Onze Kinderen.
Mengelwerk.
Een interview met
kardinaal Merry del Val.
De Roovers.
Afdeeling BENNEBROEK en 0.
Mwsdag 3 Dec., 's avonds 7 uur. huis-
v*udelijke vergadering. Spreker de Wel
*Sïw. heer kapelaan M. van Dieren.
ï)e leden worden herinnerd dat deze
vergadering verplichtend is.
Namens het Bestuur'
J. A. Vkkkoou, waarn. Secr.
Afdeeling LISSE.
Bondsgebouw: Dorpstraat C 115.
'Saterdag 30 Nov., 's avonds van 78
uur zitting Spaarkas.
Daar door drukke werkzaamheden der
3en voorzitter J. v. Velzen heeft bedankt,
worden candidaten ingewacht tot en met
30 December.
Namens het Bestuur.
A. H. SCHRAMA Secr.
HAARLEM.
SintJosefsgezelJen-Vereeniging.
3L reenigingsgebouw Zoetestraat No. 3
^««pend des Zondags van 12-3 en van
i>-10 uur. Op werkdagen van 0 uur 's mor
gens tot lOuur 's avonds.
R. K. Militaire Vereeniging.
Zoetestraat 13.
Het gebouw is dagelijks geopend, des
avonds van 10 uur en op Zon- en
Feestdagen den geheelen dag.
R. K. Tooneelvereenigïng
.LIEFDE VOOR DE KUNST."
Buitegewone Vergadering op Maandag
2 December a.s., des avonds half 9 uur,
i den Heer J. A. Fibbe, Kruisstraat 23.
Punten ter behandeling: Verschillende
B.tdedeelingen.
H. W. van TURNHOUT, Pres.
(Tweede Zevental.)
V7. Catechismusof Godsdienst-
onder wijs.
Wanneer de kinderen den leeftijd
Ti n zeven jaar hebben bereikt, moeten
a*j de christelijke leering bezoeken of
zooals die veelal wordt genoemd, den
Catechismus. Zij moeten dan opzette
lijk godsdienstonderwijs ontvangen
om onderwezen te worden in hetgeen
zij moeten weten en doen om zalig
kunnen worden. Dit is vervat in
•ien kleinen Catechismus, het zooge
naamde kleine Vragenboek, een boekje
door het Kerkelijk Gezag in ons Bis-
nom voorgeschreven. Het „groote
vragenboek," dat een uitbreiding is
van het kleine, krijgt het kind op
■den leeftijd van 9 a 10 jaar en vooral
is voorbereiding tot de H. Commu-
j-.Je te leeren.
Tot het godsdienstonderwijs behoort
in de eerste plaats het leeren der ge
beden, die de kl. Catechismus bevat
Hierover heb ik in een vorig artikeltje
■■eeds gesproken, en hiervan kennen
de meeste kinderen reeds een en ander
ais zij op de Chr. leering worden toe
gelaten. Dit moet intusschen worden
voortgezet en verder moeten de lessen
rut den Kl. Catechismus worden ge-
eerd. Dit is nu te zamen een
mak van veel belang, van veel
gewicht, maar ook niet zelden
van groote moeielijkheid De geeste
lijke, die in de kerk of elders de
kinderen onderwijst, kan hoogstens
onderzoeken en niet eens altijd
oauwkeurig of de kinderen de op
gegeven les kennen. Hun die te leeren,
iaar is gewoonlijk geen sprake van.
!>at laat de tijd niet toe, daarvoor
moeten dan ook de ouders zorgen.
Voor deze is het om verschillende
redenen dikwijls een moeielijke zaak
vooral zoolang het kind niet voldoende
lezen kan. Een uitkomst is het dan
voor sommige ouders, dat zij hun
kinderen kunnen zenden naar een
Katholieke school, waar die kinderen
dan gebeden en catechismus kunnen
leeren.
