
zich dan ook op beroemen, invloed op
haar uit te oefenen; zy ging steeds haar
eigen weg, en verachtte de gezellige krin
gen, waarin zy zich vroeger- zoo vroolyk
betoond had. Zy ontving hare gewon»
bezoeken, omdat de beleefdheid dit eisch-
te, doch bekommerde zich vorder niet in
't minst om de buitenwereld, waarover
zij zich overigens zelden had bekommerd.
Van de vrosgere bekenden was alleen di»
mynheer Opinsky nog een tamelyk ge
regelde gast in het huis van StrÓmholt.
Deze kwam echter eerst sedert deu vori-
gon herfst meer dan vroeger. Toen be
hoorde hij slechts tot de vluchtige bezoe
kers van Strfimiiolt.