Dn n. te ds t." n- ak ïie ns elf ie. ifd an in. lar m- en lat er- lis- len ge- aar am ian eer rijg md on- ugt och zijn im, Iers »ard *en. *eld dat ,Wij itje. [riet paar i op aaar arna ner- ilein nde. ij er was, a en „en ben die mijn heer Een locomotief uer- zonken. Bij Salces in Zuid- Frankrijk heeft zich, ten gevolge van de ontzetten de overstroomingen en Waterrampen die Zuid- Frankrijk in den laatsten tijd onophoudelijk heb ben geteisterd, een cu rieus ongeluk voorge daan. De spoorbaan bij die plaats, tusschenNar- bonne en Perpignan, was namelijk door de water vloeden en de kracht der telkens weer herhaalde overstroomingen letter lijk ondermijnd. Eenige dagen geleden kwam een passagierstrein over de reeds eenigen tijd als ge vaarlijk gesignaleerde plekken, toen de machi nist op de locomotief op eens voelde dat de grond ondereet zware gevaarte weg zonk. En zoo was ook letterlijk het geval: de machi nist remde uit alle macht, maar de locomotief zonk Voorover in een drie meter diepen vijver die plotse- Een spoorbaan weggespoeld en een locomotief verzonkende ontzettende regens die Zuid-Frankrijk teisteren en de daarop volgende overstroomingen hebben tallooze rampen aangericht. Onze foto geeft er één van weer, een der merkwaardigste. ling open gaapte en slechts door de tegenwoordigheid van geest van dezen treinvoerder werd een ernstige ramp voorkomen, en liep alles zonder ongelukken af. „Over de 7000 frans aan geld en aan bankpapier mijnheer." „Mijn gouden horloge, mijn gouden ketting, de mooiste spulletjes van mijn vrouw, alles naar de maan." „Later is hij nog gepakt, ergens in Duitschland, maar mijn geld, mijn geld heb ik nooit teruggezien." „En je vrienden," vroeg ik, „hebben die niets gedaan?" „Zeker, die hebben een sommetje bij elkaar ge bracht, om mij er weer boven op te helpen, maar bet was gedaan met mij." „Drie paarden verloren, een paar koude zomers gehad, den moed laten zinken, en eindelijk (mijn Vrouw leefde toen nog) eindelijk hebben ze mijn boeltje aangepakt, en is alles voor schuld verkocht. „Dit paardje, dat u hier ziet, en dat door een Vriend nog voor mij uit den boedel is gered, is het eenige wat ik nog op de wereld bezit." „Kom, Zampa (het beestje streelend), wij zullen 't nog eens probeeren." En op zijn trom een roffel slaand maakte hij een ruimen kring tusschen de toesohouwers, en voort ging het in galop, terwijl hij met de rijzweep klapte, „Partez, changez, tournezl Hort! Hort!" Ja, daar hoort hij het weer. Ze klappen in de banden, evenals vroeger, toen hij onder een vroolijk Wijsje' met zijn lievelingspaard de hoogeschool reed. Hoor, daar klappen ze opnieuw. En voort gaat het weer. „Partez, changez, tournez! Hort! Hort! Merci Messieurs et dames, merci 1" Veel kon hij niet meer doen. De man was in die tien, twaalf jaar, wel dertig jaar ouder geworden. Later heb ik nog eens naar hem geïnformeerd. „Of ik hem gekend heb? 't Was de braafste direc teur dien ik ooit ontmoette." „En leeft hij nog?" vroeg ik. „Arm, doodarm in het gasthuis gestorven." Anecdoten. Een onbedriegelijk uoorteeken. Zij. Het heerlijke winterseizoen nadert de dagen worden steeds korter. Hij. Ik merk het ook, want de rekeningen uwer modiste worden steeds langer. Een slimmerd. Student. Nu, hoe is 't eerste gedeelte van je examen afgeloopen? Candidaat in de medicijnen. Nietal te best; maar de eerste vragen kon ik tenminste vlot be antwoorden. Student. Zoo? Welke vragen waren dat? Candidaat. De professor vroeg mijn naam, ge boorteplaats en ouderdom. Bescheiden. Alleenspraak van eenjong ac teur. Ik heb het altijd wel gevoeld, dat ik talent als tooneelspeler heb. Gisteren heeft men mij bij mijn eerste debuut uitgefloten. Dat is nu wel niet veel, maar voor een begin toch al genoeg. Men wordt tenminste zóo reeds als een acteur behandeld. Een bluffer. Is u snelschrijver, mijnheer? Ja mijnheer. Is het niet erg moeilijk zoo vlug alles neer te te schrijven, wat iedereen zegt? Ik zou het niet kunnen. Och, als je de menschen kunt verstaan, is het zoo erg niet. Ik heb eens in eene vergadering, die ik bijwoonde, beproefd hoe snel ik schrijven kon, als het er om te doen was en misschien zal het u moeilijk vallen het te gelooven maar geen der sprekers kon mij bijhouden. Alles stond reeds op het papier, nog vóór ze het gezegd hadden. C( o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 21