Ja, er zijn ouders, die vooral om
deze reden hun kinderen naar een
katholieke school zenden en meenen,
dat dit de hoofdreden van het bestaan
der katholieke school is. Te gelegener
tijd hoop ik op dit puntje eers terug
te komen. Ook zijn er ouders, die eerst
wanneer het onderricht in den gods
dienst schade blijkt te lijden, wanneer
de geestelijke komt klagen, dat de
kinderen niet of niet voldoende ge
beden en catechismus kennen, er over
gaan denken, dat hun kinderen beter
op een katholieke school konden gaan.
Niet zelden komt het voor, dat ouders
deze zaak eerst ter harte gaan nemer-:,
als het voor de kinderen tijd wordt
lot de le H. Communie te worden
voorbereid. Treurige voorbeelden van
plichtsverzuim, zulke ouders, maar
ook: arme kinderen van,zulke ouders 1
Gaan de kinderen op een katholieke
school, dan meenen niet weinigen,
nu hun plicht volkomen te hebben
vervuld. En toch blijft onder alle
omstandigheden op de ouders de
plicht, rusten voor het godsdienston
derwijs hunner kinderen te zorgen en
persoonlijk daaraan te doen, wat zij
tfunnen. Zij zijn en blijven verant
woordelijk voor de godsdienstige op
voeding hunner kinderen. Van hen
zal God eenmaal de zielen hunner
kinderen opeischen en wee hun, die
dan door eigen schuld tekort zijn ge
schoten.
Gaan de kinderen niet op een katho
lieke school, dan moeteh de ouders
zelf de kinderen gebeden en catechis
mus leeren. Aanvankelijk, zoo lang
het kind nog niet voldoende kan lezen,
moet dat geschieden door voor- en
nazeggen, later kan het kind gebeden
en vooral catechismus lezen, voorlezen
hardop en zoo lang, tot het die van
buiten kent.
Een verstandige maatregel mag het
heeten dit liever dagelijks een kleine
poos te doen, dan eens per week een
langen tijd. Daartoe neme men dan
iederen dag een klein gedeelte, dat ge
leerd wordt en dagelijks wordt her
haald. Van een lesje van 6 vragen en
antwoorden bijv. dagelijks één vraag
en antwoord. Hebben de kinderen wat
schrijven geleerd, dan is het een uit
muntend middel hen een les of deel
eener les een of meermalen te laten
schrijven. Van tijd tot tijd, bijv, op
Zon- en Feestdagen herhale men al
de geleerde lessen, zoodat het geleerde
onthouden wordt. Rekent men twee
jaren voor den kl. Catechismus dan
heeft men ruimen tijd voor de 20
lessen, die daarin voorkomen.
Het groote vragenboek bevat door
de goede zorgen onzer Kerkelijke Over
heid dezelfde vragen en antwoorden
als de kl. Catechismus, vermeerderd
en uitgebreid, zoodat het goed ken
nen van den kleinen het gemakkelijk
leeren van den grooten Catachismus
zeer bevordert. Let men bovendien op
h«t juist lezen en uitspreken van vra
gen en antwoorden, dan werkt men
het goed verstaan van deze zeer in de
hand en maakt men de onderrichting
van den geestelijke in de Chr. leering
zoo vruchtbaar mogelijk.
Hebben de ouders hun kinderen
toevertrouwd aan een Katholieke
school, dan kan hun taak in deze
zeer verlicht worden. Behalve
dat zij verplicht geacht kunnen
worden voor het onderwijs hunner
kinderen de katholieke school te kie
zen, ligt daarin nog een groot voor
deel voor hen zelf en voor het gods
dienstonderricht hunner kinderen.
Toch mogen zij zich echter niet
ontslagen rekenen van de zorg voor
dat onderricht, maar blijven verplicht
er toezicht op te houden, geregeld te
onderzoeken of de kinderen behoor
lijk leeren, wat zij in de chr leering
behooren te kennen en zoo er iets aan
mocht ontbreken, dan daarvoor hun
maatregelen te hemen. Het mag een
goede gewoonte heeten, ja kan een
noodzakelijkheid geacht worden ge
regeld, zoo mogelijk dagelijks eenigen
tijd te laten besteden, vooral in dc
winteravonden, aan het leeren, lezen
of schrijven van de catechismusles-
sen. Bij een geregelde oefening in
kleine gedeelten is het ook voor min
der vlugge kinderen {gemakkelijk te
bereiken op den bestemden tijd het
noodige van gebeden en catechismus
behoorlijk te kennen.
Daartoe behoort slechts van de zijde
der ouders de noodige volharding in
de regelmatige oefening te worden be
tracht.
Van de zorg voor het trouw bezoe
ken der chr. leering wil ik hier niet
spreken; dat ligt te zeer voor de hand,
maar wel meen ik te moeten opmer
ken, dat van tijd tot tijd informeeren
naar het gedrag der kinderen op die
chr. leering nuttig en noodig is. Het
is voor de kinderen goed, dat zij be
merken, hoe vader en moeder daarin
belang stellen.
Men zal wellicht meenen, dat ik van
de ouders te veel verg, maar men
bedenke even, dat vooral in den tegen-
woordigen tijd de zorg voor het gods
dienstonderricht der jeugd meer dan
ooit wordt noodig geacht en dat hierin
de geestelijke overheid voorgaat en
door herhaalde vermaningen de ouders
daartoe opwekt. Ook de rijpere
jeugd die in fabriek en werkplaats,
in dienstbetrekking of beroepsschoo)
zich voorbereidt tot het maatschap
pelijk leven, acht men niet voldoende
onderlegd in de kennis Van onzen
heiligen godsdienst en tracht dit aan
te vullen door hen te vereenigen in
patronaten, i n congregatiën en andere
vereenigingen, maar het zal m. i. zeer
moeilijk zijn, ais in de kinderjaren
vóór de le H. Communie niet met
zorg gewaakt is voor het verkrijgen
van de noodige kennis op dit gebied,
die in later jaren zóó aan te vullen,
dat het voldoende mag geacht worden.
Bij een degelijk godsdienstonder
richt der kinderen in de kerk, in het
huisgezin en in de school kan echter
een basis gelegd worden,waarop in
later jaren met vrucht kan worden
voortgebouwd en een succes verkre
gen dat in onzen ongeloovigen, zede-
loozen, voorde jeugd zoo gevaarvoüen
tijd hun ten zegen k in zijn vo-r tijd
OFFICIEELE KERKLUST.
cn eeuwigheid. En als men dat in
zijn kinderen beleeft,dat zij als goed on
derlegde, standvastige katholieken
worden gewapend om den strijd des
levens met goed gevolg te strijden,
dan zal men de moeite, die men als
ouders besteed heeft aan het gods
dienstig onderricht der kinderen, ruim
beloond kunnen achten en dan zal
men met dankbaarheid jegens God,
maar ook met voldoening op die jaren
van zorg en toewijding kunnen terug
zien en met nederigheid erkennen
de, dat alle mensohelijk werk onvol
maakt is zal men toch met ver
trouwen op het eeuwig loon voor zijn
ouderlijke zorg mogen hopen.
Mr. Thompson een Amerikaaneca
journalist verhaalt in „Everij
bofy's" magazino van een intervieuw
met den kardin aal-staatssecretaris,
Zij ne Eminentie Monseigneur Merry
de* Val. En „De Maasbode" ver
taalt een en ander van Mr. Thom
son's verhaal, wat we hier overne
men.
Tegen het einde van het laatste
jaar verbleef Mr. Thompson te San
Remo toen hij op zekeren dag een
kabeltelegram ontving, dat hem ver
zocht naar Rome le gaan en kardi-
dinaal Merry del Val tejmterviewen,
Toen wijlen benry Stanley zijn his
torisch kabeltelegram ontving „fmd
Livinstone" twijfelde hij waarschijn
lijk minder aan de mogelijkheid om
zijn taak to vervullen, dan de verte
genwoordiger van 't New-Yorker tijd
schrift, toen hem bevolen werd de
meenmg van den op het Vaticaan
zoo machtigen minister over de ge
beurtenissen. die de heele christelijke
wereld ontroerd hebben, trachten te
vernemen. Hij had echter invloedrijke
vrienden onder de A merikaansche
geestelijkeheid in Rome en vertrou
wend op de diensten van Mgr. Ken
nedy van het Amerikaansche college,
verliet de correspondent San Remo
en begaf zich naar het Eeuwige Rome
Bij de ontmoeting van dien voorna
men prelaat op het College in de
Via dell' Umiltawerd Mr. Thompson
volstrekt geen hoop gegeven iets van
den aard van een interview te ver
wachten.
„Zoo iets is ongehoord* zei Mgr.
Kennedy, „'t is onmogelijk Als ge
echter morgen op het Vaticaan wilt
komen, kan ik u misschien gelegen
heid geven den kardinaal te zien".
Den volgenden dag was Zijne Km.
bereid den journalist te ontvangen,
maar voor slechts enkele minuten
Terwijl hij wachtte zag de correspon
dent veel beroemde prelaten door de
prachtige vertrekken gaauonder hen
was op te merken de. voorganger van
den tegenwoordigen staatssecretaris
een man met een deftig gelaat en
en een fiere houding kardinaal
Rampolla
Eindeljjk werd de correspondent tot
kardinaal Merry del Val toegelaten
'Kom bra en", zeide Zijne Eminentie,
„ik ben verheugd u te zien", en de
zwa e deuren sloten zich achter den
interviewer en den prelaat. !n drie
minuten veel verrichten is bijna on
mogelijk, en het was een gelukkige
gedachte van den jou nolist zgn toe
vlucht te nemen tot de belofte v r
Hriand: het geloof in Christus uitte
roeien. Tot hiertoe had de kardinaal
hein stilzwijgend aangehoord,
Geven we Mr. Thompson het woord;
Ce slanke gestalte, gekleed in glan
zende zjj, was tot nu toe onbeweeglijk
geweest, zijn schoon, dun gezicht leek
iu zgn onbeweeglijkheid op een Ro-
meinsch masker, en zijn prachtige,
groote bruine oogeu, schenen van
steen; maar Iopd ik dez-* woorden
aanhaalde van dien kleinen razenden
Jacobijn, Briand, vertoonde zich de
man ia zijn waar karakter 't was
wonderbaar. Het was alsof een vuur
zonder flikkering, vast als een
zwaard iu hem brandde. Daar
was vuur in de groote oogen, vuur
zelfs in de lange, witte hand. waar
mee hij de vouwen in de roode zijde
glad streek.
Wat de kardinaal aan den journalist
over den toestand heeft gezegd komt
hierop neer: de tegenwoordige ge
beurtenissen in Frankrijk zijn niet
een oorlog tegen ke Kerk rti»ar een
oorlog tegen het Christendom, een
oorlog tegen Christus.
Volgens zgn meening heeft Frank
rijk dat duidelijk getoond.
De pers is echter met opzet blind
voor den waren aard der gebeurte
nissen.
De verslaggovers der groote b'aden,
die meestal geen Christen zijn, zijn
er eeider over bevredigd dan teleur
gesteld, verklaarde Zijne Eminentie,
dat de Katholieke Kerk dien onge-
lukkigen strijd in Frankrijk heeft te
verdragen.
Vooral de Londensche „Times" is
een trouw werktuig geweest om den
toestand verkeerd voor te stellen,
eu hetzelfde mag gezegd worden van
alle niet-katholieke bladen ia de
Engelsch-sprekende wereld.
Arglistig heeft men den indruk
willen opwekken, dat de Paus door
de voorwaarden, die de Kerk werden
aangeboden, niet te willen aannemen
het Fransehe burgerlijke recht aanviel
1 >e feiten spreken voor zich zelf, zei
de kardinaal; het internationale recht
is geschonden doordat het Concordaat
op zeer oneervolle wijze is opgeheven
zonder dat het den Beiligen Stoel
was aaDgezegd.
Het bespottelijke van de Schei
dingswet blijkt uit alles, ook uit het
feit, dat dc orthodoxe geestelijkheid
wordt beschermd door den man, die
verklaarde, dat het tijd was het geloof
in Christus uit te roeien.
De Kerk stemde er in toe al haar
bezittingen af te gevenze vroeg
alleen het recht God in vrijheid te
dienen, en niettegenstaande wat de
Ifransche pers over het onderwerp
zei onderwierp zich het heele Episco
paat aan de handelwijze van het
Vaticaan als de eenig mogelijke han
delwijze, die met de werkelijke vrijheid
der Kerk overeen te brengen is.
Ten slotte verklaarde de kardinaal
dat de Kerk niet zou ophouden met
haar strijd om godsdienstvrijheid op
de wereld eu voor het bewaren van
het geloof in Christus in Frankrjjk.
De groote kardinaal, zegt Mr.
Thom-on is zeer modern; de Ro
meinen kennen hem alleen als den
grooten secretaris van de a Staat, die
gevormd wordt door de 250 000 000
geloovigen Ze zien hem, wanneer hij
uitrijdt in zijn ouderwetsche koets,
met zwarte paarden. Zij, die hem
kennen zullen u zeggen hoe goed
hg golf speelt, en dat hij op twintig
meter afstands een geweerkogel door
een tien-centstuk kan schieten. Hij
spreekt verschillende talen, zijn En-
gelsch is volmaakt, hij is een diplo
maat van den eersten rang En hoe
wel hij nog geen twee en veertig
jaar is, heeft iedereen het grootste
vertrouwen in zijo beheer.
Er waren eens twee roovers, die
hun beroep uitoefenden in een on
herbergzaam deel van het land. Maar,
door het toenemend spoorwegverkeer
gingen de zaken heel slecht; er was
geen droog brood meer aan te ver
dienen, Daarom besloten de beide
beeren de affaire over te plaatsen
naar de hoofdstad, waar ze wel in
korten tijd rijk zouden zgn,
Des avonds laat van den dag hun
eer aankomst bevonden de roovers
zich in een stille wijk van de stad
en loerden op prooi.
Het duurde niet lang, of er naderde
iemand, een heer, in eenigszins zwaai-
enden toestand, den hoed op één oor,
den wandelstok over den rechter
schouder
„Stal Je geld of je levenbrulde
een der bandieten
„Wa,... wat!« luidde het ant
woord van den student, die lekker
uit de kroeg op weg was naar zijn
kast. „Wa...a...t! g...eld!.... geld!,..
A.,..as..,. je me w,. .ilt ,p....poffen
Ma....ar.... ga m...mee..., naar iD....
mijn k,..astdaar h.. eb 'k nog
co., cognac 1"
Woedend grepen de roovers hun
e raten „klant" aan en doorzochten zijn
zakken
Niet alvorens een hunner een ge
duchte muilpeer te pakken had, kre
gen zij portefeuille eu portemounaie
van den muzei zoon in handen. Haastig
doorzochten zij den inhoud; de
portefeuille bevatte een lommerd r oije
van een horloge, in de portemonidae
zaten twee centen.
Met een hartige verwemching
smeten zij belde voorwerpen tegen
de straat en snelden weg.
De student zat hen op de keien
hartelijk uit te lachen en riep hen na
„Zeg, Ge...orge... leen me t ..ien
p.., pop. zog!"
Ngdig over het slechte begin,
liepen de roorercompagnons voort,
met het vaste plan beter uit hma
oogen te kijken.
Ha! dat was watl Zij bevonden
zich bij een groot en schitterend ver
licht gebouw, een sociëteit, en jniet
kwam er een voornaam heer uit. Op
zijn wit vest bengelde een breede,
schitterende ketting en in het felle
licht zagen de bandieten de steenea
van zijn ringen fonkelen.
Een eindweegs verder wachtte» zij
den buit op.
>8ta! Je geld of je leven
De voorname heer schrikt niet in
't minst.
„Zoo! mannen, wat beteekent dat?*
„Geef op, alles wat je van waarde
bij je hebt, horloge, ringen, geld,
of.."
Dreigend werd hem een revolver
onder den neus geduwd.
»'t Spijt me heeren, dat ik niet
aan uw verzoek kan voldoen. De
ringen en ketting kunt ge met plei-
zier krijgen, maar..,, 't Is namaak I
GeldGeen duit heb ikhier, zie
maar
De wantrouwende roovers kregen
een portefeuille te zien, dik van
de onbetaalde rekeningenen deporte-
monnaie bevatte twee broeksknoopen.
Bijna huilend van teleurstelling
gingen zij her bosch in, het ironisch
„goeden nacht he.ren!" van den
voornamen heer' met een vloek
beantwo rdend.
Wel tien minuten liepen de beide
boeven naast elkander voort zonder
een woord te zeggen. Plotseling vlak
bg den hoofdweg gekomen, trof een
nog ver verwijderd geluid hun oor
en 't was, alsof hun dat nieuwen
moed gaf.
„Oe! oe! oe! oe
,,'n Auto!" zeiden ze tegelijk.
l)at was geen bluf. Wie zich de
luxe van een automobiel kan permit-
teeren, wordt niet door de bedeeling
onderhouden.
Het voertuig naderde snel. Reeds
wierpen de acetyleenlampen sterke
lichtbundels op den weg.
PangPangTwee schoten vielen
en verbrijzelden de groote lantaarn-
glazen, waardoor het licht gedoofd
werd.
Bijna onmiddellijk stond de auto
stil; en meteen sprongen de roovers
op de treeplanken en klonk het
dreigend
„Je geld of je leven!"
„Fameus! fameus!" zei de baron,
die de bestuurder van het kostbare
voertuig was.
„O! Wat een heerlijk avont»*r,
wat kolossaal interessant!" voegde
de jonge barones erbg.
i e band eten stonden een oogea-
blik paf. Maar dreigend klonk het
weer:
„Je geld of....
Na het »of" werd een revolver op
den baron gericht.
„Zeg heeren!" zei de barones,
„breng ons naar uw hol als 't u
belieft naar uw hol01 verbazend
leuk, dèr zal ik succes mee hebben.
Heeren naar uw hol, kom Ed!"
„Hol! Er is geen hol! Geef op de
duiten anders
„Wat! geen hol? en willen jelui
dan echte roovers zgn? Nee mèrl...
„Schiet op, geef hier dat valies!"
i Zeg, Ed! een kiekje moeten we
er toch van hebbeD, hè? Steek jij
het magnesium aan, dan zal ik de
heeren „nemen!*
l e brave roovers kregen de stui
pen op het lijf toen zij van fotogra
feeren hoorden. Een hunner greep
het zware valies en ze snelden weg,
het bosch in, verstomd over die
merschen uit de stad.
In ieder geval hadden zij den buit
een rijken buit; aan het gewicht te
oordeelen en dat vergoedde al den
t genspoed dien zij al geleden hadden.
In een boscbje werd door een der
compagnons het valies opengesneden
terwij l de andere met een electrische
dievenlantaarn bijlichtte.
Het eerste, wat er ui ghaald werd
leek een pakje bankbiljetten.
Wat? onbetaalde rekeningen, waar
onder een van de autemubiel ten be
drage van twaalf duizend gulden 1
„Schoeljes!" vloekte de roover.
Zenuwach ig draaide hij verder iu
het valieitoilet-artikelen, zeep, odeur,
V